26.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 90/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 303/2014 VAN DE COMMISSIE

van 25 maart 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 673/2005 van de Raad tot vaststelling van aanvullende douanerechten op de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 673/2005 van de Raad van 25 april 2005 tot vaststelling van aanvullende douanerechten op de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (1), en met name artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aangezien de Verenigde Staten er niet in zijn geslaagd de Continued Dumping and Subsidy Offset Act (CDSOA — Wet betreffende compensatie voor voortzetting van dumping en handhaving van subsidie) in overeenstemming te brengen met hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), wordt ingevolge Verordening (EG) nr. 673/2005 met ingang van 1 mei 2005 een aanvullend ad-valoremrecht van 15 % geheven op de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika. Conform de door de WTO verleende machtiging om tariefconcessies aan de Verenigde Staten te schorsen, moet de Commissie de mate van deze schorsing jaarlijks aanpassen aan de mate waarin de voordelen voor de Europese Unie op dat moment door de CDSOA worden tenietgedaan of uitgehold.

(2)

De uitbetalingen in het kader van de CDSOA voor het meest recente jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn, hebben betrekking op antidumping- of antisubsidierechten die in de loop van het begrotingsjaar 2013 (1 oktober 2012-30 september 2013) werden geïnd. Aan de hand van gegevens die zijn gepubliceerd door de Customs and Border Protection van de Verenigde Staten, is de mate waarin voor de Unie voordelen werden tenietgedaan of uitgehold, berekend op 872685 USD.

(3)

De mate waarin voordelen werden tenietgedaan of uitgehold, is afgenomen en bijgevolg ook de mate van schorsing. De mate van de schorsing kan echter niet worden aangepast aan de mate waarin voordelen werden tenietgedaan of uitgehold door producten aan de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 673/2005 toe te voegen of uit die lijst te schrappen. Om het niveau van de schorsing aan te passen aan de mate waarin voordelen werden tenietgedaan of uitgehold, moet de Commissie in overeenstemming met artikel 3, lid 1, onder e), van die verordening bijgevolg de lijst van producten in bijlage I ongewijzigd laten en de hoogte van het aanvullend recht wijzigen. De drie in bijlage I genoemde producten moeten daarom op de lijst blijven staan en de hoogte van het aanvullend invoerrecht moet worden gewijzigd en moet worden vastgesteld op 0,35 %.

(4)

Een aanvullend ad-valoremrecht van 0,35 % op uit de Verenigde Staten ingevoerde producten van bijlage I vertegenwoordigt, berekend over één jaar, een handelswaarde die het bedrag van 872 685 USD niet overschrijdt.

(5)

Om te voorkomen dat de gewijzigde hoogte van het aanvullend invoerrecht laattijdig wordt toegepast, moet deze verordening in werking treden op de dag van haar bekendmaking.

(6)

Verordening (EG) nr. 673/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor handelssancties,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 673/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Voor de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 673/2005 opgenomen producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika wordt naast de douanerechten op grond van Verordening (EEG) nr. 2913/92 (2) van de Raad een aanvullend ad-valoremrecht van 0,35 % ingesteld.

2)

Bijlage I wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 mei 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 110 van 30.4.2005, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.”


BIJLAGE

„BIJLAGE I

De producten waarop de aanvullende rechten zullen worden toegepast, worden aan de hand van hun achtcijferige GN-code geïdentificeerd. De omschrijving van de producten die onder deze codes zijn ingedeeld, is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1810/2004 (2).

0710 40 00

9003 19 30

8705 10 00

6204 62 31


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 327 van 30.10.2004, blz. 1.”