20.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 45/2012 VAN DE COMMISSIE

van 19 januari 2012

tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft de inhoud van de verplaatsingsdocumenten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (1), en met name artikel 10, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 21/2004 bepaalt dat elke lidstaat een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten overeenkomstig het bepaalde in die verordening moet vaststellen.

(2)

Die regeling moet vier elementen omvatten, namelijk: identificatiemiddelen om elk afzonderlijk dier te identificeren („identificatiemiddelen”), bijgewerkte registers op elk bedrijf, verplaatsingsdocumenten en een centraal register of geautomatiseerd gegevensbestand. In de bijlage bij die verordening worden de voorwaarden vastgesteld waaraan deze elementen moeten voldoen.

(3)

Verordening (EG) nr. 21/2004 bepaalt dat elektronische identificatie met ingang van 31 december 2009 verplicht is voor alle na die datum geboren dieren. De meeste tot en met die datum geboren dieren worden echter nog steeds alleen met niet-elektronische identificatiemiddelen geïdentificeerd.

(4)

De individuele diercode in de niet-elektronische identificatiemiddelen kan slechts handmatig worden geregistreerd. Het handmatig registreren van niet-elektronische identificatiemiddelen vergt een aanzienlijke inspanning van de houder en is een potentiële bron van fouten.

(5)

Er is rekening gehouden met de specifieke situatie van tot en met 31 december 2009 geboren dieren voor zover het de verplichting betreft tot registratie van de individuele diercodes in het verplaatsingsdocument. De risico’s in verband met het vervoer van dergelijke dieren naar een slachthuis zijn gering en rechtvaardigen niet de extra administratieve lasten als gevolg van die verplichting. Rechtstreeks naar een slachthuis in dezelfde lidstaat vervoerde dieren werden daarom, ongeacht de datum van vervoer van de dieren, vrijgesteld van die verplichting.

(6)

Om de administratieve lasten voor de exploitanten verder te verminderen, is in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 21/2004, als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 933/2008 van de Commissie (2), bepaald dat de verplichting tot registratie van de individuele diercode in het verplaatsingsdocument tot en met 31 december 2011 niet verplicht is voor tot en met 31 december 2009 geboren dieren voor alle andere verplaatsingen dan die naar een slachthuis, rechtstreeks of via een kanalisatieprocedure.

(7)

Gedurende de tijd dat deze overgangsperiode gold, zijn de diensten van de Commissie niet in kennis gesteld van grote tekortkomingen in de regeling als gevolg van de toepassing van deze afwijking.

(8)

Uit de gegevens blijkt echter dat in sommige lidstaten, als gevolg van de bijzondere wijze waarop schapen en geiten worden gehouden, de tot en met 31 december 2009 geboren dieren tot en met 31 december 2014 een aanzienlijk deel van de schapen- en geitenpopulatie zullen blijven uitmaken. De risico’s in verband met het vervoer van die dieren zullen gestaag afnemen naarmate het aantal dergelijke dieren daalt. De handmatige registratie van niet-elektronische identificatiemiddelen in die gevallen zou echter nog steeds een aanzienlijke administratieve last voor de houders van dergelijke dieren met zich brengen.

(9)

Verplaatsingen van dergelijke dieren moeten daarom tot en met 31 december 2014 verder worden vrijgesteld van de verplichting tot registratie van de individuele diercodes in het verplaatsingsdocument. De lasten die deze registratie na die datum met zich meebrengt voor de houders en de potentiële bronnen van fouten zouden dan binnen aanvaardbare grenzen blijven.

(10)

Verordening (EG) nr. 21/2004 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

Met het oog op de rechtszekerheid is het passend deze verordening met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 toe te passen teneinde de continuïteit bij de toepassing van de vrijstelling van de verplichting tot registratie van de individuele diercodes in het verplaatsingsdocument te garanderen.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In punt C.3 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 21/2004 wordt punt b) vervangen door:

„b)

tot en met 31 december 2014 voor alle andere verplaatsingen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 januari 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8.

(2)  PB L 256 van 24.9.2008, blz. 5.