30.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/58


BESCHIKKING Nr. 743/2008/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 9 juli 2008

betreffende de deelneming door de Gemeenschap aan een door verscheidene lidstaten opgezet programma voor onderzoek en ontwikkeling dat gericht is op de ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling verrichtende kleine en middelgrote ondernemingen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 169 en 172, tweede lid,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Gelet op het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (3) (hierna „het zevende kaderprogramma” genoemd) voorziet in deelneming van de Gemeenschap aan door verscheidene lidstaten opgezette onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s, met inbegrip van de deelneming aan de voor de uitvoering van die programma’s tot stand gebrachte structuren, in de zin van artikel 169 van het Verdrag.

(2)

In het zevende kaderprogramma wordt een reeks criteria gedefinieerd voor het identificeren van gebieden voor dergelijke initiatieven uit hoofde van artikel 169: relevantie voor communautaire doelstellingen, duidelijke definiëring van de na te streven doelstelling en relevantie ervan voor de doelstellingen van het zevende kaderprogramma, aanwezigheid van een reeds bestaande grondslag (bestaande of beoogde nationale onderzoeksprogramma’s), Europese toegevoegde waarde, kritische massa qua omvang en aantal van de betrokken programma’s, vergelijkbaarheid van de daaronder vallende activiteiten en efficiëntie van artikel 169 van het Verdrag als het meest adequate middel om de doelstellingen te bereiken.

(3)

Volgens Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifiek programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (4) (hierna „het specifiek programma „Capaciteiten”” genoemd) is een Artikel 169-initiatief op het gebied van onderzoek verrichtende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) een van de gebieden die geschikt zijn voor deelneming van de Gemeenschap aan nationale onderzoeksprogramma’s die gezamenlijk worden uitgevoerd op basis van artikel 169 van het Verdrag.

(4)

In zijn conclusies van 24 september 2004 heeft de Raad de belangrijke rol van het zevende kaderprogramma erkend in het bevorderen van de ontwikkeling van de Europese Onderzoeksruimte (EOR) en heeft hij in deze context het belang beklemtoond van het versterken van de banden tussen de EOR en Europese intergouvernementele organisaties zoals Eureka.

(5)

In zijn conclusies van 25 en 26 november 2004 heeft de Raad gewezen op het belang van kmo’s voor Europese groei en concurrentievermogen en derhalve op de noodzaak dat de lidstaten en de Commissie de effectiviteit en complementariteit van nationale en Europese ondersteuningsprogramma’s voor kmo’s bevorderen. De Raad heeft de Commissie aangemoedigd om de mogelijke ontwikkeling te verkennen van een bottom-upregeling voor onderzoek verrichtende kmo’s. De Raad heeft het belang herhaald van het coördineren van nationale programma’s voor de ontwikkeling van de EOR. De Raad heeft de lidstaten en de Commissie verzocht nauw samen te werken bij het identificeren van een beperkt aantal gebieden voor verdere toepassing van artikel 169 van het Verdrag. De Raad heeft de Commissie verzocht verder de samenwerking en coördinatie te ontwikkelen tussen de Gemeenschappen en de activiteiten die in het kader van intergouvernementele structuren, met name met Eureka, worden uitgevoerd, en heeft herinnerd aan de Eureka-ministerconferentie van 18 juni 2004.

(6)

Het Europees Parlement moedigde in zijn resolutie van 10 maart 2005 over wetenschap en technologie — richtsnoeren voor het beleid ter ondersteuning van het onderzoek in de Unie (5) — de lidstaten aan fiscale en andere stimuleringsmaatregelen aan te nemen voor het bevorderen, met name ten aanzien van de kmo’s, van industriële innovatie, in het bijzonder het aanhalen van de banden met Eureka, en benadrukte dat de EOR enkel mogelijk zou zijn indien de Unie meer middelen aan onderzoek toewijst met het oog op het nauwer coördineren van Europese, nationale en regionale beleidslijnen in termen van hun inhoud zowel als hun financiering, en indien deze financiering het onderzoeksbeleid in en tussen de lidstaten aanvulde. Het Europees Parlement meende dat meer efficiënt en gecoördineerd gebruik moet worden gemaakt van andere financierings- en steunmechanismen ter ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling (hierna „O&O” genoemd) en innovatie, en noemt onder meer Eureka. Het Parlement vroeg om verhoogde samenwerking tussen nationale onderzoeksprogramma’s en deed een beroep op de Commissie om initiatieven te nemen ingevolge artikel 169 van het EG-Verdrag.

(7)

In haar mededeling van 4 juni 2003 met als titel „Investeren in onderzoek: een actieplan voor Europa” heeft de Commissie het belang onderstreept van deelname van kmo’s aan directe maatregelen ter ondersteuning van onderzoek en innovatie, hetgeen cruciaal is voor het stimuleren van de innovatiecapaciteit van grotere segmenten van de economie.

(8)

Momenteel wordt een aantal O&O-programma’s en -activiteiten die door de lidstaten individueel op nationaal niveau worden ondernomen ten aanzien van het ondersteunen van activiteiten voor O&O bij kmo’s op Europees niveau niet voldoende gecoördineerd en is een coherente aanpak op Europees niveau van een effectief programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling niet mogelijk.

(9)

Verschillende lidstaten, die een coherente aanpak op Europees niveau inzake O&O verrichtende kmo’s willen en doeltreffend willen handelen, hebben in het kader van Eureka het initiatief genomen tot het opzetten van een gezamenlijk onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma „Eurostars” (hierna het „gezamenlijk programma Eurostars” genoemd) ten behoeve van O&O verrichtende kmo’s, om te komen tot een kritische massa in termen van beheer en financiële middelen en de combinatie van extra expertise en middelen die in verschillende landen in Europa beschikbaar zijn.

(10)

Het gezamenlijk programma Eurostars beoogt het ondersteunen van O&O verrichtende kmo’s door het aanbieden van het vereiste juridische en organisatorische kader voor grootschalige Europese samenwerking tussen de lidstaten rond toegepast onderzoek en innovatie, op elk technologisch en industrieel gebied, ten behoeve van deze kmo’s. België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden, en het Verenigd Koninkrijk (hierna „de deelnemende lidstaten” genoemd) alsmede IJsland, Israël, Noorwegen, Turkije en Zwitserland (hierna „de andere deelnemende landen” genoemd) zijn overeengekomen activiteiten te coördineren en gezamenlijk uit te voeren die erop gericht zijn een bijdrage te leveren aan het gezamenlijk programma Eurostars. De totale waarde van hun deelneming wordt geschat op minimaal 300 miljoen EUR gedurende de voorgestelde periode van zes jaar. De communautaire financiële bijdrage moet maximaal 25 % bedragen van de totale publieke bijdrage in het gezamenlijk programma Eurostars, die op 400 miljoen EUR wordt geschat.

(11)

Om de impact van het gezamenlijk programma Eurostars te verhogen, hebben de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen ingestemd met deze communautaire deelname aan het gezamenlijk programma Eurostars. De Gemeenschap zou hieraan moeten deelnemen door een financiële bijdrage te leveren van maximaal 100 miljoen EUR tijdens de duur van het gezamenlijk programma Eurostars. Aangezien het gezamenlijk programma Eurostars voldoet aan de wetenschappelijke doelstellingen van het zevende kaderprogramma en het onderzoeksgebied van het gezamenlijk programma Eurostars valt onder het deel „Onderzoek ten behoeve van kmo’s” van het specifiek programma „Capaciteiten”, dient de communautaire financiële bijdrage gefinancierd te worden uit de voor dat deel uitgetrokken begrotingsmiddelen. Er kunnen ook verdere financieringsmogelijkheden beschikbaar zijn, onder meer vanuit de Europese Investeringsbank (EIB), met name via de risicodelende financieringsfaciliteit die gezamenlijk met de EIB en de Commissie werd ontwikkeld overeenkomstig bijlage III bij Beschikking 2006/974/EG.

(12)

Voor financiële steun van de Gemeenschap dient een financieringsplan te worden vastgesteld dat gebaseerd is op formele verbintenissen van de bevoegde nationale autoriteiten om de op nationaal niveau opgezette onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en activiteiten gezamenlijk uit te voeren en een bijdrage te leveren aan de financiering van de gezamenlijke uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars.

(13)

Voor de gezamenlijke uitvoering van de nationale onderzoeksprogramma’s moet een specifieke uitvoeringsstructuur aanwezig zijn of worden opgericht overeenkomstig het bepaalde in het specifiek programma „Capaciteiten”.

(14)

De deelnemende lidstaten hebben overeenstemming bereikt over een dergelijke specifieke uitvoeringsstructuur voor de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars.

(15)

De specifieke uitvoeringsstructuur dient de financiële bijdrage van de Gemeenschap te ontvangen en moet ervoor zorgen dat het gezamenlijk programma Eurostars doelmatig wordt uitgevoerd.

(16)

De bijdrage van de Gemeenschap dient afhankelijk te zijn van de toezegging van middelen door de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen en de effectieve betaling van hun financiële bijdragen.

(17)

De betaling van de communautaire bijdrage dient afhankelijk te zijn van de sluiting van een algemene overeenkomst tussen de Commissie, namens de Europese Gemeenschap, en de specifieke uitvoeringsstructuur houdende de uitvoeringsbepalingen voor het gebruik van de communautaire bijdrage. Deze algemene overeenkomst dient de nodige bepalingen te omvatten om te verzekeren dat de financiële belangen van de Gemeenschap worden beschermd.

(18)

De door de communautaire financiële bijdrage gegenereerde rente dient te worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6) (hierna „Financieel Reglement” genoemd). De in deze beschikking vermelde maximale communautaire bijdrage kan dienovereenkomstig door de Commissie worden verhoogd.

