20.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/303


VERORDENING (EU) Nr. 1302/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 17 december 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1082/2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), wat de verduidelijking, vereenvoudiging en verbetering van de oprichting en werking van dergelijke groeperingen betreft

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de derde alinea van artikel 175,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3) heeft de Commissie op 29 juli 2011 een verslag voor het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van die verordening goedgekeurd. In dat verslag heeft de Commissie haar voornemen aangekondigd om een beperkt aantal wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1082/2006 voor te stellen om de oprichting en de werking van de EGTS'en te vergemakkelijken, alsook om verduidelijkingen voor te stellen van bepaalde bestaande bepalingen. Obstakels voor de oprichting van nieuwe EGTS'en dienen te worden weggenomen terwijl de continuïteit van bestaande groeperingen gewaarborgd en de werking ervan vergemakkelijkt dient te worden, zodat op grotere schaal gebruik gemaakt kan worden van EGTS'en, die bijdragen tot betere coherentie van beleid en samenwerking tussen overheidsorganen, zonder aanvullende lasten voor de nationale of uniale overheidsdiensten te scheppen.

(2)

De oprichting van een EGTS is een zaak voor de leden en hun nationale autoriteiten, en is niet automatisch gekoppeld aan enige wettelijke of financiële voordelen op EU-niveau.

(3)

Het Verdrag van Lissabon heeft een territoriale dimensie toegevoegd aan het cohesiebeleid en heeft "Gemeenschap" vervangen door "Unie". Deze nieuwe terminologie dient dus ook in Verordening (EG) nr. 1082/2006 verwerkt te worden.

(4)

EGTS'en hebben het potentieel om de bevordering en bewerkstelliging van de harmonieuze ontwikkeling van de Unie als geheel en de economische, sociale en territoriale samenhang van haar regio's in het bijzonder te versterken, en bij te dragen aan de verwezenlijking van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei ("Europa 2020-strategie"). EGTS'en kunnen tevens positief bijdragen tot het verminderen van de belemmeringen voor territoriale samenwerking tussen regio's die kampen met ernstige en permanente natuurlijke of demografische belemmeringen, waaronder de specifieke situatie van ultraperifere gebieden, en zij kunnen van belang zijn voor de versterking van de samenwerking tussen derde landen, landen en gebieden overzee ("LGO") en grensregio's van de Unie, onder andere door het gebruik van externe samenwerkingsprogramma's van de Unie.

(5)

Uit de ervaringen met de tot nu toe opgerichte EGTS'en blijkt dat de EGTS als een nieuw juridisch instrument ook gebruikt wordt voor samenwerking in het kader van andere beleidsmaatregelen van de Unie dan het cohesiebeleid, onder andere door de uitvoering van programma's of delen van programma's met andere financiële steun van de Unie dan die in het kader van het cohesiebeleid. De efficiëntie en doelmatigheid van EGTS'en dient verbeterd te worden door de opzet van EGTS'en te verbreden, bestaande belemmeringen weg te nemen en de oprichting en operatie van EGTS'en te vergemakkelijken en tegelijkertijd de mogelijkheid te behouden dat lidstaten de acties die EGTS'en kunnen uitvoeren zonder financiële steun van de Unie, kunnen beperken. EGTS'en hebben krachtens Verordening (EG) nr. 1082/2006 in elke lidstaat de ruimste handelingsbekwaamheid die in de nationale wetgeving van die lidstaat aan rechtspersonen wordt toegekend, waaronder ook de mogelijkheid om met andere EGTS'en of andere rechtspersonen overeenkomsten te sluiten voor de uitvoering van gemeenschappelijke samenwerkingsprojecten om, onder andere, te zorgen voor een efficiëntere werking van macroregionale strategieën.

(6)

EGTS'en opereren per definitie in meer dan één lidstaat. Verordening (EG) nr. 1082/2006 biedt bijgevolg de mogelijkheid dat de overeenkomst en de statuten van de EGTS'en aangeven welk recht van toepassing is op bepaalde kwesties. Het moet worden verduidelijkt in welke gevallen binnen de in die verordening vastgelegde hiërarchie van toepasselijk recht het nationale recht van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft voorrang krijgt. Tegelijkertijd dienen de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006 betreffende toepasselijk recht uitgebreid te worden tot de handelingen en activiteiten van een EGTS die onderworpen zijn aan een juridische toetsing door de lidstaten in elk afzonderlijk geval.

(7)

De uiteenlopende status van lokale en regionale organen in lidstaten leidt ertoe dat bevoegdheden die aan de ene kant van de grens regionaal zijn aan de andere kant op nationaal niveau worden uitgeoefend, met name in kleinere of meer gecentraliseerde lidstaten. Daarom dienen nationale autoriteiten lid te kunnen worden van een EGTS, naast de lidstaat.

(8)

Verordening (EG) nr. 1082/2006 bepaalt dat privaatrechtelijke lichamen lid kunnen worden van een EGTS, op voorwaarde dat zij beschouwd worden als publiekrechtelijke instellingen zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), en het dient ook mogelijk te zijn dat EGTS'en in de toekomst gebruikt worden voor het gezamenlijk beheren van openbare diensten die met name gericht zijn op diensten van algemeen economisch belang of infrastructuur. Het moet derhalve mogelijk zijn dat ook andere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke actoren lid worden van een EGTS. Derhalve dienen "overheidsbedrijven" zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), en bedrijven belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang op gebieden als onderwijs en opleiding, gezondheidszorg, sociale behoeften wat betreft gezondheidszorg en langdurige zorg, kinderopvang, toegang tot de arbeidsmarkt en herintreding, sociale huisvesting en de zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen, ook onder het toepassingsgebied te vallen.

(9)

Verordening (EG) nr. 1082/2006 bevat geen gedetailleerde regels voor de deelname van entiteiten uit derde landen aan een overeenkomstig deze verordening opgerichte EGTS, d.w.z. tussen leden uit ten minste twee lidstaten. Gezien de verdere onderlinge aanpassing van de regels betreffende de samenwerking tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen, vooral in de context van grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Europees Nabuurschapsinstrument (ENI) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), maar ook in de context van de aanvullende financiering uit het Europees Ontwikkelingsfonds, en van de transnationale samenwerking in het kader van het doel "Europese territoriale samenwerking", waarbij toewijzingen uit ENI en IPA II moeten worden overgedragen om te worden samengevoegd met toewijzingen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in het kader van gemeenschappelijke samenwerkingsprogramma's, moet uitdrukkelijk de mogelijkheid worden geschapen dat leden uit naburige derde landen van een lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, deelnemen aan EGTS'en die tussen ten minste twee lidstaten zijn opgericht. Dat moet mogelijk zijn in gevallen waarin de wetgeving van een derde land of overeenkomsten tussen ten minste één deelnemende lidstaat en een derde land dat toestaan.

