31.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 86/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/531 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2014

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad door de omschrijving van de voor steun uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij in aanmerking komende kosten voor de verbetering van de hygiëne-, gezondheids-, veiligheids- en arbeidsomstandigheden van de vissers, de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen, de mitigatie van de klimaatverandering en de verhoging van de energie-efficiëntie van vissersvaartuigen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 32, lid 4, artikel 40, lid 4, en artikel 41, lid 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 508/2014 is de Commissie bevoegd om specifieke voorschriften vast te stellen inzake de subsidiabiliteit van de kosten van concrete acties voor de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen in het kader van duurzamevisserijactiviteiten, inzake de subsidiabiliteit van de kosten van concrete acties om de klimaatverandering te matigen en de vissersvaartuigen energie-efficiënter te maken, en inzake de subsidiabiliteit van concrete acties om de hygiëne-, gezondheids-, veiligheids- en arbeidsomstandigheden van de vissers te verbeteren.

(2)

Alle bepalingen van deze verordening hebben betrekking op aspecten in verband met de subsidiabiliteit van kosten of concrete acties, en twee daarvan betreffen concrete acties in verband met investeringen aan boord van vissersvaartuigen. Voorts hebben al deze maatregelen gevolgen voor de vorm waarin de visserijactiviteiten plaatsvinden. Deze bepalingen hangen dan ook nauw met elkaar samen. Om de coherentie tussen deze bepalingen te garanderen en het de ingezetenen van de Unie gemakkelijker te maken om een volledig beeld van en een compacte toegang tot deze bepalingen te hebben, moeten deze bepalingen in één besluit worden vastgesteld.

(3)

De visserij is nog steeds een van de gevaarlijkste beroepen in de Unie en het aantal ongevallen op kleinschalige vissersvaartuigen is groot. In de Richtlijnen 93/103/EG (2) en 92/29/EEG (3) van de Raad zijn dan ook minimumeisen inzake gezondheid en veiligheid voor het werk aan boord van vissersvaartuigen vastgesteld, die in nationale wetgeving moeten worden omgezet. Verordening (EU) nr. 508/2014 voorziet in de financiering van bepaalde investeringen om de hygiëne-, gezondheids-, veiligheids- en arbeidsomstandigheden van de vissers te verbeteren op voorwaarde dat deze investeringen verder gaan dan de vereisten op grond van het Unierecht of het nationale recht. Het is daarom noodzakelijk te bepalen welke kosten in verband met dergelijke specifieke investeringen, waaronder gezondheidsopleidingen en voorlichtingscampagnes, steun kunnen krijgen op grond van Verordening (EU) nr. 508/2014.

(4)

De aankoop en installatie aan boord van de vaartuigen van voorzieningen om de uitstoot van verontreinigende stoffen of broeikasgassen te verminderen en de energie-efficiëntie van de vissersvaartuigen te verhogen, kunnen een bijdrage leveren aan de doelstellingen inzake klimaatverandering. De efficiënte werking van de vaartuigen kan ook het energieverbruik aanzienlijk doen dalen. Artikel 41, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014 voorziet in de financiering van investeringen in uitrusting of aan boord om de uitstoot van verontreinigende stoffen of broeikasgassen te reduceren en de energie-efficiëntie van de vissersvaartuigen te verhogen, en in de financiering van investeringen in vistuig op voorwaarde dat de selectiviteit van dat vistuig daardoor niet wordt ondermijnd. Het is dan ook noodzakelijk nader te omschrijven welke kosten uit het EFMZV kunnen worden gefinancierd om deze doelstellingen te bevorderen.

(5)

De kosten in verband met concrete acties die tot de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen bijdragen en de compensatieregelingen in het kader van duurzamevisserijactiviteiten moeten eveneens nader worden omschreven. Voor deze concrete acties moet worden uitgegaan van de basisbeginselen van groene infrastructuur, als omschreven in de mededeling van de Commissie (4) over groene infrastructuur (5), die een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot de doelmatige uitvoering van beleidsmaatregelen die erop gericht zijn de beoogde doelstellingen geheel of gedeeltelijk door middel van op de natuur gebaseerde oplossingen te verwezenlijken.

