13.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 138/52


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 483/2014 VAN DE COMMISSIE

van 8 mei 2014

betreffende beschermende maatregelen met betrekking tot door een deltacoronavirus veroorzaakte varkensdiarree wat betreft de veterinairrechtelijke voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van gesproeidroogd varkensbloed en varkensbloedplasma bestemd voor de productie van voeder voor als landbouwhuisdier gehouden varkens

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (1), en met name artikel 22, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 22, lid 1, van Richtlijn 97/78/EG bepaalt dat indien op het grondgebied van een derde land een ziekte of een ander fenomeen uitbreekt of zich verspreidt waardoor de diergezondheid ernstig in gevaar kan worden gebracht, of indien zulks op andere ernstige veterinairrechtelijke gronden gerechtvaardigd is, de Commissie eigener beweging of op verzoek van een lidstaat onverwijld maatregelen moet nemen, met inbegrip van bijzondere voorwaarden voor de producten afkomstig uit het gehele grondgebied van het betrokken derde land of een gedeelte daarvan.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn veterinairrechtelijke en volksgezondheidsvoorschriften vastgesteld voor dierlijke bijproducten en afgeleide producten om risico's voor de gezondheid van mens en dier die aan deze producten verbonden zijn, te voorkomen en tot een minimum te beperken, en met name om de veiligheid van de voederketen te beschermen. Bovendien worden die producten in specifieke categorieën onderverdeeld naargelang van het risico voor de gezondheid van mens en dier.

(3)

Artikel 41, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1069/2009 stelt voorschriften vast voor de invoer van dierlijke bijproducten en afgeleide producten van categorie 3-materiaal.

(4)

Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (3) stelt uitvoeringsbepalingen vast voor Verordening (EG) nr. 1069/2009, met inbegrip van specifieke voorschriften voor de behandeling of verwerking van dierlijke bijproducten en afgeleide producten die bestemd zijn voor vervoedering aan landbouwhuisdieren met uitzondering van pelsdieren.

(5)

Voor de productie van voeder voor landbouwhuisdieren bestemde bloedproducten — met inbegrip van gesproeidroogd bloed en plasma van varkens — moeten worden geproduceerd overeenkomstig afdeling 2 van hoofdstuk II van bijlage X bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie. Overeenkomstig punt B van die afdeling moeten bloedproducten behandeld zijn met een van de verwerkingsmethoden 1 tot en met 5 of met verwerkingsmethode 7, als beschreven in hoofdstuk III van bijlage IV bij die verordening, of met een andere methode die waarborgt dat de bloedproducten voldoen aan de microbiologische normen voor afgeleide producten van hoofdstuk I van bijlage X bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie. Verordening (EU) nr. 142/2011 bepaalt ook, met name in kolom 6 van rij 2 van tabel 1 van afdeling 1 van hoofdstuk I van bijlage XIV, dat niet voor menselijke consumptie bestemde bloedproducten die als voedermiddel kunnen worden gebruikt, bestemd voor verzending naar of doorvoer door de Unie, vergezeld moeten gaan van een gezondheidscertificaat naar het model in hoofdstuk 4 (B) van bijlage XV.

(6)

Door een deltacoronavirus veroorzaakte varkensdiarree komt voor in Azië en Noord-Amerika. Dit virus is nooit in de Unie waargenomen. Gesproeidroogd bloed en bloedplasma van varkens vormen een traditioneel ingrediënt van voeder voor biggen. Door een ongepaste warmtebehandeling of door verontreiniging na een warmtebehandeling kan het virus zich met dergelijke producten verspreiden.

(7)

Daarom moeten de voorschriften voor de invoer van gesproeidroogd varkensbloed en varkensbloedplasma die bestemd zijn voor de productie van voeder voor als landbouwhuisdier gehouden varkens, worden herzien.

(8)

Uit wetenschappelijke observaties blijkt dat coronavirussen in varkensuitwerpselen worden geïnactiveerd bij een temperatuur van 71 °C gedurende 10 minuten of bij een kamertemperatuur van 20 °C gedurende 7 dagen. Het virus overleefde niet in experimenteel besmet droog voeder dat gedurende meer dan twee weken was opgeslagen bij een temperatuur van 24 °C. In derde landen bedraagt de algemeen toegepaste kerntemperatuur voor het sproeidrogen van bloed en bloedplasma 80 °C.

(9)

Op basis van deze gegevens lijkt het opportuun te eisen dat gesproeidroogd varkensbloed en varkensbloedplasma die uit derde landen worden binnengebracht en bestemd zijn voor vervoedering aan varkens bij een hoge temperatuur worden behandeld en vervolgens enige tijd bij kamertemperatuur worden opgeslagen om het risico van verontreiniging na de behandeling te verkleinen.

(10)

Aangezien de diergezondheid in de Unie moet worden beschermd en de betrokken bloedproducten een ernstige bedreiging vormen, moet de Commissie voorlopige voorzorgsmaatregelen nemen. Bijgevolg mogen de betrokken producten alleen in de Unie worden binnengebracht als ze vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat naar het model in de bijlage bij deze verordening.

(11)

De voorlopige voorzorgsmaatregelen moeten gelden vanaf de dag na die van de bekendmaking van deze verordening en gedurende een periode van 12 maanden. Ze kunnen worden gewijzigd in het licht van een risicobeoordeling op basis van nieuwe wetenschappelijke informatie.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van kolom 6 van rij 2 van tabel 1 van afdeling 1 van hoofdstuk I van bijlage XIV bij Verordening (EU) nr. 142/2011 en van hoofdstuk 4 (B) van bijlage XV bij die verordening moeten niet voor menselijke consumptie bestemde bloedproducten die als voedermiddel kunnen worden gebruikt, bestemd voor verzending naar of doorvoer door de Unie, vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat naar het model in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing op zendingen die worden gecertificeerd vanaf de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing tot en met 31 mei 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 mei 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.

(2)  Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).


BIJLAGE

Gezondheidscertificaat

Image

Image

Image