(10)

Om de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie te vergroten en daarom met name de territoriale samenwerking, waaronder één of meer vormen van de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking tussen leden van een EGTS doeltreffender te maken, moeten naburige derde landen van een lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, kunnen worden toegelaten tot een EGTS. Concrete acties in het kader van programma's inzake Europese territoriale samenwerking die door de Unie worden medegefinancierd, moeten derhalve de doelstellingen van het cohesiebeleid van de Unie blijven nastreven, zelfs als zij geheel of gedeeltelijk buiten het grondgebied van de Unie worden uitgevoerd, waardoor de activiteiten van een EGTS ten minste in zekere mate ook buiten het grondgebied van de Unie worden verricht. In dit verband, en waar passend, blijft de bijdrage van de activiteiten van een EGTS die ook leden omvat uit derde landen die naburig zijn aan ten minste één lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, aan de doelstellingen van het beleid inzake het externe optreden van de Unie, zoals doelstellingen inzake ontwikkelingssamenwerking of economische, financiële en technische samenwerking, louter bijkomstig, aangezien het zwaartepunt van de betrokken samenwerkingsprogramma's, en bijgevolg ook de focus van de activiteiten van die EGTS hoofdzakelijk op de doelstellingen van het cohesiebeleid van de Unie moeten liggen. Bijgevolg zijn doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking of economische, financiële en technische samenwerking tussen slechts één lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, en één of meer derde landen slechts bijkomstig bij de op het cohesiebeleid gebaseerde doelstellingen van territoriale samenwerking tussen lidstaten, met inbegrip van hun ultraperifere gebieden. Daarom volstaat artikel 175, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) als voldoende rechtsgrond voor de vaststelling van deze verordening.

(11)

Ingevolge de goedkeuring die is verleend voor de deelname van nationale, regionale, subregionale en lokale autoriteiten en organisaties, alsook, in voorkomend geval, andere openbare organen of instellingen, inclusief openbaredienstverleners, uit LGO aan een EGTS, op basis van Besluit 2013/755/EU van de Raad (6), en gelet op het feit dat in het geval van de programmeringsperiode 2014-2020 een speciale aanvullende financiering uit hoofde van het meerjarig financieel kader de samenwerking van de ultraperifere regio's van de Unie met naburige derde landen en sommige LGO, zoals genoemd in bijlage II bij het VWEU en die naburig zijn aan deze ultraperifere gebieden, dient te versterken, dienen de EGTS'en als een wettelijk instrument ook opengesteld te worden voor leden van LGO. Ter wille van rechtszekerheid en transparantie moeten speciale goedkeuringsprocedures voor de toetreding van leden van een LGO tot een EGTS worden ingesteld, met inbegrip van, waar nodig, speciale regels betreffende het recht dat van toepassing is op de betrokken EGTS die leden uit een LGO telt.

(12)

Verordening (EG) nr. 1082/2006 maakt onderscheid tussen de overeenkomst, waarin de samenstelling en procedures van de toekomstige EGTS worden aangegeven, en de statuten, die de uitvoering betreffen. De statuten dienen krachtens die verordening momenteel echter ook alle bepalingen van de overeenkomst te bevatten. Hoewel de overeenkomst en de statuten beiden naar de lidstaten verzonden moeten worden, zijn zij twee aparte documenten, en dient de goedkeuringsprocedure beperkt te blijven tot de overeenkomst. Bovendien dienen enkele aspecten die nu in de statuten zijn opgenomen in de overeenkomst geregeld te worden.

(13)

De ervaringen met de oprichting van EGTS'en wijzen uit dat de termijn van drie maanden voor de goedkeuringsprocedure van een lidstaat zelden in acht werd genomen. Daarom moet die termijn worden verlengd tot zes maanden. Anderzijds dient in voorkomend geval, met het oog op rechtszekerheid, na afloop van die termijn aangenomen te worden dat de overeenkomst stilzwijgend is goedgekeurd, overeenkomstig het nationale recht van de betrokken lidstaten, met inbegrip van hun respectieve grondwettelijke bepalingen. De lidstaat waar de voorgestelde statutaire zetel van de EGTS gevestigd zal zijn, moet evenwel de overeenkomst formeel goedkeuren. De lidstaten moeten nationale regels kunnen toepassen voor de procedure voor de goedkeuring van deelneming van een kandidaat-lid aan de EGTS of specifieke regels kunnen invoeren in het kader van de nationale regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1082/2006, maar uitzonderingen op de bepaling betreffende stilzwijgende goedkeuring na de termijn van zes maanden dienen niet te worden toegestaan, behalve wanneer dit mogelijk is gemaakt in deze verordening.

(14)

De redenen op grond waarvan een lidstaat de deelneming van een kandidaat-lid aan de EGTS of de overeenkomst niet goedkeurt dienen vastgesteld te worden. Bij het nemen van een besluit inzake die goedkeuring, mag echter geen rekening worden gehouden met nationaal recht dat andere regels en procedures vereist dan bepaald in Verordening (EG) nr. 1082/2006.

(15)

Aangezien Verordening (EG) nr. 1082/2006 niet kan worden toegepast in derde landen, dient de lidstaat waar de voorgestelde statutaire zetel van de EGTS gevestigd zal zijn zich er, bij goedkeuring van deelname van kandidaat-leden uit derde landen, die zijn opgericht op grond van het recht van die derde landen, van te vergewissen, in overleg met die lidstaten krachtens wiens recht andere kandidaat-leden van de EGTS zijn opgericht, dat die landen voorwaarden en procedures hebben toegepast die vergelijkbaar zijn met die van Verordening (EG) nr. 1082/2006 of zijn opgetreden in overeenstemming met internationale bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten van de Raad van Europa, ongeacht of dit ook lidstaten van de Unie zijn, op basis van de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, getekend in Madrid op 21 mei 1980, en de aanvullende protocollen die op grond daarvan zijn goedgekeurd. In geval van deelname van meerdere lidstaten van de Unie en een of meer derde landen moet het voldoende zijn als een dergelijke overeenkomst is gesloten tussen het betreffende derde land en één deelnemende lidstaat van de Unie.

