19.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 334/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 november 2007

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Montenegro betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

(2007/817/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 63, punt 3, onder b), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap onderhandeld over een overeenkomst met de Republiek Montenegro betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven.

(2)

Deze overeenkomst is, onder voorbehoud van een eventuele sluiting op een later tijdstip, op 18 september 2007 namens de Europese Gemeenschap ondertekend overeenkomstig een besluit van de Raad van 18 september 2007.

(3)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd.

(4)

Bij de overeenkomst wordt een Gemengd Comité overname ingesteld, dat zijn reglement van orde kan vaststellen. Er dient een vereenvoudigde procedure te worden gevolgd voor de vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap op dit punt.

(5)

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft het Verenigd Koninkrijk kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van dit besluit.

(6)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van dit besluit dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Ierland.

(7)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Montenegro betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 22, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving (2).

Artikel 3

De Commissie vertegenwoordigt de Gemeenschap in het bij artikel 18 van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité overname.

Artikel 4

Het standpunt dat de Gemeenschap in het Gemengd Comité overname inneemt met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het Comité, zoals bepaald in artikel 18, lid 5, van de overeenkomst, wordt vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad aangewezen bijzonder comité.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 november 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

R. PEREIRA


(1)  Advies uitgebracht op 24 oktober 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


BRIEFWISSELING

Brussels, 18 September 2007

Ms. Gordana Jankulovska,

Minister of Interior of the former

Yugoslav Republic of Macedonia.

Dear Minister,

We have the honour to propose that, if it is acceptable to your Government, this letter and your confirmation shall together take the place of signature of the Agreement between the European Community and the former Yugoslav Republic of Macedonia on readmission of persons residing without authorisation.

The text of the aforementioned Agreement, herewith annexed, has been approved for signature by a decision of the Council of the European Union of today's date.

Please accept, Minister, the assurance of our highest consideration.

For the European Community

Image Image

Courtesy translation

Brussels, 18 September 2007

Dear Sirs,

On behalf of the Government of the Republic of Macedonia I have the honour to acknowledge receipt of your letter dated 18th September 2007 regarding the signature of the Agreement between the Republic of Macedonia and the European Community on the readmission of persons residing without authorisation, together with the attached text of the Agreement.

I hereby declare that the Government of the Republic of Macedonia agrees with the provisions of the Agreement between the Republic of Macedonia and the European Community on the readmission of persons residing without authorisation and considers the Agreement as being signed with this Exchange of Letters.

However, I declare that the Republic of Macedonia does not accept the denomination used for my country in the above-referred documents, having in view that the constitutional name of my country is the Republic of Macedonia.

Please accept, Sirs, the assurances of my highest consideration.

Gordana Jankuloska

Dr. Rui Carlos Pereira

Minister of Internal Administration of the Republic of Portugal

Mr. Franco Frattini

Vice-President of the European Commission

Брисел, 18 септември 2007 година

Почитувани Господа,

Во името на Владата на Република Македонија имам чест да го потврдам приемот на Вашето писмо датирано на 18 септемвpи 2007 година, кое се однесува на потпишувањето на Спогодбата помеѓу Република Македониja и Европсkата Заедница за преземаље на лица со незаконски престој, заедно со приложениот текст на Спогодбатa.

Изjавувам дека Владата на Република Македониjа е согласна со одредбите на Спогодбата помеѓу Република Македонија и Европската Заедница за преземање на лица со незаконски престој и смета дека со оваа размена на писма Спогодбата е потпишана.

Сепак, изјавувам дека Република Македонија не ја прифаќа деноминацијата употребена за мојата земја во погоре наведените документи, имајќи предвид дека уставното име на мојата земја е Република Мakедонија.

Пpимете ги Господа, изразите на моето највисоко почитување.

Гордана Јанкулоска

Image

Г-дин Руи Карлос Переира

Министеp за внатрешната администрација на Република

Португалија Совет на Европската унија

Г-дин Франко Фратини

Потпретседател hа Европската комисија

Brussels, 18 September 2007

Ms. Gordana Jankulovska,

Minister of Interior of the former

Yugoslav Republic of Macedonia.