(19)

De Gemeenschap moet het recht hebben haar financiële bijdrage te verlagen of deze niet toe te kennen of stop te zetten in het geval dat het gezamenlijk programma Eurostars ontoereikend, gedeeltelijk of laattijdig wordt uitgevoerd of in het geval dat de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen niet, gedeeltelijk of laattijdig hun bijdrage in de financiering van het gezamenlijk programma Eurostars voldoen, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgelegd in de overeenkomst die moet worden gesloten tussen de Gemeenschap en de specifieke uitvoeringsstructuur.

(20)

Voor een efficiënte uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars dient financiële steun te worden verleend aan deelnemers aan projecten van het gezamenlijk programma Eurostars (hierna „Eurostars-projecten” genoemd) die naar aanleiding van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen op gecentraliseerde wijze zijn geselecteerd. Deze financiële steun en de betalingen ervan moeten transparant en efficiënt zijn. Deze betalingen moeten worden verricht binnen de termijn die is vastgelegd in een overeenkomst tussen de nationale financieringsinstanties en de specifieke uitvoeringsstructuur. De specifieke uitvoeringsstructuur dient de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen aan te sporen de betalingen aan deelnemers aan geselecteerde Eurostars-projecten eenvoudig te maken, zo nodig ook door middel van betaling van vaste bedragen.

(21)

De voorstellen moeten op gecentraliseerde wijze worden beoordeeld door onafhankelijke deskundigen. Er moet op gecentraliseerde wijze een ranking worden goedgekeurd, die bindend is voor de toewijzing van financiering uit de communautaire bijdrage en uit de nationale voor Eurostars-projecten gereserveerde begrotingsmiddelen.

(22)

Overeenkomstig het Financieel Reglement en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (7) (hierna „uitvoeringsvoorschriften” genoemd), dient de communautaire bijdrage te worden beheerd in het kader van het indirect gecentraliseerd beheer overeenkomstig het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften.

(23)

Voor elk geselecteerd Eurostars-project dienen de O&O verrichtende kmo’s collectief in te staan voor het grootste deel van de algemene kosten van de O&O-activiteiten van alle deelnemers.

(24)

Alle lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan het gezamenlijk programma Eurostars.

(25)

In overeenstemming met de doelstellingen van het zevende kaderprogramma moet de deelname aan het gezamenlijk programma Eurostars door met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen of andere landen mogelijk zijn mits door de relevante internationale overeenkomst in een dergelijke deelname wordt voorzien en mits zowel de Commissie als de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen daarmee instemmen.

(26)

Overeenkomstig het zevende kaderprogramma dient de Gemeenschap het recht te hebben de voorwaarden te bepalen voor haar financiële bijdrage in het gezamenlijk programma Eurostars wat betreft de deelname daaraan van met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen of, voor zover essentieel voor de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars, van andere landen, die zich aansluiten bij het programma tijdens de uitvoering ervan, in overeenstemming met de in deze beschikking vastgestelde regels en voorwaarden.

(27)

Er dienen passende maatregelen te worden genomen om fraude en onregelmatigheden te voorkomen, en de nodige stappen moeten worden genomen om verloren gegane middelen, ten onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen weer terug te vorderen, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (8), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (9), en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en van Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (10).

(28)

Het is essentieel dat de onderzoeksactiviteiten die in het kader van het gezamenlijk programma Eurostars worden uitgevoerd, overeenstemmen met de basisbeginselen van de ethiek, met inbegrip van de beginselen die verankerd zijn in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie alsmede de beginselen van gendermainstreaming en gendergelijkheid.

(29)

De Commissie dient een tussentijdse evaluatie, waarin in het bijzonder de bekwaamheid van O&O verrichtende kmo’s om toe te treden tot het gezamenlijk programma Eurostars en de kwaliteit en de doelmatigheid van de uitvoering ervan, alsmede de vooruitgang die wordt geboekt bij de realisering van de doelstellingen worden beoordeeld, en een slotevaluatie uit te voeren.

(30)

De monitoring van de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars dient efficiënt te zijn en mag voor de deelnemers aan het programma, en met name voor kmo’s, geen onnodige lasten met zich brengen.

(31)

De specifieke uitvoeringsstructuur dient de deelnemers aan de geselecteerde Eurostars-projecten aan te moedigen om hun resultaten mede te delen en te verspreiden en deze informatie beschikbaar te stellen voor het publiek,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Bij de uitvoering van het zevende kaderprogramma verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage in het „gezamenlijk programma Eurostars” dat gezamenlijk wordt ondernomen door België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden, en het Verenigd Koninkrijk („de deelnemende lidstaten”) alsmede IJsland, Israël, Noorwegen, Turkije en Zwitserland („de andere deelnemende landen”).

2.   De Gemeenschap betaalt een financiële bijdrage gelijk aan maximaal een derde van de effectieve bijdragen van de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen, die begrensd is tot 100 miljoen EUR, voor de looptijd van het zevende kaderprogramma, overeenkomstig de beginselen vermeld in bijlage I bij deze beschikking.

3.   De communautaire financiële bijdrage wordt betaald uit het krediet in de algemene begroting van de Europese Unie dat is toegewezen aan het deel „Onderzoek ten behoeve van kmo’s” van het specifiek programma „Capaciteiten”.