(16)

Teneinde de toetreding van nieuwe leden tot een bestaande EGTS aan te moedigen, dient de procedure voor aanpassing van overeenkomsten in dergelijke gevallen vereenvoudigd te worden. Dergelijke aanpassingen hoeven in geval van een nieuw lid uit een lidstaat die de overeenkomst reeds heeft goedgekeurd, niet aan alle deelnemende lidstaten medegedeeld te worden, maar alleen aan de lidstaat onder het nationale recht waarvan het nieuwe kandidaat-lid is opgericht en de lidstaat waar de statutaire zetel van de EGTS is gevestigd. Van de latere wijziging van de overeenkomst moet aan alle betrokken lidstaten kennis worden gegeven. Deze vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure dient echter niet van toepassing te zijn bij een nieuw kandidaat-lid uit een lidstaat die de overeenkomst niet reeds heeft goedgekeurd, een derde land of een LGO, omdat het nodig is dat alle deelnemende lidstaten kunnen controleren of de toetreding niet in strijd is met hun algemeen belang of overheidsbeleid.

(17)

Bij de procedures voor goedkeuring van de deelname van kandidaat-leden uit LGO moeten, gezien de banden tussen LGO en lidstaten, ook die lidstaten betrokken zijn. Overeenkomstig de specifieke governance-relatie tussen de lidstaat en de LGO, moet de lidstaat hetzij de deelname van het kandidaat-lid uit de LGO goedkeuren, hetzij aan de lidstaat waar de voorgestelde statutaire zetel van de EGTS gevestigd zal zijn, schriftelijk bevestigen dat de bevoegde autoriteiten in de LGO de deelname van het kandidaat-lid hebben goedgekeurd op grond van voorwaarden en procedures die vergelijkbaar zijn met die in Verordening (EG) nr. 1082/2006. Dezelfde procedure is van toepassing ingeval een kandidaat-lid uit een LGO tot een EGTS wenst toe te treden.

(18)

Aangezien de statuten niet langer alle bepalingen van de overeenkomst moeten bevatten, dienen zowel de overeenkomst als de statuten geregistreerd en/of gepubliceerd te worden. Daarnaast dient om redenen van transparantie een kennisgeving van het besluit een EGTS op te richten gepubliceerd te worden in het Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks). Met het oog op consistentie dient die kennisgeving de nadere gegevens te bevatten die zijn beschreven in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1082/2006 als gewijzigd bij deze verordening.

(19)

Het doel van EGTS'en dient uitgebreid te worden tot het vereenvoudigen en bevorderen van territoriale samenwerking in het algemeen, met inbegrip van strategische planning en inachtneming van regionale en lokale belangen, in overeenstemming met het cohesiebeleid en ander beleid van de Unie, om aldus bij te dragen tot de Europa 2020-strategie of de uitvoering van macroregionale strategieën. Een EGTS dient derhalve ook concrete acties uit te kunnen voeren met andere financiële steun dan die wordt geboden uit hoofde van het cohesiebeleid van de Unie. Bovendien moet elk lid in elk van de vertegenwoordigde lidstaten of derde landen over elke bevoegdheid beschikken die vereist is voor de efficiënte werking van een EGTS, tenzij de lidstaat of het derde land de deelname goed keurt van een lid dat is opgericht onder zijn eigen nationale recht zelfs indien dat lid niet voor alle in de overeenkomst gespecificeerde taken bevoegd is.

(20)

De EGTS als juridisch instrument is niet bedoeld om het acquis van de Raad van Europa te omzeilen, dat een kader biedt waarin regionale en lokale autoriteiten grensoverschrijdend kunnen samenwerken, bijvoorbeeld in de recente Groeperingen voor Euroregionale samenwerking (7), en ook voorziet zij niet in een reeks van specifieke gemeenschappelijke regels die uniform van toepassing zouden zijn op al dergelijke regelingen in de Unie.

(21)

Zowel de specifieke taken van EGTS'en als de mogelijkheid van lidstaten om de acties die EGTS'en kunnen uitvoeren zonder financiële steun van de Unie te beperken, dienen afgestemd te worden met de bepalingen betreffende het EFRO, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds tijdens de programmeringsperiode 2014-2020.

(22)

Hoewel in Verordening (EG) nr. 1082/2006 is vastgelegd dat de taken van een EGTS, onder andere, geen "regelgevende bevoegdheden" omvatten, wat uiteenlopende juridische consequenties kan hebben in verschillende lidstaten, moet de vergadering van een EGTS, als de EGTS-overeenkomst hier specifiek in voorziet en overeenkomstig het Unie- en nationale recht, niettemin de voorwaarden kunnen bepalen voor het gebruik van een infrastructuurvoorziening die door de EGTS wordt beheerd, of de voorwaarden waaronder een dienst van algemeen economisch belang kan worden verleend, met inbegrip van de door de gebruikers te betalen tarieven en vergoedingen.

(23)

Als gevolg van de openstelling van EGTS'en voor leden van derde landen of LGO dient de overeenkomst nadere gegevens betreffende de regelingen voor hun deelname te bevatten.

(24)

De overeenkomst dient naast de opname van een verwijzing naar het toepasselijke recht in het algemeen, zoals is opgenomen in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1082/2006, ook het Unie- of nationale recht te noemen, dat of die van toepassing zijn op de EGTS. Daarnaast moet het mogelijk zijn dat dit nationale recht het recht kan zijn van de lidstaat waar de organen van de EGTS hun bevoegdheden uitoefenen, met name wanneer het personeel dat werkt onder verantwoordelijkheid van de directeur, zich in een andere lidstaat bevindt dan die waar de statutaire zetel is geregistreerd. In de overeenkomst moet ook het toepasselijke Unie- en nationale recht worden vernoemd dat rechtstreeks relevant is voor de uit hoofde van de in de overeenkomst gespecificeerde taken uitgevoerde activiteiten van de EGTS, inclusief wanneer de EGTS openbare diensten van algemeen belang of infrastructuur beheert.

(25)

Deze verordening dient geen betrekking te hebben op problemen in verband met grensoverschrijdende overheidsopdrachten waarmee EGTS'en te maken kunnen krijgen.

(26)

Gezien het belang ervan dient de overeenkomst, niet de statuten, aan te geven welke regels van toepassing zijn op het personeel van de EGTS, en welke beginselen ten grondslag liggen aan de regelingen inzake personeelsbeheer en aanwervingsprocedures. Het moet mogelijk zijn dat in de overeenkomst verschillende opties voor de keuze van de regels die van toepassing zijn op het personeel van de EGTS, kunnen worden opgenomen. De specifieke regelingen betreffende personeelsbeheer en aanwervingsprocedures dienen in de statuten uiteengezet te worden.