(6)

De subsidiabele kosten in verband met concrete acties als bedoeld in artikel 32, artikel 40, lid 1, en artikel 41, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014 moeten voldoen aan artikel 11, dat bepaalt dat concrete acties die de vangstcapaciteit van een vaartuig vergroten of uitrusting waarmee het vermogen van het vaartuig om vis op te sporen, wordt vergroot, niet in aanmerking komen voor steun in het kader van het EFMZV. Om ervoor te zorgen dat de investeringen die krachtens deze verordening subsidiabel zijn, een stimulerend effect blijven hebben, moeten kosten van gepland of preventief onderhoud van uitrustingsonderdelen waarmee een installatie in een goede werkingsstaat wordt gehouden, van financiering uit het EFMZV worden uitgesloten.

(7)

Aangezien de subsidiabiliteitsperiode voor uit het EFMZV te financieren concrete acties op 1 januari 2014 is begonnen, moet deze verordening, om een snelle toepassing van de daarin vastgestelde maatregelen, met name wat de subsidiabiliteit van de kosten betreft, mogelijk te maken en om de lidstaten in staat te stellen hun operationele programma in het kader van het EFMZV op te stellen en uit te voeren, in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden vastgesteld:

a)

de voor steun uit het EFMZV in aanmerking komende soorten concrete acties ter verbetering van de hygiëne-, gezondheids-, veiligheids- en arbeidsomstandigheden van de vissers;

b)

de voor steun uit het EFMZV in aanmerking komende kosten van de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen en van de compensatieregelingen in het kader van duurzamevisserijactiviteiten;

c)

de voor steun uit het EFMZV in aanmerking komende kosten om de energie-efficiëntie van vissersvaartuigen te verhogen en de gevolgen van de klimaatverandering te matigen.

HOOFDSTUK II

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Uitgesloten kosten

1.   Kosten van gepland of preventief onderhoud van uitrustingsonderdelen waarmee een installatie in een goede werkingsstaat wordt gehouden, komen niet in aanmerking voor steun uit het EFMZV krachtens deze verordening.

2.   Alleen de kosten die noodzakelijk zijn voor en rechtstreeks verband houden met de installatie van de in deze verordening vastgestelde items, komen voor steun uit het EFMZV in aanmerking.

HOOFDSTUK III

KOSTEN MET BETREKKING TOT DE VERBETERING VAN DE HYGIËNE-, GEZONDHEIDS-, VEILIGHEIDS- EN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN VAN DE VISSERS

Artikel 3

Subsidiabele concrete acties op het gebied van veiligheid

Met betrekking tot concrete acties die de veiligheid van vissers aan boord van vissersvaartuigen verbeteren overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van de volgende items in aanmerking voor steun uit het EFMZV:

a)

reddingsvlotten;

b)

hydrostatische openers voor reddingsvlotten;

c)

persoonlijke noodbakens zoals EPIRB-noodradiobakens (Emergency Position Indicating Radio Beacon), die kunnen worden geïntegreerd in reddingsvesten en in de werkkleding van de vissers;

d)

individuele drijfmiddelen (Personal Flotation Devices — PFD's), met name onderdompelings- of overlevingspakken, reddingsboeien en -vesten;

e)

noodvuurwerk;

f)

lijnwerptoestellen;

g)

reddingssystemen voor „man overboord”-ongevallen (MOB);

h)

brandbestrijdingstoestellen, zoals brandblussers, branddekens, brand- en rookmelders en ademhalingsapparatuur;

i)

branddeuren;

j)

afsluitkleppen voor brandstoftanks;

k)

gasdetectoren en gasalarmsystemen;

l)

lenspompen en alarmsystemen;

m)

apparatuur voor radio- en satellietcommunicatie;

n)

waterdichte luiken en deuren;

o)

afschermingen op machines zoals bijvoorbeeld lieren of nettentrommels;

p)

gangpaden en toegangsladders;

q)

opsporings-, dek- of noodverlichting;

r)

veiligheidsmechanismen voor het geval met het vistuig een onderwaterobstakel wordt geraakt;

s)

veiligheidscamera's en -beeldschermen;

t)

apparatuur en onderdelen die nodig zijn om de veiligheid aan dek te verbeteren.

