29.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 386/46


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 december 2006

betreffende het vaststellen, namens de Europese Gemeenschap, van een wijziging van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden

(2006/957/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden van de VN/ECE (Verdrag van Aarhus) beoogt aan het publiek rechten te verlenen en legt aan de Partijen en overheidsinstanties verplichtingen op betreffende toegang tot informatie en inspraak en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden.

(2)

Overeenkomstig het Verdrag, en met name artikel 175, lid 1, is de Europese Gemeenschap, samen met de lidstaten, bevoegd om toe te treden tot internationale overeenkomsten die bijdragen tot het nastreven van de in artikel 174, lid 1, van het Verdrag genoemde doelstellingen, en om de daaruit voortvloeiende verplichtingen na te komen.

(3)

De Gemeenschap heeft het Verdrag van Aarhus op 25 juni 1998 ondertekend. Het Verdrag is op 30 oktober 2001 in werking getreden. De Gemeenschap heeft het Verdrag op 17 februari 2005 goedgekeurd bij Besluit 2005/370/EG (1) van de Raad.

(4)

Tijdens de tweede bijeenkomst van de Partijen op 25-27 mei 2005 is een wijziging van het Verdrag van Aarhus overeengekomen die de verplichtingen van de Partijen betreffende inspraak bij de besluitvorming over genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) nader specificeert. De communautaire wetgeving inzake GGO's, met name Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu (2) en Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (3), omvat bepalingen inzake inspraak bij de besluitvorming over GGO's die sporen met de wijziging van het Verdrag van Aarhus.

(5)

De wijziging van het Verdrag van Aarhus staat sinds 27 september 2005 open voor bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de Partijen. De Europese Gemeenschap en de lidstaten dienen de nodige stappen te ondernemen opdat hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring zoveel mogelijk gelijktijdig kunnen worden nedergelegd.

(6)

De Gemeenschap dient deze wijziging op het Verdrag van Aarhus goed te keuren,

BESLUIT:

Artikel 1

De wijziging van het Verdrag van Aarhus die betrekking heeft op inspraak bij de besluitvorming over genetisch gemodificeerde organismen wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de wijziging van het Verdrag van Aarhus is in de bijlage bij dit besluit opgenomen.

Artikel 2

1.   De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd zijn om, overeenkomstig artikel 14 van het Verdrag van Aarhus, de akte van goedkeuring neder te leggen bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

2.   De Europese Gemeenschap en de lidstaten die Partij zijn bij het Verdrag van Aarhus streven ernaar hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de wijziging zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op 1 februari 2008 neder te leggen.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 18 december 2006

Voor de Raad

De voorzitter

J.-E. ENESTAM


(1)  PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1.

(2)  PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1830/2003 (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 24).

(3)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.


BIJLAGE

Wijziging van het verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden

Artikel 6, lid 11

De huidige tekst wordt vervangen door:

11.   Onverminderd artikel 3, lid 5, zijn de bepalingen van dit artikel niet van toepassing op besluiten over het al dan niet toestaan van de doelbewuste introductie in het milieu en het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde organismen.

Artikel 6 bis

Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd dat als volgt luidt:

„Artikel 6 bis

Inspraak bij besluiten over de doelbewuste introductie in het milieu en het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde organismen

1.   Overeenkomstig de voorschriften van bijlage I bis zorgt elke Partij in een vroeg stadium voor doeltreffende informatieverstrekking en inspraak voordat zij besluiten neemt over het al dan niet toestaan van de doelbewuste introductie in het milieu en het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde organismen.

2.   De overeenkomstig lid 1 van dit artikel door de Partijen vastgestelde eisen en de bepalingen van hun nationaal kader inzake bioveiligheid moeten elkaar aanvullen en ondersteunen, met inachtneming van de doelstellingen van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid.”.