Artikel 2

De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend indien:

a)

de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen aantonen dat het gezamenlijk programma Eurostars zoals beschreven in bijlage I doelmatig is opgezet;

b)

de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen of organisaties die door de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen zijn aangewezen formeel een specifieke uitvoeringsstructuur met rechtspersoonlijkheid hebben opgericht of aangewezen die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars en voor het ontvangen van, toewijzen aan en toezicht houden op de financiële bijdrage van de Gemeenschap in het kader van het indirect gecentraliseerd beheer in overeenstemming met artikel 54, lid 2, onder c), en artikel 56 van het Financieel Reglement en de artikelen 35, 38, lid 2, en 41 van de uitvoeringsvoorschriften;

c)

een passend en efficiënt beheersmodel wordt opgezet voor het gezamenlijk programma Eurostars overeenkomstig bijlage II;

d)

de in bijlage I beschreven activiteiten in het kader van het gezamenlijk programma Eurostars door de specifieke uitvoeringsstructuur doelmatig worden uitgevoerd, hetgeen inhoudt dat oproepen tot het indienen van voorstellen voor de toekenning van subsidies moeten worden gelanceerd;

e)

de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen zich ertoe verbinden bij te dragen aan de financiering van het gezamenlijk programma Eurostars en de effectieve betaling van hun financiële bijdrage, met name de financiering van deelnemers aan de Eurostars-projecten die zijn geselecteerd naar aanleiding van de in het kader van het gezamenlijk programma Eurostars gelanceerde oproepen tot het indienen van voorstellen;

f)

de staatssteunregels van de Gemeenschap, en met name de regels die zijn opgenomen in de communautaire kaderregeling inzake staatsteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, in acht worden genomen (11);

g)

wordt gezorgd voor een hoog niveau van wetenschappelijke excellentie en de ethische beginselen overeenkomstig de algemene beginselen van het zevende kaderprogramma alsmede de beginselen van gendermainstreaming en gendergelijkheid, en het beginsel van duurzame ontwikkeling in acht worden genomen;

h)

bepalingen worden geformuleerd met betrekking tot de intellectuele-eigendomsrechten die voortvloeien uit de in het kader van het gezamenlijk programma Eurostars uitgevoerde activiteiten en de uitvoering en coördinatie van de O&O-programma’s en -activiteiten die door de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen op nationaal niveau worden opgezet en wel zodanig dat deze het bevorderen van het creëren van dergelijke kennis en de ondersteuning van een breder gebruik en verspreiding van de gecreëerde kennis beogen.

Artikel 3

Bij de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars gelden voor de financiële steun die wordt verleend aan deelnemers aan Eurostars-projecten die in overeenstemming met bijlage II op gecentraliseerde wijze geselecteerd worden naar aanleiding van oproepen tot het indienen van voorstellen voor subsidieaanvragen, de beginselen van gelijke behandeling en transparantie. De financiële steun wordt verleend op basis van wetenschappelijk excellentie en, rekening houdend met de specifieke aard van de doelgroep van kmo’s, de sociaaleconomische impact op Europees niveau en de relevantie voor de algemene doelstellingen van het programma, in overeenstemming met de in bijlage I vermelde beginselen en procedures.

Artikel 4

De regelingen voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap en de voorschriften die van toepassing zijn op de financiële aansprakelijkheid en intellectuele-eigendomsrechten alsmede de nadere regels voor het verlenen van financiële steun door de specifieke uitvoeringsstructuur aan derden worden vastgesteld door middel van een algemene overeenkomst die moet worden gesloten tussen de Commissie, namens de Gemeenschap, en de specifieke uitvoeringsstructuur en door middel van jaarlijkse financieringsovereenkomsten.

Artikel 5

Overeenkomstig artikel 18, lid 2, van het Financieel Reglement dient de rente die door de aan het gezamenlijk programma Eurostars toegewezen communautaire financiële bijdrage wordt gegenereerd te worden beschouwd als bestemmingsontvangsten. De in artikel 1 van deze beschikking vermelde maximale communautaire bijdrage kan dienovereenkomstig door de Commissie worden verhoogd.

Artikel 6

Indien het gezamenlijk programma Eurostars niet wordt uitgevoerd of op ontoereikende wijze, slechts gedeeltelijk of laattijdig wordt uitgevoerd, of indien de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen geen of slechts een gedeeltelijke bijdrage verlenen of deze te laat verlenen voor de financiering van het gezamenlijk programma Eurostars kan de Gemeenschap haar financiële bijdrage verlagen of deze niet toekennen of stopzetten naar evenredigheid van de mate waarin het gezamenlijk programma Eurostars daadwerkelijk is uitgevoerd en het bedrag aan overheidsmiddelen dat door de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen werd toegewezen voor de uitvoering van dit programma conform de voorwaarden van de overeenkomst die moet worden gesloten tussen de Gemeenschap en de specifieke uitvoeringsstructuur.