Artikel 4

Subsidiabele concrete acties op het gebied van gezondheid

Met betrekking tot concrete acties of het aanbrengen van uitrusting die de gezondheidsomstandigheden van vissers aan boord van vissersvaartuigen verbeteren overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de volgende acties voor financiering in aanmerking:

a)

de aankoop en installatie van EHBO-kits;

b)

de aankoop van geneesmiddelen en toestellen voor dringende behandelingen aan boord;

c)

de verstrekking van telegeneeskunde, waaronder e-technologieën, uitrusting en medische beeldvorming voor raadpleging op afstand vanop vaartuigen;

d)

de terbeschikkingstelling van gidsen en handboeken om de gezondheid aan boord te verbeteren;

e)

voorlichtingscampagnes om de gezondheid aan boord te verbeteren.

Artikel 5

Subsidiabele concrete acties op het gebied van hygiëne

Met betrekking tot concrete acties of het aanbrengen van uitrusting die de hygiëne-omstandigheden van vissers aan boord van vissersvaartuigen verbeteren overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van de volgende items voor steun in aanmerking:

a)

sanitaire voorzieningen, zoals toiletten en wasvoorzieningen;

b)

keukenvoorzieningen en inrichtingen voor voedselopslag;

c)

waterzuiveringstoestellen voor drinkwater;

d)

schoonmaakmateriaal om voor de nodige hygiëne aan boord te zorgen;

e)

gidsen en handboeken over de verbetering van de hygiëne aan boord, met inbegrip van softwaretools.

Artikel 6

Subsidiabele concrete acties op het gebied van de arbeidsomstandigheden

Met betrekking tot concrete acties of het aanbrengen van uitrusting die de arbeidsomstandigheden van vissers aan boord van vissersvaartuigen verbeteren overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van de volgende items voor steun in aanmerking:

a)

dekrelingen;

b)

beschermingsstructuren aan dek en modernisering van de scheepshutten om bescherming tegen slechte weersomstandigheden te bieden;

c)

inrichtingen die de veiligheid in de scheepshutten verbeteren en waarmee gemeenschappelijke ruimten voor de bemanning kunnen worden gecreëerd;

d)

apparatuur om zwaar manueel tillen te verminderen, met uitzondering van machines die rechtstreeks verband houden met visserijactiviteiten, zoals lieren;

e)

antislipverf en rubberen antislipmatten;

f)

materiaal om te isoleren tegen lawaai, hitte of koude en apparatuur om de ventilatie te verbeteren;

g)

werkkleding en veiligheidsuitrusting, zoals waterdichte veiligheidsschoenen, oog- en ademhalingsbescherming, veiligheidshandschoenen en -helmen of beschermingsmiddelen tegen valpartijen;

h)

nood- en veiligheidstekens;

i)

risicoanalyse en beoordelingen om na te gaan welke risico's de vissers in de havens of bij het varen lopen, met de bedoeling maatregelen te nemen om de risico's te voorkomen of te verminderen;

j)

gidsen en handboeken over de verbetering van de arbeidsomstandigheden aan boord.

HOOFDSTUK IV

KOSTEN IN VERBAND MET DE BESCHERMING EN HET HERSTEL VAN DE MARIENE BIODIVERSITEIT EN DE MARIENE ECOSYSTEMEN IN HET KADER VAN DUURZAME VISSERIJACTIVITEITEN

Artikel 7

Subsidiabele kosten in verband met de verzameling van afval door vissers

Met betrekking tot concrete acties in verband met de verzameling van afval op zee door vissers, als bedoeld in artikel 40, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de kosten van de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

de verwijdering van verloren vistuig uit de zee, met name om spookvisserij tegen te gaan;

b)

de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van uitrusting aan boord voor de verzameling en de opslag van zwerfvuil;

c)

de invoering van afvalverzamelingsregelingen voor de deelnemende vissers, met inbegrip van het geven van financiële prikkels;

d)

de aankoop en, indien van toepassing, de installatie in de vissershavenfaciliteiten van uitrusting voor zwerfvuilopslag en -recycling;

e)

communicatie-, voorlichtings- en bewustmakingscampagnes om de vissers en andere belanghebbenden ertoe aan te zetten deel te nemen aan projecten voor het opruimen van verloren vistuig;

f)

opleiding voor vissers en havenagenten.

