23.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 144/9


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 21 april 2016

inzake de kennisgeving aan een derde land van de mogelijkheid dat het wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

(2016/C 144/06)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (1), en met name artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   INLEIDING

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 (de IOO-verordening) is een Uniesysteem vastgesteld om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(2)

Hoofdstuk VI van de IOO-verordening heeft betrekking op de identificatie van niet-meewerkende derde landen, de stappen met betrekking tot die landen, de vaststelling van een lijst van die landen, de schrapping van landen van die lijst, de bekendmaking van die lijst en noodmaatregelen.

(3)

Krachtens artikel 32 van de IOO-verordening moet de Commissie de derde landen in kennis stellen van de mogelijkheid dat zij als niet-meewerkend land worden aangemerkt. Die kennisgeving is voorlopig. Zij moet worden gebaseerd op de criteria die zijn vastgesteld in artikel 31 van de IOO-verordening. Voorts moet de Commissie alle in artikel 32 van die verordening vastgestelde stappen nemen ten aanzien van de betrokken derde landen. Met name moet de Commissie in de kennisgeving melding maken van de essentiële feiten en overwegingen die aan die aanmerking ten grondslag liggen en van de gelegenheid die aan die landen wordt geboden om haar te antwoorden en het volgende te bezorgen: bewijsmateriaal dat de argumenten voor de aanmerking weerlegt of, indien van toepassing, een actieplan om de situatie te verbeteren en de maatregelen die zijn genomen om de situatie recht te zetten. De Commissie moet de in kennis gestelde derde landen voldoende tijd geven om op de kennisgeving te antwoorden, alsmede een redelijke termijn om de situatie te verhelpen.

(4)

Krachtens artikel 31 van de IOO-verordening moet de Commissie derde landen identificeren die naar haar mening niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij. Een derde land moet als niet-meewerkend worden aangemerkt indien het zich niet kwijt van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat moet vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(5)

Om derde landen als niet-meewerkend aan te merken moet worden uitgegaan van de beoordeling van alle in artikel 31, lid 2, van de IOO-verordening bedoelde informatie.

(6)

Overeenkomstig artikel 33 van de IOO-verordening moet de Raad een lijst van niet-meewerkende derde landen opstellen. Op die landen zijn onder meer de in artikel 38 van de IOO-verordening vastgestelde maatregelen van toepassing.

(7)

Op grond van artikel 20, lid 1, van de IOO-verordening kunnen vangstcertificaten die zijn gevalideerd door derde landen die vlaggenstaat zijn, slechts worden aanvaard indien de Commissie van die derde landen een kennisgeving heeft ontvangen van de regelingen die zij hebben ingesteld voor de tenuitvoerlegging, de controle en de handhaving van de wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen die hun vissersvaartuigen moeten naleven.

(8)

Overeenkomstig artikel 20, lid 4, van de IOO-verordening moet de Commissie administratief met derde landen samenwerken op gebieden in verband met de uitvoering van die verordening.

2.   PROCEDURE TEN AANZIEN VAN DE REPUBLIEK SIERRA LEONE

(9)

De Republiek Sierra Leone (hierna „Sierra Leone” genoemd) heeft bij de Commissie geen kennisgeving als vlaggenstaat op grond van artikel 20 van de IOO-verordening ingediend.

(10)

Tussen 2014 en 2016 heeft de Commissie administratief samengewerkt met de autoriteiten van Sierra Leone. Deze samenwerking betrof kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging, controle en handhaving van wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen door Sierra Leone. Ze hield de uitwisseling van mondelinge en schriftelijke opmerkingen alsook een bezoek ter plaatse in. De Commissie heeft alle nodig geachte informatie opgevraagd en geverifieerd over enerzijds de regelingen van Sierra Leone voor de tenuitvoerlegging, controle en handhaving van door de vissersvaartuigen van dit land in acht te nemen wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen, en anderzijds de maatregelen die het heeft genomen om zijn verplichtingen in de strijd tegen IOO-visserij na te komen.

(11)

Sierra Leone is lid van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC). Sierra Leone heeft het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (het UNCLOS) van 1982 geratificeerd.

(12)

Om te beoordelen of Sierra Leone zijn internationale verplichtingen als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat naleeft die zijn opgenomen in de in overweging (11) bedoelde internationale overeenkomsten en zijn vastgesteld door de in die overweging genoemde betrokken regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s), heeft de Commissie alle nodige informatie opgevraagd, verzameld en geanalyseerd.

