22.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 367/23


VERORDENING (EG) Nr. 1944/2006 VAN DE RAAD

van 19 december 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 en artikel 299, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 69, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (3) zijn de jaarlijkse kredieten voor de structuuruitgaven van de Gemeenschap in elke lidstaat gemaximeerd en bij artikel 70, leden 3 en 4, van die verordening zijn de percentages voor de bijdrage uit het ELFPO vastgesteld.

(2)

Volgens het in december 2005 door de Europese Raad overeengekomen financiële kader voor de periode 2007-2013 worden de jaarlijkse kredieten voor de structuuruitgaven van de Gemeenschap gemaximeerd op niveaus die verschillen van het bij artikel 69, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 vastgestelde maximum en waarbij per afzonderlijke betrokken lidstaat moet worden bepaald welk van die niveaus van toepassing is.

(3)

Eveneens volgens het genoemde financiële kader voor de periode 2007-2013 wordt aan Portugal een bedrag van 320 miljoen EUR toegewezen dat niet afhankelijk mag worden gesteld van nationale medefinanciering overeenkomstig artikel 70, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1698/2005.

(4)

Verordening (EG) nr. 1698/2005 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1698/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 69 wordt lid 6 vervangen door:

„6.   De Commissie ziet erop toe dat voor een lidstaat de jaarlijkse toewijzing uit het van de afdeling Oriëntatie van het EOGFL afkomstige deel van de ELFPO-middelen overeenkomstig de onderhavige verordening, de jaarlijkse toewijzingen uit het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1083/2006 van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (4), met inbegrip van de bijdrage uit het EFRO overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (5) en Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA (6), en van het Europees Visserijfonds overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (7), in totaal niet meer bedragen dan de volgende grenzen:

3,7893 % van het BBP van de lidstaten waarvan het BNI per inwoner in de periode 2001-2003 gemiddeld minder dan 40 % van het gemiddelde voor de EU-25 bedroeg,

3,7135 % van het BBP van de lidstaten waarvan het BNI per inwoner in de periode 2001-2003 gemiddeld ten minste 40 % en minder dan 50 % van het gemiddelde voor de EU-25 bedroeg,

3,6188 % van het BBP van de lidstaten waarvan het BNI per inwoner in de periode 2001-2003 gemiddeld ten minste 50 % en minder dan 55 % van het gemiddelde voor de EU-25 bedroeg,

3,5240 % van het BBP van de lidstaten waarvan het BNI per inwoner in de periode 2001-2003 gemiddeld ten minste 55 % en minder dan 60 % van het gemiddelde voor de EU-25 bedroeg,

3,4293 % van het BBP van de lidstaten waarvan het BNI per inwoner in de periode 2001-2003 gemiddeld ten minste 60 % en minder dan 65 % van het gemiddelde voor de EU-25 bedroeg,

3,3346 % van het BBP van de lidstaten waarvan het BNI per inwoner in de periode 2001-2003 gemiddeld ten minste 65 % en minder dan 70 % van het gemiddelde voor de EU-25 bedroeg,

3,2398 % van het BBP van de lidstaten waarvan het BNI per inwoner in de periode 2001-2003 gemiddeld ten minste 70 % en minder dan 75 % van het gemiddelde voor de EU-25 bedroeg,

daarboven is het maximumniveau voor de overdrachten 0,09 procentpunt van het BBP lager per 5 procentpunten dat het BNI per inwoner gemiddeld over de periode 2001-2003, uitgedrukt als percentage van het gemiddelde voor de EU-25, hoger was.

De Commissie baseert haar berekeningen van het BBP op de in april 2005 bekendgemaakte statistieken. De individuele nationale percentages van de groei van het BBP zoals deze voor de periode 2007-2013 zijn aangegeven in de prognoses die de Commissie in april 2005 heeft opgesteld, worden voor elke lidstaat afzonderlijk toegepast.

Indien in 2010 blijkt dat het voor de jaren 2007-2009 gecumuleerde BBP van een lidstaat meer dan 5 % naar boven of naar beneden verschilt van het overeenkomstig de tweede alinea geschatte gecumuleerde BBP, ook als dat het gevolg is van wisselkoersschommelingen, worden de overeenkomstig de eerste alinea voor die periode aan die lidstaat toegewezen bedragen dienovereenkomstig aangepast. Het totale netto-effect van deze aanpassingen, ongeacht of het positief dan wel negatief is, mag niet meer bedragen dan 3 000 miljoen EUR. Indien het netto-effect positief is, worden de totale extra middelen hoe dan ook beperkt tot het niveau van de onderbesteding ten opzichte van de maximumbedragen die beschikbaar zijn voor vastleggingen uit de structuurfondsen en het Cohesiefonds voor de jaren 2007-2010. De uiteindelijke aanpassingen worden in gelijke delen over de jaren 2011-2013 gespreid. Om de waarde van de Poolse zloty in de referentieperiode te weerspiegelen, wordt het resultaat van de toepassing van de in de eerste alinea vermelde percentages voor Polen voor de periode tot en met het in de derde alinea bedoelde onderzoek vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,04.

2)

In artikel 70 wordt het volgende lid ingevoegd:

„4 bis.   Voor Portugal mag voor een bedrag van 320 miljoen EUR het bepaalde in de leden 3 en 4 niet worden toegepast.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

J. KORKEAOJA


(1)  Advies uitgebracht op 14 november 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies uitgebracht op 13 december 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Advies uitgebracht na niet-verplichte raadpleging.

(3)  PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1463/2006 (PB L 277 van 9.10.2006, blz. 1).

(4)  PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.

(5)  PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1.

(6)  PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82.

(7)  PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.”.