11.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/34


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2303 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 2015

tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de definities van en coördinering van het aanvullende toezicht op risicoconcentratie en intragroepstransacties

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 21 bis, lid 1 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er moeten technische reguleringsnormen worden vastgesteld om de definities vervat in artikel 2 van Richtlijn 2002/87/EG nauwkeuriger te formuleren en de bepalingen met betrekking tot aanvullend toezicht aangenomen ingevolge de artikelen 7 en 8 en bijlage II van die richtlijn goed te coördineren.

(2)

Het is belangrijk om nadere bijzonderheden te verstrekken wat betreft de elementen waarmee rekening moet worden gehouden ten behoeve van de rapportage van significante intragroepstransacties en significante risicoconcentraties.

(3)

De artikelen 7 en 8 van Richtlijn 2002/87/EG verplichten de lidstaten bepaalde rapportageverplichtingen voor te schrijven met betrekking tot gereglementeerde entiteiten of gemengde financiële holdings. Een dergelijke rapportage moet op een gecoördineerde manier plaatsvinden om coördinatoren en andere betrokken bevoegde autoriteiten bij het bepalen van relevante kwesties bij te staan alsook de efficiëntere uitwisseling van informatie te vergemakkelijken. Om de rapporten over significante risicoconcentraties en intragroepstransacties consistenter te maken, moeten gereglementeerde entiteiten en gemengde financiële holdings ten minste bepaalde gestandaardiseerde minimuminformatie aan de coördinatoren rapporteren.

(4)

Op grond van de artikelen 7 en 8 van Richtlijn 2002/87/EG zijn de coördinatoren ook bevoegd om significante risicoconcentraties en significante intragroepstransacties te bewaken en de soorten risico's en transacties te bepalen die gereglementeerde entiteiten in een financieel conglomeraat moeten rapporteren. De coördinatoren zijn eveneens bevoegd om drempels te omschrijven. Teneinde deze bepalingen te coördineren, moet een methodologie worden vastgesteld om coördinatoren en andere betrokken bevoegde autoriteiten in de uitoefening van hun functies bij te staan.

(5)

De maatregelen die zijn ingevoerd voor het aanvullende toezicht op risicoconcentratie en intragroepstransacties variëren binnen de Unie. Onder erkenning van bestaande uniale en nationale rechtskaders moet een aantal minimumtoezichtsmaatregelen met betrekking tot het aanvullend toezicht op risicoconcentratie en intragroepstransacties worden vastgesteld. Door met die minimummaatregelen rekening te houden, zullen de bevoegde autoriteiten voor een gelijk speelveld zorgen en gecoördineerde toezichtspraktijken in de hele Unie vergemakkelijken.

(6)

De opgenomen vereisten met betrekking tot gereglementeerde entiteiten of gemengde financiële holdings bouwen op bestaande sectorale vereisten met betrekking tot risicoconcentratie en intragroepstransacties en mogen niet geacht worden die vereisten te herhalen.

(7)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die door de ETA's (Europese Bankautoriteit, Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, Europese Autoriteit voor effecten en markten) aan de Commissie zijn voorgelegd.

(8)

De ETA's hebben openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en het advies van de betrokken stakeholdergroepen ingewonnen in overeenstemming met artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (2), (EU) nr. 1094/2010 (3) en (EU) nr. 1095/2010 (4) van het Europees Parlement en de Raad,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt regels vast betreffende:

a)

de nauwkeuriger formulering van de definitie van „intragroepstransacties” en „risicoconcentraties” vervat in de punten 18 en 19 van artikel 2 van Richtlijn 2002/87/EG door criteria vast te stellen om te beoordelen wanneer deze significant zijn.

b)

de coördinering van de bepalingen aangenomen ingevolge de artikelen 7 en 8 en bijlage II van Richtlijn 2002/87/EG met betrekking tot:

i)

de informatie die door gereglementeerde entiteiten of gemengde financiële holdings aan de coördinator en andere betrokken bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt ten behoeve van de toezichtscontrole op risicoconcentratie en intragroepstransacties;

ii)

de methodologie die door de coördinator en de betrokken bevoegde autoriteiten ten behoeve van het bepalen van soorten significante risicoconcentratie en intragroepstransacties moet worden toegepast;

iii)

de toezichtsmaatregelen die moeten worden toegepast door de bevoegde autoriteiten als bedoeld in de artikelen 7, lid 3, en 8, lid 3, van Richtlijn 2002/87/EG.

Artikel 2

Significante intragroepstransacties

1.   Significante intragroepstransacties kunnen de volgende transacties binnen een financieel conglomeraat omvatten:

a)

investeringen en uitstaande saldi tussen ondernemingen, met inbegrip van onroerend goed, obligaties, aandelen, leningen, hybride en achtergestelde instrumenten, schuld met zekerheidsstelling, regelingen voor de centralisatie van het beheer van activa of contanten of het delen van kosten, pensioenregelingen, verlenen van beheer-, backoffice- of andere diensten, dividenden, rentebetalingen en andere vorderingen;

b)

garanties, verbintenissen, kredietbrieven en andere transacties buiten de balanstelling;

c)

derivatentransacties;

d)

aankoop, verkoop of lease van activa en verplichtingen;

e)

intragroepsvergoedingen met betrekking tot distributiecontracten;

f)

transacties om risicoblootstellingen tussen entiteiten binnen het financieel conglomeraat te verschuiven, met inbegrip van transacties met special purpose vehicles of verwante entiteiten;

g)

verzekerings-, herverzekerings- en retrocessietransacties;

h)

transacties die bestaan uit verschillende samenhangende transacties waarbij activa of verplichtingen worden overgedragen aan entiteiten buiten het financiële conglomeraat, maar de risicoblootstelling uiteindelijk weer binnen het financiële conglomeraat wordt gebracht.

2.   Met betrekking tot gereglementeerde entiteiten en gemengde financiële holdings houden de coördinator en de andere betrokken bevoegde autoriteiten bij het bepalen van types significante intragroepstransacties, het omschrijven van passende drempels, termijnen voor het rapporteren en controleren van significante intragroepstransacties met name rekening met:

a)

de specifieke structuur van het financiële conglomeraat, de complexiteit van de intragroepstransacties, de specifieke geografische locatie van de tegenpartij en of de tegenpartij al dan niet een gereglementeerde entiteit is;

b)

mogelijke besmettingseffecten binnen het financieel conglomeraat;

c)

mogelijke ontwijkingen van sectorale regels;

d)

mogelijke belangenconflicten;

e)

de solvabiliteits- en liquiditeitspositie van de tegenpartij;

f)

transacties tussen entiteiten die tot verschillende sectoren van een financieel conglomeraat behoren, indien niet reeds op sectoraal niveau gerapporteerd;

g)

transacties binnen een financiële sector die niet reeds gerapporteerd worden in overeenstemming met het bepaalde in de sectorale regels.

3.   De coördinator en de andere betrokken bevoegde autoriteiten bereiken overeenstemming over de vorm en inhoud van het rapport over significante intragroepstransacties, met inbegrip van taal, inleverdata en communicatiekanalen.

4.   De coördinator en de andere betrokken bevoegde autoriteiten verplichten gereglementeerde entiteiten of gemengde financiële holdings ten minste over het volgende te rapporteren:

a)

de datum en het bedrag van de significante transacties, naam en handelsregisternummer of ander identificatienummer van de betrokken groepsentiteiten en tegenpartijen, met inbegrip van de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), indien van toepassing;

b)

een korte beschrijving van de significante intragroepstransacties overeenkomstig de types transacties vervat in lid 1;

c)

het totale volume van alle significante intragroepstransacties van een specifiek financieel conglomeraat binnen een bepaalde verslagperiode;

d)

informatie over de wijze waarop belangenconflicten en risico's van besmetting op het niveau van het financieel conglomeraat met betrekking tot significante intragroepstransacties worden beheerd, rekening houdend met de strategie van het financiële conglomeraat om activiteiten te combineren in de banksector, verzekeringssector en sector van investeringsdiensten, of een sectorale zelfbeoordeling van eigen risico's met inbegrip van het beheer van belangenconflicten en de risico's van besmetting met betrekking tot significante intragroepstransacties.

5.   Transacties die worden uitgevoerd als onderdeel van één enkele economische operatie worden geaggregeerd ten behoeve van de berekening van de drempels ingevolge artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG.

Artikel 3

Significante risicoconcentratie

1.   Significante risicoconcentratie in geval van gereglementeerde entiteiten en gemengde financiële holdings wordt geacht uit risicoblootstellingen aan tegenpartijen die geen deel uitmaken van het financieel conglomeraat voort te komen, indien die risicoblootstellingen:

a)

direct of indirect zijn:

b)

posten binnen en buiten de balanstelling zijn;

c)

betrekking hebben op gereglementeerde en niet-gereglementeerde entiteiten, dezelfde of verschillende financiële sectoren in een financieel conglomeraat;

d)

bestaan uit elke combinatie of interactie van de blootstellingen vervat in de punten a), b) of c).

2.   Tegenpartijrisico of kredietrisico wordt geacht met name risico's te omvatten met betrekking tot onderling verbonden tegenpartijen in groepen die geen deel uitmaken van het financieel conglomeraat, met inbegrip van een accumulatie van blootstellingen aan die tegenpartijen.

3.   Met betrekking tot gereglementeerde entiteiten en gemengde financiële holdings houden de coördinator en de andere betrokken bevoegde autoriteiten bij het bepalen van types significante risicoconcentratie, het omschrijven van geschikte drempels, termijnen voor het rapporteren en controleren van significante risicoconcentratie met name rekening met:

a)

de solvabiliteits- en liquiditeitspositie op het niveau van het financieel conglomeraat en van de individuele entiteiten binnen het financieel conglomeraat;

b)

de omvang, complexiteit en specifieke structuur van het financieel conglomeraat met inbegrip van het bestaan van special purpose vehicles, verwante entiteiten, entiteiten van derde landen;

c)

de specifieke risicobeheerstructuur van het financieel conglomeraat en de kenmerken van het governancesysteem;

d)

de diversificatie van de blootstellingen van het financieel conglomeraat en van zijn beleggingsportefeuille;

e)

de diversificatie van de financiële activiteiten van het financieel conglomeraat met betrekking tot geografische gebieden en branches;

f)

de relatie, correlatie en interactie tussen risicofactoren in alle entiteiten in het financieel conglomeraat;

g)

mogelijke besmettingseffecten binnen het financieel conglomeraat;

h)

mogelijke ontwijkingen van sectorale regels;

i)

mogelijke belangenconflicten;

j)

het niveau of volume van de risico's;

k)

mogelijke accumulatie en interactie van blootstellingen aangegaan door entiteiten die behoren tot verschillende financiële sectoren van het financieel conglomeraat, indien niet reeds op sectoraal niveau gerapporteerd;

l)

blootstellingen binnen een financiële sector van het financieel conglomeraat, die niet gerapporteerd worden op grond van de bepalingen van de sectorale regels.

4.   De coördinator en de andere betrokken bevoegde autoriteiten bereiken overeenstemming over de vorm en inhoud van het rapport over significante risicoconcentratie, met inbegrip van taal, inleverdata en communicatiekanalen.

5.   De coördinator en de andere betrokken bevoegde autoriteiten verplichten gereglementeerde entiteiten of gemengde financiële holdings ten minste het volgende te rapporteren:

a)

een beschrijving van de significante risicoconcentratie overeenkomstig de types risico's vervat in lid 1;

b)

de uitsplitsing van de significante risicoconcentratie per tegenpartij en groep van onderling verbonden tegenpartij, geografisch gebied, economische sector, valuta, onder vermelding van naam, handelsregisternummer of ander identificatienummer van de betrokken groepsondernemingen van het financieel conglomeraat en de betrokken tegenpartijen ervan, met inbegrip van de LEI, indien van toepassing;

c)

het totale bedrag van elke significante risicoconcentratie aan het einde van een specifieke verslagperiode gewaardeerd overeenkomstig de toepasselijke sectorale regels;

d)

indien van toepassing, de grootte van de significante risicoconcentratie rekening houdend met risicolimiteringstechnieken en risicowegingsfactoren;

e)

informatie over de wijze waarop belangenconflicten en risico's van besmetting op het niveau van het financieel conglomeraat met betrekking tot significante risicoconcentratie worden beheerd, rekening houdend met de strategie van het financiële conglomeraat om activiteiten te combineren in de banksector, verzekeringssector en sector van investeringsdiensten, of een sectorale zelfbeoordeling van eigen risico's met inbegrip van het beheer van belangenconflicten en de risico's van besmetting met betrekking tot significante risicoconcentratie.

Artikel 4

Toezichtsmaatregelen

Onverminderd alle andere aan hen verleende toezichtsbevoegdheden belasten de bevoegde autoriteiten zich ermee met name

1.

in voorkomend geval, gereglementeerde entiteiten of gemengde financiële holdings te verplichten:

a)

intragroepstransacties van het financieel conglomeraat op een zakelijke grondslag te verrichten of kennisgeving te doen van intragroepstransacties die niet op een zakelijke grondslag worden verricht;

b)

intragroeptransacties van het financieel conglomeraat goed te keuren via gespecificeerde interne procedures met betrokkenheid van het leidinggevend orgaan ervan als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (5), of van het bestuurlijk, beleidsbepalend of toezichthoudend orgaan ervan als bedoeld in artikel 40 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (6);

c)

frequenter dan op grond van artikel 7, lid 2, en artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG vereist te rapporteren over significante risicoconcentratie en significante intragroepstransacties;

d)

bijkomende rapportage over significante risicoconcentratie en significante intragroepstransacties van het financieel conglomeraat in te stellen;

e)

de risicobeheerprocessen en internecontrolemechanismen van het financieel conglomeraat te versterken;

f)

plannen in te dienen of te verbeteren om opnieuw aan de toezichtsvereisten te voldoen en een termijn voor de implementatie ervan vast te stellen.

2.

geschikte drempels te omschrijven om significante risicoconcentratie en significante intragroepstransacties te bepalen en te controleren.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

(3)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

(4)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(5)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(6)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).