3.   MOGELIJKE IDENTIFICATIE VAN SIERRA LEONE ALS NIET-MEEWERKEND DERDE LAND

(13)

De Commissie heeft overeenkomstig artikel 31, lid 3, van de IOO-verordening de taken van Sierra Leone als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat geanalyseerd. Bij deze beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de criteria die zijn opgenomen in artikel 31, leden 4 tot en met 7, van de IOO-verordening en met het toepasselijke internationaal recht.

3.1   Herhaalde IOO-visserij en IOO-handelsstromen (artikel 31, lid 4, van de IOO-verordening)

(14)

Het decreet inzake visserijbeheer en -ontwikkeling van 1994 en de visserijverordeningen van 1995 betreffen slechts de activiteiten die in onder de jurisdictie van Sierra Leone vallende wateren worden verricht door onder de vlag van Sierra Leone varende vissersvaartuigen.

(15)

Uit openbaar beschikbare informatie en door de Commissie verzamelde informatie maakt de Commissie op dat vaartuigen die voorheen onder Sierra Leoonse vlag voeren, aantoonbaar betrokken waren bij IOO-activiteiten. Deze vaartuigen zijn opgenomen in IOO-vaartuigenlijsten van ROVB’s (2) als vaartuigen die de vlag van Sierra Leone hebben gevoerd na hun opname in die lijsten (3). Het gaat om de vaartuigen BAROON, GORILERO, KUNLUN, VIKING en YONGDING.

(16)

Er zijn sterke aanwijzingen dat de met de registratie van vaartuigen belaste autoriteit de visserijautoriteiten niet systematisch op de hoogte brengt van de registratie van nieuwe vissersvaartuigen of niet systematisch om controles van de visserijgeschiedenis van deze vaartuigen verzoekt. Evenzo lijkt het erop dat de met het internationale vaartuigregister belaste entiteit de nationale autoriteiten niet raadpleegt voordat zij vissersvaartuigen registreert die buiten de exclusieve economische zone (EEZ) van Sierra Leone zullen opereren. Daarom kan de lijst van onder de vlag van Sierra Leone varende vissersvaartuigen als niet geconsolideerd worden beschouwd: het lijkt erop dat de voor de visserij verantwoordelijke autoriteit niet beschikt over informatie over Sierra Leoonse vissersvaartuigen die buiten de Sierra Leoonse EEZ actief zijn, terwijl de met de registratie van vaartuigen belaste autoriteit slechts over gedeeltelijke informatie over de status van het Sierra Leoonse vlootregister beschikt. Aangenomen kan worden dat het vermogen van Sierra Leone om de omvang en de activiteiten van zijn vloot te monitoren, wordt aangetast door het klaarblijkelijke gebrek aan samenwerking tussen de met het internationale vaartuigregister belaste entiteit en de nationale autoriteiten, wat het voor illegale exploitanten mogelijk maakt de vlag van Sierra Leone te gebruiken zonder dat dit wordt opgespoord.

(17)

De Commissie heeft vastgesteld dat er tot vijftig onder Sierra Leoonse vlag varende vissersvaartuigen buiten de EEZ van Sierra Leone opereren zonder toestemming van de bevoegde Sierra Leoonse autoriteiten. Dit lijkt in strijd te zijn met het besluit van de nationale regering van 2010 waarbij de registratie van vissersvaartuigen via het internationale register werd geschorst. Bovendien gaven de Sierra Leoonse autoriteiten toe dat deze onder Sierra Leoonse vlag varende vissersvaartuigen die buiten de EEZ opereren, niet onderworpen zijn aan monitoring, controle en bewaking door de visserijautoriteit. Zij melden hun geografische positie niet aan het visserijcontrolecentrum van Sierra Leone of delen geen vangstgegevens of informatie over aanlandingen of overladingen met de visserijautoriteiten van Sierra Leone.

(18)

De Commissie heeft de maatregelen onderzocht die Sierra Leone heeft genomen ten aanzien van de toegang die van IOO-visserij afkomstige visserijproducten tot zijn markt hebben. Sierra Leoonse vaartuigen die opereren buiten de EEZ van Sierra Leone, zijn niet onderworpen aan enige vorm van controle door de autoriteiten van Sierra Leone. Deze vaartuigen rapporteren of verstrekken geen gegevens over hun activiteiten, aanlandingen of overladingen aan de Sierra Leoonse autoriteiten. Daarom is het onwaarschijnlijk dat de traceerbaarheid van de van deze vaartuigen afkomstige vis of visproducten kan worden gewaarborgd.

