22.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 20 augustus 2013

inzake de toepassing op intermodale containers van het verbod op de in- en uitvoer van apparaten die stoffen bevatten of nodig hebben die worden gereguleerd bij Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 241/01

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 288,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (1), en met name de artikelen 15 en 17, zijn voorschriften vastgesteld ter beperking van de in- en uitvoer van de in bijlage I bij de verordening vermelde stoffen die de ozonlaag afbreken, ook wel „gereguleerde stoffen” genoemd, alsook van producten en apparaten die gereguleerde stoffen bevatten of nodig hebben.

(2)

Uit hoofde van artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1005/2009 moeten de lidstaten inspecties uitvoeren met betrekking tot de naleving van die verordening door de ondernemingen.

(3)

Overeenkomstig het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (2) blijft het gebruik van chloorfluorkoolwaterstoffen toegestaan, ook bij de productie van intermodale containers.

(4)

De invoer en het in de handel brengen van intermodale containers die chloorfluorkoolwaterstoffen bevatten of nodig hebben, is sinds 2004 verboden in de Europese Unie, maar er bestaat geen verplichting tot ontmanteling van dergelijke containers.

(5)

Daarom bevatten in de internationale handel gebruikte intermodale containers gewoonlijk nog steeds stoffen die de ozonlaag afbreken, bijvoorbeeld in isolatieschuim of in bijbehorende of geïntegreerde koelinstallaties die gereguleerde stoffen als koelmiddel gebruiken.

(6)

Verordening (EG) nr. 1005/2009 is strenger dan het Protocol van Montreal en verbiedt het in de handel brengen van intermodale containers die gereguleerde stoffen bevatten of nodig hebben.

(7)

Overeenkomstig internationale overeenkomsten zoals het Verdrag inzake tijdelijke invoer (3) en de Overeenkomst inzake de douaneregeling voor containers die in het internationale vervoer in poolverband worden gebruikt (4), mag het vrije verkeer van intermodale containers niet aan beperkingen worden onderworpen.

(8)

Overeenkomstig de door de Gemeenschap en alle lidstaten geratificeerde Overeenkomst inzake tijdelijke invoer moet aan een aantal goederen die in het kader van een commerciële activiteit worden ingevoerd, waaronder containers, een tijdelijke toelating worden verleend. In de artikelen 553, 554, 555 en 557 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het douanewetboek (5) is onder meer bepaald dat containers onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor volledige vrijstelling van invoerrechten. De douaneautoriteiten moeten er met name op toezien dat de totale periode waarin de containers voor hetzelfde doel en onder de verantwoordelijkheid van dezelfde vergunninghouder onder de regeling blijven, niet meer dan 24 maanden bedraagt, tenzij er specifieke vrijstellingen worden toegekend.

(9)

Op grond van de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie moeten wetsbesluiten van de instellingen worden uitgelegd in overeenstemming met de internationale overeenkomsten waarbij de Unie partij is,

IS VAN OORDEEL:

1.

Dat de lidstaten bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2009 de binnenkomst in of het vertrek uit het douanegebied van de Unie van intermodale containers niet als invoer of uitvoer overeenkomstig de artikelen 15 en 17 van die verordening moeten beschouwen indien de intermodale containers onder de regeling voor tijdelijke toelating vallen.

2.

Dat de lidstaten bij de overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1005/2009 uitgevoerde inspecties van intermodale containers die gereguleerde stoffen bevatten of nodig hebben moeten verifiëren dat de intermodale containers die in overeenstemming met de regeling voor tijdelijke toelating in het douanegebied van de Unie binnenkomen, voldoen aan de artikelen 553, 554, 555 en 557 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 en niet in de Unie in de handel worden gebracht.

3.

Dit advies is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 augustus 2013.

Voor de Commissie

Connie HEDEGAARD

Lid van de Commissie


(1)  PB L 286 van 30.10.2009, blz. 1.

(2)  PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8.

(3)  PB L 130 van 27.5.1993, blz. 4.

(4)  PB L 91 van 22.4.1995, blz. 46.

(5)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.