1.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 85/6


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/467 VAN DE COMMISSIE

van 30 september 2015

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 met betrekking tot de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten voor verschillende klassen van activa die door verzekerings- en herverzekeringsondernemingen worden aangehouden

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en de uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (1), en met name artikel 31, lid 4, artikel 75, leden 2 en 3, artikel 92, lid 1 bis, artikel 111, lid 1, onder b), c) en m), en artikel 308 ter, lid 13,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het investeringsplan voor Europa, dat de Commissie in november 2014 heeft aangenomen, is erop gericht belemmeringen voor investeringen weg te nemen, investeringsprojecten zichtbaarder te maken, technische bijstand voor investeringsprojecten te verlenen en de nieuwe en bestaande financiële middelen slimmer te gebruiken. In het kader van dit plan is bij Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad (2) een Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) ingesteld om het huidige tekort aan investeringen in de EU te boven te komen door particuliere financiering aan te trekken voor strategische investeringen die de markt niet alleen kan financieren. Het zal strategische investeringen in infrastructuur en risicofinanciering voor kleine ondernemingen ondersteunen. Tegelijkertijd zal het werk voor de oprichting van een kapitaalmarktenunie de financiële integratie verdiepen en de groei en het concurrentievermogen in de EU helpen te vergroten.

(2)

Om aan deze doelen bij te dragen, en aan de doelstelling van de Unie van duurzame groei op lange termijn, moeten verzekeraars, die grote institutionele beleggers zijn, gemakkelijker kunnen beleggen in infrastructuur of via het EFSI. Om dergelijke beleggingen te vergemakkelijken moet binnen het kader dat bij Richtlijn 2009/138/EG is vastgesteld, een nieuwe activaklasse voor infrastructuurbeleggingen moeten ingesteld. Als dit soort initiatief en het EFSI tegelijkertijd worden uitgevoerd, moet het globale effect op groei en banen in de Unie groter zijn.

(3)

De Commissie heeft de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen om technisch advies gevraagd, en heeft dat advies ontvangen, met betrekking tot de criteria en kalibratie van de nieuwe activaklasse voor infrastructuurbeleggingen.

(4)

In overeenstemming met de doelstelling van het investeringsplan voor Europa om investeringen te ondersteunen die helpen de infrastructuur van Europa te versterken, met bijzondere aandacht voor het bouwen van een connectievere eengemaakte markt, mag de nieuwe infrastructuuractivaklasse niet tot specifieke sectoren of fysieke structuren worden beperkt, maar moet die klasse alle systemen en netwerken omvatten die wezenlijke openbare diensten verstrekken en ondersteunen.

(5)

Om te garanderen dat infrastructuuractivaklasse daadwerkelijk tot infrastructuurbeleggingen beperkt blijft, mag de infrastructuurprojectentiteit die de kwalificerende infrastructuur bezit, financiert, ontwikkelt of exploiteert, geen andere functies uitoefenen.

(6)

De nieuwe infrastructuuractivaklasse moet worden afgebakend door criteria waardoor infrastructuurbeleggingen een degelijk risicoprofiel hebben qua stressbestendigheid, voorspelbaarheid van de kasstromen en de door het contractuele kader geboden bescherming. Wanneer kan worden aangetoond dat infrastructuurbelegginen een beter risicoprofiel hebben dan andere beleggingen in ondernemingen, moeten de kapitaalvereisten in de ondermodules spreadrisico en aandelenrisico van de standaardformules worden verminderd.

(7)

De infrastructuurprojectentiteit moet een contractueel kader aanbieden waardoor haar beleggers een hoog beschermingsniveau genieten, onder meer tegen verliezen uit de beëindiging van het project door de partij die ermee heeft ingestemd goederen en diensten te kopen, wat het gevolg zou kunnen zijn van de beëindiging van een koopovereenkomst. Er moeten voldoende financiële voorzieningen worden getroffen om de noodfinanciering en de behoeften aan werkkapitaal te dekken.

(8)

Om het risico voor kredietverstrekkers te verminderen, moet een voldoende mate van controle over de infrastructuurprojectentiteit worden ingesteld, onder meer door activa en aandelen als zekerheid te verschaffen, en moet het gebruik van de kasstromen en activiteiten worden beperkt.

(9)

Wanneer de kalibratie voor beleggingen in obligaties en leningen is verminderd op basis van de aanname dat de meeste infrastructuurbeleggingen tot het einde van de looptijd worden aangehouden, moet de verzekerings- of herverzekeringsonderneming kunnen aantonen dat zij daartoe in staat is.

(10)

Om infrastructuurbeleggingen met hoge terugvorderingspercentages aan te moedigen, moet de nieuwe activaklasse worden beperkt tot investeringswaardige schuld, en alleen tot schuld van een hogere rang wanneer er geen externe beoordeling beschikbaar is. Ten behoeve van de samenhang met het kader voor aandelen dat bij Richtlijn 2009/138/EG is ingevoerd, mag de opname van infrastructuuraandelen in deze nieuwe activaklasse niettemin niet afhangen van het bestaan of het niveau van een externe beoordeling van de infrastructuurentiteit.

(11)

Wanneer voor een belegging in kwalificerende infrastructuur geen externe beoordeling door een aangewezen externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) beschikbaar is, moeten aanvullende criteria gelden om te garanderen dat de belegging slechts een beperkt risico loopt. Die criteria moeten garanderen dat het project in de bouwfase professioneel wordt beheerd, het bouwrisico adequaat wordt gelimiteerd, het exploitatie- en het herfinancieringsrisico worden beperkt, en dat het project niet in speculatieve afgeleide posities treedt.

(12)

Wanneer voor een belegging in kwalificerende infrastructuur geen externe beoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar is, moet worden gegarandeerd dat het infrastructuurproject in een stabiel politiek klimaat plaatsvindt.

(13)

Projecten op basis van innovatieve technologie of een innovatief ontwerp moeten voor de nieuwe activaklasse in aanmerking komen, zodat de EU ernaar kan blijven streven een voortrekkersrol te vervullen op het gebied van technologische ontwikkelingen die zich voordoen. Om te garanderen dat projecten op basis van innovaties veilig zijn, moeten verzekeraars de nodige zorgvuldigheid aan de dag leggen en te controleren of de technologie getest is. Het kan daarbij gaan om prototypetests, proefprojecten en andere testvormen om aan te tonen dat het project op degelijke technologie en degelijk ontwerp gebaseerd is.

(14)

Globaal genomen wordt door de combinatie van deze criteria, op basis van het technische advies van EIOPA, een uit prudentieel oogpunt degelijk systeem opgezet, omdat die infrastructuuractiva die een vermindering van de kapitaalvereisten genieten, veiliger en minder volatiel zijn dan vergelijkbare beleggingen in ondernemingen.

(15)

EIOPA heeft gegevens over de infrastructuuraandelenindexen, beursgenoteerde infrastructuuraandelen en ondernemingen van het initiatief ter bevordering van particuliere financiering geanalyseerd. Concluderend werd een bandbreedte van 30 %-39 % voor de infrastructuurstress geadviseerd. In overeenstemming met de doelstelling van het investeringsplan voor Europa om investeringen in de reële economie te bevorderen, is voor de nieuwe infrastructuuractivaklasse een kalibratie van 30 % gekozen, omdat die kalibatratie de meest doeltreffende prikkels voor beleggingen in infrastructuur oplevert.

(16)

In overeenstemming met het advies van EIOPA zou de symmetrische aanpassing van het kapitaalvereiste voor aandelen verhoudingsgewijs moeten worden toegepast op de stressfactor op infrastructuuraandelen.

(17)

Door de vermindering van de kapitaalvereisten in de ondermodule spreadrisico zou rekening worden gehouden met het feit dat er bewijs voorhanden is dat infrastructuurbeleggingen betere terugvorderingspercentages hebben dan schulden van ondernemingen en minder gevoelig zijn voor ruimere economische factoren. Voor de nieuwe activaklasse moet bijgevolg de stress op de kredietcomponent van de spread worden verminderd in overeenstemming met de door EIOPA verstrekte kalibratie. Om rekening te houden met het kwalificatiecriterium dat infrastructuurbeleggingen tot het einde van de looptijd kunnen worden aangehouden, moet ook de stress op de liquiditeitscomponent van de spread worden verminderd.

(18)

Wanneer de stress op de liquiditeitscomponent van de spread wordt verminderd voor kwalificerende infrastructuurbeleggingen, zou die vermindering ook moeten worden toegepast op activa in de matchingopslagportefeuille, echter zonder dat het verminderde liquiditeitsrisico dubbel wordt geteld. Om die reden zou de spreadstress die op kwalificerende infrastructuuractiva in de matchingopslagportefeuille van toepassing is, ofwel de op de matchingopslagactiva toepasselijke verminderde stress moeten zijn, ofwel de spreadstress voor kwalificerende infrastructuuractiva, indien die lager is.

(19)

De beleggingen van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in de fondsen die bij Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad (3) zijn opgericht, moeten een passendere behandeling krijgen, in overeenstemming met de behandeling van beleggingen in Europese durfkapitaalfondsen en in Europese socialeondernemerschapsfondsen waarin artikel 168 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie (4) al voorziet.

(20)

De laatste jaren worden financiële instrumenten steeds vaker verhandeld op multilaterale handelsfaciliteiten (MTF's). Op grond van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (5) worden MTF's aan soortgelijke vereisten onderworpen als gereglementeerde markten ten aanzien van degenen die ze als leden of deelnemers toelaten. Ook Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (6) legt MTF's en gereglementeerde markten vergelijkbare transparantievereisten op. Om rekening te houden met het toegenomen belang van MTF's en de convergentie van de voor MTF's en gereglementeerde markten geldende regels, moeten blootstellingen die op een MTF zijn verhandeld, in de ondermodule aandelenrisico als aandelen van type 1 worden beschouwd.

(21)

Bij Richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad (7) werd een overgangsmaatregel ingevoerd die geldt voor beleggingen in aandelen die vóór 1 januari 2016 werden gekocht. Om te voorkomen dat wordt aangezet tot significante afstoting van niet-beursgenoteerde aandelen voordat het bij Richtlijn 2009/138/EG vastgestelde kader van toepassing wordt, mag het toepassingsgebied van de overgangsmaatregel niet beperkt zijn tot beursgenoteerde aandelen.

(22)

Om een evenredige behandeling mogelijk te maken van aandelen die worden aangehouden binnen instellingen voor collectieve belegging of als fondsen verpakte beleggingen wanneer de doorkijkbenadering niet mogelijk is, wordt in deze verordening verder gespecificeerd dat de in artikel 308 ter, lid 13, van Richtlijn 2009/138/EG vastgestelde overgangsmaatregel wordt toegepast op het deel van de aandelen dat wordt aangehouden binnen de instelling voor collectieve belegging of het fonds overeenkomstig de gerichte toewijzing van onderliggende activa op 1 januari 2016, mits de onderneming in staat is de gerichte toewijzing uit te voeren. Hierdoor kunnen ondernemingen het deel van de aandelen ramen dat de fondsbeheerder vóór 1 januari 2016 heeft gekocht, wanneer die aankopen vanwege beperkingen uit hoofde van de openbaarmakingsvoorschriften of uit kostenoverwegingen niet kunnen worden opgespoord. Daarna wordt het deel van de aandelen waarop de overgangsmaatregel wordt toegepast, jaarlijks verminderd in verhouding tot de omloopsnelheid van de activa van de instelling voor collectieve belegging of het fonds.

(23)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 bevat verschillende kleine redactionele fouten, die dan ook zouden moeten worden gewijzigd.

(24)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 stelt met name de waarderingsmethode vast voor deelnemingen in verbonden ondernemingen die van de reikwijdte van het groepstoezicht zijn uitgesloten of waarvan de boekwaarde van het voor de groepssolvabiliteit in aanmerking komend eigen vermogen wordt afgetrokken. De gevolgen qua waardering voor deelnemingen in verbonden ondernemingen zouden hetzelfde moeten zijn, ongeacht de reden waarom een bepaalde verbonden onderneming van de reikwijdte van het groepstoezicht is uitgesloten, en bijgevolg moeten alle situaties waarin een verbonden onderneming van de reikwijdte het groepstoezicht kan zijn uitgesloten, worden bestreken. Artikel 13 moet dus worden gewijzigd.

(25)

Wanneer met betrekking tot deelnemingen van strategische aard in financiële en kredietinstellingen naar methode 1 van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) wordt verwezen, mag dit niet betekenen dat de groep ook als conglomeraat moet kwalificeren en aan het aanvullende toezicht overeenkomstig die richtlijn moet worden onderworpen. Voor de toepassing van de afwijking volstaat het dat de financiële of kredietinstelling wordt opgenomen in de berekening van de solvabiliteit van de groep overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG. De consolidatiemethoden in Richtlijn 2002/87/EG en in Richtlijn 2009/138/EG worden als gelijkwaardig beschouwd, zoals in artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 342/2014 van de Commissie (9) is bepaald. Artikel 68, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 moet dus worden gewijzigd.

(26)

Met betrekking tot geaggregeerde statistische gegevens worden de termijnen voor rapportage op elkaar afgestemd, zodat openbaarmakingen vóór 31 december 2020 gegevens over alle voorgaande jaren vanaf 1 januari 2016 omvatten. Artikel 316, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 moet dus worden gewijzigd.

(27)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 bevat ook een aantal tikfouten, zoals verkeerde interne kruisverwijzingen, die moeten worden gecorrigeerd.

(28)

Bij de toepassing van de in deze verordening vastgestelde vereisten moet rekening worden gehouden met de aard, omvang en complexiteit van de risico's die aan het verzekerings- of het herverzekeringsbedrijf verbonden zijn. De lasten en complexiteit waarmee verzekeringsondernemingen worden bezwaard, moeten in verhouding staan tot hun risicoprofiel. Bij de toepassing van de in deze verordening vastgestelde vereisten moet informatie als materieel worden aangemerkt indien die informatie de besluitvorming of het oordeel zou kunnen beïnvloeden van de gebruikers voor wie zij is bestemd.

(29)

Ter bevordering van de rechtszekerheid omtrent het toezichtkader voordat het Solvabiliteit II-kader volledig van toepassing wordt op 1 januari 2016, is het van belang ervoor te zorgen dat deze verordening zo spoedig mogelijk in werking treedt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingsbepalingen

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 worden de volgende punten 55 bis en 55 ter ingevoegd:

„55 bis.   „infrastructuuractiva”: fysieke structuren of installaties, systemen en netwerken die wezenlijke openbare diensten verrichten of ondersteunen;

55 ter.   „infrastructuurprojectentiteit”: een entiteit die geen andere functie mag uitoefenen dan het bezitten, financieren, ontwikkelen of exploiteren van infrastructuuractiva, wanneer de primaire bron van de betalingen aan de schuldeisers en de kapitaalinbrengers het inkomen is dat door de gefinancierde activa wordt gegenereerd;”.

2)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt punt a) vervangen door:

„(a)

ondernemingen die overeenkomstig artikel 214, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG van de reikwijdte van het groepstoezicht zijn uitgesloten;”;

b)

lid 6 wordt vervangen door:

„6.   Wanneer aan de in artikel 9, lid 4, van deze verordening bedoelde criteria is voldaan en wanneer het gebruik van de in lid 1, onder a) en b), bedoelde waarderingsmethoden niet mogelijk is, mogen deelnemingen in verbonden ondernemingen worden gewaardeerd volgens de waarderingsmethode die de verzekerings- of herverzekeringsonderneming voor de opstelling van haar enkelvoudige of geconsolideerde jaarrekening toepast. In dergelijke gevallen brengt de deelnemende onderneming de waarde van goodwill en andere immateriële activa die overeenkomstig artikel 12, punt 2, van deze verordening op nul zouden zijn gewaardeerd, in mindering op de waarde van de verbonden onderneming.”.

3)

In artikel 68 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   In afwijking van de leden 1 en 2 passen verzekerings- en herverzekeringsondernemingen geen aftrek toe op deelnemingen van strategische aard als bedoeld in artikel 171, die worden meegeteld bij de berekening van de solvabiliteit van de groep op basis van methode 1 zoals beschreven in bijlage I bij Richtlijn 2002/87/EG of op basis van methode 1 zoals beschreven in artikel 230 van Richtlijn 2009/138/EG.”.