(19)

De in de overwegingen 15 tot en met 18 beschreven prestatie van Sierra Leone is niet in overeenstemming met artikel 94, leden 1 en 2, van het UNCLOS, waarin is bepaald dat elke staat effectieve jurisdictie en controle moet uitoefenen ten aanzien van de vaartuigen die zijn vlag voeren. Tevens is zij niet in overeenstemming met punt 24 van het internationaal actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (IAP-IOO) van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), waar de verplichting is vastgesteld om alomvattende en doeltreffende controle uit te oefenen op de visserijactiviteiten, en met punt 35 van het IAP-IOO, waar is bepaald dat een vlaggenstaat, alvorens een vaartuig te registreren, moet waarborgen dat hij zijn verantwoordelijkheid kan nemen om ervoor te zorgen dat dat vaartuig geen IOO-visserij bedrijft. Voorts is zij in strijd met punt 36 van het IAP-IOO, waarin is bepaald dat vlaggenstaten vaartuigen met een voorgeschiedenis van niet-naleving niet onder hun vlag mogen laten varen, en met punt 42 van het IAP-IOO, waarin is bepaald dat elke vlaggenstaat een scheepsregister moet bijhouden met de namen en de bijzonderheden van alle schepen die zijn vlag voeren. Zij voldoet evenmin aan punt 71 van het IAP-IOO, waarin de lidstaten wordt aangeraden stappen te ondernemen om de transparantie van hun markten te verbeteren teneinde de traceerbaarheid van vis of visproducten te waarborgen. Evenzeer druist zij in tegen artikel 11 van de FAO-gedragscode voor een verantwoorde visserij (FAO-gedragscode), waarin goede praktijken voor na de vangst en voor verantwoorde internationale handel zijn vastgesteld.

(20)

Gezien de in dit deel van het besluit gepresenteerde feiten, alle door de Commissie verzamelde feitelijke gegevens en alle door Sierra Leone afgelegde verklaringen kan op grond van artikel 31, lid 3, en lid 4, onder a) en b), van de IOO-verordening worden gesteld dat er sterke aanwijzingen zijn dat Sierra Leone zich niet heeft gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- en marktstaat dient te vervullen ten aanzien van IOO-vaartuigen en IOO-visserij die wordt bedreven of ondersteund door vaartuigen die zijn vlag voeren of door zijn onderdanen, en dat Sierra Leone niet heeft verhinderd dat van IOO-visserij afkomstige visserijproducten toegang vinden tot zijn markt.

3.2   Niet-naleving van de verplichting tot samenwerking en handhaving (artikel 31, lid 5, van de IOO-verordening)

(21)

Hoewel de visserijautoriteiten van Sierra Leone over het algemeen bereid waren tot samenwerking met de Commissie en antwoordden op verzoeken om informatie en feedback gaven, was hun capaciteit om op bepaalde verzoeken te antwoorden beperkt door de status van het internationale register en het gebrek aan samenwerking tussen de met het internationale vaartuigregister belaste entiteit en de nationale autoriteiten, zoals beschreven onder 3.1.

(22)

Sierra Leone is een belangrijke kuststaat in West-Afrika, waarvan de wateren rijke visgronden zijn die vaartuigen uit derde landen aantrekken. In november 2015 hadden 155 onder buitenlandse vlag varende vaartuigen een vergunning om te vissen in de wateren van Sierra Leone. Al deze vaartuigen, met uitzondering van de vaartuigen voor de tonijnvisserij, hebben een waarnemer aan boord. Niet alle vaartuigen beschikken over VMS-apparatuur aan boord. Zonder volledige dekking door waarnemers van alle vlootonderdelen en VMS aan boord van alle industriële vaartuigen kan Sierra Leone niet op betrouwbare wijze controleren dat er geen vaartuigen IOO-visserijactiviteiten verrichten. Het aantal toegewezen vergunningen kan worden geacht noch met de controlecapaciteit, noch met de beschikbare bestanden overeen te stemmen.