Artikel 7

Bij de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars nemen de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen alle nodige wetgevende, regelgevende, administratieve of andere maatregelen die nodig zijn voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. De deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen nemen met name de noodzakelijke maatregelen om aan de Gemeenschap verschuldigde bedragen volledig in te vorderen, in overeenstemming met artikel 54, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement en artikel 38, lid 2, van de uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 8

De Commissie en de Rekenkamer kunnen via hun ambtenaren of andere functionarissen alle nodige controles en inspecties verrichten om een goed beheer van de communautaire middelen te waarborgen en de financiële belangen van de Gemeenschap tegen fraude of onregelmatigheden te beschermen. Daartoe stellen de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen en de specifieke uitvoeringsstructuur te gelegener tijd alle benodigde documenten ter beschikking aan de Commissie en de Rekenkamer.

Artikel 9

De Commissie deelt alle relevante informatie mee aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer. De deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen worden verzocht de Commissie via de specifieke uitvoeringsstructuur alle aanvullende informatie te verstrekken die het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer over het financiële beheer van de specifieke uitvoeringsstructuur vereisen.

Artikel 10

Elke lidstaat kan zich aansluiten bij het gezamenlijk programma Eurostars, overeenkomstig de in artikel 2, onder e) tot en met h), genoemde criteria.

Artikel 11

Derde landen kunnen zich op basis van de in de artikel 2, onder e) tot en met h), genoemde criteria bij het gezamenlijk programma Eurostars aansluiten mits hun deelname onder de desbetreffende internationale overeenkomst valt en mits zowel de Commissie als de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen hiermee instemmen.

Artikel 12

De voorwaarden voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap met betrekking tot de deelname van landen die geassocieerd zijn met het zevende kaderprogramma aan het gezamenlijk programma Eurostars, of voor zover dit essentieel is voor de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars, van andere landen kunnen worden bepaald door de Gemeenschap op basis van de in deze beschikking opgenomen regels en andere uitvoeringsvoorschriften en -regelingen.

Artikel 13

1.   Het jaarverslag inzake het zevende kaderprogramma dat overeenkomstig artikel 173 van het Verdrag bij het Europees Parlement en de Raad wordt ingediend, omvat een samenvatting van de activiteiten van het gezamenlijk programma Eurostars die gebaseerd is op het door de specifieke uitvoeringsstructuur aan de Commissie te verstrekken jaarverslag.

2.   De Commissie voert twee jaar na de start van het gezamenlijk programma Eurostars een tussentijdse evaluatie uit van het programma, die betrekking heeft op de vooruitgang die is geboekt met de realisering van de doelstellingen van bijlage I. Deze evaluatie omvat ook aanbevelingen over de meest geschikte manieren om verdere wetenschappelijke, beheers- en financiële integratie te bevorderen en de bekwaamheid, met name van O&O verrichtende kmo’s, om toe te treden tot het gezamenlijk programma Eurostars en de kwaliteit en de efficiëntie van de uitvoering ervan te beoordelen. De Commissie deelt de conclusies van dat verslag, vergezeld van opmerkingen en indien van toepassing voorstellen tot wijziging van deze beschikking, mee aan het Europees Parlement en de Raad.

3.   Aan het einde van het gezamenlijk programma Eurostars voert de Commissie een slotevaluatie van het programma uit. De resultaten hiervan worden meegedeeld aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 14

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 15

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 9 juli 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J.-P. JOUYET


(1)  Advies uitgebracht op 29 mei 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies van het Europees Parlement van 10 april 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 23 juni 2008.

(3)  PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.

(4)  PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299; gerectificeerd in PB L 54 van 22.2.2007, blz. 101.

(5)  PB C 320 E van 15.12.2005, blz. 259.

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/2007 (PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9).

(7)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 478/2007 (PB L 111 van 28.4.2007, blz. 13).

(8)  PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1233/2007 van de Commissie (PB L 279 van 23.10.2007, blz. 10).

(9)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

(10)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

(11)  PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1.


BIJLAGE I

BESCHRIJVING VAN DE DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN VAN HET GEZAMENLIJK PROGRAMMA EUROSTARS

I.   Doelstellingen

Het doel van dit door de lidstaten van Eureka voorgestelde initiatief is het opzetten van het gezamenlijk programma Eurostars dat gericht is op O&O verrichtende kmo’s. Deze kmo’s zijn kennisintensieve, op technologie/innovatie gebaseerde bedrijven die een sleutelrol spelen in het innovatieproces. Zij worden gekenmerkt door een sterke klant- of marktoriëntatie, die erop gericht is een sterke internationale positie tot stand te brengen door het leiden van in hoge mate innovatieve, marktgeoriënteerde projecten. Op basis van hun eigen O&O-capaciteit zijn zij in staat producten, procedés of diensten te ontwikkelen die een duidelijk innovatief of technologisch voordeel hebben. De bedrijven kunnen variëren in grootte en activiteitenpakket, en kunnen bv. gevestigde ondernemingen zijn met ervaring met het uitvoeren van toepassingsgericht, geavanceerd O&O, of starters met hoog potentieel. O&O vormt een sleutelelement in hun bedrijfsstrategie en businessplan. Deze ondernemingen moeten kmo’s zijn in de zin van Aanbeveling 2003/316/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (1) en een aanzienlijk deel van hun activiteiten moet betrekking hebben op O&O. Gedetailleerde drempels voor deze activiteiten zullen worden verduidelijkt overeenkomstig bijlage II.