4)

In afdeling 5 van hoofdstuk V van titel I wordt de volgende onderafdeling 1 bis ingevoegd:

„Onderafdeling 1 bis

Kwalificerende infrastructuurbeleggingen

Artikel 164 bis

Kwalificerende infrastructuurbeleggingen

1.   Voor de toepassing van deze verordening omvatten de kwalificerende infrastructuurbeleggingen de beleggingen in een infrastructuurprojectentiteit die aan de volgende criteria voldoet:

(a)

de infrastructuurprojectentiteit kan aan haar financiële verplichtingen voldoen onder aanhoudende stress die gevolgen heeft voor het risico van het project;

(b)

de kasstromen die de infrastructuurprojectentiteit voor de schuldeisers en de kapitaalinbrengers genereert, zijn voorspelbaar;

(c)

het beheer van de infrastructuuractiva en de infrastructuurprojectentiteit zijn onderworpen aan een contractueel kader waardoor de schuldeisers en de kapitaalinbrengers een hoog beschermingsniveau genieten, dat onder meer in het volgende voorziet:

a)

wanneer de inkomsten van de infrastructuurprojectentiteit niet door betalingen van een groot aantal gebruikers worden gefinancierd, omvat het contractuele kader bepalingen die de schuldeisers en de kapitaalinbrengers daadwerkelijk beschermen tegen verliezen die voortvloeien uit de beëindiging van het project door de partij die zich ertoe verbindt de goederen of diensten van de infrastructuurprojectentiteit te kopen;

b)

de infrastructuurprojectentiteit heeft voldoende reserves of andere financiële voorzieningen om de noodfinanciering en de behoeften aan werkkapitaal van het project te dekken;

Wanneer in obligaties of leningen is belegd, voorziet dit contractuele kader ook in het volgende:

i)

alle activa en contracten die nodig zijn om het project te exploiteren, worden de schuldeisers als zekerheid verschaft, in zoverre dit door de toepasselijke wetgeving is toegestaan;

ii)

de aandelen worden de schuldeisers verpand op zodanige wijze dat zij over de infrastructuurprojectentiteit zeggenschap kunnen uitoefenen voordat er zich wanbetaling voordoet;

iii)

het gebruik van de netto-exploitatiekasstromen na de verplichte betalingen uit het project voor andere doeleinden dan het aflossen van de schuld wordt beperkt;

iv)

het vermogen van de infrastructuurprojectentiteit om activiteiten uit te oefenen die nadelig kunnen zijn voor de schuldeisers, wordt beperkt, en met name de uitgifte van nieuwe schuld kan niet plaatsvinden zonder dat de bestaande schuldeisers daarmee instemmen;

(d)

wanneer in obligaties of leningen is belegd, kan de verzekerings- of herverzekeringsonderneming aan de toezichthouder aantonen dat zij de belegging tot het einde van de looptijd kan aanhouden;

(e)

wanneer in obligaties is belegd waarvoor geen kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar is, heeft het beleggingsinstrument een hogere rang dan alle andere schuldvorderingen met uitzondering van wettelijke schuldvorderingen en schuldvorderingen van tegenpartijen bij derivatentransacties;

(f)

wanneer in aandelen is belegd, of in obligaties of leningen waarvoor geen kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar is, wordt aan de volgende criteria voldaan:

i)

de infrastructuuractiva en de infrastructuurprojectentiteit zijn in de EER of in de OESO gevestigd;

ii)

wanneer de infrastructuurprojectentiteit in de bouwfase verkeert, wordt door de kapitaalinbrenger aan de volgende criteria voldaan, of wanneer er meer dan één kapitaalinbrenger is, door de groep van kapitaalinbrengers als een geheel:

de kapitaalinbrengers hebben in het verleden met succes toezicht gehouden op infrastructuurprojecten en beschikken over de nodige deskundigheid;

de kapitaalinbrengers hebben een laag risico van wanbetaling of er is voor de infrastructuurprojectenteit een laag risico van materiële verliezen ten gevolge van hun wanbetaling;

de kapitaalinbrengers worden ertoe aangezet de belangen van de beleggers te beschermen;

iii)

de infrastructuurprojectentiteit heeft waarborgen gesteld voor de voltooiing van het project volgens het overeengekomen bestek, met het overeengekomen budget of tegen de overeengekomen datum van voltooiing;

iv)

wanneer de exploitatierisico's materieel zijn, worden ze correct beheerd;

v)

de infrastructuurprojectentiteit gebruikt beproefde technologieën en ontwerpen;

vi)

de kapitaalstructuur van de infrastructuurprojectentiteit stelt haar in staat haar schulden af te lossen;

vii)

het herfinancieringsrisico voor de infrastructuurprojectentiteit is laag;

viii)

de infrastructuurprojectentiteit gebruikt derivaten alleen om risico's te limiteren.

2.   Voor de toepassing van lid 1, onder b), worden de voor de schuldeisers en de kapitaalinbrengers gegenereerde kasstromen slechts als voorspelbaar beschouwd mits alle inkomsten — eventueel op een verwaarloosbaar deel na — aan de volgende voorwaarden voldoen:

(a)

één van de volgende criteria is vervuld:

i)

de inkomsten zijn op beschikbaarheid gebaseerd;

ii)

de inkomsten zijn onderworpen aan regelgeving op het gebied van kapitaalrendement;

iii)

de inkomsten zijn onderworpen aan een take-or-paycontract;

iv)

het niveau van output of het gebruik en de prijs voldoen elk aan ten minste één van de volgende criteria:

ze zijn gereguleerd;

ze zijn contractueel vastgelegd;

ze zijn voldoende voorspelbaar ten gevolge van een laag vraagrisico;

(b)

wanneer de inkomsten van de infrastructuurprojectentiteit niet door betalingen van een groot aantal gebruikers worden gefinancierd, is de partij die zich ertoe verbindt de goederen of diensten van de infrastructuurprojectentiteit te kopen, één van de volgende:

i)

een in artikel 180, lid 2, van deze verordening genoemde entiteit;

ii)

een regionale overheid of lokale autoriteit die is genoemd in de verordening die overeenkomstig artikel 109 bis, lid 2, onder a), van Richtlijn 2009/138/EG is vastgesteld;

iii)

een entiteit met een EKBI-rating met een kredietkwaliteitscategorie van ten minste 3;

iv)

een entiteit die vervangbaar is zonder significante wijziging in het niveau en het tijdschema van de inkomsten.”.

5)

Artikel 168 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de leden 1, 2 en 3 worden vervangen door:

„1.   De ondermodule aandelenrisico als bedoeld in punt b) van de tweede alinea van artikel 105, lid 5, van Richtlijn 2009/138/EG omvat een ondermodule risico voor aandelen van type 1, een ondermodule risico voor aandelen van type 2 en een ondermodule risico voor kwalificerende infrastructuuraandelen.

2.   Aandelen van type 1 omvatten aandelen die noteren aan de gereglementeerde markten in de landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER) of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), of worden verhandeld op multilaterale handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 22, van Richtlijn 2014/65/EU, waarvan de statutaire zetel of hoofdvestiging in een EU-lidstaat is.

3.   Aandelen van type 2 omvatten aandelen andere dan die welke in lid 2 zijn bedoeld, grondstoffen en andere alternatieve beleggingen. Ze omvatten ook alle activa behalve die welke vallen onder de ondermodule renterisico, de ondermodule vastgoedrisico of de ondermodule spreadrisico, inclusief de activa en indirecte blootstellingen als bedoeld in artikel 84, leden 1 en 2, indien een doorkijkbenadering niet mogelijk is en de verzekerings- of herverzekeringsonderneming geen gebruik maakt van de bepalingen in artikel 84, lid 3.”;

b)

het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd:

„3 bis.   Kwalificerende infrastructuuraandelen bestaan uit aandelenbeleggingen in infrastructuurprojectentiteiten die aan de in artikel 164 bis vastgestelde criteria voldoen.”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Het kapitaalvereiste voor het aandelenrisico wordt als volgt berekend:

Formula

waarbij:

(a)

SCRtype1equities staat voor het kapitaalvereiste voor aandelen van type 1,

(b)

SCRtype2equities staat voor het kapitaalvereiste voor aandelen van type 2,

(c)

SCRquinf staat voor het kapitaalvereiste voor kwalificerende infrastructuuraandelen.”;

d)

lid 6 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de punten a) en b) worden vervangen door:

„a)

aandelen, andere dan kwalificerende infrastructuuraandelen, die worden aangehouden binnen instellingen voor collectieve belegging welke kwalificerende sociaalondernemerschapsfondsen zijn als bedoeld in artikel 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (*) indien de doorkijkbenadering als vastgesteld in artikel 84 van deze verordening mogelijk is voor alle blootstellingen binnen de instelling voor collectieve belegging, of rechten van deelneming of aandelen van die fondsen indien de doorkijkbenadering niet mogelijk is voor alle blootstellingen binnen de instelling voor collectieve belegging;

b)

aandelen, andere dan kwalificerende infrastructuuraandelen, die worden aangehouden binnen instellingen voor collectieve belegging welke kwalificerende durfkapitaalfondsen zijn als bedoeld in artikel 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (**) indien de doorkijkbenadering als vastgesteld in artikel 84 van deze verordening mogelijk is voor alle blootstellingen binnen de instelling voor collectieve belegging, of rechten van deelneming of aandelen van die fondsen indien de doorkijkbenadering niet mogelijk is voor alle blootstellingen binnen de instelling voor collectieve belegging;

(*)  Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 18)."

(**)  Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1).”;"

ii)

in punt c) wordt punt i) vervangen door:

„i)

aandelen, andere dan kwalificerende infrastructuuraandelen, die binnen dergelijke instellingen worden aangehouden indien de doorkijkbenadering als vastgesteld in artikel 84 van deze verordening mogelijk is voor alle blootstellingen binnen de alternatieve beleggingsinstelling;”;

iii)

het volgende punt d) wordt toegevoegd:

„(d)

aandelen, andere dan kwalificerende infrastructuuraandelen, die worden aangehouden binnen instellingen voor collectieve belegging die als Europese langetermijnbeleggingsinstellingen zijn toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 indien de doorkijkbenadering als vastgesteld in artikel 84 van deze verordening mogelijk is voor alle blootstellingen binnen de instelling voor collectieve belegging, of rechten van deelneming of aandelen van die instellingen indien de doorkijkbenadering niet mogelijk is voor alle blootstellingen binnen de instelling voor collectieve belegging.”.

6)

Aan artikel 169 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Het kapitaalvereiste voor kwalificerende infrastructuuraandelen als bedoeld in artikel 168 van deze verordening is gelijk aan het verlies aan kernvermogen als gevolg van de volgende onmiddellijke dalingen:

(a)

een onmiddellijke daling gelijk aan 22 % van de waarde van beleggingen in kwalificerende infrastructuuraandelen in verbonden ondernemingen in de zin van artikel 212, lid 1, onder b), en artikel 212, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG indien deze beleggingen strategisch van aard zijn;

(b)

een onmiddellijke daling gelijk aan de som van 30 % en 77 % van de symmetrische aanpassing als bedoeld in artikel 172 van deze verordening in de waarde van kwalificerende infrastructuuraandelen behalve die als bedoeld in punt a).”.

7)

Aan artikel 170 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Indien een verzekerings- of herverzekeringsonderneming van de toezichthouder goedkeuring heeft ontvangen om de bepalingen als vastgesteld in artikel 304 van Richtlijn 2009/138/EG toe te passen, is het kapitaalvereiste voor kwalificerende infrastructuuraandelen gelijk aan het verlies aan kernvermogen als gevolg van een onmiddellijke daling:

a)

gelijk aan 22 % van de waarde van de kwalificerende infrastructuuraandelen die overeenstemmen met het bedrijf als bedoeld in artikel 304, lid 1, i), van Richtlijn 2009/138/EG;

b)

gelijk aan 22 % van de waarde van beleggingen in kwalificerende infrastructuuraandelen in verbonden ondernemingen in de zin van artikel 212, lid 1, onder b), en lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG indien deze beleggingen strategisch van aard zijn;

c)

gelijk aan de som van 30 % en 77 % van de symmetrische aanpassing als bedoeld in artikel 172 van deze verordening in de waarde van kwalificerende infrastructuuraandelen behalve die als bedoeld in de punten a) of b).”.

