27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 157/76


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 568/2014 VAN DE COMMISSIE

van 18 februari 2014

tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (1), en met name artikel 60, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 305/2011 moeten de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken worden uitgevoerd volgens de in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 305/2011 beschreven systemen.

(2)

Bijlage V moet in het licht van de technologische vooruitgang worden aangepast om te voorzien in het specifieke geval van producten waarvoor Europese technische beoordelingen zijn afgegeven, alsook om de duidelijkheid, nauwkeurigheid en consistentie van de beschrijvingen en de daarin gebruikte termen te vergroten, rekening houdend met de praktische ervaring die met de toepassing van bijlage V is opgedaan.

(3)

Deze aanpassing zou de werkzaamheden vergemakkelijken van fabrikanten en aangemelde instanties die bevoegd zijn om taken van derden uit te voeren bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten, zou de administratieve lasten verlichten en zou meer duidelijkheid verschaffen over de interpretatie van Verordening (EU) nr. 305/2011, waardoor zij een positief effect zou hebben op het concurrentievermogen van de bouwsector in zijn geheel.

(4)

Verordening (EU) nr. 305/2011 houdt in dat de fabrikant verantwoordelijk is voor het bepalen van het producttype voor elk product dat hij in de handel wil brengen. In dezelfde context impliceert de onderliggende logica van Verordening (EU) nr. 305/2011 niet het bestaan van productcertificatie, maar zijn aangemelde instanties alleen verantwoordelijk voor de beoordeling van de prestaties van bouwproducten, waarvan de bestendigheid vervolgens moet worden gecertificeerd. Deze verdeling van bevoegdheden tussen fabrikant en aangemelde instanties moet beter tot uiting worden gebracht in bijlage V, zonder dat dit een verandering in de verantwoordelijkheden van deze actoren tot gevolg heeft.

(5)

Aangezien constante bewaking van de productiecontrole in de fabriek door aangemelde instanties in feite niet mogelijk is en in de praktijk niet wordt uitgevoerd, moet veeleer worden verwezen naar de doorlopende aard van de bewaking.

(6)

Voor bouwproducten die niet of niet volledig onder geharmoniseerde normen vallen, kunnen Europese technische beoordelingen (ETB's) worden afgegeven door een technische beoordelingsinstantie. Op grond van artikel 2, punt 13, van Verordening (EU) nr. 305/2011 bevat een dergelijke ETB reeds een beoordeling van de prestaties van het product in kwestie met betrekking tot de essentiële kenmerken ervan. Aanvullende latere controles van de correctheid van dit beoordelingsproces zouden geen toegevoegde waarde opleveren, maar alleen onnodige kosten voor de fabrikanten met zich brengen. Er hebben al ondernemingen verzocht om ETB's en zij hebben rechtszekerheid nodig met betrekking tot de uit te voeren taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van deze bouwproducten.

(7)

Teneinde beter rekening te houden met de huidige praktijk moeten de namen van de soorten aangemelde instanties en de omschrijving van hun respectieve taken worden aangepast.

(8)

In verband met de term „geluidsabsorptie” als bedoeld in bijlage V, deel 3, bij Verordening (EU) nr. 305/2011 is een technische aanpassing nodig om te komen tot een nauwkeuriger omschrijving van de te beoordelen essentiële kenmerken en tot een grotere consistentie met de terminologie die in toepasselijke geharmoniseerde technische specificaties wordt gebruikt.

(9)

Met het oog op een vlotte overgang voor de fabrikanten moeten deze het recht hebben verder gebruik te maken van certificaten en andere documenten die door aangemelde instanties overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EU) nr. 305/2011 zijn afgegeven vóór de inwerkingtreding van deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage V bij Verordening (EU) nr. 305/2011 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Certificaten en andere documenten die door aangemelde instanties overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EU) nr. 305/2011 zijn afgegeven vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening, worden geacht aan de onderhavige verordening te voldoen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.


BIJLAGE

„BIJLAGE V

BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID

1.   SYSTEMEN VOOR BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID

De fabrikant stelt de prestatieverklaring op en bepaalt het producttype op basis van de beoordelingen en verificaties van de prestatiebestendigheid die in het kader van de volgende systemen zijn uitgevoerd:

1.1.   Systeem 1+

a)

De fabrikant voert het volgende uit:

i)

de productiecontrole in de fabriek;

ii)

verdere tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.

b)

De aangemelde productcertificatie-instantie beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het certificaat van bestendigheid van de prestaties van het bouwproduct op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:

i)

een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;

ii)

de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;

iii)

doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek;

iv)

steekproefsgewijze controle van monsters die door de aangemelde productcertificatie-instantie in de productie-installatie of in de opslagplaatsen van de fabrikant zijn genomen.

1.2.   Systeem 1

a)

De fabrikant voert het volgende uit:

i)

de productiecontrole in de fabriek;

ii)

verdere tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.

b)

De aangemelde productcertificatie-instantie beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het certificaat van bestendigheid van de prestaties van het bouwproduct op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:

i)

een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;

ii)

de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;

iii)

doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.

1.3.   Systeem 2+

a)

De fabrikant voert het volgende uit:

i)

een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van dat product;

ii)

de productiecontrole in de fabriek;

iii)

tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.

b)

De aangemelde certificatie-instantie voor productiecontrole in de fabriek beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het conformiteitscertificaat van de productiecontrole in de fabriek op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:

i)

de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;

ii)

doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.

1.4.   Systeem 3

a)

De fabrikant voert de productiecontrole in de fabriek uit.

b)

Het aangemelde laboratorium beoordeelt de prestaties op basis van tests (op basis van bemonstering door de fabrikant), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het bouwproduct.

1.5.   Systeem 4

a)

De fabrikant voert het volgende uit:

i)

een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests, berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van dat product;

ii)

de productiecontrole in de fabriek.

b)

Er zijn geen taken waarvoor een beroep moet worden gedaan op aangemelde instanties.

1.6.   Bouwproducten waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven

Aangemelde instanties die taken in het kader van de systemen 1+, 1 en 3 uitvoeren, alsook fabrikanten die taken in het kader van de systemen 2+ en 4 uitvoeren, dienen de voor het bouwproduct in kwestie afgegeven Europese technische beoordeling te beschouwen als de beoordeling van de prestaties van dat product. Aangemelde instanties en fabrikanten voeren bijgevolg niet de taken uit die zijn vermeld in respectievelijk punt 1.1, onder b), i), punt 1.2, onder b), i), punt 1.3, onder a), i), punt 1.4, onder b), en punt 1.5, onder a), i).

2.   INSTANTIES DIE BETROKKEN ZIJN BIJ DE BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID

De aangemelde instanties die bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten betrokken zijn, kunnen op grond van hun taken als volgt worden ingedeeld:

1.

productcertificatie-instantie: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de prestatiebestendigheid te certificeren;

2.

certificatie-instantie voor productiecontrole in de fabriek: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de productiecontrole in de fabriek te certificeren;

3.

laboratorium: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de prestaties van bouwproducten te meten, te onderzoeken, te testen, te berekenen of op andere wijze te beoordelen.

3.   HORIZONTALE AANMELDINGEN: GEVALLEN VAN ESSENTIËLE KENMERKEN WAARIN NIET NAAR EEN TOEPASSELIJKE GEHARMONISEERDE TECHNISCHE SPECIFICATIE HOEFT TE WORDEN VERWEZEN

1.

Brandgedrag.

2.

Brandwerendheid.

3.

Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde.

4.

Akoestische prestaties.

5.

Gevaren door emissie van gevaarlijke stoffen.”