18.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 73/3


BESLUIT (EU) 2017/471 VAN DE RAAD

van 28 februari 2017

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen inzake de cumulatie van de oorsprong tussen de Europese Unie, Zwitserland, Noorwegen en Turkije in het kader van het stelsel van algemene preferenties van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 41, onder b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (1) moeten in Noorwegen, Zwitserland of Turkije verkregen producten waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, worden beschouwd als producten van oorsprong uit een begunstigd land, mits deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan in de zin van artikel 45 van die gedelegeerde verordening.

(2)

Ingevolge artikel 54 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 is het systeem van cumulatie van toepassing op voorwaarde dat Noorwegen op basis van wederkerigheid producten van oorsprong uit begunstigde landen waarin materialen zijn verwerkt van oorsprong uit de Unie, op dezelfde wijze behandelt.

(3)

Wat Noorwegen betreft, is het systeem van cumulatie oorspronkelijk ingevoerd via een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Unie en Noorwegen. Deze briefwisseling heeft plaatsgevonden op maandag 29 januari 2001, nadat de Raad zijn goedkeuring had gegeven door middel van Besluit 2001/101/EG (2).

(4)

Om de toepassing te verzekeren van een concept van oorsprong dat overeenstemt met dat vervat in de oorsprongsregels in het stelsel van algemene preferenties („SAP”) van de Unie, heeft Noorwegen zijn APS-oorsprongsregels gewijzigd. Daarom moet de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Unie en Noorwegen worden herzien.

(5)

Het systeem van wederzijdse aanvaarding van vervangende certificaten van oorsprong, formulier A, door de Unie, Noorwegen en Zwitserland moet op grond van de herziene briefwisseling worden voortgezet en onder voorwaarden door Turkije worden toegepast, teneinde de handel tussen de Unie, Noorwegen, Zwitserland en Turkije te vergemakkelijken.

(6)

Bovendien voorzien de oorsprongsregels in het SAP van de Unie als herzien in 2010 in de uitvoering van een nieuw systeem voor het opstellen van bewijzen van oorsprong door geregistreerde exporteurs, dat vanaf 1 januari 2017 moet worden toegepast. Ook in dit opzicht moeten wijzigingen in de briefwisseling worden aangebracht.

(7)

Om te anticiperen op de toepassing, op 8 maart 2012, van dat nieuwe systeem en de desbetreffende regels, heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met Noorwegen te onderhandelen over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling die ziet op de wederzijdse aanvaarding van vervangende certificaten van oorsprong, formulier A of vervangende attesten van oorsprong en erin voorziet dat producten waarin bestanddelen van oorsprong uit Noorwegen, Zwitserland of Turkije zijn gebruikt, bij binnenkomst in het douanegebied van de Unie moeten worden behandeld als goederen die een component van uniale oorsprong bevatten. De onderhandelingen zijn succesvol afgesloten met de parafering van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen inzake de cumulatie van de oorsprong tussen de Europese Unie, Zwitserland, Noorwegen en Turkije in het kader van het stelsel van algemene preferenties van de Europese Unie („de overeenkomst”).

(8)

De overeenkomst dient te worden ondertekend,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Noorwegen inzake de cumulatie van de oorsprong tussen de Europese Unie, Zwitserland, het Koninkrijk Noorwegen en Turkije in het kader van het stelsel van algemene preferenties, onder voorbehoud van de sluiting van de genoemde overeenkomst (3).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 18 maart 2017.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

J. HERRERA


(1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

(2)  Besluit 2001/101/EG van de Raad van 5 december 2000 houdende goedkeuring van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en elk van de EVA-landen die tariefpreferenties verlenen in het kader van het stelsel van algemene preferenties (Noorwegen en Zwitserland), volgens welke goederen waarin bestanddelen van oorsprong uit Noorwegen of Zwitserland zijn gebruikt, bij binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap worden behandeld als goederen die een component van communautaire oorsprong bevatten (wederkerige overeenkomst) (PB L 38 van 8.2.2001, blz. 24).

(3)  De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit houdende de sluiting ervan bekendgemaakt.