Het gezamenlijk programma Eurostars beoogt het ondersteunen van deze O&O verrichtende kmo’s door:

1.

het creëren van een gemakkelijk toegankelijk, duurzaam Europees O&O-steunmechanisme voor O&O verrichtende kmo’s;

2.

het aanmoedigen van deze kmo’s om nieuwe economische activiteiten te creëren op basis van O&O-resultaten en nieuwe producten, procedés en diensten sneller dan anders mogelijk op de markt te brengen;

3.

het bevorderen van technologische en zakelijke ontwikkeling, en internationalisering van die ondernemingen.

Het gezamenlijk programma Eurostars vult bestaande nationale en EU-programma’s aan die gericht zijn op het ondersteunen van O&O verrichtende kmo’s in hun innovatieproces.

Het draagt bij tot Europa’s concurrentievermogen, innovatie, werkgelegenheid, economische verandering, duurzame ontwikkeling en milieubescherming, en helpt bij het bereiken van de Lissabon- en Barcelona-doelstellingen. Het ondersteunt door zijn bottom-upaanpak activiteiten op het vlak van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie die worden uitgevoerd door transnationale consortia welke worden aangestuurd door O&O verrichtende kmo’s en voor zover passend samenwerken met onderzoeksorganisaties en/of grote ondernemingen.

Het gezamenlijk programma Eurostars beoogt het op elkaar afstemmen en synchroniseren van de relevante nationale onderzoeks- en innovatieprogramma’s om een gezamenlijk programma tot stand te brengen waarin wetenschappelijke, beheers- en financiële integratie centraal staan en om een belangrijke bijdrage te leveren tot de realisering van de EOR. De wetenschappelijke integratie wordt tot stand gebracht door de gemeenschappelijke vaststelling en uitvoering van activiteiten in het kader van het gezamenlijk programma Eurostars. Beheersintegratie wordt tot stand gebracht door het gebruik van het Eureka-secretariaat als specifieke uitvoeringsstructuur. De rol ervan is het beheren van het gezamenlijk programma Eurostars en monitoren van de uitvoering ervan, zoals verder gespecificeerd in bijlage II. De financiële integratie impliceert dat de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen het gezamenlijk programma Eurostars daadwerkelijk medefinancieren, hetgeen met name de verbintenis met zich mee brengt om de deelnemers aan geselecteerde Eurostars-projecten te financieren uit de nationale begrotingsmiddelen die zijn gereserveerd oor het gezamenlijk programma Eurostars.

Op langere termijn moet dit initiatief streven naar het ontwikkelen van hechtere vormen van wetenschappelijke, beheers- en financiële integratie. De deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen moeten zulke integratie verder versterken en bestaande nationale juridische en administratieve hinderpalen voor internationale samenwerking uit de weg ruimen, als onderdeel van het initiatief.

II.   Activiteiten

De hoofdactiviteit in het gezamenlijk programma Eurostars bestaat uit O&O-activiteiten die worden aangestuurd door een of meer in de deelnemende lidstaten of de andere deelnemende landen gevestigde O&O verrichtende kmo’s. Onderzoeksorganisaties, universiteiten, andere kmo’s en grote bedrijven kunnen eveneens aan dit programma deelnemen. De O&O-activiteiten kunnen worden uitgevoerd binnen het gehele gebied van wetenschap en technologie en worden:

1.

uitgevoerd via transnationale meerpartnerprojecten waarbij minstens twee onafhankelijke deelnemers uit verschillende deelnemende lidstaten of de andere deelnemende landen zijn betrokken en activiteiten voor onderzoek, technologische ontwikkeling, demonstratie, opleiding en verspreiding aan bod komen;

2.

wat het kerndeel betreft uitgevoerd door de O&O verrichtende kmo’s. Voor elk geselecteerd Eurostars-project dienen de O&O verrichtende kmo’s collectief in te staan voor het grootste deel van de algemene kosten van de O&O-activiteiten van alle deelnemers. Zo nodig mag in het kader van het project beperkt uitbesteed worden;

3.

gericht op marktgeoriënteerd O&O, moeten een korte of middellange looptijd hebben en moeilijke O&O-werkzaamheden omvatten; de kmo’s moeten aantonen dat zij in staat zijn binnen een realistische termijn de projectresultaten te exploiteren;

4.

geleid en gecoördineerd door een deelnemende kmo die O&O verricht, de zogenaamde „hoofd-kmo”.

Bovendien worden makelaars-, programmapromotie- en netwerkingsactiviteiten in beperkte mate ondersteund om het gezamenlijk programma Eurostars te promoten en de impact ervan te versterken. Het gaat hier onder meer om het organiseren van workshops en het leggen van contacten met andere stakeholders zoals investeerders en aanbieders van kennisbeheer.

III.   Verwachte prestaties van de uitvoering van het programma

De hoofdprestatie van het gezamenlijk programma Eurostars is het opzetten van een nieuw gezamenlijk Europees onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor O&O verrichtende kmo’s, welk een bottom-upprogramma is, gebaseerd op Eureka en medegefinancierd door de bijdragende nationale O&O-programma’s en de Gemeenschap.

De specifieke uitvoeringsstructuur legt een jaarverslag voor waarin een uitvoerig overzicht wordt gegeven van de uitvoering van het programma (evaluatie- en selectieproces, statistieken over de samenstelling van de groep van evaluatoren, aantal voor financiering ingediende en geselecteerde projecten, gebruik van de communautaire middelen, verdeling van de nationale middelen, type deelnemers, nationale statistische gegevens, makelevenementen en activiteiten voor de verspreiding enz.) en de vooruitgang die is geboekt met het oog op verdere integratie. Een evaluatie achteraf van de impact van het programma wordt door de specifieke uitvoeringsstructuur verricht aan het einde van het gezamenlijk programma Eurostars.

IV.   Uitvoering van het programma

Het gezamenlijk programma Eurostars wordt beheerd door de specifieke uitvoeringsstructuur. Voorstellen worden door de aanvragers op gecentraliseerde wijze bij de specifieke uitvoeringsstructuur ingediend (één aanspreekpunt) naar aanleiding van een centrale en gemeenschappelijke jaarlijkse oproep tot het indienen van voorstellen, met verschillende sluitingsdatums. De projectvoorstellen worden volgens een tweefasige procedure op gecentraliseerde wijze geëvalueerd en geselecteerd op basis van transparante en gemeenschappelijke toelatings- en evaluatiecriteria. In de eerste fase worden voorstellen beoordeeld door minstens twee onafhankelijke deskundigen, die zowel de technische als marktaspecten van het voorstel evalueren. Deze deskundigen kunnen op afstand hun werk doen. De ranking van voorstellen gebeurt in de tweede fase, door een internationaal evaluatiepanel bestaande uit onafhankelijke deskundigen. De op gecentraliseerde wijze goedgekeurde ranking is bindend voor de toewijzing van financiering uit de communautaire bijdrage en uit de nationale voor Eurostars-projecten gereserveerde begrotingsmiddelen. De specifieke uitvoeringsstructuur is verantwoordelijk voor de monitoring van projecten; er worden gemeenschappelijke operationele procedures ingevoerd voor het beheer van de volledige projectcyclus. De specifieke uitvoeringsstructuur neemt passende maatregelen om erkenning van de bijdrage van de Gemeenschap aan het gezamenlijk programma Eurostars, zowel in het programma zelf, als in afzonderlijke projecten aan te moedigen. De specifieke uitvoeringsstructuur dient de goede zichtbaarheid van deze bijdrage te bevorderen door het gebruik van het Gemeenschapslogo in alle publicaties, zowel in gedrukte als in elektronische vorm, die met het gezamenlijk programma Eurostars verband houden. Projectdeelnemers aan geselecteerde Eurostars-projecten worden administratief door hun respectieve nationale programma’s afgehandeld.

V.   Financieringsmechanisme

Het gezamenlijk programma Eurostars wordt medegefinancierd door de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen, alsmede en de Gemeenschap. De deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen stellen een meerjarig financieringsplan vast om deel te nemen aan het gezamenlijk programma Eurostars en de activiteiten ervan te medefinancieren. De nationale bijdragen kunnen afkomstig zijn van bestaande of van recentelijk gecreëerde nationale programma’s mits zij maar voldoen aan het bottom-upkarakter van het gezamenlijk programma Eurostars. Elke deelnemende lidstaat of ander deelnemende land staat kan in de loop van het programma altijd zijn voor het gezamenlijk programma Eurostars gereserveerde nationale middelen vrijelijk verhogen.

Financiering op programmaniveau

De Gemeenschap betaalt voor het gezamenlijk programma Eurostars, dat door de specifieke uitvoeringsstructuur wordt beheerd, een bijdrage die berekend wordt op maximaal een derde van de effectieve financiële bijdragen van de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen, begrenst tot 100 miljoen EUR.

Maximaal 4,5 % van de communautaire financiële bijdrage wordt door de specifieke uitvoeringsstructuur gebruikt als bijdrage aan de algemene werkingskosten van het gezamenlijk programma Eurostars.

De communautaire financiële bijdrage voor geselecteerde Eurostars-projecten wordt op basis van een tussen de nationale financieringsinstanties en de specifieke uitvoeringsstructuur gesloten overeenkomst door de specifieke uitvoeringsstructuur aan de door de deelnemende lidstaten en de andere deelnemende landen aangewezen nationale financieringsinstanties overgedragen. De nationale financieringsinstanties financieren de nationale deelnemers wier projecten op gecentraliseerde wijze geselecteerd zijn en kanaliseren ook de communautaire financiële bijdrage van de specifieke uitvoeringsstructuur.