(27)

Verder dienen de lidstaten de mogelijkheden te benutten die zijn voorzien in Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (8) met betrekking tot het in onderlinge overeenstemming vaststellen van uitzonderingen op de vaststelling van de op grond van die verordening toepasselijke wetgeving, in het belang van bepaalde personen of groepen personen, en het personeel van EGTS'en als een dergelijke groep personen te beschouwen.

(28)

Gezien het belang ervan dient de overeenkomst, niet de statuten, de regelingen voor de aansprakelijkheid van leden te bevatten.

(29)

Wanneer een EGTS als uitsluitende doelstelling het beheer van een door het EFRO ondersteund samenwerkingsprogramma heeft, of van een deel daarvan, of wanneer een EGTS interregionale samenwerking of netwerken betreft, dient informatie betreffende het gebied waar de EGTS zijn taken kan uitvoeren niet vereist te worden. In het eerste geval moet de omvang van het gebied worden gedefinieerd, en in voorkomend geval aangepast, worden in het betreffende samenwerkingsprogramma. In het tweede geval gaat het hoofdzakelijk om immateriële activiteiten, en het vereisen van dergelijke informatie zou de toetreding van nieuwe leden tot interregionale samenwerking of netwerken belemmeren.

(30)

De verschillende regelingen betreffende enerzijds de controle van het beheer van openbare middelen en anderzijds de audit van de rekeningen van de EGTS, dienen verduidelijkt te worden.

(31)

EGTS'en waarvan de leden beperkte aansprakelijkheid hebben, dienen duidelijker onderscheiden te worden van andere waarvan de leden onbeperkt aansprakelijk zijn. Bovendien, teneinde EGTS'en waarvan de leden beperkte aansprakelijkheid hebben in staat te stellen om activiteiten te ondernemen die mogelijk tot schulden kunnen leiden, moeten lidstaten de mogelijkheid hebben te eisen dat dergelijke EGTS'en passende verzekeringen afsluiten of over een passende financiële garantie beschikken om de aan hun activiteiten verbonden risico's te dekken.

(32)

De lidstaten dienen de Commissie de tekst van vastgestelde bepalingen, alsook van wijzigingen daarvan, voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1082/2006, toe te zenden. Teneinde de informatie-uitwisseling en coördinatie tussen de lidstaten, de Commissie en het Comité van de Regio's te verbeteren, dient de Commissie deze bepalingen door te zenden aan de andere lidstaten en het Comité van de Regio's. Het Comité van de Regio's heeft een EGTS-platform opgezet dat alle betrokken partijen in staat stelt hun ervaringen en goede praktijken uit te wisselen, de communicatie over mogelijkheden en uitdagingen voor EGTS'en te verbeteren, de uitwisseling van ervaringen over de oprichting van EGTS'en op territoriaal niveau te vergemakkelijken, en kennis van goede werkmethoden op het gebied van territoriale samenwerking te delen.

(33)

Er dient een nieuwe termijn voor het verslag over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1082/2006 te worden vastgesteld. Overeenkomstig het streven van de Commissie naar een meer empirisch onderbouwde beleidsontwikkeling moet dit verslag ingaan op de belangrijkste evaluatiepunten, waaronder doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, Europese toegevoegde waarde, ruimte voor vereenvoudiging en duurzaamheid. Doeltreffendheid dient te worden verstaan als onder meer betrekking hebbend op de wijze waarop geprobeerd wordt om kennis over het EGTS-instrument te verspreiden binnen de verschillende diensten van de Commissie en tussen de Commissie en andere organen, zoals de Europese Dienst voor extern optreden. De Commissie dient dat verslag toe te zenden aan het Europees Parlement, de Raad en, krachtens het eerste lid van artikel 307 VWEU, aan het Comité van de Regio's. De toezending van dat verslag dient uiterlijk op 1 augustus 2018 te gebeuren.

(34)

Teneinde een lijst van indicatoren vast te leggen voor gebruik bij de evaluatie en voorbereiding van het verslag inzake de toepassing van Verordening (EG) nr. 1082/2006, moet de bevoegdheid om handelingen overeenkomstig artikel 290 van het VWEU vast te stellen, aan de Commissie worden gedelegeerd. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, ook op deskundigenniveau. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie ervoor te zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

(35)

Bestaande EGTS'en hoeven hun overeenkomst en statuten niet in overeenstemming te brengen met wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006 die door deze verordening zijn gemaakt.

(36)

Ook dient gespecificeerd te worden volgens welke regels EGTS'en waarvoor een goedkeuringsprocedure voor de datum van toepassing van deze verordening aanving, goedgekeurd dienen te worden.

(37)

Teneinde bestaande nationale regels met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening toe te passen voordat programma's onder de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" aan de Commissie moeten worden voorgelegd, dient deze verordening zes maanden na de datum van inwerkingtreding van toepassing te zijn. De lidstaten dienen bij de aanpassing van hun bestaande nationale regels te waarborgen dat er bevoegde autoriteiten worden aangewezen die verantwoordelijk zijn voor de goedkeuring van EGTS'en en dat die autoriteiten, overeenkomstig hun wettelijke en administratieve regelingen, dezelfde organen zijn die verantwoordelijk zijn voor de ontvangst van kennisgevingen overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1082/2006.

(38)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de verbetering van het juridische instrument van de EGTS, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar eerder op het niveau van Unie beter kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel genoemde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is voor de verwezenlijking van de doelstelling ervan, aangezien de oprichting van een EGTS facultatief is, met eerbiediging van het constitutionele bestel van de individuele lidstaten.

(39)

Verordening (EG) nr. 1082/2006 moet daarom dienovereenkomstig gewijzigd te worden,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006

Verordening (EG) nr. 1082/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de leden 1 en 2 worden vervangen door:

"1.   Op het grondgebied van de Unie kan een Europese groepering voor territoriale samenwerking (hierna "EGTS") worden opgericht onder de voorwaarden en volgens de regelingen die in deze verordening zijn vastgesteld.

2.   Een EGTS heeft tot doel in het bijzonder territoriale samenwerking te vergemakkelijken en te bevorderen, waaronder een of meer vormen van grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking, tussen haar in artikel 3, lid 1, bedoelde leden, met als doel de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie te versterken.";

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

"5.   De statutaire zetel van een EGTS bevindt zich in een lidstaat onder het recht waarvan ten minste één van de leden van de EGTS is opgericht.".

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

"1.   Op de handelingen van de organen van een EGTS zijn van toepassing:

a)

deze verordening;

b)

de in artikel 8 bedoelde overeenkomst, indien dit uitdrukkelijk is toegestaan uit hoofde van deze verordening; alsmede

c)

in gevallen die niet of slechts ten dele door deze verordening worden geregeld, het nationale recht van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel van de EGTS heeft.

Voor het bepalen van het toepasselijke recht uit hoofde van het Unierecht of het internationaal privaatrecht wordt een EGTS beschouwd als een entiteit van de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft.";

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

"1 bis.   De activiteiten van een EGTS met betrekking tot het uitvoeren van de in artikel 7, leden 2 en 3, bedoelde taken binnen de Unie vallen onder het toepasselijke Unierecht en nationaal recht dat in de in artikel 8 bedoelde overeenkomst is vermeld.

De activiteiten van een EGTS die uit de begroting van de Unie worden medegefinancierd, voldoen aan de eisen van het toepasselijke Unierecht en van het nationale recht betreffende de toepassing van dat Unierecht.".

3)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea van lid 1 wordt vervangen door:

"1.   De volgende entiteiten kunnen lid worden van een EGTS:

a)

lidstaten of overheden op nationaal niveau;

b)

regionale overheden;

c)

lokale overheden;

d)

overheidsbedrijven in de zin van artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad (9) of publiekrechtelijke instellingen in de zin van de tweede alinea van artikel 1, lid 9, van Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (10);

e)

bedrijven belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang overeenkomstig het toepasselijke Unie- en nationale recht;

f)

nationale, regionale of lokale overheden, of organen of overheidsbedrijven, die vergelijkbaar zijn met die bedoeld onder d), uit derde landen, onder de in artikel 3 bis aangegeven voorwaarden.

(9)  Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1)."

(10)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).";"

b)

lid 2 wordt vervangen door:

"2.   Een EGTS is samengesteld uit leden die gevestigd zijn op het grondgebied van ten minste twee lidstaten, voor zover in artikel 3 bis, leden 2 en 5, niet anders bepaald is.".

4)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 3 bis

Toetreding van leden uit derde landen of landen of gebieden overzee (LGO)

1.   Overeenkomstig artikel 4, lid 3 bis, kan een EGTS bestaan uit leden gevestigd op het grondgebied van ten minste twee lidstaten en van een of meer derde landen die naburig zijn aan ten minste één van die lidstaten, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, wanneer deze lidstaten en derde landen gezamenlijk territoriale samenwerkingsacties of door de Unie ondersteunde programma's uitvoeren.

Voor de toepassing van deze verordening wordt een derde land of een LGO geacht aan een lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, naburig te zijn wanneer het derde land of het LGO en die lidstaat een gemeenschappelijke landsgrens delen of wanneer zowel het derde land of het LGO en die lidstaat in aanmerking komen voor een gezamenlijk maritiem grensoverschrijdend of transnationaal programma in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking", of voor een ander grensoverschrijdend, zeeoverschrijdend of zeebekkensamenwerkingsprogramma, ook wanneer zij door internationale wateren worden gescheiden.

2.   Een EGTS kan bestaan uit leden gevestigd op het grondgebied van slechts één lidstaat en één of meer derde landen die aan die lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, naburig zijn, wanneer de betrokken lidstaat meent dat die EGTS aansluit bij de bestaande territoriale samenwerking in de context van grensoverschrijdende of transnationale samenwerking of bilaterale betrekkingen met de betrokken derde landen.

3.   Voor de toepassing van de leden 1 en 2, omvatten derde landen die aan een lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, naburig zijn ook de zeegrenzen tussen de betrokken landen.

4.   Overeenkomstig artikel 4 bis en onder de voorwaarden van lid 1 van dit artikel, kan een EGTS ook bestaan uit leden die gevestigd zijn op het grondgebied van ten minste twee lidstaten, met inbegrip van hun ultraperifere gebieden, en van één of meer LGO, met of zonder leden uit één of meer derde landen.

5.   Overeenkomstig artikel 4 bis en onder de voorwaarden van lid 2 van dit artikel, kan een EGTS ook bestaan uit leden die gevestigd zijn op het grondgebied van slechts één lidstaat, met inbegrip van zijn ultraperifere gebieden, en één of meer LGO, met of zonder leden uit één of meer derde landen.

6.   Een EGTS mag niet alleen bestaan uit leden van een lidstaat en een of meer met diezelfde lidstaat verbonden LGO.".

5)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

"3.   Na kennisgeving krachtens lid 2 door een kandidaat-lid keurt de lidstaat die die kennisgeving heeft ontvangen, rekening houdend met zijn constitutionele bestel, de deelneming van het kandidaat-lid aan de EGTS en de overeenkomst goed, tenzij die lidstaat van oordeel is dat:

a)

deze deelneming of de overeenkomst niet in overeenstemming is met:

i)

deze verordening;

ii)

ander Unierecht betreffende de handelingen en activiteiten van de EGTS; of

iii)

nationaal recht betreffende de bevoegdheden en taken van het kandidaat-lid;

b)

deze deelneming niet gerechtvaardigd is om redenen van algemeen belang of overheidsbeleid van die lidstaat; of

c)

de statuten niet stroken met de overeenkomst.

In geval van niet-goedkeuring verstrekt de lidstaat een verklaring van zijn redenen daarvoor en geeft hij in voorkomend geval aan welke wijzigingen in de overeenkomst moeten worden aangebracht.

De lidstaat neemt een besluit met betrekking tot de goedkeuring binnen zes maanden nadat hij overeenkomstig lid 2 een kennisgeving heeft ontvangen. Als de lidstaat die de kennisgeving heeft ontvangen, binnen die termijn geen bezwaar heeft gemaakt, wordt de deelneming van het kandidaat-lid en de overeenkomst geacht goedgekeurd te zijn. De lidstaat waar de voorgestelde statutaire zetel van de EGTS gevestigd zal zijn, keurt de overeenkomst echter formeel goed zodat de EGTS kan worden opgericht.

Telkens als de lidstaat een kandidaat-lid om aanvullende informatie verzoekt, wordt de termijn bedoeld in de derde alinea onderbroken. De periode van onderbreking begint op de dag na die waarop de lidstaat zijn opmerkingen aan het kandidaat-lid heeft gezonden en duurt totdat het kandidaat-lid op die opmerkingen heeft gereageerd.

De termijn bedoeld in de derde alinea wordt echter niet onderbroken indien het kandidaat-lid de opmerkingen van de lidstaat beantwoordt binnen tien werkdagen na het begin van de periode van de onderbreking.

Bij het nemen van een besluit over de deelneming van een kandidaat-lid aan een EGTS kunnen de lidstaten hun nationale regelgeving toepassen.";

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

"3 bis.   In het geval van een EGTS met kandidaat-leden uit één of meer derde landen vergewist de lidstaat waar de voorgestelde statutaire zetel van de EGTS gevestigd zal zijn zich er in overleg met de overige betrokken lidstaten van dat voldaan wordt aan de in artikel 3 bis aangegeven voorwaarden en dat elk derde land de deelname van het kandidaat-lid heeft goedgekeurd in overeenstemming met:

a)

voorwaarden en procedures die gelijkwaardig zijn aan die in deze verordening; of

b)

een overeenkomst tussen ten minste één lidstaat, onder het recht waarvan het kandidaat-lid is opgericht, en dat derde land.";

c)

de leden 5 en 6 worden vervangen door:

"5.   De leden stemmen in met de in artikel 8 genoemde overeenkomst, waarbij zij toezien op de samenhang met de goedkeuring overeenkomstig lid 3 van dit artikel.

6.   De EGTS deelt alle wijzigingen van de overeenkomst of de statuten mede aan de lidstaten onder het recht waarvan de leden zijn opgericht. Alle wijzigingen van de overeenkomst, met als enige uitzondering de gevallen van toetreding van een nieuw lid als bedoeld in lid 6 bis, onder a), dienen door die lidstaten te worden goedgekeurd overeenkomstig de in dit artikel aangegeven procedure.";

d)

het volgende lid wordt toegevoegd:

"6 bis.   De volgende bepalingen zijn van toepassing in geval van toetreding van nieuwe leden tot een bestaande EGTS:

a)

bij toetreding van een nieuw lid uit een lidstaat die de overeenkomst al heeft goedgekeurd, wordt deze toetreding alleen goedgekeurd door de lidstaat onder het recht waarvan het nieuwe lid is opgericht overeenkomstig de procedure van lid 3 en ter kennis gebracht van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft;

b)

in geval van toetreding van een nieuw lid uit een lidstaat die de overeenkomst nog niet heeft goedgekeurd, is de procedure van lid 6 van toepassing;

c)

bij toetreding van een nieuw lid uit een derde land tot een bestaande EGTS wordt deze toetreding onderzocht door de lidstaat waar de EGTS zijn statutaire zetel heeft, overeenkomstig de procedure van lid 3 bis.".

6)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 4 bis

Deelname van leden uit een LGO

In het geval van een EGTS met een kandidaat-lid uit een LGO vergewist de lidstaat waarmee het LGO is verbonden, zich ervan dat de voorwaarden van artikel 3 bis vervuld zijn, en rekening houdend met zijn relatie met het LGO:

a)

keurt hij de deelname van het kandidaat-lid goed overeenkomstig artikel 4, lid 3; of

b)

bevestigt hij schriftelijk aan de lidstaat waar de voorgestelde statutaire zetel van de EGTS zal worden gevestigd dat de bevoegde autoriteiten in het LGO de deelname van het kandidaat-lid hebben goedgekeurd volgens voorwaarden en procedures die gelijkwaardig zijn aan die in deze verordening.".

7)

Artikel 5 wordt vervangen door:

"Artikel 5

Verkrijging van rechtspersoonlijkheid en bekendmaking in het Publicatieblad

1.   De overeenkomst en de statuten en eventuele latere wijzigingen daarvan worden geregistreerd en/of bekendgemaakt in de lidstaat waar de betreffende EGTS haar statutaire zetel heeft, overeenkomstig het toepasselijke nationale recht van die lidstaat. De EGTS verkrijgt rechtspersoonlijkheid op de datum van de registratie of de bekendmaking van de overeenkomst en de statuten, afhankelijk van hetgeen het eerst plaatsvindt. De leden stellen de betrokken lidstaten en het Comité van de Regio's in kennis van de registratie of bekendmaking van de overeenkomst en de statuten.

2.   De EGTS zorgt ervoor dat binnen tien werkdagen na de registratie of bekendmaking van de overeenkomst en de statuten een verzoek aan het Comité van de Regio's wordt gezonden, volgens het model in de bijlage bij deze verordening. Het Comité van de Regio's geeft dit verzoek door aan het Publicatiebureau van de Europese Unie voor publicatie van een kennisgeving in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, ter aankondiging van de oprichting van de EGTS, met de in de bijlage bij deze verordening aangegeven details.".

8)

Artikel 6, lid 4, wordt vervangen door:

"4.   Indien de in artikel 7, lid 3, vermelde taken van een EGTS acties bestrijken die door de Unie medegefinancierd worden, is, niettegenstaande de leden 1, 2 en 3, van dit artikel, de relevante wetgeving betreffende de controle van financiële middelen verstrekt door de Unie van toepassing.".

9)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de leden 2 en 3 worden vervangen door:

"2.   Een EGTS handelt binnen het kader van de aan haar toevertrouwde taken, namelijk de facilitering en bevordering van territoriale samenwerking ter versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie, en het wegnemen van belemmeringen voor de interne markt. Voor elk van deze taken wordt door de leden ervan vastgesteld dat zij onder de bevoegdheid van elk lid vallen, tenzij de lidstaat of het derde land de deelname van een onder zijn nationaal recht opgericht lid goedkeurt, zelfs wanneer dat lid niet bevoegd is voor alle in de overeenkomst vermelde taken.

3.   De EGTS kan andere specifieke acties uitvoeren in het kader van territoriale samenwerking tussen haar leden en binnen de doelstelling bedoeld in artikel 1, lid 2, al dan niet met financiële steun van de Unie.

In de eerste plaats kunnen de taken van een EGTS de uitvoering van samenwerkingsprogramma's of delen daarvan omvatten, of de uitvoering van concrete acties die door de Unie worden ondersteund door middel van het EFRO, het Europees Sociaal Fonds en/of het Cohesiefonds.

De lidstaten kunnen de taken die de EGTS zonder financiële bijdrage van de Unie mag uitvoeren, beperken. Onverminderd artikel 13 sluiten de lidstaten echter geen taken uit met betrekking tot de investeringsprioriteiten die worden bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad (11).

