17.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 216/1


VERORDENING (EU) Nr. 737/2010 VAN DE COMMISSIE

van 10 augustus 2010

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handel in zeehondenproducten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (1), en met name op artikel 3, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1007/2009 staat het op de markt brengen toe van zeehondenproducten die afkomstig zijn van door de Inuit- en andere inheemse gemeenschappen traditioneel voor hun levensonderhoud beoefende jacht. Ook staat die verordening het op de markt brengen van zeehondenproducten toe indien de jacht uitsluitend werd beoefend met het oog op het duurzame beheer van de rijkdommen van de zee en indien de invoer van zeehondenproducten occasioneel gebeurt en uitsluitend goederen voor persoonlijk gebruik van reizigers of hun familieleden betreft.

(2)

Om een uniforme toepassing van Verordening (EG) nr. 1007/2009 te garanderen is het derhalve noodzakelijk nadere vereisten inzake de invoer en het op de Uniemarkt brengen van die zeehondenproducten vast te stellen.

(3)

Het op de markt brengen van zeehondenproducten die afkomstig zijn van door Inuit- en andere inheemse gemeenschappen traditioneel voor hun levensonderhoud beoefende jacht moet worden toegestaan voor zover deze jacht deel uitmaakt van het culturele erfgoed van de gemeenschap en voor zover de zeehondenproducten op zijn minst gedeeltelijk volgens de tradities binnen de gemeenschappen worden gebruikt, geconsumeerd of verwerkt.

(4)

Voorts moeten de voorwaarden worden vastgesteld voor het op de markt brengen van zeehondenproducten die zijn voortgekomen uit bijproducten van de jacht die slechts wordt beoefend met het oog op het duurzame beheer van de rijkdommen van de zee, alsmede voor de invoer van zeehondenproducten voor persoonlijk gebruik van reizigers en hun familieleden.

(5)

Binnen dit uitzonderlijke kader moet een effectief mechanisme ter waarborging van voldoende controle op de naleving van deze vereisten worden ingevoerd. Dat mechanisme moet de handel niet meer beperken dan nodig is.

(6)

Alternatieven zouden niet volstaan om deze doelen te bereiken. Daarom moet er een mechanisme komen aan de hand waarvan erkende instanties verklaringen afgeven die garanderen dat zeehondenproducten voldoen aan de bij Verordening (EG) nr. 1007/2009 vastgestelde vereisten, tenzij het de invoer voor persoonlijk gebruik van reizigers of hun familieleden betreft.

(7)

Er dient te worden bepaald dat instanties die aan bepaalde vereisten voldoen, worden opgenomen in een lijst van erkende instanties die zulke verklaringen afgeven.

(8)

Ter vergemakkelijking van het beheer en de controle van de verklaringen moeten modellen voor de verklaring en de kopieën ervan worden vastgesteld.

(9)

Er moeten procedures voor de controle van de verklaringen worden vastgesteld. Deze procedures moeten zo eenvoudig en praktisch zijn als mogelijk is zonder afbreuk te doen aan de geloofwaardigheid en de samenhang van het systeem.

(10)

Ter vergemakkelijking van de uitwisseling van gegevens tussen de bevoegde autoriteiten, de Commissie en de erkende instanties moet het gebruik van elektronische systemen worden toegestaan.

(11)

De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening, met name wat de verwerking van persoonsgegevens in de verklaringen betreft, moet voldoen aan Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

(12)

Daar deze verordening bepalingen vaststelt ter uitvoering van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1007/2009, dat met ingang van 20 augustus 2010 van toepassing is, dient deze verordening met spoed in werking te treden.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is opgericht bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad (4),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor het op de markt brengen van zeehondenproducten overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1007/2009.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.   „andere inheemse gemeenschappen”: gemeenschappen in onafhankelijke landen die als inheems worden beschouwd op grond van hun afstamming van de volkeren die ten tijde van de verovering of de kolonisering of de vaststelling van de huidige staatsgrenzen woonden in het land of in een geografisch gebied waartoe het land behoort, en die, ongeacht hun rechtspositie, hun eigen sociale, economische, culturele of politieke instituties geheel of gedeeltelijk hebben behouden.