(23)

Sierra Leone is ook een belangrijke vlaggenstaat, die een internationaal register houdt en vaartuigen uit derde landen zonder rechtstreekse band met het land aantrekt. Zoals is uiteengezet in overweging 17, opereren deze vaartuigen buiten de EEZ van Sierra Leone, op volle zee en in de wateren van derde landen. De Commissie heeft vastgesteld dat, hoewel Sierra Leone samenwerkt met de landen van de subregio via de Subregionale Visserijcommissie (Sub Regional Fisheries Commission — SRFC), het niet lijkt samen te werken met derde landen buiten de regio waar Sierra Leoonse vissersvaartuigen opereren. Dit gebrek aan samenwerking kan voortvloeien uit het feit dat de Sierra Leoonse autoriteiten weinig tot geen informatie lijken te hebben over onder de vlag van Sierra Leone varende vaartuigen die buiten de nationale EEZ actief zijn.

(24)

Het nationale rechtskader voor visserij (4) is verouderd en moet worden herzien om consistentie tussen het nationale recht en de toepasselijke internationale en regionale regels te waarborgen. De definitie van visserijactiviteiten omvat het opsporen, vangen, meenemen en oogsten van vis alsook elke activiteit ter ondersteuning of ter voorbereiding van deze activiteiten, onder meer door vliegtuigen. De definitie van vissersvaartuigen omvat vaartuigen die visserijgerelateerde activiteiten verrichten. Visserijgerelateerde activiteiten omvatten overlading, opslag, verwerking, vervoer, en het bijtanken en bevoorraden van vissersvaartuigen. Deze teksten bevatten echter geen specifieke definities van IOO-visserijactiviteiten of van ernstige inbreuken zoals gedefinieerd in het internationale recht, en voorzien niet uitdrukkelijk in handhavingsmaatregelen en sancties voor activiteiten die door Sierra Leoonse vaartuigen worden verricht buiten de jurisdictie van Sierra Leone of door onderdanen die IOO-visserij ondersteunen of bedrijven. Er zijn sterke aanwijzingen dat het sanctiesysteem van Sierra Leone niet afschrikkend en evenredig is, hetgeen in strijd is met de internationale verplichtingen. Het bedrag van de boeten is niet gekoppeld aan de waarde van de illegaal gevangen vis en ontneemt overtreders zodoende niet systematisch de uit hun illegale activiteiten voortvloeiende voordelen. Het bedrag van de boeten is niet gekoppeld aan de schade die wordt toegebracht aan de visbestanden en het milieu.

(25)

Het centrum voor gezamenlijke operaties (Joint Operations Centre — JOC) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken inzake monitoring, controle en bewaking van de visserij. Via financiering in het kader van internationale projecten werd het JOC toegerust voor het vervullen van taken op het gebied van monitoring, controle en bewaking. Door de geringe financiering lijkt de operationaliteit van het JOC echter beperkt te zijn. Er worden geen of onvoldoende middelen uitgetrokken om de operationele kosten van het JOC te dekken. Daarom lijkt het Sierra Leone te ontbreken aan materiële en financiële middelen om IOO-visserij te bestrijden.

(26)

Het rechtskader en de handhavingsmaatregelen in Sierra Leone voldoen niet aan de basisvereisten van de artikelen 61, 62, 117, 118 en 119 van het UNCLOS. Uit de in de overwegingen 20 tot en met 24 beschreven feiten blijkt dat Sierra Leone niet heeft voldaan aan artikel 94 van het UNCLOS, waarin is bepaald dat een vlaggenstaat krachtens zijn interne recht jurisdictie moet uitoefenen ten aanzien van elk onder zijn vlag varend vaartuig en ten aanzien van de kapitein, de officieren en de bemanning van dat vaartuig. Sierra Leone lijkt er niet in te slagen aan te tonen dat het beschikt over een afdoende sanctieregeling ter bestrijding van IOO, zoals aanbevolen in punt 21 van het IAP-IOO. Sierra Leone lijkt ook geen rekening te houden met de aanbevelingen in punt 24 van het IAP-IOO, waarin aan vlaggenstaten wordt aanbevolen te zorgen voor omvattende en doeltreffende monitoring, controle en bewaking van de visserij, vanaf het begin van de activiteiten, via de plaats van aanlanding tot de eindbestemming, en zulks onder meer door een VMS-systeem ten uitvoer te leggen overeenkomstig de ter zake geldende nationale, regionale en internationale normen.

