2.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/37


UITVOERINGSBESLUIT (EU, Euratom) 2017/2224 VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2017

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/844/EU, Euratom waarbij Malta wordt gemachtigd om gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 7861)

(Slechts de teksten in de Engelse en de Maltese taal zijn authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 6, lid 3, tweede streepje,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 387 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (2) mag Malta, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van zijn toetreding bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor de in bijlage X, deel B, punt 9, van die richtlijn vermelde handelingen, zolang dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april 2004 lid van de Gemeenschap waren. Overeenkomstig dat artikel moeten die handelingen in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw).

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit 2014/844/EU, Euratom van de Commissie (3) werd Malta gemachtigd om gebruik te maken van vaste percentages van de intermediaire grondslag voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw voor de in bijlage X, deel B, punten 8 en 10, van Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen met betrekking tot waterdistributie door publiekrechtelijke diensten en personenvervoer.

(3)

Bij brief van 25 april 2017 heeft Malta verzocht om een machtiging van de Commissie om gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw voor de in bijlage X, deel B, punt 9, van Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen met betrekking tot nieuwe gebouwen en bouwterreinen. Bij de berekening van de compensatie voor de levering van nieuwe gebouwen en bouwterreinen worden bouwterreinen door Malta gewaardeerd op het dubbele van de prijs van de nieuwe gebouwen. De berekening van een exacte waarde zou voor bouwterreinen administratieve lasten met zich meebrengen die niet in verhouding staan tot de impact van de betrokken handelingen op de totale btw-middelengrondslag van Malta. Bijgevolg moet Malta worden gemachtigd om met betrekking tot nieuwe gebouwen en bouwterreinen de grondslag van de eigen middelen uit de btw te berekenen aan de hand van ramingen.

(4)

Uit overwegingen van doorzichtigheid en rechtszekerheid is het aangewezen de geldigheidsduur van de machtiging in de tijd te beperken.

(5)

Uitvoeringsbesluit 2014/844/EU, Euratom moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Uitvoeringsbesluit 2014/844/EU, Euratom wordt het volgende artikel 2 bis ingevoegd:

„Artikel 2 bis

Malta wordt gemachtigd de grondslag van de eigen middelen uit de btw vanaf 1 januari 2017 tot 31 december 2021 te berekenen aan de hand van ramingen voor de in bijlage X, deel B, punt 9, van Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen (nieuwe gebouwen en bouwterreinen).”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Malta.

Gedaan te Brussel, 30 november 2017.

Voor de Commissie

Günther OETTINGER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.

(2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit 2014/844/EU, Euratom van de Commissie van 26 november 2014 waarbij Malta wordt gemachtigd om gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw (PB L 343 van 28.11.2014, blz. 33).