8)

In artikel 171 wordt de aanhef vervangen door:

„Voor de toepassing van artikel 169, lid 1, onder a), lid 2, onder a), en lid 3, onder a), en van artikel 170, lid 1, onder b), lid 2, onder b), en lid 3, onder b), wordt onder aandelenbeleggingen van strategische aard verstaan aandelenbeleggingen waarvoor de deelnemende verzekerings- of herverzekeringsonderneming het volgende aantoont:”.

9)

Artikel 173 wordt vervangen door:

„Artikel 173

Criteria voor het gebruik van een overgangsmaatregel voor standaard aandelenrisico

1.   De overgangsmaatregel voor standaard aandelenrisico als vastgesteld in artikel 308 ter, lid 13, van Richtlijn 2009/138/EG wordt alleen toegepast op aandelen die op of voor 1 januari 2016 gekocht zijn en niet onderworpen zijn aan het aandelenrisico op basis van looptijd ingevolge artikel 304 van die richtlijn.

2.   Wanneer aandelen worden aangehouden binnen een instelling voor collectieve belegging of een andere als fonds verpakte belegging, en de doorkijkbenadering niet mogelijk is, wordt de overgangsmaatregel als vastgesteld in artikel 308 ter, lid 13, van Richtlijn 2009/138/EG toegepast op het deel van de aandelen dat wordt aangehouden binnen de instelling voor collectieve belegging of het fonds overeenkomstig de gerichte toewijzing van onderliggende activa op 1 januari 2016, mits de onderneming in staat is de gerichte toewijzing uit te voeren. Het deel van de aandelen waarop de overgangsmaatregel wordt toegepast, wordt jaarlijks verminderd in verhouding tot de omloopsnelheid van de activa van de instelling voor collectieve belegging of het fonds. Wanneer de gerichte toewijzing voor aandelenbeleggingen van de instelling voor collectieve belegging of het fonds stijgt, stijgt het deel van de aandelen waarop de overgangsmaatregel wordt toegepast, niet.”.

10)

Aan artikel 180 worden de volgende leden 11, 12 en 13 toegevoegd:

„11.   Aan blootstellingen in de vorm van obligaties en leningen die aan de in lid 12 vastgestelde criteria voldoen, wordt een risicofactor stressi toegekend afhankelijk van de kredietkwaliteitscategorie en de duration van de blootstelling overeenkomstig de volgende tabel:

Kredietkwaliteitscategorie

0

1

2

3

Duration

(duri )

stressi

ai

bi

ai

bi

ai

bi

ai

bi

tot 5

bi · duri

0,64 %

0,78 %

1,0 %

1,67 %

meer dan 5 en niet meer dan 10

ai + bi · (duri – 5)

3,2 %

0,36 %

3,9 %

0,43 %

5,0 %

0,5 %

8,35 %

1,0 %

meer dan 10 en niet meer dan 15

ai + bi · (duri – 10)

5,0 %

0,36 %

6,05 %

0,36 %

7,5 %

0,36 %

13,35 %

0,67 %

meer dan 15 en niet meer dan 20

ai + bi · (duri – 15)

6,8 %

0,36 %

7,85 %

0,36 %

9,3 %

0,36 %

16,7 %

0,67 %

meer dan 20

min[ai + bi · (duri – 20);1]

8,6 %

0,36 %

9,65 %

0,36 %

11,1 %

0,36 %

20,05 %

0,36 %

12.   De criteria voor blootstellingen waaraan overeenkomstig lid 11 een risicofactor wordt toegekend, zijn de volgende:

(a)

de blootstelling heeft betrekking op een kwalificerende infrastructuurbelegging die aan de in artikel 164 bis vastgestelde criteria voldoet;

(b)

de blootstelling is geen actiefpost die aan de volgende voorwaarden voldoet:

hij is toegewezen aan een matchingopslagportefeuille overeenkomstig artikel 77 ter, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG;

hij heeft een kredietkwaliteitscategorie tussen 0 en 2 toegekend gekregen;

(c)

er is voor de blootstelling een kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar;

(d)

aan de blootstelling is een kredietkwaliteitscategorie tussen 0 en 3 toegekend.

13.   Aan blootstellingen in de vorm van obligaties en leningen die aan de in lid 12, onder a) en b), vastgestelde criteria voldoen maar niet aan het in lid 12, onder c), vastgestelde criterium, wordt een risicofactor stressi toegekend gelijk aan kredietkwaliteitscategorie 3 en de duration van de blootstelling overeenkomstig de in lid 11 opgenomen tabel.”.

11)

In artikel 181, onder b), wordt de laatste zin vervangen door:

„Voor activa in de toegewezen portefeuille waarvoor geen kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar is, en voor kwalificerende infrastructuuractiva waaraan kredietkwaliteitscategorie 3 is toegekend, is de verminderingsfactor gelijk aan 100 %.”.

12)

Het volgende artikel 261 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 261 bis

Risicobeheer voor kwalificerende infrastructuurbeleggingen

1.   Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen leggen adequate zorgvuldigheid aan de dag voordat zij een kwalificerende infrastructuurbelegging doen, met inbegrip van al het volgende:

a)

een gedocumenteerde beoordeling van de manier waarop het project aan de in artikel 164 bis vastgestelde criteria voldoet, die aan een valideringsproces is onderworpen, uitgevoerd door personen die niet onder invloed staan van de personen die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van de criteria en geen mogelijke belangenconflicten met die personen hebben;

b)

een bevestiging dat alle financiële modellen voor de kasstromen van het project zijn onderworpen aan een valideringsproces, uitgevoerd door personen die niet onder invloed staan van de personen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het financiële model en geen mogelijke belangenconflicten met die personen hebben.

2.   Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die een kwalificerende infrastructuurbelegging aanhouden, monitoren regelmatig de kasstromen en de waarde van het onderpand die de infrastructuurprojectentiteit ondersteunen, en voeren daarop stresstests uit. Alle stresstests staan in verhouding tot de aard, omvang en complexiteit van de aan het infrastructuurproject verbonden risico's.

3.   Wanneer verzekerings- of herverzekeringsondernemingen materiële kwalificerende infrastructuurbeleggingen aanhouden, nemen zij bij het vaststellen van de in artikel 41, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde schriftelijke procedures bepalingen op voor een actieve monitoring van die beleggingen tijdens de bouwfase, en voor een maximalisering van de van die beleggingen terugvorderbare bedragen in geval van een herschikkingsscenario.

4.   Verzekerings- of herverzekeringsondermingen die een kwalificerende infrastructuurbelegging in obligaties of leningen aanhouden, richten hun activa-passivabeheer zodanig in dat zij de belegging voortdurend tot het einde van de looptijd kunnen aanhouden.”.

13)

In artikel 316 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Met ingang van 31 december 2020 zijn in de verstrekte informatie over de voorgaande vier jaar opgenomen. De vóór 31 december 2020 verstrekte informatie bevat gegevens over alle voorgaande jaren, te beginnen vanaf 1 januari 2016.”.

Artikel 2

Corrigerende bepalingen

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 wordt als volgt gecorrigeerd:

1)

In artikel 73, lid 1, wordt de eerste zin vervangen door:

„De elementen als bedoeld in artikel 72 zijn ofwel die welke in de punten a) tot en met i) zijn opgenomen, of die welke in punt j) zijn opgenomen:”.

2)

Artikel 170 wordt als volgt gecorrigeerd:

a)

in lid 1 wordt punt a) vervangen door:

„(a)

een onmiddellijke daling gelijk aan 22 % van de waarde van de aandelen van type 1 die overeenstemmen met het bedrijf als bedoeld in artikel 304, lid 1, i), van Richtlijn 2009/138/EG;”;

b)

in lid 2 wordt punt a) wordt vervangen door:

„(a)

gelijk aan 22 % van de waarde van de aandelen van type 2 die overeenstemmen met het bedrijf als bedoeld in artikel 304, lid 1, i),van Richtlijn 2009/138/EG;”.

3)

Artikel 176 wordt als volgt gecorrigeerd:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Aan obligaties of leningen waarvoor een kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar is, wordt een risicofactor stressi toegekend afhankelijk van de kredietkwaliteitscategorie en de modified duration duri van de obligatie of de lening i overeenkomstig de volgende tabel.

Kredietkwaliteitscategorie

0

1

2

3

4

5 en 6

Duration

(duri )

stressi

ai

bi

ai

bi

ai

bi

ai

bi

ai

bi

ai

bi

tot 5

bi · duri

0,9 %

1,1 %

1,4 %

2,5 %

4,5 %

7,5 %

meer dan 5 en niet meer dan 10

ai + bi · (duri – 5)

4,5 %

0,5 %

5,5 %

0,6 %

7,0 %

0,7 %

12,5 %

1,5 %

22,5 %

2,5 %

37,5 %

4,2 %

meer dan 10 en niet meer dan 15

ai + bi · (duri – 10)

7,0 %

0,5 %

8,5 %

0,5 %

10,5 %

0,5 %

20,0 %

1,0 %

35,0 %

1,8 %

58,5 %

0,5 %

meer dan 15 en niet meer dan 20

ai + bi · (duri – 15)

9,5 %

0,5 %

11 %

0,5 %

13,0 %

0,5 %

25,0 %

1,0 %

44,0 %

0,5 %

61,0 %

0,5 %

meer dan 20

min[ai + bi · (duri – 20);1]

12,0 %

0,5 %

13,5 %

0,5 %

15,5 %

0,5 %

30,0 %

0,5 %

46,6 %

0,5 %

63,5 %

0,5 %”

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Aan obligaties en leningen waarvoor geen kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar is en debiteuren geen zekerheid hebben gestort die aan de criteria als vermeld in artikel 214 voldoet, wordt een risicofactor stressi toegekend afhankelijk van de duration duri van de obligatie of de lening i overeenkomstig de volgende tabel:

Duration (dur i)

stressi

tot 5

3 % · duri

meer dan 5 en niet meer dan 10

15 % + 1,7 % · (duri – 5)

meer dan 10 en niet meer dan 20

23,5 % + 1,2 % · (duri – 10)

meer dan 20

min(35,5 % + 0,5 % · (duri – 20);1)”

4)

In artikel 179 wordt lid 1 als volgt gecorrigeerd:

a)

de aanhef wordt vervangen door:

„Het kapitaalvereiste SCRcd voor spreadrisico van kredietderivaten behalve die als bedoeld in lid 3 is gelijk aan het hoogste van de volgende kapitaalvereisten:”;

b)

punt a) wordt vervangen door:

„(a)

het verlies aan kernvermogen als gevolg van een onmiddellijke stijging in absolute termen van de kredietspread van de onderliggende instrumenten van de kredietderivaten;”.

5)

In artikel 192, lid 2, vijfde alinea, wordt de formule vervangen door:

LGD = max(90 % · (Recoverables + 50 % · RMre ) – F′ · Collateral;0)”.

6)

In artikel 218 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Indien verzekerings- of herverzekeringsondernemingen verschillende schade-excedentherverzekeringsovereenkomsten hebben gesloten die elk voldoen aan de vereisten als vastgesteld in punt d) van lid 2 en die in combinatie met elkaar voldoen aan de vereisten als vastgesteld in de punten a), b) en c) van lid 2, wordt de combinatie ervan als één opneembare schade-excedentherverzekeringsovereenkomst beschouwd.”.

