19.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 365/60


VERORDENING (EU) Nr. 1352/2014 van de Raad

van 18 december 2014

betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2014/932/GBVB van de Raad (1).

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Resolutie 2140 (2014) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 26 februari 2014 worden bij Besluit 2014/932/GBVB, beperkingen inzake het binnenkomen of doorreizen en het bevriezen van tegoeden en economische middelen vastgesteld voor bepaalde personen die aangewezen moeten worden door het Comité dat is ingesteld bij punt 19 van Resolutie 2140 (2014) van de VN-Veiligheidsraad.

(2)

Op 7 november 2014 heeft dat Comité drie personen aangewezen die onderworpen moeten worden aan beperkingen inzake het binnenkomen of doorreizen en aan het bevriezen van tegoeden en economische middelen, zoals uiteengezet in Resolutie 2140 (2014) van de VN-Veiligheidsraad.

(3)

Bepaalde maatregelen van Besluit 2014/932/GBVB vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, in het bijzonder om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(4)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder de rechten op een doeltreffende voorziening in rechte, op een onpartijdig gerecht en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten.

(5)

Gezien de specifieke bedreiging van de internationale vrede en veiligheid in de regio door de situatie in Yemen, en ter waarborging van de consistentie met de procedure tot wijziging en herziening van de bijlage bij Besluit 2014/932/GBVB, dient de bevoegdheid tot wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening te worden uitgeoefend door de Raad.

(6)

De procedure tot wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening dient tevens de door het Comité dat is ingesteld bij punt 19 van Resolutie 2140 (2014) van de VN-Veiligheidsraad opgegeven redenen voor de plaatsing op de lijst te bevatten om natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te kunnen aanwijzen, zodat deze daarover opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit aan deze opmerkingen en brengt hij de betrokken persoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.

(7)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Bij de verwerking van de persoonsgegevens dient te worden voldaan aan Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2) en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).

(8)

Om de doeltreffendheid van de in deze verordening vastgestelde maatregelen te garanderen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „vordering”: elke vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i)

een vordering tot nakoming van elke verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of schadeloosstelling, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een tegenvordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)   „contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen een obligatie, financiële garantie of schadeloosstelling, met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)   „bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage II;

d)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)   „bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)   „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen dat tegoeden op enigerlei wijze worden gemuteerd, overgemaakt, gecorrigeerd en gebruikt, of dat toegang tot of omgang met tegoeden mogelijk is, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)   „tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

interesten, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven, en

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)   „Sanctiecomité”: het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is opgericht overeenkomstig punt 19 van Resolutie 2140 (2014) van de VN-Veiligheidsraad;

i)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage I bij deze verordening genoemde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van in bijlage I genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld.

Artikel 3

1.   Bijlage I omvat natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvoor door het Sanctiecomité is vastgesteld dat zij handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van Jemen ondermijnen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

a)

handelingen die de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, zoals omschreven in de overeenkomst betreffende het initiatief en het uitvoeringsmechanisme van de Samenwerkingsraad van de Golf, belemmeren of ondergraven;

b)

handelingen die op gewelddadige wijze verhinderen dat de resultaten van het eindrapport van de brede conferentie voor nationale dialoog worden uitgevoerd, of aanslagen op vitale infrastructuur;

c)

de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechten of het internationale humanitaire recht, of handelingen die een inbreuk vormen op de mensenrechten, in Jemen.

2.   Bijlage I vermeldt de redenen voor opname in de lijst van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.   Bijlage I bevat, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt en die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te kunnen identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. Bijlage I vermedt tevens de datum van aanwijzing door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 4

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, onder de volgende voorwaarden:

a)

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:

i)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

ii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten; of

iii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, en

b)

de betrokken lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van de onder a) genoemde vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar heeft geuit.

Artikel 5

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitzonderlijke uitgaven, en mits de betrokken lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van die vaststelling en het Sanctiecomité die vaststelling heeft goedgekeurd.

Artikel 6

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een rechterlijk, administratief of arbitraalr retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde persoon, entiteit of lichaam in bijlage I is opgenomen, of van een rechterlijk, administratief of arbitraal vonnis dat van vóór die datum dateert;

b)

de betrokken tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of de gerechtelijke uitspraak is niet ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam bedoeld in bijlage I;

d)

de erkenning van het retentierecht of van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat, en

e)

het retentierecht of het vonnis is door de betrokken lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.

Artikel 7

In afwijking van artikel 2 en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité zijn opgenomen in de lijst, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I;

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2, en

c)

de betrokken lidstaat het Sanctiecomité ten minste tien werkdagen van tevoren in kennis heeft gesteld van zijn voornemen toestemming te verlenen.

Artikel 8

1.   Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in bijlage I genoemde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn opgenomen in bijlage I, of

c)

betalingen verschuldigd uit hoofde van een rechterlijke, administratieve of arbitrale beslissing of vonnis, als bedoeld in artikel 6;

mits deze interesten, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, worden bevroren.

Artikel 9

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, rechtstreeks of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen; en

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 10

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat het in artikel 2 bedoelde verbod wordt omzeild.

Artikel 11

1.   De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of de entiteit die, dan wel het lichaam dat die maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Handelingen van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokkenen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun handelingen een inbreuk zouden vormen op de bij deze verordening ingestelde verbodsmaatregelen.

Artikel 12

1.   Vorderingen in verband met contracten of transacties aan de uitvoering waarvan, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van deze verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, in het bijzonder een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)

in bijlage I opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.   In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het eisende lichaam geleverd.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van de contractuele verplichtingen in overeenstemming met deze verordening.

Artikel 13

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, met name:

a)

met betrekking tot de bevroren tegoeden uit hoofde van artikel 2 en de vergunningen die krachtens de artikelen 4, 5, 6, en 7 zijn verleend;

b)

met betrekking tot schendingen en handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 14

De Commissie wordt gemachtigd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 15

1.   Wanneer de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een entiteit of lichaam op de lijst plaatst, en voor de aanwijzing redenen heeft opgegeven, neemt de Raad die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op in bijlage I. De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, de betrokken entiteit of het betrokken lichaam in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, de betrokken entiteit of het betrokken lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

2.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.

3.   Wanneer de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité besluit een persoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of besluit de identificatiegegevens van een persoon, entiteit of lichaam op de lijst te wijzigen, wijzigt de Raad bijlage I overeenkomstig.

Artikel 16

1.   De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 17

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II genoemde websites.

2.   De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe deze kunnen worden bereikt, en delen haar alle latere wijzigingen mede.

3.   Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 18

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  Besluit 2014/932/GBVB van de Raad van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen. Zie blz. 147 van dit Publicatieblad.

(2)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(3)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).


BIJLAGE I

LIJST VAN PERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN BEDOELD IN ARTIKEL 2

A.   PERSONEN

1.

Abdullah Yahya Al Hakim (aliassen: a) Abu Ali al Hakim, b) Abu-Ali al-Hakim, c) Abdallah al-Hakim, d) Abu Ali Alhakim, e) Abdallah al-Mu'ayyad).

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Plaatsing op de lijst: Onderbevelhebber Houthi-groep.

Adres: Dahyan, gouvernement Sa'dah, Jemen.

Geboortedatum: a) Rond 1985, b) Tussen 1984 en 1986.

Geboorteplaats: a) Dahyan, Jemen; b) gouvernement Sa'dah, Jemen.

Nationaliteit: Jemenitisch.

Overige informatie: Geslacht: mannelijk.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Abdullah Yahya al Hakim werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van UNSCR 2140 (2014), omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

 

Abdullah Yahya al Hakim heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid, of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering belemmeren van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, en die het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

 

In juni 2014 heeft Abdullah Yahya al Hakim naar verluidt een bijeenkomst gehouden om een staatsgreep tegen de president van Jemen, Abdrabuh Mansour Hadi, te beramen. Al Hakim heeft militaire bevelhebbers en bevelhebbers van de veiligheidstroepen, en stamhoofden ontmoet; leidinggevende aanhangers van de voormalige president van Jemen, Ali Abdullah Saleh, waren eveneens bij de bijeenkomst, welke tot doel had de militaire inspanningen voor de overname van de Jemenitische hoofdstad Sanaa te coördineren.

 

In een openbare verklaring van 29 augustus 2014, heeft de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad de acties veroordeeld van de strijders onder het bevel van Abdullah Yahya al Hakim, die Amran, Jemen, onder de voet hadden gelopen, onder meer het hoofdkwartier van een brigade van het Jemenitische leger op 8 juli 2014. Al Hakim leidde de gewelddadige overname in juli 2014 van het gouvernement Amran en was de militaire bevelhebber die de beslissingen nam in verband met lopende conflicten in het gouvernement Amran en in Hamdan, Jemen.

 

Vanaf begin september 2014 bleef Abdullah Yahya al Hakim in Sanaa om de gevechtshandelingen te superviseren ingeval het tot een treffen zou komen. Zijn rol was het organiseren van militaire operaties met het oog op het omverwerpen van de regering van Jemen, en hij was ook belast met het veilig maken van en de controle op alle wegen van en naar Sanaa.

2.

Abd Al-Khaliq Al-Huthi (aliassen: a) Abd-al-Khaliq al-Huthi, b) Abd-al-Khaliq Badr-al-Din al Huthi, c) 'Abd al-Khaliq Badr al-Din al-Huthi, d) Abu-Yunus).

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Hoedanigheid: Militaire bevelhebber van de Houthi.

Geboortedatum: 1984.

Nationaliteit: Jemenitisch.

Overige informatie: Geslacht: mannelijk.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Abdullah Yahya al Hakim werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van UNSCR 2140 (2014), omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

 

Abd al-Khaliq al-Huthi heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid, en/of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering belemmeren van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, en die het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

 

Eind oktober 2013, voerde Abd al-Khaliq al-Huthi een in uniformen van het Jemenitische leger geklede groep strijders aan bij een aanval op locaties in Dimaj, Jemen. Tijdens de gevechten die daarbij uitbraken zijn vele doden gevallen.

 

Eind september 2014, zou een onbekend aantal niet-geïdentificeerde strijders in staat van paraatheid zijn gebracht voor een aanval op diplomatieke faciliteiten in Sanaa, Jemen, waartoe zij het bevel zouden krijgen van Abd al-Khaliq al-Huthi. Op 30 augustus 2014, heeft al-Huthi de overbrenging van wapens van Amran naar een protestkamp in Sanaa gecoördineerd.

3.

Ali Abdullah Saleh (alias: Ali Abdallah Salih)

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Hoedanigheid: a) voorzitter van de General People's Congress Party van Jemen, b) voormalig president van de Republiek Jemen.

Geboortedatum: a) 21.3.1945, b) 21.3.1946, c) 21.3.1942, d) 21.3.1947.

Geboorteplaats: a) Bayt al-Ahmar, gouvernement Sanaa, Jemen; b) Sanaa, Jemen; c) Sana'a, Sanhan, Al-Rib' al-Sharqi.

Nationaliteit: Jemenitisch.

Paspoortnummer: 00016161 (Jemen).

Nationaal identiteitsnummer: 01010744444.

Overige informatie: Geslacht: mannelijk.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Ali Abdullah Saleh werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van resolutie 2140 (2014), omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

 

Ali Abdullah Saleh heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid, of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, belemmeren en het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

 

Met ingang van het op 23 november 2011 door de Samenwerkingsraad van de Golf gesloten akkoord, is Ali Abdullah Saleh na meer dan 30 jaar afgetreden als president van Jemen.

 

Vanaf najaar 2012 geldt Ali Abdullah Saleh als een van de felste voorstanders van gewelddadige Houthi-acties in Noord-Jemen.

 

Opstootjes in het zuiden van Jemen in februari 2013 waren het gevolg van de gecombineerde acties van Ali Abdullah Saleh, AQAP, en de zuidelijke secessionist Ali Salim al-Bayd, om onrust te creëren voor de aanvang van de conferentie van de nationale dialoog in Jemen van 18 maart 2013.

 

Meer recentelijk, sedert september 2014, is Saleh aan het proberen Jemen te destabiliseren door anderen te gebruiken om de centrale regering te ondermijnen en voldoende instabiliteit te creëren om een staatsgreep uit te lokken. Blijkens een in september 2014 uitgebracht rapport van het VN-deskundigenpanel voor Jemen, zou Saleh volgens geïnterviewden gewelddadige acties van bepaalde Jemenitische groepen steunen met geld en politieke steun, en door ervoor te zorgen dat GPC-leden de destabilisering van Jemen met allerlei middelen in de hand blijven werken.


BIJLAGE II

WEBSITES VOOR INFORMATIE OVER DE BEVOEGDE AUTORITEITEN EN ADRES VOOR KENNISGEVINGEN AAN DE EUROPESE COMMISSIE

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/es/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Documents/ORGANISMOS%20COMPETENTES%20SANCIONES%20INTERNACIONALES.pdf

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CΥΡRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

NEDERLAND

www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/os-ministerios/ministerio-dos-negocios-estrangeiros/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

SLOWAKIJE

http://www.mzv.sk/sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 02/309

1049 Brussel

België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu