18.4.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 108/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 345/2008 VAN DE COMMISSIE
van 17 april 2008
tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de regeling voor de invoer uit derde landen, als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen
(Herschikking)
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 11, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 94/92 van de Commissie van 14 januari 1992 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de regeling voor de invoer uit derde landen, als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan. |
(2) |
Op grond van Verordening (EEG) nr. 2092/91 mogen de betrokken, uit een derde land ingevoerde producten in de handel worden gebracht indien zij van oorsprong zijn uit een derde land dat productieregels en controlemaatregelen toepast die gelijkwaardig zijn aan die van de Gemeenschap en dat in een door de Commissie op te stellen lijst is opgenomen. |
(3) |
Bedoelde lijst dient te worden opgesteld. Voorts moet de procedure voor het onderzoek van door derde landen ingediende verzoeken om opneming in de lijst worden vastgesteld. |
(4) |
Voor de tenuitvoerlegging van de regeling moet worden vastgesteld welke instanties in elk derde land belast zijn met de afgifte van het in artikel 11, lid 3, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde controlecertificaat. |
(5) |
De in de onderhavige verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 14, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde lijst van derde landen is in bijlage I bij de onderhavige verordening opgenomen.
Voor elk derde land bevat de lijst de nodige gegevens voor de identificatie van de producten die onder de in artikel 11, leden 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde regeling vallen, en met name:
a) |
de instantie of de organisatie, respectievelijk organisaties, die in het betrokken derde land met de afgifte van de certificaten met het oog op invoer in de Gemeenschap is, respectievelijk zijn, belast; |
b) |
de controle-instantie, respectievelijk controle-instanties, in het derde land en/of de door dat land voor de controle op de marktdeelnemers erkende particuliere organisaties. |
Indien nodig kunnen in de lijst bovendien worden opgenomen:
— |
de bereidingseenheden waarop en de exporteurs op wie de controleregeling van toepassing is; |
— |
de door de regeling bestreken producten. |
Artikel 2
1. De Commissie opent het onderzoek voor de opneming van een derde land in de lijst in bijlage I na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek van de vertegenwoordiging van het betrokken derde land.
2. Binnen zes maanden na de ontvangst moet het verzoek om opneming worden vervolledigd door toezending van een technisch dossier dat in een van de officiële talen van de Gemeenschappen is opgesteld en dat de gegevens bevat aan de hand waarvan de Commissie zich ervan kan vergewissen dat de voorwaarden van artikel 11, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 voor de voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemde producten zijn vervuld.
Het dossier bevat in het bijzonder de volgende gegevens:
a) |
de soorten en, zo mogelijk, een schatting van de hoeveelheden landbouwproducten en levensmiddelen die zijn bestemd om onder de regeling van artikel 11, leden 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 naar de Gemeenschap te worden uitgevoerd; |
b) |
de in het derde land toegepaste productieregels, en met name:
|
c) |
de bepalingen van de controleregeling en de wijze waarop in het derde land deze controle wordt uitgevoerd:
|
d) |
indien beschikbaar, de door onafhankelijke deskundigen opgestelde verslagen over ter plaatse uitgevoerde onderzoeken inzake de daadwerkelijke uitvoering van de onder b) en c) bedoelde productieregels en controlebepalingen. |
3. In het kader van de behandeling van de verzoeken om opneming kan de Commissie alle bijkomende informatie verlangen die nodig is om na te gaan of de in het derde land toegepaste productie- en controleregels gelijkwaardig zijn aan die bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91, en tevens indiening van door deskundigen, die zij als onafhankelijk heeft erkend, opgestelde verslagen over ter plaatse uitgevoerde onderzoeken. Bovendien kan de Commissie, indien nodig, door haar aangewezen deskundigen ter plaatse een onderzoek laten uitvoeren.
4. Aan de opneming van een derde land in de lijst van bijlage I kan de voorwaarde worden verbonden dat regelmatig door onafhankelijke deskundigen opgestelde verslagen worden ingediend over onderzoeken inzake de daadwerkelijke uitvoering van de productie- en controlevoorschriften in het betrokken derde land. Indien nodig kan de Commissie bovendien te allen tijde door haar aangewezen deskundigen een onderzoek ter plaatse laten uitvoeren.
5. Indien in een in de lijst van bijlage I opgenomen derde land naderhand andere maatregelen worden toegepast of indien er een verandering komt in de wijze van toepassing van de aldaar geldende maatregelen, is het derde land ertoe gehouden de Commissie daarvan in kennis te stellen. In het licht van de medegedeelde gegevens kan worden besloten om de voorwaarden voor de opneming van dat derde land in de genoemde lijst te wijzigen of om dat land uit die lijst te schrappen, een en ander volgens de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde procedure; daartoe kan eveneens worden besloten wanneer het derde land niet de inlichtingen heeft verstrekt waartoe het krachtens de onderhavige bepaling gehouden is.
6. Indien de Commissie na de opneming van een derde land in de lijst in bijlage I kennis krijgt van gegevens die over de daadwerkelijke uitvoering van de medegedeelde maatregelen twijfel doen ontstaan, kan zij van het betrokken derde land alle nodige gegevens verlangen, waaronder de indiening van door onafhankelijke deskundigen opgestelde verslagen over ter plaatse uitgevoerde onderzoeken, of kan zij door haar aangewezen deskundigen ter plaatse een onderzoek laten uitvoeren. In het licht van die gegevens en/of verslagen kan volgens de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde procedure tot schrapping uit de lijst worden besloten; daartoe kan eveneens worden besloten als het derde land de gevraagde gegevens niet binnen de in het verzoek van de Commissie gestelde termijn heeft verstrekt of indien het niet aanvaardt dat door de Commissie aangewezen deskundigen ter plaatse nagaan of aan de voorwaarden voor de opneming in de lijst daadwerkelijk wordt voldaan.
Artikel 3
Verordening (EEG) nr. 94/92 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 april 2008.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 123/2008 van de Commissie (PB L 38 van 12.2.2008, blz. 3).
(2) PB L 11 van 17.1.1992, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 956/2006 (PB L 175 van 29.6.2006, blz. 41).
(3) Zie bijlage II.
BIJLAGE I
LIJST VAN DERDE LANDEN EN BETROKKEN GEGEVENS
ARGENTINIË
1. Productcategorieën:
a) |
onverwerkte plantaardige landbouwproducten en dieren en niet-verwerkte dierlijke producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:
|
b) |
verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:
|
2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geproduceerd in Argentinië.
3. Controleorganisaties:
— |
Instituto Argentino para la Certificación y Promoción de Productos Agropecuarios Orgánicos SRL (Argencert) |
— |
Organización Internacional Agropecuaria (OIA) |
— |
Letis SA |
— |
Food Safety SA. |
4. Organisaties die het certificaat afgeven: zie punt 3.
5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.
AUSTRALIË
1. Productcategorieën:
a) |
onverwerkte plantaardige producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91; |
b) |
producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit een of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van bovengenoemde verordening. |
2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geteelde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geteeld in Australië.
3. Controleorganisaties:
— |
Australian Quarantine and Inspection Service (AQIS) (Department of Agriculture, Fisheries and Forestry) |
— |
Bio-dynamic Research Institute (BDRI) |
— |
Organic Food Chain Pty Ltd (OFC) |
— |
National Association of Sustainable Agriculture, Australia (NASAA) |
— |
Australian Certified Organic Pty. Ltd |
4. Organisaties die het certificaat afgeven: idem als in punt 3.
5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.
COSTA RICA
1. Productcategorieën:
a) |
Onverwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91. |
b) |
Verwerkte plantaardige landbouwproducten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91. |
2. Oorsprong: De producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geteelde ingrediënten in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geteeld in Costa Rica.
3. Controleorganisatie: Eco-LOGICA en BCS Oko-Garantie.
4. Organisatie die het certificaat afgeeft: Ministerio de Agricultura y Ganadería.
5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2011.
INDIA
1. Productcategorieën:
a) |
onverwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91; |
b) |
producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit één of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91. |
2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a) genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geproduceerd in India.
3. Controleorganisaties:
— |
Bureau Veritas Certification India Pvt. Ltd |
— |
Ecocert SA (India Branch Office) |
— |
IMO Control Private Limited |
— |
Indian Organic Certification Agency (INDOCERT) |
— |
Lacon Quality Certification Pvt. Ltd |
— |
Natural Organic Certification Association |
— |
OneCert Asia Agri Certification private Limited |
— |
SGS India Pvt. Ltd |
— |
Control Union Certifications |
— |
Uttaranchal State Organic Certification Agency (USOCA) |
— |
APOF Organic Certification Agency (AOCA) |
— |
Rajasthan Organic Certification Agency (ROCA). |
4. Organisaties die het certificaat afgeven: zie punt 3.
5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2009.
ISRAËL
1. Productcategorieën:
a) |
verwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91; |
b) |
producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit een of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van bovengenoemde verordening. |
2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1 onder b) genoemde categorie, die in Israël zijn geproduceerd of in Israël zijn ingevoerd:
hetzij uit de Gemeenschap,
hetzij uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 als gelijkwaardig is erkend.