Artikel 8

Subsidiabele kosten van voorzieningen om de mariene fauna en flora te beschermen en te ontwikkelen

1.   Met betrekking tot concrete acties in verband met het bouwen, installeren of moderniseren van vaste of verplaatsbare voorzieningen overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 508/2014 komen de kosten van de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van voorzieningen om mariene gebieden te beschermen tegen de trawlvisserij;

b)

de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van voorzieningen om aangetaste mariene ecosystemen te herstellen;

c)

kosten in verband met voorbereidende werkzaamheden zoals prospectie, wetenschappelijke studies of evaluaties;

d)

kosten in de ultraperifere gebieden in verband met de aankoop en, indien van toepassing, de installatie van verankerde visaantrekkende voorzieningen die bijdragen aan de duurzame en selectieve visserij, overeenkomstig artikel 38, lid 2, van Verordening (EU) nr. 508/2014.

2.   Met betrekking tot de in lid 1 bedoelde concrete acties zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

a)

de aankoop van vaartuigen die bestemd zijn om te laten afzinken en als kunstmatig rif te worden gebruikt;

b)

de kosten in verband met de bouw en het onderhoud van visaantrekkende voorzieningen, met uitzondering van de kosten als bedoeld in lid 1, onder d).

Artikel 9

Subsidiabele kosten in verband met de bijdrage tot een beter beheer of een betere instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee

1.   Met betrekking tot concrete acties die gericht zijn op een beter beheer of een betere instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee, als bedoeld in artikel 40, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 508/2014, en die voldoen aan artikel 38 van die verordening, komen de kosten van de aankoop of, indien van toepassing, de installatie van de volgende items voor steun in aanmerking:

a)

ronde vishaken;

b)

akoestische afschrikmiddelen aan netten;

c)

panelen met ontsnappingsgat voor schildpadden (TED's — turtle excluder devices);

d)

vogelverschrikkerlijnen;

e)

andere instrumenten of apparaten die efficiënt zijn gebleken bij het voorkomen van onbedoelde vangsten van beschermde soorten.

2.   Daarnaast komen ook de kosten van de volgende acties en projecten voor steun in aanmerking:

a)

opleiding van vissers inzake een beter beheer of een betere instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee;

b)

projecten die focussen op kusthabitats die van belang zijn voor vissen, vogels en andere organismen;

c)

projecten die focussen op gebieden die van belang zijn voor de visreproductie, zoals kustwetlands, kunnen ook in aanmerking worden genomen;

3.   Met betrekking tot de vervanging van bestaand vistuig door vistuig met een geringe impact kunnen kosten in verband met visfuiken en -vallen, peuren en handlijnen voor steun in aanmerking komen.

Artikel 10

Subsidiabele kosten in verband met de voorbereiding van beschermings- en beheerplannen voor visserijgerelateerde activiteiten

Met betrekking tot concrete acties inzake de voorbereiding van bescherming- en beheerplannen voor visserijgerelateerde activiteiten, als bedoeld in artikel 40, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de kosten van de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

de uitvoering van studies, met name voor de monitoring en bewaking van soorten en habitats, inclusief het in kaart brengen en risicobeheer;

b)

het in kaart brengen van de visserijactiviteit en de vangstintensiteit en interacties met beschermde soorten en habitats;

c)

de raadpleging van belanghebbenden tijdens de voorbereiding van de beheerplannen;

d)

de ontwikkeling en toepassing van druk- en impactindicatoren en de uitvoering van beoordelingen van de staat van instandhouding;

e)

opleiding van vissers en andere personen die werken voor of namens de instanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer van beschermde mariene gebieden, mits die opleiding relevant is voor de voorbereiding van beschermings- en beheerplannen voor visserijgerelateerde activiteiten;

f)

afbakening van beschermde mariene gebieden;

g)

bewaking, met inbegrip van de salarissen van het personeel dat bij de bewaking betrokken is;

h)

de uitvoering van bekendmakings- en bewustmakingsacties met betrekking tot beschermde mariene gebieden;

i)

de beoordeling van de effecten van de beheerplannen op de Natura 2000-gebieden en de visserijgebieden waarop de beheerplannen van invloed zijn.