Bijlage I bis

Na bijlage I wordt een nieuwe bijlage ingevoegd die als volgt luidt:

„Bijlage I bis

In artikel 6 bis bedoelde voorschriften

1.

Elke Partij neemt in haar regelgevingskader maatregelen op voor doeltreffende informatieverstrekking en inspraak bij het nemen van onder artikel 6 bis vallende besluiten waarin tevens wordt voorzien in een redelijke termijn, teneinde het publiek op passende wijze de gelegenheid te bieden zijn mening te geven over de voorgestelde besluiten.

2.

In haar regelgevingskader kan een Partij, indien passend, voorzien in uitzonderingen op de in deze bijlage vastgestelde inspraakprocedure:

a)

in geval van de doelbewuste introductie van een genetisch gemodificeerd organisme (GGO) in het milieu voor enig ander doel dan het op de markt brengen daarvan, indien:

i)

een dergelijke introductie onder vergelijkbare biogeografische voorwaarden reeds is goedgekeurd binnen het regelgevingskader van de betrokken Partij;

en

ii)

eerder reeds voldoende ervaring is opgedaan met de introductie van het betrokken GGO in vergelijkbare ecosystemen;

b)

in geval van het op de markt brengen van een GGO, indien:

i)

dit reeds is goedgekeurd binnen het regelgevingskader van de betrokken Partij;

of

ii)

dit is bestemd voor onderzoek of voor cultuurcollecties.

3.

Onverminderd de geldende wetgeving inzake vertrouwelijkheid overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, stelt elke Partij tijdig en op passende en effectieve wijze een samenvatting van de kennisgeving die is ingediend voor het verkrijgen van een vergunning voor de doelbewuste introductie in het milieu of het op de markt brengen van een GGO op haar grondgebied, alsook het beoordelingsrapport wanneer dit voorhanden is, beschikbaar aan het publiek, een en ander overeenkomstig haar nationaal kader inzake bioveiligheid.

4.

In geen geval beschouwen de Partijen de volgende informatie als vertrouwelijk:

a)

een algemene beschrijving van het/de betrokken genetisch gemodificeerde organisme(n), naam en adres van de aanvrager van de vergunning voor de doelbewuste introductie, het voorgenomen gebruik en, in voorkomend geval, de introductielocatie;

b)

de methodes en plannen voor bewaking van het/de betrokken genetisch gemodificeerde organisme(n) en voor optreden in noodgevallen;

c)

de milieurisicobeoordeling.

5.

Elke Partij waarborgt een transparante besluitvorming en verschaft het publiek toegang tot de desbetreffende procedurele informatie. Deze informatie betreft bijvoorbeeld:

i)

de aard van de eventuele besluiten;

ii)

de voor de besluitvorming verantwoordelijke overheidsinstantie;

iii)

overeenkomstig punt 1 vastgestelde inspraakregelingen;

iv)

de overheidsinstantie waarvan relevante informatie kan worden verkregen;

v)

de overheidsinstantie waarbij opmerkingen kunnen worden ingediend, en van het tijdschema voor het doorgeven van opmerkingen.

6.

De krachtens lid 1 genomen maatregelen moeten het publiek de mogelijkheid bieden om op elke passende wijze alle opmerkingen, informatie, analyses of meningen naar voren te brengen die het relevant acht voor de voorgestelde doelbewuste introductie, inclusief het op de markt brengen.

7.

Elke Partij streeft ernaar te waarborgen dat bij de besluitvorming over het al dan niet toestaan van de doelbewuste introductie in het milieu van GGO's, inclusief het op de markt brengen daarvan, naar behoren rekening wordt gehouden met het resultaat van de in punt 1 bedoelde inspraakprocedure.

8.

De Partijen bepalen dat wanneer een overheidsinstantie een onder deze bijlage vallend besluit heeft genomen, de tekst van dat besluit openbaar wordt gemaakt, tezamen met de redenen en overwegingen waarop het besluit is gebaseerd.”.