2.   „zonder winstoogmerk op de markt brengen”: op de markt brengen tegen een prijs die minder bedraagt of gelijk is aan de terugwinning van de door de jager gedragen kosten, verminderd met het bedrag van eventueel met betrekking tot de jacht ontvangen subsidies.

Artikel 3

1.   Zeehondenproducten die afkomstig zijn van door Inuit- of andere inheemse gemeenschappen beoefende jacht mogen slechts op de markt worden gebracht indien kan worden vastgesteld dat zij zijn verkregen bij een zeehondenjacht die aan elk van de volgende voorwaarden voldoet:

a)

de jacht is uitgevoerd door Inuit- of andere inheemse gemeenschappen met een traditie op het vlak van de zeehondenjacht binnen de gemeenschap en het geografische gebied;

b)

de producten van de jacht worden ten minste gedeeltelijk binnen de betrokken gemeenschap volgens de tradities gebruikt, geconsumeerd of verwerkt;

c)

de jacht draagt bij aan het levensonderhoud van de gemeenschap.

2.   Wanneer het zeehondenproduct op de markt wordt gebracht, gaat het vergezeld van de in artikel 7, lid 1, bedoelde verklaring.

Artikel 4

Zeehondenproducten voor persoonlijk gebruik van reizigers of hun familieleden mogen slechts worden ingevoerd indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

1.

de zeehondenproducten worden door de reizigers als kledingsstuk gedragen, dan wel anderszins gedragen of meegevoerd in hun persoonlijke bagage;

2.

de zeehondenproducten maken deel uit van de persoonlijke bezittingen van een natuurlijk persoon die zijn gewone verblijfplaats overbrengt van een derde land naar de Unie;

3.

de zeehondenproducten worden in een derde land ter plaatse door reizigers verkregen en worden op een later tijdstip door deze reizigers ingevoerd, mits deze reizigers bij aankomst op het grondgebied van de Unie de volgende documenten overleggen aan de douaneautoriteiten van de betrokken lidstaat:

a)

een schriftelijk kennisgeving van invoer;

b)

een document waaruit blijkt dat de producten in het betrokken derde land zijn verkregen.

Voor de toepassing van punt 3, worden de schriftelijke kennisgeving en het document door de douaneautoriteiten geviseerd en aan de reizigers terugbezorgd. Bij invoer worden de kennisgeving en het document aan de douaneautoriteiten overgelegd, tezamen met de douaneverklaring van invoer voor de betrokken producten.

Artikel 5

1.   Zeehondenproducten die zijn voortgekomen uit het beheer van de rijkdommen van de zee mogen slechts op de markt worden gebracht indien kan worden vastgesteld dat zij zijn verkregen bij een zeehondenjacht die aan elk van de volgende voorwaarden voldoet:

a)

de jacht vond plaats in het kader van een nationaal of regionaal plan voor het beheer van natuurlijke rijkdommen dat uitgaat van wetenschappelijke populatiemodellen van rijkdommen van de zee en een ecosysteemgerichte aanpak;

b)

bij de jacht is het overeenkomstig het onder a) bedoelde plan vastgestelde vangstquotum niet overschreden;

c)

de bijproducten van de jacht worden op niet-stelselmatige wijze en zonder winstoogmerk op de markt gebracht.

2.   Wanneer het zeehondenproduct op de markt wordt gebracht, gaat het vergezeld van de in artikel 7, lid 1, bedoelde verklaring.