Dear Minister,

We have the honour to acknowledge receipt of your letter of today's date.

The European Community notes that the Exchange of Letters between the European Community and the Former Yugoslav Republic of Macedonia, which takes the place of signature of the Agreement between the European Community and the former Yugoslav Republic of Macedonia on readmission of persons residing without authorisation, has been accomplished and that this cannot be interpreted as acceptance or recognition by the European Community in whatever form or content of a denomination other than the „former Yugoslav Republic of Macedonia”.

Please accept, Minister, the assurance of our highest consideration.

For the European Community

Image Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE HOGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd,

en

DE voormalige JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde illegale immigratie doeltreffender te bestrijden;

VERLANGEND door middel van deze overnameovereenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke terugkeer van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten van de Europese Unie, en de doorgeleiding van deze personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken;

EROP WIJZEND dat deze overnameovereenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen;

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overnameovereenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

REKENING HOUDEND MET artikel 76, lid 2, van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (1), dat de partijen ertoe verplicht op verzoek een overnameovereenkomst te sluiten,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

In deze overnameovereenkomst wordt verstaan onder:

a)

„overeenkomstsluitende partijen”: de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Gemeenschap;

b)

„overname”: de overdracht door de verzoekende staat en de toelating door de aangezochte staat van personen (eigen onderdanen van de aangezochte staat, onderdanen van derde landen of staatloze personen) die zich schuldig hebben gemaakt aan illegale binnenkomst, illegale aanwezigheid of illegaal verblijf in de verzoekende staat, overeenkomstig de bepalingen van deze overnameovereenkomst;

c)

„onderdaan van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië”: iedere persoon die de nationaliteit van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bezit overeenkomstig haar wetgeving;

d)

„onderdaan van een lidstaat”: iedere persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

e)

„lidstaat”: alle lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

f)

„onderdaan van een derde land”: iedere persoon die een andere nationaliteit bezit dan die van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten;

g)

„staatloze persoon”: een persoon die geen nationaliteit bezit;

h)

„verblijfsvergunning”: een door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om op het grondgebied van een van die staten te verblijven in verband met de behandeling van een asielverzoek of een aanvraag van een verblijfsvergunning;

i)

„visum”: een door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen beslissing die vereist is om het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten binnen te komen of door te reizen. Hieronder vallen niet luchthaventransitvisa;

j)

„verzoekende staat”: de staat (de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten) die een overnameverzoek in de zin van artikel 7 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 14 van deze overnameovereenkomst indient;

k)

„aangezochte staat”: de staat (de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de lidstaten) waaraan een overnameverzoek in de zin van artikel 7 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 14 van deze overnameovereenkomst is gericht;

l)

„bevoegde autoriteit”: elke nationale autoriteit van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of van een van de lidstaten die is belast met de uitvoering van deze overnameovereenkomst op basis van artikel 19, lid 1, onder a);

m)

„grensregio”: een maximaal dertig kilometer breed gebied vanaf de gemeenschappelijke landsgrens tussen een lidstaat en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië alsmede het grondgebied van internationale luchthavens van de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

n)

„doorgeleiding”: de doorreis van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon over het grondgebied van de aangezochte staat op weg van de verzoekende staat naar het land van bestemming.

AFDELING I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VAN DE voormalige JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

2.   Indien mogelijk neemt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tegelijkertijd ook de volgende personen over:

minderjarige ongehuwde kinderen tot 18 jaar van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht op het grondgebied van de verzoekende lidstaat hebben;

echtgenoten van de personen vermeld in lid 1 die een andere nationaliteit bezitten, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië binnen te komen en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende lidstaat hebben.

3.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt ook personen over die na binnenkomst op het grondgebied van een lidstaat aan de nationaliteit van voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die lidstaat hebben gekregen.