(11)  Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).";"

b)

aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"De in artikel 10, lid 1, onder a), bedoelde vergadering van een EGTS kan echter, overeenkomstig het toepasselijke Unie- en nationale recht, de voorwaarden bepalen voor het gebruik van een infrastructuurvoorziening die door de EGTS wordt beheerd, of de voorwaarden waaronder een dienst van algemeen economisch belang wordt verleend, met inbegrip van de tarieven en vergoedingen die de gebruikers moeten betalen.".

10)

Artikel 8, lid 2, wordt vervangen door:

"2.   De overeenkomst specificeert:

a)

de naam van de EGTS en de statutaire zetel;

b)

de omvang van het grondgebied waarop de EGTS haar taken mag uitvoeren;

c)

doel en taken van de EGTS;

d)

de duur van de EGTS en de voorwaarden voor ontbinding;

e)

een lijst van de leden van de EGTS;

f)

een lijst van de organen van de EGTS en hun respectieve bevoegdheden;

g)

het Unierecht en het nationale recht van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft dat van toepassing zal zijn op de interpretatie en naleving van de overeenkomst;

h)

het toepasselijke Unierecht en het nationale recht van de lidstaat waar de organen van de EGTS optreden;

i)

de regelingen voor deelname van leden uit derde landen of uit LGO, indien van toepassing, met inbegrip van de bepaling van het toepasselijke recht wanneer de EGTS taken in derde landen of in LGO uitvoert;

j)

het toepasselijke Unie- en nationale recht dat rechtstreeks van belang is voor de activiteiten van de EGTS die zij uit hoofde van de in de overeenkomst gespecificeerde taken uitvoert;

k)

de regels die van toepassing zijn op het personeel van de EGTS en de beginselen waarop de regelingen inzake personeelsbeheer en aanwervingsprocedures gebaseerd zijn;

l)

de regelingen inzake de aansprakelijkheid van de EGTS en haar leden, overeenkomstig artikel 12;

m)

de toepasselijke regels inzake wederzijdse erkenning, waaronder die voor de financiële controle van het beheer van publieke middelen; en

n)

de procedures tot goedkeuring van de statuten en tot wijziging van de overeenkomst, die voldoen aan de in de artikelen 4 en 5 aangegeven verplichtingen.

3.   Wanneer de taken van een EGTS alleen het beheer van een samenwerkingsprogramma of een deel daarvan betreffen in het kader van Verordening (EU) nr. 1299/2013, of wanneer een EGTS interregionale samenwerking of netwerken betreft, is de in lid 2, onder b), bedoelde informatie niet vereist.".

11)

Artikel 9 wordt vervangen door:

"Artikel 9

Statuten

1.   De statuten van een EGTS worden met eenparigheid van stemmen door de leden vastgesteld op basis van en in overeenstemming met de overeenkomst.

2.   De statuten van een EGTS bevatten ten minste het volgende:

a)

bepalingen betreffende de werking van haar organen en hun bevoegdheden, alsmede het aantal vertegenwoordigers van de leden in de betrokken organen;

b)

de besluitvormingsprocedures van de EGTS;

c)

de werktaal of –talen;

d)

de regelingen voor het functioneren van de EGTS;

e)

de procedures voor personeelsbeheer en aanwerving;

f)

de regelingen voor de financiële bijdragen van leden;

g)

de toepasselijke boekhoudkundige en budgettaire regels voor de leden;

h)

de aanwijzing van de onafhankelijke externe auditor van de rekeningen van de EGTS; en

i)

de procedures tot wijziging van de statuten, die voldoen aan de in de artikelen 4 en 5 aangegeven verplichtingen.".

12)

Artikel 11, lid 2, wordt vervangen door:

"2.   De opstelling van de rekeningen, met inbegrip van het jaarverslag en de auditing en publicatie van die rekeningen indien vereist, is onderworpen aan het nationale recht van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft.".

13)

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Een EGTS is aansprakelijk voor al haar schulden.";

b)

lid 2 wordt vervangen door:

"2.   Onverminderd lid 3 zijn, voor zover de activa van een EGTS onvoldoende zijn om aan haar financiële verplichtingen te voldoen, de leden aansprakelijk voor de schulden van de EGTS, ongeacht de aard daarvan, waarbij het aandeel van elk lid wordt vastgesteld in verhouding tot zijn financiële bijdrage. De nadere regels voor financiële bijdragen worden in de statuten vastgelegd.

De leden van de EGTS kunnen in de statuten bepalen dat zij, nadat hun lidmaatschap van een EGTS is beëindigd, aansprakelijk zijn voor verbintenissen die uit activiteiten van de EGTS tijdens hun lidmaatschap voortvloeien.

2 bis.   Indien ten minste een lid van een EGTS uit een lidstaat beperkt aansprakelijk is ten gevolge van het nationale recht waaronder het lid is opgericht, hebben ook de andere leden het recht in de overeenkomst hun aansprakelijkheid te beperken wanneer nationaal recht tot uitvoering van deze verordening zulks toelaat.

De naam van een EGTS waarvan de leden beperkt aansprakelijk zijn, bevat het woord "beperkt".

De vereisten inzake de openbaarmaking van de overeenkomst, de statuten en de rekeningen van een EGTS waarvan de leden beperkt aansprakelijk zijn, zijn ten minste gelijk aan die voor andere rechtspersonen met beperkte aansprakelijkheid krachtens het recht van de lidstaat waar die EGTS haar statutaire zetel heeft.

In het geval van een EGTS waarvan de leden beperkt aansprakelijk zijn, kan een betrokken lidstaat vereisen dat de EGTS passende verzekeringen afsluit of beschikt over een garantie van een bank of andere financiële instelling gevestigd in een lidstaat, dan wel gedekt is door een voorziening die door een overheidsinstantie of door een lidstaat als garantie is verstrekt om de aan de activiteiten van de EGTS verbonden risico's te dekken.".

14)

In artikel 15, lid 2, wordt de eerste alinea vervangen door:

"2.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is het Unierecht inzake rechterlijke bevoegdheid van toepassing op geschillen waarbij een EGTS partij is. In de gevallen waarin dergelijk Unierecht niet voorziet, worden geschillen beslecht door de bevoegde rechtbanken van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft.".

15)

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

"1.   De lidstaten stellen bepalingen vast om ervoor te zorgen dat deze verordening daadwerkelijk wordt toegepast, inclusief ten aanzien van de vaststelling van de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de goedkeuringsprocedure overeenkomstig hun wettelijke en bestuursrechtelijke regelingen.

