20.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 81/48


RICHTLIJN 2008/28/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 maart 2008

tot wijziging van Richtlijn 2005/32/EG betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten, en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en van Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), alsook drie richtlijnen, die uitvoeringsmaatregelen zijn in de zin van artikel 15 van die richtlijn, met name Richtlijn 92/42/EEG van de Raad van 21 mei 1992 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels (4), Richtlijn 96/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 september 1996 betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan (5) en Richtlijn 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 inzake de energierendementseisen voor voorschakelapparaten voor fluorescentielampen vereiste maatregelen (6) bepalen dat een aantal maatregelen dient te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (7).

(2)

Besluit 1999/468/EG is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, waardoor de regelgevingsprocedure met toetsing is ingevoerd voor de aanneming van maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen basisbesluit, onder meer door sommige van deze niet-essentiële onderdelen te schrappen of door het besluit aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen.

(3)

Opdat de regelgevingsprocedure met toetsing kan worden toegepast op op grond van artikel 251 van het Verdrag aangenomen, reeds geldende besluiten, moeten, overeenkomstig de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (8) betreffende Besluit 2006/512/EG, deze besluiten volgens de geldende procedures worden aangepast.

(4)

Deze verklaring bevat een lijst van dringend aan te passen besluiten, waaronder Richtlijn 2005/32/EG. De aanpassing van die richtlijn maakt ook de aanpassing van de Richtlijnen 92/42/EEG, 96/57/EG en 2000/55/EG noodzakelijk.

(5)

In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om de Richtlijnen 92/42/EEG, 96/57/EG en 2000/55/EG te wijzigen of in te trekken. Deze wijziging of intrekking moet worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

(6)

De Commissie moet tevens de bevoegdheid worden gegeven uitvoeringsmaatregelen vast te stellen met eisen inzake ecologisch ontwerp voor bepaalde energieverbruikende producten, met inbegrip zo nodig van het invoeren van uitvoeringsmaatregelen tijdens de overgangsperiode, alsmede bepalingen inzake de weging van de diverse milieuaspecten. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Richtlijn 2005/32/EG door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing.

(7)

Derhalve dienen Richtlijn 2005/32/EG, alsook de Richtlijnen 92/42/EEG, 96/57/EG en 2000/55/EG te worden gewijzigd.

(8)

Daar de bij deze richtlijn aan Richtlijn 2005/32/EG, alsook aan de Richtlijnen 92/42/EEG, 96/57/EG en 2000/55/EG aangebrachte wijzigingen van technische aard zijn en alleen betrekking hebben op de comitéprocedure, dienen zij niet te worden omgezet door de lidstaten. Het is derhalve niet nodig daartoe bepalingen vast te stellen,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2005/32/EG

Richtlijn 2005/32/EG wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 13 wordt het volgende lid ingevoegd:

„1 bis.   Richtsnoeren betreffende specifieke aspecten van kleine en middelgrote ondernemingen die actief zijn in de productsector waarop de uitvoeringsmaatregel betrekking heeft. Zo nodig kan de Commissie, overeenkomstig lid 1, verder gespecialiseerd materiaal ontwikkelen ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn door kleine en middelgrote bedrijven.”.

2.

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Wanneer een evp voldoet aan de criteria zoals opgesomd in lid 2, dient daarop een uitvoeringsmaatregel of een zelfreguleringsmaatregel overeenkomstig lid 3, onder b), van toepassing te zijn. Dergelijke uitvoeringsmaatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn te wijzigen door haar aan te vullen, moeten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 19, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”;

b)

lid 10 wordt vervangen door:

„10.   In voorkomend geval gaat een uitvoeringsmaatregel tot vaststelling van de eisen inzake ecologisch ontwerp vergezeld van bepalingen betreffende het afwegen van de verschillende milieuaspecten. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”.

3.

Artikel 16, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de aanhef worden de woorden „de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure en” geschrapt;

b)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”.

4.

In artikel 19 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.”.

Artikel 2

Wijziging van Richtlijn 92/42/EEG

In artikel 10 bis van Richtlijn 92/42/EEG worden de woorden „overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2005/32/EG” vervangen door de woorden „overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2005/32/EG”.

Artikel 3

Wijziging van Richtlijn 96/57/EG

In artikel 9 bis van Richtlijn 96/57/EG worden de woorden „overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2005/32/EG” vervangen door de woorden „overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2005/32/EG”.

Artikel 4

Wijziging van Richtlijn 2000/55/EG

In artikel 9 bis van Richtlijn 2000/55/EG worden de woorden „overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2005/32/EG” vervangen door de woorden „overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2005/32/EG”.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 11 maart 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J. LENARČIČ


(1)  PB C 161 van 13.7.2007, blz. 45.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 11 juli 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 3 maart 2008.

(3)  PB L 191 van 22.7.2005, blz. 29.

(4)  PB L 167 van 22.6.1992, blz. 17. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/32/EG.

(5)  PB L 236 van 18.9.1996, blz. 36. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2005/32/EG.

(6)  PB L 279 van 1.11.2000, blz. 33. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2005/32/EG.

(7)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

(8)  PB C 255 van 21.10.2006, blz. 1.