4.   Nadat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen, het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van dertig dagen. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië binnen veertien kalenderdagen een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur. Indien de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië niet binnen veertien kalenderdagen het nieuwe reisdocument heeft afgegeven, wordt zij geacht in te stemmen met het gebruik van het standaard-reisdocument van de Europese Unie voor verwijderingsdoeleinden (2).

5.   Wanneer de over te nemen persoon naast de nationaliteit van de aangezochte staat de nationaliteit van een derde staat bezit, houdt de verzoekende lidstaat rekening met de wens van deze persoon om door de staat van zijn keuze te worden overgenomen.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

1.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen

a)

in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgegeven door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, of

b)

het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij

die persoon in het bezit is van een door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië afgegeven visum of verblijfsvergunning, dat of die later verstrijkt, of

het visum dat of de verblijfsvergunning die door de verzoekende lidstaat is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nagemaakte of vervalste documenten of door middel van valse verklaringen, en de betrokken persoon heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, of

die persoon niet aan de aan het visum verbonden voorwaarden voldoet en hij heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

3.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië neemt op verzoek van een lidstaat ook gewezen onderdanen van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië over die geen andere nationaliteit hebben verworven en die zijn geboren op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en hun permanente verblijfplaats op 8 september 1991 in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hadden.

4.   Nadat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de verzoekende lidstaat de persoon van wie de overname is aanvaard indien nodig het standaardreisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden (2).

AFDELING II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VAN DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Indien mogelijk neemt een lidstaat tegelijkertijd ook de volgende personen over:

minderjarige ongehuwde kinderen tot 18 jaar van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben;

echtgenoten van de personen vermeld in lid 1 die een andere nationaliteit bezitten, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van de aangezochte lidstaat binnen te komen en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben.

3.   Een lidstaat neemt ook personen over die na binnenkomst op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan de nationaliteit van een lidstaat hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben gekregen.

4.   Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van die lidstaat de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen, het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van ten minste dertig dagen. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de aangezochte lidstaat binnen veertien kalenderdagen een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur.

5.   Wanneer de over te nemen persoon naast de nationaliteit van de aangezochte lidstaat de nationaliteit van een derde staat bezit, houdt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië rekening met de wens van deze persoon om door de staat van zijn keuze te worden overgenomen.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overnameovereenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen

a)

in het bezit zijn of bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat, of

b)

het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grondgebied van de aangezochte lidstaat.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat, of

b)

de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op haar grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij

die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning, dat of die later verstrijkt, of

het visum dat of de verblijfsvergunning die door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nagemaakte of vervalste documenten of door middel van valse verklaringen, en de betrokken persoon heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de aangezochte lidstaat, of

die persoon niet aan de aan het visum verbonden voorwaarden voldoet en hij heeft verbleven op of is doorgereisd via het grondgebied van de aangezochte lidstaat.

3.   De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de langste geldigheidsduur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen worden overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten.

4.   Nadat de lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de persoon van wie de overname is aanvaard, het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument.

AFDELING III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginselen

1.   Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Er is geen overnameverzoek vereist wanneer de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat.

3.   Indien een persoon in de grensregio (met inbegrip van luchthavens) van de verzoekende staat is aangehouden nadat hij op illegale wijze de grens heeft overschreden rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte staat, kan de verzoekende staat binnen twee werkdagen na de aanhouding van deze persoon een overnameverzoek indienen (versnelde procedure).

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, de volgende gegevens:

a)

de persoonsgegevens van de over te nemen persoon (bv. naam, voornamen, geboortedatum en zo mogelijk geboorteplaats en laatste verblijfplaats alsook persoonsgegevens van zijn ouders) en, in voorkomend geval, de persoonsgegevens van minderjarige ongehuwde kinderen en/of echtgeno(o)te;

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs van of het prima facie bewijs inzake de nationaliteit, de doorreis, het voldoen aan de voorwaarden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen, de illegale binnenkomst en het illegale verblijf zal worden geleverd;

c)

een foto van de betrokken persoon.

2.   Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, ook de volgende gegevens:

a)

een verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, mits de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen dan wel gegevens over de gezondheid van de persoon die voor de overdracht van die persoon nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 6 opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Onverminderd de respectieve toepasselijke nationale wetgevingen, kan het bewijs van de nationaliteit overeenkomstig artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, worden geleverd door middel van de in bijlage 1 vermelde documenten. Wanneer dergelijke documenten worden overgelegd, erkennen de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Prima facie bewijs van de nationaliteit overeenkomstig artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken. Indien dergelijke documenten worden overgelegd, aanvaarden de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië dat er een vermoeden van nationaliteit bestaat, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. Prima facie bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Indien geen van de in bijlage 1 of 2 vermelde documenten kan worden overgelegd, neemt de bevoegde diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging van de betrokken aangezochte staat op verzoek de nodige maatregelen om de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen 3 werkdagen na de dag van het verzoek te ondervragen teneinde diens nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatloze personen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt door de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië erkend zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd.

2.   Prima facie bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 vermelde bewijsmiddelen; prima facie bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dergelijk prima facie bewijs wordt overgelegd, aanvaarden de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië dat er een vermoeden bestaat dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning voor het grondgebied van de verzoekende staat ontbreekt. Een verklaring van de verzoekende staat dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de vereiste reisdocumenten, het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning kan evenzo als prima facie bewijs dienen voor het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf.

4.   Prima facie bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 3, vermelde voorwaarden voor overname van gewezen onderdanen van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 5 vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dergelijk prima facie bewijs wordt overgelegd, neemt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kan bewijzen.

5.   Indien geen van de in bijlage 5 vermelde documenten kan worden overgelegd, neemt de bevoegde diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op verzoek de nodige maatregelen om de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen 3 werkdagen na de dag van het verzoek te ondervragen teneinde diens nationaliteit vast te stellen.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend uiterlijk één jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon niet of niet meer aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf voldoet. Indien er juridische of praktische belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn op verzoek van de verzoekende staat verlengd, doch slechts totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Het overnameverzoek moet schriftelijk worden beantwoord

binnen twee werkdagen wanneer het overnameverzoek in het kader van de versnelde procedure is ingediend (artikel 6, lid 3);

binnen veertien kalenderdagen in alle overige gevallen.

Deze termijnen beginnen te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Wordt binnen deze termijnen niet geantwoord, dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   De afwijzing van een overnameverzoek wordt met redenen omkleed.

4.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in lid 2 bedoelde termijn wordt de betrokken persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie maanden overgedragen. Deze termijn wordt op verzoek van de verzoekende staat verlengd met de periode die nodig is om juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de betrokken lidstaat vooraf schriftelijk een regeling met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante gegevens.

2.   Vervoer kan plaatsvinden door de lucht of over land. De overdracht door de lucht is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of de lidstaten en kan ook plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In het geval van begeleide overdracht mogen naast de gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een andere lidstaat de over te dragen persoon begeleiden.

Artikel 12

Onterechte overname

De verzoekende staat neemt een persoon die door de aangezochte staat is overgenomen terug, indien binnen drie maanden na de overdracht van de betrokken persoon wordt vastgesteld dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5.

In dergelijke gevallen zijn mutatis mutandis de procedurevoorschriften van deze overnameovereenkomst van toepassing en worden tevens alle beschikbare gegevens met betrekking tot de werkelijke identiteit en nationaliteit van de terug te nemen persoon meegedeeld.

AFDELING IV

DOORGELEIDING

Artikel 13

Beginselen

1.   De lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië moeten doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen over haar grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt, en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen over zijn grondgebied toe indien de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doorgeleiding en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een lidstaat worden geweigerd

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een reëel gevaar loopt in de staat van bestemming of een andere staat van doorgeleiding te worden onderworpen aan foltering, aan onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, aan de doodstraf of aan vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep, of politieke overtuiging, of

b)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon in de aangezochte staat of een andere staat van doorgeleiding blootstaat aan strafrechtelijke sancties, of

c)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een lidstaat kan elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden zoals bedoeld in lid 3 voordoen of aan het licht komen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele andere staten van doorgeleiding of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is. In dat geval neemt de verzoekende staat de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon zo nodig onverwijld terug.