(27)

Gezien de in dit deel van het besluit gepresenteerde feiten, alle door de Commissie verzamelde feitelijke gegevens en alle door Sierra Leone afgelegde verklaringen kan op grond van artikel 31, leden 3 en 5, van de IOO-verordening worden gesteld dat er sterke aanwijzingen zijn dat Sierra Leone zich niet heeft gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht dient te vervullen op het gebied van samenwerking en handhaving.

3.3   Niet-naleving van de verplichting tot tenuitvoerlegging van internationale regelgeving (artikel 31, lid 6, van de IOO-verordening)

(28)

Sierra Leone heeft in 1994 het UNCLOS geratificeerd en is overeenkomstsluitende partij bij de ICCAT en de IOTC.

(29)

Van 2009 tot en met 2012 werd Sierra Leone door de ICCAT aangemerkt als een land dat de regels niet in acht neemt. Deze status werd in 2013 opgeheven, maar de situatie in het jaar 2014 wekte bezorgdheid omdat de ICCAT in 2015 geen jaarverslagen of nalevingstabellen heeft ontvangen. Tevens zijn in het IOTC-nalevingsverslag voor Sierra Leone verscheidene herhaalde nalevingskwesties aangewezen, met name het algemene gebrek aan naleving van de IOTC-maatregelen en het achterwege blijven van verslagen en informatie overeenkomstig de Resoluties 12/11, 01/06, 10/09, SC04 en S17. Ondanks de structuur en het actiegebied van de Sierra Leoonse vissersvloot is Sierra Leone enkel overeenkomstsluitende partij bij de ICCAT en de IOTC, en niet bij andere ROVB’s.

(30)

De nalevingsmoeilijkheden van Sierra Leone in de ICCAT en de IOTC tonen aan dat Sierra Leone zijn in artikel 94 van het UNCLOS en in punt 24 van het IAP-IOO vastgestelde verplichtingen als vlaggenstaat niet nakomt.

(31)

Behalve het UNCLOS heeft Sierra Leone geen enkel internationaal rechtsinstrument in verband met visserijbeheer geratificeerd. De prestaties van Sierra Leone bij de tenuitvoerlegging van internationale instrumenten stroken niet met de aanbevelingen in punt 11 van het IAP-IOO, waarin staten wordt aangeraden om, met voorrang, de overeenkomst van de Verenigde Naties over de toepassing van de bepalingen van het UNCLOS die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden (UNFSA) en de FAO-nalevingsovereenkomst te ratificeren, te aanvaarden of ertoe toe te treden. Ook zijn zij in strijd met punt 14, waarin staat dat de staten de gedragscode en de bijbehorende internationale actieplannen volledig en doeltreffend ten uitvoer moeten leggen.

(32)

Aangezien er in Sierra Leone geen specifieke vissershaven is, landen vissersvaartuigen bovendien rechtstreeks aan via aanlegsteigers van bedrijven of in de handelshaven. Sierra Leone heeft de FAO-overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen 2009 (PSMA) niet geratificeerd.

(33)

In strijd met de aanbevelingen in de punten 25, 26 en 27 van het IAP-IOO heeft Sierra Leone geen nationaal actieplan tegen IOO-visserij opgesteld.

(34)

Zoals in overweging 17 is vermeld, wordt het beheer van het internationale register van Sierra Leone voorts verricht door een particuliere onderneming die buiten Sierra Leone is gevestigd, en lijkt Sierra Leone te hebben nagelaten te waarborgen dat onder zijn vlag varende vaartuigen een echte band met het land hebben. Dit is in strijd met artikel 91 van het UNCLOS, waarin is vastgesteld dat er tussen de vlaggenstaat en zijn vaartuigen een echte band moet bestaan.

(35)

Gezien de in dit deel van het besluit gepresenteerde feiten, alle door de Commissie verzamelde feitelijke gegevens en alle door Sierra Leone afgelegde verklaringen kan op grond van artikel 31, leden 3 en 6, van de IOO-verordening worden gesteld dat er sterke aanwijzingen zijn dat Sierra Leone zich niet heeft gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht dient te vervullen op het gebied van internationale voorschriften, regelingen en instandhoudings- en beheersmaatregelen.