In het geval dat het nationale recht van een lidstaat dit vereist, kan die lidstaat een volledige lijst opstellen van de taken die reeds aan de onder zijn recht opgerichte leden van een EGTS in de zin van artikel 3, lid 1, zijn toevertrouwd, voor zover het territoriale samenwerking in die lidstaat betreft.

De lidstaat dient bij de Commissie elke uit hoofde van dit artikel aangenomen bepaling in alsook eventuele wijzigingen daarvan. De Commissie zendt deze bepalingen door aan de andere lidstaten en het Comité van de Regio's.";

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

"1 bis.   De bepalingen van lid 1 die betrekking hebben op een lidstaat waarmee een LGO is verbonden, verzekeren, rekening houdend met de relatie van de lidstaat met dat LGO, ook de daadwerkelijke toepassing van deze verordening met betrekking tot dat LGO, dat aan andere lidstaten of de ultraperifere gebieden van die lidstaten naburig is.".

16)

Artikel 17 wordt vervangen door:

"Artikel 17

Verslag

Uiterlijk 1 augustus 2018 zendt de Commissie het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio's een verslag over de toepassing van deze verordening, waarin op basis van indicatoren de doelmatigheid, de efficiëntie, de relevantie, de Europese toegevoegde waarde en de mogelijkheden voor vereenvoudiging ervan worden geëvalueerd.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 17 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot vastlegging van de lijst van de in de eerste alinea bedoelde indicatoren.".

17)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 17 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 17, tweede lid, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 21 december 2013

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 17, tweede lid, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 17, tweede lid, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad beide vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. De termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.".

Artikel 2

Overgangsbepalingen

1.   EGTS'en die zijn opgericht vóór 21 december 2013 zijn niet verplicht hun overeenkomst en statuten in overeenstemming te brengen met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006 zoals gewijzigd bij deze verordening.

2.   In het geval van EGTS'en waarvoor een procedure volgens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1082/2006 werd gestart vóór 22 juni 2014 en waarvoor alleen de registratie of publicatie volgens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1082/2006 nog niet heeft plaatsgevonden, worden de overeenkomst en de statuten geregistreerd en/of gepubliceerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006 vóór de wijziging ervan bij deze verordening.

3.   EGTS'en waarvoor een procedure volgens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1082/2006 werd gestart meer dan zes maanden voor 22 juni 2014 worden goedgekeurd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006 vóór de wijziging ervan bij deze verordening.

4.   Andere dan de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde EGTS'en waarvoor een procedure volgens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1082/2006 werd gestart vóór 22 juni 2014 worden goedgekeurd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1082/2006 zoals gewijzigd bij deze verordening.

5.   De lidstaten dienen uiterlijk 22 juni 2014 bij de Commissie de noodzakelijke wijzigingen in van de nationale bepalingen die zijn aangenomen overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1082/2006 zoals gewijzigd bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 22 juni 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 december 2013.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

R. ŠADŽIUS


(1)  PB C 191 van 29.6.2012, blz. 53.

(2)  PB C 113 van 18.4.2012, blz. 22.

(3)  Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19).

(4)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

(5)  Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

(6)  Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Unie ("LGO-besluit") (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

(7)  Protocol nr. 3 bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten voor wat de oprichting van Groeperingen voor Euroregionale samenwerking (GES) betreft, waarbij lidstaten zich sinds 16 november 2009 kunnen aansluiten.

(8)  Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).


BIJLAGE

Model voor de uit hoofde van artikel 5, lid 2, in te dienen informatie

OPRICHTING VAN EEN EUROPESE GROEPERING VOOR TERRITORIALE SAMENWERKING (EGTS)

De naam van een EGTS waarvan de leden beperkt aansprakelijk zijn, bevat het woord „beperkt” (artikel 12, lid 2 bis).

Een asterisk* geeft verplicht in te vullen velden aan.

Image

Image

Image


Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over bewustmaking en de artikelen 4 en 4 bis van de EGTS-verordening

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie komen overeen dat zij beter gecoördineerde acties zullen ondernemen om de instellingen en de lidstaten bewust te maken van de mogelijkheden om EGTS'en te gebruiken als facultatieve instrumenten voor territoriale samenwerking op alle beleidsterreinen van de Unie.

In dit verband roepen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie de lidstaten er in het bijzonder toe op adequate maatregelen te nemen voor de coördinatie en communicatie tussen nationale overheden en tussen overheden van verschillende lidstaten om te zorgen voor duidelijke, doeltreffende en transparante procedures voor de goedkeuring van nieuwe EGTS'en binnen de vastgestelde termijnen.


Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over artikel 1, lid 9, van de EGTS-verordening

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie komen overeen dat bij de toepassing van artikel 9, lid 2, onder i), van Verordening (EU) nr. 1082/2006, zoals gewijzigd, de lidstaten zullen trachten om bij de beoordeling van de voorschriften die van toepassing zullen zijn op de personeels-leden van een EGTS zoals voorgesteld in de ontwerpovereenkomst, de verschillende mogelijke arbeidsregelingen waaruit de EGTS kan kiezen, naar privaat- of publiekrecht, in overweging te nemen.

Indien de arbeidscontracten van de personeelsleden van een EGTS onder het privaatrecht vallen, houden de lidstaten eveneens rekening met de EU-wetgeving ter zake, zoals Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I), evenals de rechtspraktijk van de andere lidstaten die zijn vertegenwoordigd in de EGTS.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie komen verder overeen dat, indien de arbeids-contracten van de personeelsleden van een EGTS onder publiekrecht vallen, de nationale publiek-rechtelijke voorschriften gelden van de lidstaat waar het respectieve EGTS-orgaan is gevestigd. De nationale publiekrechtelijke voorschriften van de lidstaat waar de EGTS is geregistreerd, kunnen echter van toepassing zijn op de personeelsleden van de EGTS die reeds onder deze voorschriften vielen voordat zij in dienst traden van de EGTS.


Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de rol van het Comité van de Regio's in het kader van het EGTS-platform

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie nemen kennis van de waardevolle werkzaamheden uitgevoerd door het Comité van de Regio's in het kader van het EGTS-platform waarop het toezicht houdt, en moedigen het Comité van de Regio's aan de activiteiten van de bestaande en in oprichting zijnde EGTS’en te blijven volgen, een uitwisseling van beste praktijken te organiseren en gemeenschappelijke uitdagingen vast te stellen.