Artikel 14

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat en bevat de volgende gegevens:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht of over land); eventuele andere staten van doorgeleiding en beoogde eindbestemming;

b)

de persoonsgegevens van de betrokken persoon (bv. naam, voornaam, meisjesnaam, andere namen die de betrokken persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat, geboortedatum, geslacht en zo mogelijk geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 13, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 13, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 7 opgenomen.

2.   Binnen vijf kalenderdagen brengt de aangezochte staat de verzoekende staat schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat verlenen na onderling overleg steun bij de doorgeleiding, met name door toezicht te houden op de betrokken personen en door geschikte faciliteiten ter beschikking te stellen.

AFDELING V

KOSTEN

Artikel 15

Kosten van vervoer en van doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerskosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overnameovereenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

AFDELING VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 16

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de uitvoering van deze overnameovereenkomst door, naar gelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een lidstaat. De verwerking en de behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval zijn onderworpen aan de wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en, wanneer de voor de verwerking van de gegevens verantwoordelijke instantie een bevoegde autoriteit van een lidstaat is, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG (3) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

de persoonsgegevens moeten eerlijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

de persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de uitvoering van deze overnameovereenkomst worden verkregen en mogen door de meedelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

de persoonsgegevens moeten toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn in verhouding tot het doel waarvoor zij worden verkregen en/of verder verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de persoonsgegevens van de over te dragen persoon (bv. naam, voornamen, vroegere namen, andere namen die de betrokken persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat, geslacht, burgerlijke staat, geboortedatum en –plaats, huidige en eventuele vroegere nationaliteit);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidsduur, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor de identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overnameovereenkomst dienstige gegevens;

d)

de persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten in voorkomend geval worden bijgewerkt;

e)

de persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of vervolgens worden verwerkt;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit treffen alle redelijke maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende correctie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking ervan niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat deze persoonsgegevens niet toereikend, ter zake dienend of nauwkeurig zijn, of omdat zij bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke correctie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande toestemming van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en de ontvangende autoriteit zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 17

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overnameovereenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit

het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, zoals gewijzigd bij het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen;

internationale overeenkomsten waarbij wordt bepaald welk land bevoegd is voor de behandeling van ingediende asielaanvragen;

het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

het Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;

internationale verdragen inzake uitwijzing en doorgeleiding;

multilaterale internationale verdragen en overeenkomsten over de overname van vreemde onderdanen.

2.   Niets in deze overnameovereenkomst belet de terugkeer van een persoon op basis van andere formele of informele regelingen.

AFDELING VII

UITVOERING EN TOEPASSING

Artikel 18

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar wederzijds bijstand bij de toepassing en uitlegging van deze overnameovereenkomst. Daartoe stellen zij een Gemengd Comité overname (hierna „het Comité” genoemd) in, dat met name

a)

toezicht houdt op de toepassing van deze overnameovereenkomst;

b)

uitvoeringsregelingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige toepassing van deze overnameovereenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op grond van artikel 19 zijn opgesteld;

d)

aanbevelingen doet voor wijziging van deze overnameovereenkomst en de bijlagen daarbij.

2.   De beslissingen van het Comité zijn bindend voor de overeenkomstsluitende partijen.

3.   Het Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie.

4.   Het Comité komt zo vaak als nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 19

Uitvoeringsprotocollen

1.   Op verzoek van een lidstaat of de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, stellen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en een lidstaat een uitvoeringsprotocol op dat betrekking heeft op de regels inzake

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten alsook de taal waarin wordt gecommuniceerd;

b)

de wijze van terugkeer in het kader van de versnelde procedure;

c)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen onder begeleiding;

d)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 5.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het Gemengd Comité overname, bedoeld in artikel 18, daarvan in kennis is gesteld.

3.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië stemt ermee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook toe te passen in haar betrekkingen met een andere lidstaat, op verzoek van die laatstbedoelde lidstaat.

Artikel 20

Verhouding tot bilaterale overnameovereenkomsten of overnameregelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overnameovereenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van zonder vergunning op het grondgebied verblijvende personen die op basis van artikel 19 tussen afzonderlijke lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zijn of kunnen worden gesloten, voor zover de bepalingen van deze bilaterale overnameovereenkomsten of overnameregelingen onverenigbaar zijn met die van deze overnameovereenkomst.

AFDELING VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 21

Territoriale toepassing

1.   Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2, is deze overnameovereenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is alsook op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

2.   Deze overnameovereenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 22

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overnameovereenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.

2.   Deze overnameovereenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn voltooid.

3.   Deze overnameovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Elke overeenkomstsluitende partij kan de uitvoering van deze overnameovereenkomst door middel van een officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij en na voorafgaand overleg met het in artikel 18 bedoelde Comité, tijdelijk, geheel of gedeeltelijk opschorten ten aanzien van onderdanen van derde landen en staatloze personen en dat om redenen van veiligheid, bescherming van de openbare orde of volksgezondheid. De opschorting gaat in op de tweede dag volgend op de dag van deze kennisgeving.

5.   Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overnameovereenkomst opzeggen door middel van een officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij. Deze overnameovereenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van deze kennisgeving.

Artikel 23

Bijlagen

De bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overnameovereenkomst.


(1)  PB L 84 van 20.3.2004, blz. 1.

(2)  Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU-aanbeveling van de Raad van 30 november 1994.

(3)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

BIJLAGE 1

Gemeenschappelijke lijst van documenten voor bewijs van nationaliteit (artikel 2, lid 1, artikel 4, lid 1, en artikel 8, lid 1)

Alle soorten paspoorten (nationale paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten, collectieve paspoorten en paspoortvervangende documenten/noodpaspoorten)

Dentiteitskaarten (ook tijdelijke en voorlopige identiteitskaarten)

Militaire identiteitskaarten

Monsterboekjes en schippersbewijzen

Burgerschapscertificaat dat vergezeld gaat van een ander identificatiedocument met een foto van betrokken persoon.

BIJLAGE 2

Gemeenschappelijke lijst van documenten waarvan de overlegging wordt beschouwd als prima facie bewijs van de nationaliteit (artikel 2, lid 1, artikel 4, lid 1, en artikel 8, lid 2)

Fotokopieën van de in bijlage 1 genoemde documenten

Zakboekjes of fotokopieën daarvan

Rijbewijzen of fotokopieën daarvan

Geboortecertificaten of fotokopieën daarvan

Officiële verklaringen van geloofwaardige getuigen

Verklaringen van de betrokken persoon en de door hem gesproken taal, onder meer door middel van de resultaten van een officieel onderzoek. In deze bijlage wordt verstaan onder „officieel onderzoek” een onderzoek dat is gelast of verricht door de autoriteiten van de verzoekende staat en dat is bekrachtigd door de aangezochte staat

Andere documenten die kunnen bijdragen tot het vaststellen van de nationaliteit van de betrokken persoon

In bijlage 1 vermelde documenten waarvan de geldigheidsduur is verstreken.

BIJLAGE 3

Gemeenschappelijke lijst van documenten die worden beschouwd als bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikel 3, lid 1, artikel 5, lid 1, en artikel 9, lid 1)

Inreis-/uitreisstempels of soortgelijke aantekeningen in het reisdocument van de betrokken persoon of andere bewijzen van inreis/uitreis (bv. foto's)

Geldig document, bv. visum en/of verblijfsvergunning, afgegeven door de aangezochte staat met het oog op een toegestaan verblijf op het grondgebied van de aangezochte staat

Reisbiljetten op naam en/of passagierslijsten voor vlieg-, trein-, bus- of bootreizen waaruit de aanwezigheid van de betrokken persoon en zijn reisroute op het grondgebied van de aangezochte staat kunnen worden afgeleid

Officiële verklaringen van grensbeambten die kunnen getuigen dat de betrokken persoon de grens heeft overschreden.

BIJLAGE 4

Gemeenschappelijke lijst van documenten die worden beschouwd als prima facie bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikel 3, lid 1, artikel 5. lid 1, en artikel 9, lid 2)

Door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat afgelegde verklaringen omtrent de plaats waar en de omstandigheden waaronder de betrokken persoon na binnenkomst op het grondgebied van die staat is aangetroffen

Gegevens met betrekking tot de identiteit en/of het verblijf van een persoon die door een internationale organisatie zijn verstrekt

Alle soorten documenten, certificaten en rekeningen (bv. hotelrekeningen, afspraakkaarten voor bezoek aan arts/tandarts, toegangsbewijzen voor openbare/particuliere instellingen, autoverhuurcontracten, kredietkaartreçu's enz.) waaruit duidelijk blijkt dat de betrokken persoon op het grondgebied van de aangezochte staat heeft verbleven

Gegevens waaruit blijkt dat de betrokkene gebruik heeft gemaakt van de diensten van een tussenpersoon of reisbureau

Officiële verklaring van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures.

BIJLAGE 5

Lijst van documenten die worden beschouwd als prima facie bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor overname van gewezen onderdanen van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië (artikel 3, lid 3, en artikel 9, lid 4)

Geboortecertificaten of fotokopieën daarvan afgegeven door de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië

Openbare documenten of fotokopieën daarvan afgegeven door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of de voormalige Socialistische Federale Republiek Joegoslavië, waarop de geboorteplaats en/of permanente verblijfplaats zijn vermeld (zie voorschrift artikel 3, lid 3)

Andere documenten of certificaten of fotokopieën daarvan waaruit de geboorteplaats en/of permanente verblijfplaats op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijkt

Officiële verklaring van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures.

BIJLAGE 6

Image

Image

Image

BIJLAGE 7

Image

Image

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGBETREFFENDE ARTIKEL 2, LID 2, EN ARTIKEL 4, LID 2

Bij de toepassing van de betrokken bepalingen moeten de partijen ernaar streven passende maatregelen te nemen om de eenheid en integriteit van het gezin zoveel mogelijk in stand te houden. Daartoe moeten de partijen alles in het werk stellen om de gezinsleden binnen een redelijke termijn over te nemen.

Het in artikel 18 vermelde Comité moet met name toezicht houden op de toepassing van het beginsel van de eenheid en integriteit van het gezin.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 2, LID 3, EN ARTIKEL 4, LID 3

De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat overeenkomstig het nationaliteitsrecht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de lidstaten, een burger van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of de Europese Unie zijn nationaliteit niet kan worden ontnomen.

De partijen komen overeen dat zij te zijner tijd overleg zullen plegen wanneer deze juridische situatie zou wijzigen.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE ARTIKELEN 3 EN 5

De partijen streven ernaar alle onderdanen van derde landen die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op hun respectieve grondgebieden, naar hun land van herkomst terug te zenden.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DENEMARKEN

De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat deze overnameovereenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, noch op onderdanen van het Koninkrijk Denemarken. Daarom is het wenselijk dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Denemarken een overnameovereenkomst sluiten die vergelijkbaar is met deze overnameovereenkomst.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND EN NOORWEGEN

De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Gemeenschap en IJsland en Noorwegen, met name uit hoofde van de Overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Daarom is het wenselijk dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië met IJsland en Noorwegen een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overnameovereenkomst.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ZWITSERLAND

De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en Zwitserland een Overeenkomst hebben ondertekend inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is wenselijk dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, na de inwerkingtreding van deze overeenkomst inzake het Schengenacquis, een overnameovereenkomst met Zwitserland sluit die vergelijkbaar is met deze overnameovereenkomst.