16.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 253/36 |
GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2006/625/GBVB VAN DE RAAD
van 15 september 2006
betreffende een verbod op de verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel en op het verrichten van aanverwante diensten aan entiteiten of personen in Libanon overeenkomstig Resolutie 1701 (2006) van de VN-Veiligheidsraad
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 7 augustus 2006 heeft de Libanese regering besloten de Libanese strijdkrachten in te zetten in Zuid-Libanon en zo nodig de bijstand te vragen van extra troepen van de Interimvredesmacht van de Verenigde Naties in Libanon (UNIFIL) om het binnentrekken van de Libanese strijdkrachten in de regio te vergemakkelijken, en haar voornemen te bevestigen om de Libanese strijdkrachten uit te rusten met het nodige materieel om haar taken te kunnen uitvoeren. |
(2) |
Op 11 augustus 2006 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1701 (2006) aangenomen waarin het besluit van de Libanese regering om haar strijdkrachten in te zetten in Zuid-Libanon verwelkomd wordt, alsook de toezegging van de Libanese regering om haar gezag uit te breiden tot haar volledige grondgebied middels haar eigen reguliere strijdkrachten. Om de Libanese regering in staat te stellen haar volledige soevereiniteit uit te oefenen op het gehele Libanese grondgebied zodat er zich geen wapens zullen bevinden zonder de toestemming van de Libanese regering en er geen ander gezag zal zijn dan dat van de Libanese regering, verbiedt Resolutie 1701 (2006) van de VN-Veiligheidsraad onder andere de verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, alsook het verlenen van technische opleiding of bijstand in verband met de levering, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en aanverwant materieel aan alle entiteiten of personen in Libanon, tenzij de Libanese regering of UNIFIL in het kader van haar missie hiervoor toestemming heeft verleend. |
(3) |
Het verbod op het verlenen van steun in verband met de verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel moet ook betrekking hebben op financiering en financiele bijstand. |
(4) |
Er is een optreden van de Gemeenschap nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren, |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De rechtstreekse of onrechtstreekse verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, aan entiteiten of personen in Libanon door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten — ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen — of met gebruik van schepen of vliegtuigen die hun vlag voeren, is verboden.
2. Er wordt een verbod ingesteld op:
a) |
het verlenen van technische bijstand, diensten als tussenhandelaar en andere aan militaire activiteiten gerelateerde diensten, en de levering, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en soortgelijk materieel van enigerlei aard, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Libanon; |
b) |
het verstrekken van financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, of voor de levering van aanverwante technische bijstand, diensten als tussenhandelaar en andere diensten, rechtstreeks of onrechtstreeks, aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Libanon; |
c) |
het bewust of met opzet deelnemen aan activiteiten die bedoeld zijn om het onder a) of b) bedoelde verbod te omzeilen of die zulks tot gevolg hebben. |
Artikel 2
1. Artikel 1 is niet van toepassing op de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van wapens en aanverwant materieel of de levering van technische bijstand, financiering en financiële bijstand, diensten als tussenhandelaar en andere diensten in verband met wapens en aanverwant materieel, mits
a) |
de goederen of diensten niet rechtstreeks of onrechtstreeks worden geleverd aan enige militie tot de ontwapening waarvan de VN-Veiligheidsraad heeft opgeroepen in haar Resoluties 1559 (2004) en 1680 (2006); |
b) |
de transactie is goedgekeurd door de Libanese regering of UNIFIL; |
c) |
de goederen of diensten zijn toegestaan door UNIFIL in het kader van haar missie of door de Libanese strijdkrachten. |
2. Voor verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel of de levering van technische bijstand, financiering en financiële bijstand, diensten als tussenhandelaar en andere diensten als bedoeld in lid 1 is de toestemming van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vereist.
Artikel 3
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Artikel 4
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt uiterlijk twaalf maanden na de vaststelling ervan geëvalueerd, waarbij rekening wordt gehouden met de beslissingen van de Veiligheidsraad, en vervolgens om de twaalf maanden.
Artikel 5
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 15 september 2006.
Voor de Raad
De voorzitter
E. TUOMIOJA