Artikel 6

1.   Een instantie wordt in de lijst van erkende instanties opgenomen indien zij aantoont dat zij aan de volgende vereisten voldoet:

a)

zij bezit rechtspersoonlijkheid;

b)

zij is bevoegd te verklaren dat aan de vereisten van artikel 3 of artikel 5 is voldaan;

c)

zij is bevoegd de in artikel 7, lid 1, bedoelde verklaringen af te geven en te beheren alsmede dossiers te verwerken en te archiveren;

d)

zij is in staat haar taken op zodanige wijze te vervullen dat belangenconflicten worden voorkomen;

e)

zij is in staat toe te zien op de naleving van de in artikel 3 en artikel 5 vervatte vereisten;

f)

zij is bevoegd om de in artikel 7, lid 1, bedoelde verklaringen in te trekken of de geldigheid ervan op te schorten in geval van niet-naleving van de vereisten van deze verordening en om maatregelen te treffen om de bevoegde autoriteiten en de douaneautoriteiten van de lidstaten daarvan op de hoogte te stellen;

g)

zij is onderworpen aan een controle door een onafhankelijke derde;

h)

zij is actief op nationaal of regionaal niveau.

2.   Om te worden opgenomen in de in lid 1 bedoelde lijst, dient een instantie bij de Commissie een verzoek in dat vergezeld gaat van documenten waaruit blijkt dat zij aan de in lid 1 genoemde vereisten voldoet.

3.   Aan het einde van elke rapportagecyclus dient de erkende instantie het controlerapport van de in lid 1, onder g), bedoelde onafhankelijke derde bij de Commissie in.

Artikel 7

1.   Indien aan de in artikel 3, lid 1, of artikel 5, lid 1, vastgestelde vereisten voor het op de markt brengen is voldaan, geeft de erkende instantie op verzoek een verklaring af die beantwoordt aan de in de bijlage vastgestelde modellen.

2.   De erkende instantie geeft de verklaring af aan de aanvrager en bewaart voor administratieve doeleinden drie jaar een kopie.

3.   Wanneer een zeehondenproduct op de markt wordt gebracht, wordt onverminderd artikel 8, lid 2, de originele verklaring overhandigd op het ogenblik van het op de markt brengen. De aanvrager mag een kopie van de verklaring houden.

4.   In elke latere factuur wordt een verwijzing naar het nummer van de verklaring opgenomen.

5.   Een zeehondenproduct dat vergezeld gaat van een in overeenstemming met lid 1 afgegeven verklaring, wordt geacht aan artikel 3, lid 1, of artikel 5, lid 1, te voldoen.

6.   De aanvaarding van een douaneaangifte voor het overeenkomstig artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (5) in het vrije verkeer brengen van een zeehondenproduct is afhankelijk van de overlegging van een overeenkomstig lid 1 van dit artikel afgegeven verklaring. Onverminderd artikel 77, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 bewaren de douaneautoriteiten een kopie van de verklaring in hun administratie.

7.   In geval van twijfel omtrent de authenticiteit of de juistheid van een overeenkomstig lid 1 afgegeven verklaring, alsook wanneer nader advies nodig is, nemen de douaneautoriteiten en andere handhavingsfunctionarissen contact op met de door de betrokken lidstaten overeenkomstig artikel 9 aangewezen bevoegde autoriteiten. De bevoegde autoriteiten beslissen over de te nemen maatregelen.

Artikel 8

1.   De in artikel 7, lid 1, bedoelde verklaringen worden in gedrukte of elektronische vorm afgegeven.

2.   Bij een elektronische verklaring gaat het zeehondenproduct op het ogenblik van het op de markt brengen vergezeld van een uitdraai van de verklaring.

3.   Het gebruik van de verklaring laat alle eventuele andere formaliteiten met betrekking tot het op de markt brengen onverlet.

4.   De overeenkomstig artikel 9 aangewezen bevoegde autoriteit kan eisen dat de verklaring wordt vertaald in de officiële taal van de lidstaat waarin het product op de markt wordt gebracht.

Artikel 9

1.   Elke lidstaat wijst één of meer bevoegde autoriteiten aan die met de volgende taken zijn belast:

a)

het controleren van de verklaringen voor ingevoerde zeehondenproducten op verzoek van de douaneautoriteiten overeenkomstig artikel 7, lid 7;

b)

het controleren van de afgifte van de verklaringen door erkende instanties die in die lidstaat gevestigd en actief zijn;

c)

het bewaren van een kopie van de verklaring die is afgegeven voor zeehondenproducten die zijn verkregen bij de zeehondenjacht in die lidstaat.

2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde autoriteiten.

3.   De Commissie stelt de lijst van overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde autoriteiten beschikbaar via haar website. De lijst wordt regelmatig bijgewerkt.

Artikel 10

1.   De bevoegde autoriteiten mogen elektronische systemen gebruiken voor de uitwisseling en opslag van de in de verklaringen opgenomen gegevens.

2.   De lidstaten houden rekening met de complementariteit, comptabiliteit en interoperabiliteit van de in lid 1 bedoelde elektronische systemen.

Artikel 11

Deze verordening laat het niveau van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens krachtens Unie- en nationale wetgeving onverlet, en houdt met name geen wijziging in van de bij Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001 vastgestelde rechten en verplichtingen. De bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens, met name in verband met het vrijgeven of mededelen van persoonsgegevens in een verklaring, wordt verzekerd.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 augustus 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 286 van 31.10.2009, blz. 36.

(2)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(3)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(4)  PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.

(5)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Image

Image

Image

Image

Image

Toelichting

Algemeen:

Invullen in hoofdletters

Vak 1

Instantie van afgifte

Vermeld de naam en het adres van de erkende instantie die de verklaring afgeeft.

Vak 2

Voorbehouden voor het land van uitgifte

Ruimte die is voorbehouden voor het land van uitgifte.

Vak 3

Nummer van de verklaring

Vermeld het afgiftenummer van de verklaring.

Vak 4

Land waar het product op de markt wordt gebracht

Vermeld het land waar het zeehondenproduct naar verwachting eerst op de EU-markt wordt gebracht.

Vak 5

ISO-code

Vermeld de tweelettercode van het in vak 4 ingevulde land.

Vak 6

Handelsbenaming

Vermeld de handelsbenaming van het/de zeehondenproduct(en). De benaming moet overeenstemmen met de vermelding in vak 8.

Vak 7

Verantwoording

Vink het vakje aan dat van toepassing is.

Vak 8

Wetenschappelijke naam

Vermeld de wetenschappelijke naam van de zeehondensoort die in het product wordt gebruikt. Indien meer dan één soort wordt gebruikt in een samengesteld product, moet iedere soort op een afzonderlijke regel worden vermeld.

Vak 9

GS-onderverdeling

Vermeld de vier- of zescijferige code die is bepaald overeenkomstig het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen.

Vak 10

Land van de jacht

Vermeld het land waar is gejaagd op de in het wild levende zeehonden die voor het product zijn gebruikt.

Vak 11

ISO-code

Vermeld de tweelettercode van het in vak 10 ingevulde land.

Vak 12

Nettogewicht

Vermeld het totale gewicht in kg, met name de nettomassa van de zeehondenproducten, d.w.z. zonder onmiddellijke en andere recipiënten of verpakkingen, met uitzondering van trays, afstandhouders, stickers enz.

Vak 13

Aantal eenheden

Vermeld het aantal eenheden, indien van toepassing.

Vak 14

Merktekens

Vermeld eventuele merktekens, indien van toepassing, zoals het partijnummer of het nummer van het vervoersdocument.

Vak 15

Unieke identificatiecode

Vermeld eventuele identificatiecodes die ter wille van de traceerbaarheid op het product zijn aanbracht.

Vak 16

Handtekening en stempel van de instantie van afgifte

Het document wordt ondertekend door de gemachtigde functionaris, onder vermelding van plaats en datum, en voorzien van het officiële stempel van de erkende instantie van afgifte.

Vak 17

Visering door de douane

De douaneautoriteit vermeldt het nummer van de douaneaangifte en plaatst haar handtekening en stempel.