Financiering van Eurostars-projecten

Bij de toewijzing van financiële middelen uit de communautaire bijdrage en uit de nationale gereserveerde begrotingsmiddelen voor geselecteerde Eurostars-projecten wordt de volgorde van de ranking gevolgd. De financiële bijdrage aan de deelnemers aan deze projecten wordt berekend volgens de financieringsregels van de deelnemende nationale programma’s.

In geval van een lening zal een standaardformule voor de berekening van het bruto subsidie-equivalent worden uitgewerkt, rekening houdend met de rentesubsidie-intensiteit en het gemiddelde percentage mislukkingen van het onderliggende nationale programma.

VI.   Regelingen voor intellectuele-eigendomsrechten

De specifieke uitvoeringsstructuur neemt het intellectuele-eigendomsbeleid van het gezamenlijk programma Eurostars aan, overeenkomstig de voorschriften van artikel 4 van deze beschikking. Het doel van zo’n intellectuele-eigendomsbeleid van het gezamenlijk programma Eurostars is het bevorderen van kenniscreatie en de exploitatie en verspreiding van de projectresultaten ten behoeve van de doelgroep van O&O verrichtende kmo’s. In deze context moet de aanpak in het kader van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (2) als model dienen.


(1)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

(2)  PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1.


BIJLAGE II

BEHEER VAN HET GEZAMENLIJK PROGRAMMA EUROSTARS

Het beheerssysteem van het gezamenlijk programma Eurostars omvat vier belangrijke instanties:

1.

De „Groep op hoog niveau Eureka” (HLG Eureka) is samengesteld uit de door de staten die lid zijn van Eureka als vertegenwoordiger op hoog niveau aangestelde personen en een vertegenwoordiger van de Commissie. De groep is verantwoordelijk voor de toelating van niet-deelnemende lidstaten en andere niet-deelnemende landen tot het gezamenlijk programma Eurostars, overeenkomstig de artikelen 10 en 11 van deze beschikking.

2.

De „Groep op hoog niveau Eurostars” (HLG Eurostars) is samengesteld uit de Eureka-vertegenwoordigers op hoog niveau van de deelnemende lidstaten en andere deelnemende landen. De Commissie en de lidstaten die niet aan het gezamenlijk programma Eurostar deelnemen behouden de mogelijkheid vertegenwoordigers als waarnemer naar de vergaderingen te zenden. De groep is bevoegd om toe te zien op de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars en met name voor de aanstelling van de leden van de Adviesgroep Eurostars, de goedkeuring van de operationele procedures voor het leiden van het gezamenlijk programma Eurostars, de goedkeuring van de planning en het budget van de oproepen, en de goedkeuring van de ranking van te financieren Eurostars-projecten.

3.

De „Adviesgroep Eurostars” is samengesteld uit nationale projectcoördinatoren van Eureka uit de deelnemende lidstaten en andere deelnemende landen die aan Eurostars deelnemen en wordt voorgezeten door het hoofd van het Eureka-secretariaat (ESE). De Adviesgroep Eurostars adviseert het ESE bij de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars en verstrekt advies over de regelingen betreffende de uitvoering van het programma, zoals financieringsprocedures, het evaluatie- en selectieproces, synchronisering tussen de centrale en nationale procedures, en projectmonitoring. Hij adviseert over de planning van de sluitingsdata van de jaarlijkse oproepen tot het indienen van voorstellen. Hij adviseert ook over de voortgang in de uitvoering van het gezamenlijk programma, inclusief de voortgang in de richting van verdere integratie.

4.

Het ESE fungeert als de specifieke uitvoeringsstructuur voor Eurostars; daarbij treedt het hoofd van ESE als juridisch vertegenwoordiger van het programma Eurostars op. Het ESE is belast met de uitvoering van het gezamenlijk programma Eurostars en is met name verantwoordelijk voor:

de opstelling van het jaarlijkse budget voor oproepen, de centrale organisatie van gemeenschappelijke oproepen tot het indienen van voorstellen en de ontvangst van de projectvoorstellen (één aanspreekpunt);

de centrale organisatie van het toetsen van projectvoorstellen aan de gemeenschappelijke toelatings- en evaluatiecriteria, de centrale organisatie van de selectie van projectvoorstellen voor financiering, en de projectmonitoring en follow-up;

ontvangst, toewijzing en monitoring van de communautaire bijdrage;

verzameling van de rekeningen betreffende de verdeling van de financiering door de financierende instanties in de deelnemende lidstaten en andere deelnemende landen over de deelnemers aan Eurostars-projecten;

promotie van het gezamenlijk programma Eurostars;

rapportering aan de HLG Eureka, de HLG Eurostars en de Commissie over het gezamenlijk programma Eurostars, inclusief over de voortgang in de richting van verdere integratie;

informeren van het Eureka-netwerk over de activiteiten van het gezamenlijk programma Eurostars.