Artikel 11

Subsidiabele kosten in verband met het beheren, herstellen en monitoren van Natura 2000-gebieden en beschermde mariene gebieden

Met betrekking tot concrete acties in verband met het beheren, herstellen en monitoren van Natura 2000-gebieden en beschermde mariene gebieden en het vergroten van het milieubewustzijn, als bedoeld in artikel 40, lid 1, onder e), f) en g), van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de kosten van de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

de raadpleging van belanghebbenden tijdens de voorbereiding van de beheerplannen;

b)

de ontwikkeling en toepassing van druk- en impactindicatoren en de uitvoering van beoordelingen van de staat van instandhouding;

c)

de bewaking van Natura 2000-gebieden en mariene beschermde gebieden;

d)

opleiding van personen die werken voor of namens de instanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer van Natura 2000-gebieden en mariene beschermde gebieden;

e)

opleiding van vissers op het gebied van de bescherming en het herstel van mariene ecosystemen en daarmee samenhangende alternatieve activiteiten, zoals ecotoerisme in Natura 2000-gebieden en beschermde mariene gebieden;

f)

het in kaart brengen van de visserijactiviteit, de monitoring van de vangstintensiteit en de registratie van de interacties van de visserij met beschermde soorten zoals zeehonden, zeeschildpadden, dolfijnen en zeevogels;

g)

ondersteuning van de ontwikkeling van maatregelen voor het beheer van de visserij in Natura 2000-gebieden en beschermde mariene gebieden, zoals effectbeoordelingsstudies en risicoanalyse, met inbegrip van maatregelen die de samenhang daarvan bevorderen;

h)

ondersteuning van samen met de vissers uit te voeren maatregelen die het milieubewustzijn vergroten wat betreft de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit;

i)

samenwerking tussen en netwerkvorming onder beheerders van Natura 2000-gebieden en mariene beschermde gebieden.

Artikel 12

Subsidiabele kosten in verband met het deelnemen aan andere acties met het oog op de instandhouding en de ontwikkeling van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten

1.   Met betrekking tot concrete acties in verband met het deelnemen aan andere acties met het oog op de instandhouding en de ontwikkeling van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten, als bedoeld in artikel 40, lid 1, onder i), van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de kosten van de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

kosten in verband met regelingen voor het testen van nieuwe monitoringtechnieken, en met name:

i)

systemen voor elektronische monitoring op afstand, zoals CCTV, voor de monitoring en registratie van incidentele vangsten van beschermde soorten;

ii)

registratie van oceanografische gegevens zoals temperatuur, zoutgehalte, plankton, algenbloei of troebelheid;

iii)

het in kaart brengen van invasieve uitheemse soorten;

iv)

acties, met inbegrip van studies, om de toename van invasieve uitheemse soorten te voorkomen en tegen te gaan;

b)

financiële prikkels voor de installatie aan boord van automatische registratietoestellen voor het monitoren en registreren van oceanografische gegevens zoals temperatuur, zoutgehalte, plankton, algenbloei of troebelheid;

c)

kosten van het charteren van commerciële vissersvaartuigen voor milieuwaarnemingen tegen een prijs die evenredig is met de activiteit;

d)

kosten van andere wetenschappelijke werkzaamheden met betrekking tot het in kaart brengen en beoordelen van de zee- en kustecosystemen en de daardoor geleverde diensten.

2.   Met betrekking tot concrete acties voor het herstel van specifieke mariene en kusthabitats ter ondersteuning van de duurzaamheid van de visbestanden, als bedoeld in artikel 40, lid 1, onder i), van Verordening (EU) nr. 508/2014, komen de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

acties ter beperking van de fysische en chemische verontreiniging;

b)

acties ter beperking van andere fysieke belasting, met inbegrip van antropogeen onderwatergeluid dat negatieve gevolgen heeft voor de biodiversiteit;

c)

positieve instandhoudingsmaatregelen voor de bescherming en de instandhouding van de flora en fauna, waaronder de herinvoering of het uitzetten van inheemse soorten, en de toepassing van de groene-infrastructuurbeginselen, als bedoeld in de mededeling van de Commissie over groene infrastructuur (6);

d)

maatregelen ter preventie, bestrijding of uitroeiing van invasieve uitheemse soorten.

