9.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 181/82


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/1111 VAN DE COMMISSIE

van 7 juli 2015

betreffende de overeenstemming van het gezamenlijk voorstel van de betrokken lidstaten voor de uitbreiding van de Noordzee-Oostzeecorridor voor goederenvervoer per spoor met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4507)

(Slechts de teksten in de Duitse, de Franse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse en de Tsjechische, de taal zijn authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer (1), en met name artikel 5, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) nr. 913/2010 hebben de ministeries die bevoegd zijn voor het spoorvervoer in België, Tsjechië, Duitsland, Litouwen, Nederland en Polen de Commissie op 27 april 2014 een intentieverklaring gestuurd waarin zij voorstellen de Noordzee-Oostzeecorridor voor goederenvervoer per spoor door te trekken tot Tsjechië en de Pools-Oekraïense grens.

(2)

De Commissie heeft het voorstel overeenkomstig artikel 5, lid 6, van Verordening (EU) nr. 913/2010 onderzocht en is van mening dat het in overeenstemming is met artikel 5 van die verordening. Uit een studie van de vervoersmarkt op de Noordzee-Oostzeecorridor voor goederenvervoer per spoor, die is uitgevoerd door de raad van beheer van de corridor, blijkt dat het verkeer, en vooral het gecombineerd vervoer, tussen de grote Noordzeehavens en Tsjechië en Zuid-Polen aanzienlijk kan toenemen. Een voordeel van de voorgestelde uitbreiding is bovendien dat een enig loket kan worden ingesteld (als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 913/2010) voor het beheer van de infrastructuurcapaciteit op de goederencorridors tussen de Noordzeehavens en respectievelijk Tsjechië en Zuid-Polen. Daarnaast zijn de beoogde uitbreidingen ook verenigbaar met het voorgestelde ontwerp van corridor F in het Europees plan voor de invoering van het European Rail Traffic Management System (ERTMS), zoals beschreven in Besluit 2012/88/EU van de Commissie (2). De voorgestelde uitbreidingen voorzien in een rechtstreekse verbinding tussen de Noordzee-Oostzeecorridor en de Rijn-Donaucorridor in Tsjechië, waardoor de corridors voor goederenvervoer per spoor, die uiteindelijk een Europees spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer moeten vormen, beter met elkaar worden verbonden. Ten slotte kan door de voorgestelde uitbreidingen het spoorverkeer langs de oostelijke grens van de EU en tussen Europa en Azië worden verbeterd.

(3)

De uitbreiding van de Noordzee-Oostzeecorridor voor goederenvervoer per spoor mag geen belemmering vormen voor de ontwikkeling van de in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 913/2010 vastgestelde corridor Oriënt/oostelijke Middellandse Zee, waarin eveneens een verbinding is voorzien tussen de Noordzeehavens en Tsjechië.

(4)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 21 van Verordening (EU) nr. 913/2010 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De intentieverklaring van 27 april 2014 betreffende de uitbreiding van de Noordzee-Oostzeecorridor voor goederenvervoer per spoor tot Tsjechië en de Pools-Oekraïense grens, die aan de Commissie is toegezonden door de ministeries die bevoegd zijn voor het spoorvervoer in België, Tsjechië, Duitsland, Litouwen, Nederland en Polen, en waarin de route Wilhelmshaven/Bremerhaven/Hamburg/Amsterdam/Rotterdam/Antwerpen-Aken-Hannover/Berlijn-Warschau-Terespol (Pools-Witrussische grens)/Kaunas-Riga-Tallinn/Falkenberg-Praag/Wroclaw-Katowice-Medyka (Pools-Oekraïense grens) wordt voorgesteld als hoofdtraject van de Noordzee-Oostzeecorridor voor goederenvervoer per spoor, is in overeenstemming met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 913/2010.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Litouwse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, 7 juli 2015.

Voor de Commissie

Violeta BULC

Lid van de Commissie


(1)  PB L 276 van 20.10.2010, blz. 22.

(2)  Besluit 2012/88/EU van de Commissie van 25 januari 2012 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem (PB L 51 van 23.2.2012, blz. 1).