7)

In artikel 296 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   Het verslag over de solvabiliteit en financiële toestand bevat voor de naleving van de in de leden 1 en 3 van het onderhavige artikel vastgelegde openbaarmakingsvereisten waaraan de verzekerings- of herverzekeringsonderneming moet voldoen, informatie over de in artikel 263 beschreven gebieden.”.

8)

In artikel 317 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   De in artikel 316 bedoelde geaggregeerde jaarlijkse statistische gegevens over de onder toezicht staande ondernemingen en groepen worden met betrekking tot elk kalenderjaar openbaar gemaakt, en dat uiterlijk drie maanden na de uiterste datum waarop de ondernemingen met een boekjaar dat op 31 december eindigt, krachtens artikel 312, lid 1, onder c), verplicht zijn jaarlijkse kwantitatieve templates in te dienen. Informatie over de toezichthoudende autoriteiten wordt uiterlijk vier maanden na 31 december van elk kalenderjaar beschikbaar gesteld.”.

9)

In artikel 330 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Bij de beoordeling of bepaalde eigenvermogensbestanddelen die voor de dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste van een verbonden verzekerings- of herverzekeringsonderneming, een verbonden verzekerings- of herverzekeringsonderneming van een derde land, een verzekeringsholding of een gemengde financiële holding in aanmerking komen, niet effectief voor de dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste van de groep beschikbaar kunnen worden gesteld, nemen de toezichthoudende autoriteiten alle volgende elementen in aanmerking:

a)

of het eigenvermogensbestanddeel aan wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften is onderworpen die het vermogen van dat bestanddeel beperken om alle soorten verliezen op te vangen, ongeacht waar deze ontstaan in de groep;

b)

of er wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften bestaan die de overdraagbaarheid van activa aan een andere verzekerings- of herverzekeringsonderneming beperken;

c)

of die eigenvermogensbestanddelen niet binnen een maximumtermijn van negen maanden voor de dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste van de groep beschikbaar kunnen worden gesteld;

d)

of, ingeval methode 2 wordt gehanteerd, het eigenvermogensbestanddeel niet voldoet aan de vereisten van de artikelen 71, 73 en 77; voor de toepassing van genoemde artikelen omvat het begrip „solvabiliteitskapitaalvereiste” zowel het solvabiliteitskapitaalvereiste van de verbonden onderneming die het eigenvermogensbestanddeel heeft uitgegeven, als het solvabiliteitskapitaalvereiste van de groep.”.

10)

In artikel 375 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De in lid 1 bedoelde informatie wordt uiterlijk 26 weken na de in artikel 314, lid 1, onder a), bedoelde referentiedatum van de eerste jaarrekening door de deelnemende verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, verzekeringsholdings of gemengde financiële holdings aan de groepstoezichthouder verstrekt.”.

11)

Bijlage XVII wordt gecorrigeerd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening;

12)

Bijlage XVIII wordt gecorrigeerd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening;

13)

Bijlage XXI wordt gecorrigeerd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 september 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 12 van 17.1.2015, blz. 1).

(5)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(6)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(7)  Richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2009/138/EG, alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 153 van 22.5.2014, blz. 1).

(8)  Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1).

(9)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 342/2014 van de Commissie van 21 januari 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de toepassing van de berekeningsmethoden voor kapitaaltoereikendheidsvereisten voor financiële conglomeraten (PB L 100 van 3.4.2014, blz. 1).


BIJLAGE I

Bijlage XVII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Deel B wordt als volgt gewijzigd:

a)

de tekst in lid 2, onder c), wordt vervangen door:

„(c)

indien de premierisicomethode wordt toegepast ter vervanging van de standaardparameters bedoeld in artikel 218, lid 1, onder a), ii) en onder c), ii), worden de totale verliezen en verdiende premies niet gecorrigeerd voor bedragen die op herverzekeringsovereenkomsten en special purpose vehicles of herverzekeringspremies kunnen worden verhaald;”;

b)

in lid 2, onder d), wordt de eerste zin vervangen door:

„indien de premierisicomethode wordt toegepast ter vervanging van de standaardparameters bedoeld in artikel 218, lid 1, onder a), i) en onder c), i):”.

2)

In lid 5 van deel D worden de eerste zin en de eerste formule vervangen door:

„De gemiddelde gekwadrateerde predictiefout is gelijk aan:

Image”.

3)

In lid 3 van deel F wordt de tekst onder f) vervangen door:

„(f)

indien de opneembare schade-excedentherverzekeringsovereenkomst bedoeld in artikel 218, lid 2, slechts in compensatie voorziet tot een bepaalde limiet, staat b2 voor het bedrag van die limiet.”.


BIJLAGE II

Bijlage XVIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel C, lid 2, onder b), wordt de eerste zin vervangen door:

„zij omvatten elk van de volgende ondermodules van de standaardformule, met uitzondering van die welke binnen het toepassingsgebied van het gedeeltelijk intern model vallen:”.

2)

De tekst in deel C, lid 2, onder c), wordt vervangen door:

„(c)

zij omvatten de module tegenpartijkredietrisico van de standaardformule, tenzij die binnen het toepassingsgebied van het gedeeltelijk intern model valt.”.


BIJLAGE III

Bijlage XXI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De laatste zin van deel A wordt vervangen door:

„De in de leden 1 tot en met 32 bedoelde informatie wordt verstrekt met betrekking tot het einde van het laatste kalenderjaar. Met betrekking tot de punten 12 tot en met 21, 23, 24 en 29 tot en met 31 heeft de informatie betrekking op het einde van de boekjaren van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen en verzekeringsgroepen die eindigden in het afgelopen kalenderjaar.”.

2)

De laatste zin van deel B wordt vervangen door:

„De in de leden 2 tot en met 18 vastgestelde informatie wordt verstrekt met betrekking tot het laatste kalenderjaar.”.