3.4   Specifieke beperkingen van ontwikkelingslanden

(36)

Volgens de index voor menselijke ontwikkeling van de Verenigde Naties (UNHDI) (5) werd Sierra Leone in 2015 beschouwd als een land met een lage menselijke ontwikkeling (181e op 188 landen).

(37)

Hoewel specifieke capaciteitsbeperkingen kunnen bestaan op het gebied van monitoring, controle en bewaking, kunnen de specifieke beperkingen waarmee Sierra Leone door zijn ontwikkelingsniveau te maken heeft, niet worden aangevoerd als reden voor alle in de vorige delen geïdentificeerde tekortkomingen. Dit geldt in het bijzonder voor de registratie van vissersvaartuigen in het internationale register van Sierra Leone en het gebrek aan kennis over deze vaartuigen.

(38)

Het lijkt erop dat de geconstateerde tekortkomingen in de eerste plaats voortvloeien uit een administratief kader dat ontoereikend is om de taken van Sierra Leone als vlaggen-, kust-, haven- en marktstaat doeltreffend en doelmatig te vervullen. Sierra Leone heeft steun ontvangen in het kader van regionale initiatieven die erop gericht waren de governance en de bestrijding van IOO-visserij te versterken, waaronder door betere monitoring, controle en bewaking. Deze financiering is in 2015 echter opgeschort vanwege governanceproblemen en zonder deze middelen kan het Sierra Leoonse JOC niet doeltreffend functioneren.

(39)

Gezien de in dit deel van het besluit gepresenteerde feiten, alle door de Commissie verzamelde feitelijke gegevens en de door Sierra Leone afgelegde verklaringen kan op grond van artikel 31, lid 7, van de IOO-verordening worden gesteld dat het niveau van ontwikkeling van het land mogelijk een rem zet op de ontwikkelingsstatus en de globale prestatie van het land op het gebied van visserijbeheer. Gezien de aard van de geconstateerde tekortkomingen kan het ontwikkelingsniveau van Sierra Leone evenwel niet worden aangevoerd als allesdekkende vergoelijking of rechtvaardiging voor de globale prestatie van Sierra Leone als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat op het gebied van visserij en voor de ontoereikendheid van de door Sierra Leone genomen maatregelen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

4.   CONCLUSIE OVER DE MOGELIJKHEID TE WORDEN AANGEMERKT ALS NIET-MEEWERKEND DERDE LAND

(40)

Gezien de hier getrokken conclusies over het feit dat Sierra Leone zich niet heeft gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dient te vervullen en geen maatregelen heeft genomen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, moet aan dit land overeenkomstig artikel 32 van de IOO-verordening kennis worden gegeven van de mogelijkheid dat het door de Commissie wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt aan de bestrijding van IOO-visserij.

(41)

Krachtens artikel 32, lid 1, van de IOO-verordening dient de Commissie Sierra Leone onverwijld kennis te geven van de mogelijkheid dat het wordt aangemerkt als niet-meewerkend derde land. Tevens dient de Commissie ten aanzien van Sierra Leone alle in artikel 32 van de IOO-verordening opgenomen stappen te nemen. Met het oog op een deugdelijk beheer dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen Sierra Leone schriftelijk kan reageren op de kennisgeving en de situatie kan corrigeren.

(42)

De kennisgeving aan Sierra Leone van de mogelijkheid dat het wordt aangemerkt als een land dat de Commissie voor de toepassing van dit besluit beschouwt als een niet-meewerkend land, sluit niet uit, en brengt evenmin automatisch met zich mee, dat de Commissie of de Raad vervolgens stappen onderneemt om dit land als niet-meewerkend land aan te merken en op de lijst van niet-meewerkende landen te plaatsen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

De Republiek Sierra Leone wordt in kennis gesteld van de mogelijkheid dat zij door de Commissie wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.

Gedaan te Brussel, 21 april 2016.

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.

(2)  De betrokken ROVB’s zijn CCAMLR, SEAFO, GFCM, NEAFC, NAFO en IOTC. Bron: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=uriserv:OJ.L_.2015.199.01.0012.01.ENG

(3)  Zie deel B van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 468/2010.

(4)  Decreet inzake visserijbeheer en -ontwikkeling van 1994 en de visserijverordeningen van 1995.

(5)  Bron: http://hdr.undp.org/sites/default/files/2015_human_development_report_1.pdf