23.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/48


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/2376 VAN DE COMMISSIE

van 13 oktober 2016

tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tweekleppige Venus spp. in de Italiaanse territoriale wateren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (1), en met name artikel 15, lid 6,

Gezien Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94 (2), en met name artikel 15 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 1380/2013 heeft onder meer tot doel de teruggooi in alle visserijen van de Unie geleidelijk uit te bannen middels de invoering van een aanlandingsverplichting voor vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden.

(2)

Artikel 15, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 verleent de Commissie de bevoegdheid om door middel van gedelegeerde handelingen teruggooiplannen vast te stellen voor een termijn van ten hoogste drie jaar, op basis van gezamenlijke aanbevelingen die de lidstaten opstellen in overleg met de betrokken adviesraden. De teruggooiplannen kunnen ook technische maatregelen voor visserijen bevatten.

(3)

Italië heeft, als enige lidstaat met een rechtstreeks belang bij het beheer van de visserijen op de tweekleppige Venus spp. in de Italiaanse territoriale wateren, een aanbeveling bij de Commissie ingediend overeenkomstig de procedure van artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Deze aanbeveling werd na overleg met de adviesraad voor de Middellandse Zee (Medac) ingediend in de vorm van een nationaal beheersplan voor de teruggooi van Venus spp. Na indiening van deze aanbeveling heeft het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) de door Italië voorgestelde wetenschappelijke bijdragen bekeken. De in de gezamenlijke aanbeveling opgenomen maatregelen zijn in overeenstemming met artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

(4)

Krachtens artikel 15 bis van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is de Commissie bevoegd om, met het oog op de vaststelling van teruggooiplannen en voor soorten die onder de aanlandingsverplichting vallen, minimuminstandhoudingsreferentiegrootten vast te stellen om de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen te waarborgen. De minimuminstandhoudingsreferentiegrootten kunnen zo nodig afwijken van de in bijlage III bij die verordening vastgestelde grootten.

(5)

Volgens de conclusies van het WTECV inzake het nationale beheersplan voor de teruggooi van Venus spp. behoort Venus spp. tot de soorten met hoge overlevingskansen; bijgevolg is een verzoek om een afwijking van de aanlandingsverplichting voor de teruggegooide fractie van de vangst gerechtvaardigd. Een verlaging van de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte van 25 mm naar 22 mm is niet onverenigbaar met de lengte op het moment van de geslachtsrijpheid en zal naar alle waarschijnlijkheid dus weinig effect hebben op de bescherming van jonge exemplaren. Verwacht wordt dat deze verlaging slechts tot een geringe verlaging van het voortplantingspotentieel van het bestand zal leiden, wat geen grote impact op het bestand zou hebben. Tot slot heeft het WTECV geconcludeerd dat het voorgestelde wetenschappelijke toezichtsprogramma waarschijnlijk voldoende gegevens zal opleveren om de gevolgen van het teruggooiplan te evalueren.

(6)

Met het oog op een passende controle op de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting dient de lidstaat een lijst van onder de onderhavige verordening vallende vaartuigen op te stellen.

(7)

Aangezien de in deze verordening vastgestelde maatregelen rechtstreeks van invloed zijn op economische activiteiten die met de visserijen samenhangen en op de programmering van het visseizoen voor de vaartuigen van de Unie, moet deze verordening de derde dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking treden. Overeenkomstig artikel 15, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 mag de onderhavige verordening gedurende ten hoogste drie jaar van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden nadere bepalingen vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting die krachtens artikel 15, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 geldt voor de visserijen op Venus spp. in de Italiaanse territoriale wateren.

Artikel 2

Minimuminstandhoudingsreferentiegrootte

1.   In afwijking van de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde minimuminstandhoudingsreferentiegrootte en voor de toepassing van artikel 15, lid 11, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 geldt voor Venus spp. in de Italiaanse territoriale wateren een minimuminstandhoudingsreferentiegrootte van 22 mm totale lengte.

2.   De grootte van de Venus spp. wordt gemeten volgens bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1967/2006.

Artikel 3

Lijst van vaartuigen

1.   De autoriteiten van de lidstaat bepalen welke vaartuigen onder de aanlandingsverplichting vallen.

2.   Uiterlijk op 31 december 2016 dienen de autoriteiten van de lidstaat bij de Commissie, via de beveiligde controlewebsite van de Unie, de lijst in van alle vaartuigen die in de Italiaanse territoriale wateren met hydraulische dreggen op Venus spp. mogen vissen. De autoriteiten van de lidstaat werken deze lijst voortdurend bij.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.

Artikel 3 is evenwel van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 13 oktober 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22.

(2)  PB L 409 van 30.12.2006, blz. 9.