9.5.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 118/8 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/744 VAN DE COMMISSIE
van 8 mei 2015
tot goedkeuring van de door Nederland overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad genomen voorlopige maatregel wat aanvullende verpakkings- en etiketteringsvoorschriften voor nicotinehoudende elektronische sigaretten en navulverpakkingen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1), en met name artikel 52,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 10 maart 2015 heeft Nederland de Commissie overeenkomstig artikel 52, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 meegedeeld dat het gegronde redenen heeft om aan te nemen dat nicotinehoudende elektronische sigaretten en navulverpakkingen, hoewel ten aanzien daarvan aan de voorschriften van die verordening wordt voldaan, niettemin een ernstig risico voor de gezondheid van de mens vormen wegens de etikettering en verpakking ervan. Nederland heeft op 24 november 2014 een voorlopige maatregel vastgesteld inzake tijdelijke regels met betrekking tot elektronische sigaretten. De maatregel werd op 28 november 2014 bekendgemaakt in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden („het besluit”) (2). Nederland heeft de overige lidstaten en het Europees Agentschap voor chemische stoffen op 12 maart 2015 van het besluit in kennis gesteld. |
(2) |
Artikel 4, lid 1, van het besluit bepaalt dat nicotinehoudende elektronische sigaretten en navulverpakkingen kindveilig moeten zijn en artikel 4, lid 2, bepaalt dat navulverpakkingen een kinderveilige sluiting moet bevatten, ook als dat op grond van Verordening (EG) nr. 1272/2008 niet verplicht is. In dit verband moet worden opgemerkt dat elektronische sigaretten voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1272/2008 kunnen worden beschouwd als mengsel in een reservoir. Door kinderveilige sluitingen te verplichten voor zowel elektronische sigaretten als navulverpakkingen, ongeacht de concentratiegrens van nicotine in het mengsel, legt het besluit aanvullende voorschriften op die verder gaan dan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1272/2008. Artikel 7, lid 2, van het besluit bepaalt dat voor zover de aanbeveling om een product buiten bereik van kinderen te houden niet verplicht is op grond van Verordening (EG) nr. 1272/2008, een verpakkingseenheid en een eventuele buitenverpakking die aanbeveling moeten bevatten. Het besluit gaat derhalve verder dan de etiketteringsverplichtingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008. De aanvullende voorschriften van artikel 4, leden 1 en 2, en artikel 7, lid 2, van het besluit vormen derhalve een potentiële belemmering voor het in Nederland in de handel brengen van producten die voldoen aan de toepasselijke voorschriften van Verordening (EG) nr. 1272/2008. |
(3) |
Nederland heeft aangetoond gegronde redenen te hebben om aan te nemen dat nicotinehoudende elektronische sigaretten en navulverpakkingen een ernstig risico vormen voor de gezondheid van de mens. Hoewel in de eerste helft van 2013 slechts 2 gevallen van vergiftiging werden gemeld, is dat aantal in de tweede helft van het jaar gestegen tot in totaal 33 bekende gevallen in 2013 en in 2014 tot 43 gevallen. In 2013 werden de mengsels in 27 gevallen oraal ingenomen, waaronder door 8 kinderen tussen de 0 en 4 jaar oud. De etiketterings- en verpakkingsmaatregelen in het besluit kunnen de toegang van kinderen tot die mengsels voorkomen en zijn derhalve geschikt voor het verlagen van het risico voor de gezondheid van kinderen. |
(4) |
De bepalingen van het besluit stemmen overeen met de bepalingen van artikel 20 van Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad (3). De lidstaten moeten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om uiterlijk op 20 mei 2016 aan die richtlijn te voldoen. |
(5) |
Het besluit is een tijdelijke maatregel die van toepassing kan blijven totdat de door Nederland vastgestelde maatregelen voor de omzetting van Richtlijn 2014/40/EU in het Nederlands recht van kracht worden. De maatregelen moeten derhalve worden goedgekeurd tot en met 19 mei 2016. |
(6) |
Opdat de Commissie kan voldoen aan de termijn van 60 dagen die zij overeenkomstig artikel 52, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 heeft om een besluit te nemen, moet het onderhavige besluit op de dag van bekendmaking ervan in werking treden. |
(7) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) opgerichte comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De voorlopige maatregel van artikel 4, leden 1 en 2, en artikel 7, lid 2, van het besluit van 24 november 2014 houdende tijdelijke regels met betrekking tot de elektronische sigaret, waarvan de Commissie op 10 maart 2015 door Nederland in kennis werd gesteld, wordt goedgekeurd tot en met 19 mei 2016.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 8 mei 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.
(2) Besluit van 24 november 2014, houdende tijdelijke regels met betrekking tot de elektronische sigaret (Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret), Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 28 november 2014, nr. 456, blz. 1.
(3) Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).