19.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 333/104


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2407 VAN DE COMMISSIE

van 18 december 2015

tot vernieuwing van de afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad wat betreft de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) met bootzegens in bepaalde territoriale wateren van Italië

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94 (1), en met name artikel 13, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is het verboden gesleept vistuig te gebruiken binnen 3 zeemijl uit de kust of, waar deze diepte op kortere afstand van de kust wordt bereikt, binnen het gebied bepaald door de dieptelijn van 50 m.

(2)

Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie een afwijking van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 toestaan, mits aan een aantal in artikel 13, leden 5 en 9, van die verordening gestelde voorwaarden is voldaan.

(3)

Op 16 maart 2010 ontving de Commissie een verzoek van Italië om van artikel 13, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 te mogen afwijken voor de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) met bootzegens in de territoriale wateren van geografisch deelgebied 9, zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2).

(4)

Het verzoek had betrekking op bij de directoraten maritieme aangelegenheden van Genua en Livorno geregistreerde vaartuigen met een geregistreerde activiteit in de visserij van meer dan vijf jaar die werden ingezet volgens een beheersplan voor de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) met bootzegens in geografisch deelgebied 9.

(5)

Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (WTEVC) onderzocht de door Italië aangevraagde afwijking en het daarmee verband houdende ontwerpbeheersplan in 2010. Italië keurde het beheersplan bij besluit (3) goed overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(6)

De door Italië gevraagde afwijking was in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en werd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 988/2011 van de Commissie (4) verleend tot en met 31 maart 2014.

(7)

Op 16 juli 2015 hebben de Italiaanse autoriteiten de Commissie verzocht de afwijking, die op 31 maart 2014 was afgelopen, te vernieuwen. Italië heeft actuele informatie verschaft die de vernieuwing van de afwijking rechtvaardigt, waaronder details over een afname van het aantal gemachtigde vaartuigen en enkele verdere aanpassingen van het betrokken beheersplan.

(8)

Op 16 juli 2015 heeft Italië de Commissie meegedeeld dat het voornemens is om het bijgewerkte beheersplan binnenkort te publiceren.

(9)

De door Italië gevraagde afwijking is in overeenstemming met artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(10)

De beperkte afmetingen van het continentaal plat ter plaatse en het feit dat de doelsoort zich uitsluitend ophoudt in bepaalde zones in de kustgebieden op diepten van minder dan 50 m, vormen specifieke geografische restricties. De visgronden zijn dan ook beperkt van omvang.

(11)

De door Italië gevraagde afwijking betreft 117 vaartuigen.

(12)

Het door Italië voorgestelde beheersplan garandeert dat de afwijking niet tot een toekomstige toename van de visserijinspanning zal leiden, aangezien uitsluitend vismachtigingen zullen worden afgegeven aan 117 welbepaalde vaartuigen met een totale inspanning van 5 754,5 kW die van Italië reeds toestemming hebben gekregen om te vissen.

(13)

Het verzoek heeft betrekking op vaartuigen met een geregistreerde visserijactiviteit van meer dan vijf jaar die worden ingezet volgens een beheersplan dat Italië heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(14)

Deze vaartuigen zijn opgenomen in een aan de Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 verstrekte lijst.

(15)

De visserij met bootzegens vindt plaats in ondiepe wateren dicht bij de kust. Voor deze visserij kan geen ander vistuig worden gebruikt.

(16)

De visserij met bootzegens heeft geen significante impact op beschermde habitats en is zeer selectief, aangezien de trek van de zegennetten in de waterkolom plaatsvindt en de zeebodem daarbij niet wordt beroerd, waardoor wordt voorkomen dat op de zeebodem materiaal wordt verzameld dat de doelsoorten schade zou toebrengen en de selectie van de beviste soorten vrijwel onmogelijk zou maken (deze vissen zijn immers zeer klein).

(17)

De betrokken visserijactiviteiten voldoen aan de eisen van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1967/2006, aangezien het Italiaanse beheersplan de visserij boven beschermde habitats uitdrukkelijk verbiedt.

(18)

De eis van artikel 8, lid 1, onder h), van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is niet van toepassing, aangezien die voor trawlers geldt.

(19)

Wat betreft de verplichting om aan de in artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde minimummaaswijdte te voldoen, neemt de Commissie er nota van dat aangezien de visserijactiviteiten zeer selectief zijn, een verwaarloosbaar effect op het mariene milieu hebben en niet worden verricht boven beschermde habitats, Italië overeenkomstig artikel 9, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 in zijn beheersplan een afwijking van deze bepalingen heeft toegestaan.

(20)

De betrokken visserijactiviteiten worden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (5) geregistreerd.

(21)

De betrokken visserijactiviteiten vinden plaats op zeer korte afstand onder de kust en vormen derhalve geen belemmering voor de activiteiten van andere vaartuigen die ander vistuig dan trawls, zegens of soortgelijke sleepnetten gebruiken.

(22)

In het Italiaanse beheersplan zijn voorschriften voor de activiteiten van de bootzegens vastgesteld om ervoor te zorgen dat de vangsten van in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 genoemde soorten tot een minimum beperkt blijven. Volgens punt 5.1.2(a) van het Italiaanse beheersplan wordt bovendien slechts op Aphia minuta gevist tijdens een visseizoen dat elk jaar loopt van 1 november tot en met 31 maart.

(23)

Met de bootzegens wordt niet gericht op koppotigen gevist.

(24)

Overeenkomstig artikel 13, lid 9, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 omvat het Italiaanse beheersplan maatregelen voor het toezicht op de visserijactiviteiten.

(25)

Italië moet de Commissie bijtijds rapporteren overeenkomstig het in het Italiaanse beheersplan vervatte toezichtplan.

(26)

Dankzij een beperking van de duur van de afwijking zullen snel corrigerende beheersmaatregelen kunnen worden genomen wanneer het verslag aan de Commissie op een slechte staat van instandhouding van het beviste bestand wijst, terwijl tegelijkertijd ruimte wordt geschapen voor een versterking van de wetenschappelijke basis voor een verbeterd beheersplan.

(27)

Dienovereenkomstig moet de afwijking gelden tot en met 31 maart 2018.

(28)

De gevraagde vernieuwing van de afwijking moet derhalve worden toegestaan.

(29)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Afwijking

Artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is niet van toepassing in de territoriale wateren van Italië voor de kust van Ligurië en Toscane bij de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) met bootzegens die worden gebruikt door vaartuigen die:

a)

geregistreerd zijn bij de directoraten maritieme aangelegenheden (Direzioni Marittime) van respectievelijk Genua en Livorno;

b)

een geregistreerde activiteit in de visserij van meer dan vijf jaar hebben en de visserijinspanning in de toekomst niet verhogen, en

c)

een vismachtiging hebben en hun activiteiten uitoefenen in het kader van het door Italië overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde beheersplan.

Artikel 2

Toezichtplan en rapportage

Italië brengt uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening verslag uit bij de Commissie overeenkomstig het toezichtsplan dat is vervat in het in artikel 1, onder c), bedoelde beheersplan.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassingsperiode

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing tot en met 31 maart 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 409 van 30.12.2006; gerectificeerd in PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6.

(2)  Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean — Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 44).

(3)  Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana 192, 19.8.2011, supplemento ordinario n. 192.

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 988/2011 van de Commissie van 4 oktober 2011 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad wat betreft de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor bootzegens voor glasgrondel (aphia minuta) in bepaalde territoriale wateren van Italië (PB L 260 van 5.10.2011, blz. 15).

(5)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).