HOOFDSTUK V

KOSTEN IN VERBAND MET DE VERHOGING VAN DE ENERGIE-EFFICIËNTIE EN DE MITIGATIE VAN DE KLIMAATVERANDERING

Artikel 13

Subsidiabele kosten in verband met de hydrodynamica van de romp van vaartuigen

1.   Met betrekking tot concrete acties voor de hydrodynamische verbetering van de romp van vaartuigen overeenkomstig artikel 41, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014 komen de kosten van de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

investeringen in stabiliteitsmechanismen zoals kimkielen en bulbstevens die bijdragen tot een betere zeevastheid en stabiliteit;

b)

kosten in verband met het gebruik van niet-toxische aangroeiwerende middelen zoals een kopercoating om de wrijving te verminderen;

c)

kosten in verband met de stuurinrichting, zoals bijvoorbeeld bedieningsinstallaties van stuurinrichtingen en meervoudige roeren om de roeractiviteit te verminderen naargelang van de weersomstandigheden en de toestand van de zee;

d)

proeven in stromingstanks met het oog op hydrodynamische verbeteringen.

2.   Kosten in verband met het basisonderhoud van de romp komen niet in aanmerking voor financiering op grond van dit artikel.

Artikel 14

Subsidiabele kosten in verband met de verbetering van het aandrijfsysteem van vaartuigen

Met betrekking tot concrete acties voor de verbetering van het aandrijfsysteem van vaartuigen overeenkomstig artikel 41, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014 komen de kosten van de aankoop en, zo nodig, de installatie van de volgende items voor steun in aanmerking:

a)

energie-efficiënte propellers met inbegrip van de aandrijfassen;

b)

katalysatoren;

c)

energie-efficiënte generatoren, bijv. op waterstof of aardgas;

d)

aandrijvingsonderdelen op hernieuwbare energie, zoals zeilen, kabelvliegers (kites), windmolens, windturbines of zonnepanelen;

e)

boegschroeven;

f)

omschakeling van motoren naar het gebruik van biobrandstoffen;

g)

econometers, brandstofbeheersystemen en monitoringsystemen;

h)

investeringen in straalpijpen die het aandrijfsysteem verbeteren.

Artikel 15

Subsidiabele kosten in verband met investeringen in vistuig en uitrusting

Met betrekking tot investeringen in vistuig en visserijuitrusting als bedoeld in artikel 41, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014 komen de kosten van de volgende acties voor steun in aanmerking:

a)

overschakeling van gesleept vistuig naar alternatief vistuig;

b)

wijzigingen in gesleept vistuig;

c)

investeringen in apparatuur voor de monitoring van gesleept vistuig.

Artikel 16

Subsidiabele kosten in verband met investeringen ter vermindering van het verbruik van elektriciteit en thermische energie

Met betrekking tot investeringen ter vermindering van het verbruik van elektriciteit en thermische energie overeenkomstig artikel 41, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 508/2014 komen de volgende kosten voor steun in aanmerking:

a)

investeringen om de koel-, vries- en isolatiesystemen te verbeteren voor vaartuigen van minder dan 18 m;

b)

investeringen voor een betere recycling van de warmte in het vaartuig waarbij de warmte wordt teruggewonnen en hergebruikt voor andere ondersteunende activiteiten in het vaartuig.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 17

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1.

(2)  Richtlijn 93/103/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het werk aan boord van vissersvaartuigen (dertiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 307 van 13.12.1993, blz. 1).

(3)  Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

(4)  Mededeling van de Commissie: Groene Infrastructuur (GI) — Versterking van Europa's natuurlijke kapitaal, Brussel, COM(2013) 249 final van 6.5.2013.

(5)  Groene infrastructuur is een strategisch opgezet netwerk van natuurlijke en seminatuurlijke gebieden met diverse milieukenmerken, dat is ontworpen en wordt beheerd voor het leveren van een brede reeks ecosysteemdiensten. Het omvat groene ruimten (of blauwe wanneer het om aquatische ecosystemen gaat) en andere fysieke elementen in landzones (met inbegrip van kustzones) en zeezones.

(6)  Mededeling van de Commissie: Groene Infrastructuur (GI) — Versterking van Europa's natuurlijke kapitaal, Brussel, COM(2013) 249 final van 6.5.2013.