3. Controleorganisties:
— |
Skal Israel Inspection & Certification |
— |
AGRIOR Ltd-Organic Inspection & Certification |
— |
IQC Institute of Quality & Control |
— |
Plant Protection and Inspection Services (PPIS) (Ministry of Agriculture and Rural Development). |
4. Organisatie die het certificaat afgeeft: idem als in punt 3.
5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: 30 juni 2013.
ZWITSERLAND
1. Productcategorieën:
a) |
onverwerkte plantaardig landbouwproducten en dieren en niet-verwerkte dierlijke producten, in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:
|
b) |
verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:
|
2. Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a) genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, die in Zwitserland zijn geproduceerd of in Zwitserland zijn ingevoerd:
hetzij uit de Gemeenschap,
hetzij uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 als gelijkwaardig is erkend,
hetzij uit een derde land waarvoor een lidstaat overeenkomstig artikel 11, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 heeft erkend dat het betrokken product in dat land is geproduceerd en gecontroleerd volgens dezelfde voorschriften als die welke door de lidstaat zijn aanvaard,
hetzij uit een derde land waarvoor Zwitserland heeft erkend dat de productievoorschriften en de controleregeling gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld op grond van de Zwitserse wetgeving.
3. Controleorganisaties:
— |
Institut für Marktökologie (IMO) |
— |
bio.inspecta AG |
— |
Schweizerische Vereinigung für Qualitäts- und Management-Systeme (SQS) |
— |
Bio Test Agro (BTA) |
— |
ProCert Safety AG. |
4. Organisaties die het certificaat afgeven: zie punt 3.
5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.
NIEUW-ZEELAND
1. Productcategorieën:
a) |
Onverwerkte plantaardige landbouwproducten, dieren en niet-verwerkte dierlijke producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:
|
b) |
Verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:
|
2. Oorsprong: Producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en biologisch geproduceerde ingrediënten in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, die in Nieuw-Zeeland zijn geproduceerd of in Nieuw-Zeeland zijn ingevoerd:
uit de Gemeenschap;
uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 als gelijkwaardig is erkend, of
uit een derde land waarvan de voorschriften voor de productie en de controle van landbouwproducten, op basis van de garanties en informatie die door de bevoegde autoriteit van dit land overeenkomstig de bepalingen van het MAF zijn verstrekt, gelijkwaardig worden geacht aan het Food Official Organic Assurance Programme; uitsluitend biologisch geproduceerde ingrediënten, bestemd voor verwerking in Nieuw-Zeeland in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, met een maximum van 5 % voor landbouwproducten, mogen worden ingevoerd.
3. Controleorganisaties:
— |
AsureQuality Ltd |
— |
BIO-GRO New-Zealand. |
4. Organisatie die het certificaat afgeeft: Ministry of Agriculture and Forestry (MAF) — New Zealand Food Safety Authority (NZFSA).
5. Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2011.
BIJLAGE II
Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
Verordening (EEG) nr. 94/92 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 522/96 van de Commissie |
uitsluitend artikel 1 |
Verordening (EG) nr. 314/97 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 1367/98 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 548/2000 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 1566/2000 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 1616/2000 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 2426/2000 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 349/2001 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 2589/2001 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 1162/2002 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 2382/2002 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 545/2003 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 2144/2003 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 746/2004 van de Commissie |
uitsluitend artikel 2 |
Verordening (EG) nr. 956/2006 van de Commissie |
|
BIJLAGE III
Concordantietabel
Verordening (EEG) nr. 94/92 |
De onderhavige verordening |
Artikel 1, eerste alinea |
Artikel 1, eerste alinea |
Artikel 1, tweede alinea, aanhef |
Artikel 1, tweede alinea, aanhef |
Artikel 1, tweede alinea, eerste streepje |
Artikel 1, tweede alinea, onder a) |
Artikel 1, tweede alinea, tweede streepje |
Artikel 1, tweede alinea, onder b) |
Artikel 1, derde alinea |
Artikel 1, derde alinea |
Artikel 2, lid 1 |
Artikel 2, lid 1 |
Artikel 2, lid 2, eerste alinea |
Artikel 2, lid 2, eerste alinea |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, aanhef |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, aanhef |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder a) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder a) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), aanhef |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), aanhef |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), eerste streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), punt i) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), tweede streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), punt ii) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), derde streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), punt iii) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), aanhef |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), aanhef |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), eerste streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt i) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), tweede streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt ii) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), derde streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt iii) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), vierde streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt iv) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), vijfde streepje |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt v) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder d) |
Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder d) |
Artikel 2, leden 3 tot en met 6 |
Artikel 2, leden 3 tot en met 6 |
— |
Artikel 3 |
Artikel 3 |
Artikel 4 |
Bijlage |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |