16.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/12


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 13 november 2006

inzake het voorkomen van dubbeltellingen van reducties van broeikasgasemissies in het kader van de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten voor projectactiviteiten uit hoofde van het Protocol van Kyoto overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5362)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/780/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name op artikel 11 ter, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de milieu-integriteit van de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten te waarborgen, zijn de lidstaten krachtens Richtlijn 2003/87/EG verplicht ervoor te zorgen dat er, wanneer zij optreden als gastland voor projectactiviteiten in het kader van de flexibele mechanismen van het Kyoto-protocol bij het VN-Kaderverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC), geen emissiereductie-eenheden (ERU's) of gecertificeerde emissiereducties (CER's) worden verleend voor reducties of beperkingen van broeikasgasemissies die plaatshebben in installaties welke aan de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (ER-handel) deelnemen, aangezien dit zou leiden tot een dubbeltelling van emissiereducties of -beperkingen.

(2)

Dergelijke reducties of beperkingen kunnen zich met name in de volgende gevallen voordoen: een projectactiviteit voor overschakeling op andere brandstof heeft plaats in een installatie die onder de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten valt; een projectactiviteit in de sector gemeentelijke warmtegeneratie leidt tot een lagere productie in een andere installatie die onder de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten valt; of een projectactiviteit voor een wind- of waterkrachtinstallatie levert elektriciteit aan het elektriciteitsnet, waardoor elektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstoffen wordt vervangen.

(3)

Omdat de lidstaten vóór de vaststelling van artikel 11 ter, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG zich verplicht kunnen hebben tot het verlenen van ERU's of CER's die leiden tot dubbeltellingen, is het overeenkomstig artikel 11 ter, leden 3 en 4, toegestaan ERU's en CER's te verlenen tot 31 december 2012, zelfs als de reducties of beperkingen die voortvloeien uit de projectactiviteiten onrechtstreeks of rechtstreeks een reductie of beperking betekenen van de emissies van installaties die onder de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten vallen, op voorwaarde dat een gelijk aantal rechten wordt geannuleerd.

(4)

In artikel 11 ter, leden 3 en 4, van Richtlijn 2003/87/EG wordt onderscheid gemaakt tussen gevallen waarbij de omvang van de reducties of beperkingen kan worden bepaald voor elke installatie die onder de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten valt en die door de projectactiviteit wordt beïnvloed (directe reducties of beperkingen) en gevallen waarbij de omvang van de reducties of beperkingen enkel kan worden bepaald voor een groep installaties die onder de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten vallen (indirecte reducties of beperkingen).

(5)

Voor directe reducties of beperkingen is de exploitant van de installatie waar de reductie of beperking plaatsheeft, verantwoordelijk voor de annulering van de rechten overeenkomstig de hoeveelheid ERU's en CER's die voor dergelijke reducties of beperkingen worden verleend. Voor indirecte reducties of beperkingen zijn de nationale autoriteiten verantwoordelijk voor het annuleren van deze rechten in het nationale register van de lidstaat die de ERU's en CER's verleent.

(6)

De meest aangewezen manier om uit een bepaalde projectactiviteit voortvloeiende reducties of beperkingen te verdisconteren voor een installatie die onder de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten valt, is het aandeel te berekenen van dergelijke reducties of beperkingen binnen de totale voor deze projectactiviteit geplande emissiereducties of -beperkingen, zoals bepaald ten opzichte van de vastgestelde uitgangssituatie. Wanneer, in het geval van indirecte reducties of beperkingen, de omvang van de reducties in afzonderlijke installaties die onder de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten vallen niet precies kan worden aangegeven, moet de omvang van de reducties of beperkingen binnen de totale omvang van de reducties of beperkingen voor de projectactiviteit die de dubbeltelling zou veroorzaken, worden geraamd.

(7)

Krachtens de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten zijn de lidstaten verplicht 18 maanden voor het begin van de desbetreffende periode aan de Commissie de totale hoeveelheid rechten mee te delen die zij voornemens zijn in hun nationale toewijzingsplannen toe te wijzen voor de periode 2008-2012. De precieze omvang van de emissiereducties of -beperkingen waartoe een bepaalde projectactiviteit leidt, wordt echter jaarlijks vastgesteld, nadat deze hebben plaatsgehad.

(8)

Er moet een reserve worden aangelegd in het nationale toewijzingsplan voor de periode 2008 tot 2012 van elke lidstaat die optreedt als gastland voor activiteiten in het kader van de mechanismen op projectbasis van het Kyoto-protocol die tot dubbeltelling kunnen leiden, waarbij een lijst wordt opgesteld van alle goedgekeurde projectactiviteiten en de daarvan verwachte emissiereducties of -beperkingen in installaties die aan de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten deelnemen en waarvoor door de lidstaat ERU's of CER's moeten worden verleend („projectreducties in de ER-handelsector”). Voorts dient de reservetabel alle toelichtingen te bevatten die nodig zijn om de omvang van „projectreducties in de ER-handelsector” te bepalen welke worden verwacht van elke projectactiviteit waarvoor de lidstaat als gastland optreedt.

(9)

Nog een andere reserve moet worden aangelegd in het nationale toewijzingsplan voor de periode 2008 tot 2012 van elke lidstaat die voornemens is op te treden als gastland voor activiteiten in het kader van de mechanismen op projectbasis van het Kyoto-protocol die tot dubbeltelling kunnen leiden, waarbij een lijst wordt opgesteld van geplande projectactiviteiten en de daarvan verwachte emissiereducties of -beperkingen in installaties die aan de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten deelnemen en waarvoor door de lidstaat ERU's of CER's moeten worden verleend („projectreducties in de ER-handelsector”). Voorts dient de reservetabel alle toelichtingen te bevatten die nodig zijn om de omvang van „projectreducties in de ER-handelsector” te bepalen welke worden verwacht van geplande projectactiviteiten waarvoor de lidstaat als gastland zal optreden.

(10)

ERU's of CER's voor „projectreducties in de ER-handelsector” kunnen tot 31 december 2012 worden verleend. Elke dergelijke verlening moet aan de Commissie worden meegedeeld.

(11)

In hun nationale toewijzingsplannen moeten lidstaten die als gastland optreden of voornemens zijn op te treden voor activiteiten in het kader van de mechanismen op projectbasis van het Kyoto-protocol die tot dubbeltelling kunnen leiden, de verwachte emissies aangeven voor activiteiten die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen, zowel met als zonder de gevolgen van de verwachte projectreducties in de ER-handelsector.

(12)

De lidstaten dienen bij het opstellen van de methodologie voor hun nationale toewijzingsplan voor het bepalen van de toewijzing van rechten aan afzonderlijke installaties, alle verwachte reducties of beperkingen in aanmerking te nemen die het gevolg zijn van projectactiviteiten welke van invloed zijn op een installatie of een activiteit en die dubbeltelling kunnen veroorzaken.

(13)

De maatregelen waarin deze beschikking voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deze beschikking bevat voorschriften voor de tenuitvoerlegging van artikel 11 ter, leden 3 en 4, van Richtlijn 2003/87/EG.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze beschikking gelden, naast de definities van Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie (2), artikel 2, de volgende definities:

1)

„directe emissiereductie of -beperking”: een reductie of beperking van emissies die plaatsheeft ten gevolge van een projectactiviteit welke leidt tot reducties of beperkingen van emissies in installaties die afzonderlijk zijn aangegeven in de uitgangssituatie van de projectactiviteit, vastgesteld overeenkomstig artikel 1 van bijlage B bij Besluit 16/CP.7 van het VN-Kaderverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC), of overeenkomstig artikel 44 van de bijlage bij Besluit 17/CP.7 van het UNFCCC;

2)

„indirecte emissiereductie of beperking”: iedere reductie of beperking van emissies in installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen en die geen directe emissiereductie of beperking is;

3)

„projectreductie in de ER-handelsector”: een reductie of beperking van emissies van installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen en die het gevolg zijn van projectactiviteiten waarvoor een lidstaat die optreedt als gastland voor de projectactiviteit, emissiereductie-eenheden (ERU's) of gecertificeerde emissiereducties (CER's) verleent;

4)

„schriftelijke goedkeuring”: in het geval van projectactiviteiten die aanleiding geven tot ERU's, een bindende verplichting in schriftelijke vorm, aangegaan door de lidstaat die als gastland voor de projectactiviteit optreedt, om ERU's te verlenen overeenkomstig de nationale richtsnoeren en procedures van de lidstaat ter goedkeuring van projectactiviteiten als bedoeld in artikel 20, onder a), van de bijlage bij Besluit 16/CP.7 van het UNFCCC; en in het geval van projectactiviteiten die aanleiding geven tot CER's, een schriftelijke goedkeuring van vrijwillige deelname van de aangewezen nationale autoriteit van de lidstaat die als gastland voor de projectactiviteit optreedt, zoals bedoeld in artikel 40, onder a), van de bijlage bij Besluit 17/CP.7 van het UNFCCC;

5)

„schriftelijke instemming”: een officiële mededeling in schriftelijke vorm, gedaan door de lidstaat die als gastland voor de projectactiviteit zal optreden, dat hij het project beschouwt als een project dat uiteindelijk goedkeuring als projectactiviteit kan verkrijgen.

Artikel 3

1.   In zijn nationale toewijzingsplan voor de periode 2008 tot 2012 neemt een lidstaat in de totale hoeveelheid rechten een reserve aan rechten op voor elke projectactiviteit in de vorm als omschreven in de lijst in bijlage I bij deze beschikking, indien de lidstaat vóór het verstrijken van de termijn voor de mededeling van zijn nationale toewijzingsplan als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG als gastland een schriftelijke goedkeuring heeft gegeven, waarbij hij zich ertoe verbindt om ERU's of CER's te verlenen voor projectactiviteiten die leiden tot emissiereducties of -beperkingen in installaties welke onder Richtlijn 2003/87/EG vallen.

2.   In zijn nationale toewijzingsplan voor de periode 2008 tot 2012 kan een lidstaat in de totale hoeveelheid rechten ook een extra reserve aan rechten aanleggen in de vorm als omschreven in bijlage II bij deze beschikking indien hij na het besluit overeenkomstig artikel 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG voornemens is als gastland schriftelijke goedkeuringen te geven, waarbij hij zich ertoe verbindt om vóór 31 december 2012 ERU's of CER's te verlenen voor projectactiviteiten die leiden tot emissiereducties of -beperkingen in installaties welke vallen onder Richtlijn 2003/87/EG. Geplande projectactiviteiten waarvoor dezelfde methodologie wordt gebruikt om emissies te reduceren en waarvoor nog geen schriftelijke goedkeuring is gegeven, kunnen in de reservelijst overeenkomstig bijlage II in één kolom worden gegroepeerd.

3.   Zolang door de lidstaat nog geen besluit overeenkomstig artikel 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG is genomen, maar uiterlijk vóór het verstrijken van de termijn voor dergelijk besluit als bedoeld in artikel 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG, kunnen verdere rechten worden overgedragen van de reserve overeenkomstig lid 2 naar de reserve overeenkomstig lid 1, voor de projectreducties in de ER-handelsector die voortvloeien uit projecten waarvoor schriftelijke goedkeuring is gegeven na het verstrijken van de termijn voor de mededeling van zijn nationale toewijzingsplan als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG.

Artikel 4

De reservetabel is te raadplegen op de openbaar toegankelijke website van het register van een lidstaat.

Artikel 5

1.   ERU's en CER's voor projectreducties in de ER-handelsector kunnen worden verleend tot 31 december 2012, op voorwaarde dat iedere dergelijke verlening wordt voorafgegaan door de omzetting van een gelijke hoeveelheid rechten van één van de reserves naar „toegewezen hoeveelheid”-eenheden en de Commissie daarvan in kennis wordt gesteld.

2.   De hoeveelheid rechten in de reserve overeenkomstig artikel 3, lid 1, die niet vóór 31 december 2012 wordt omgezet in „toegewezen hoeveelheid”-eenheden overeenkomstig lid 1, kan worden verkocht als rechten voor de periode 2008-2012. Wanneer de projectactiviteit leidt tot directe emissiereducties en -beperkingen, kan deze hoeveelheid worden toegekend als rechten voor de periode 2008-2012 aan de installaties in de rijen VII/a-VII/b van de tabel in bijlage I.

3.   Alle rechten in de reserve overeenkomstig artikel 3, lid 2, die niet vóór 31 december 2012 zijn omgezet in „toegewezen hoeveelheid”-eenheden overeenkomstig lid 1, worden geannuleerd.

Artikel 6

1.   Een lidstaat die als gastland projectactiviteiten wil goedkeuren na het verstrijken van de termijn voor de indiening van het nationale toewijzingsplan, dient de Commissie daarvan in kennis te stellen voordat de schriftelijke goedkeuring wordt gegeven. Deze informatie gaat vergezeld van een verslag van een onafhankelijke verificateur waarin wordt bevestigd dat de te verlenen ERU's of CER's niet tot dubbeltelling leiden, waarbij alle noodzakelijke informatie wordt verstrekt om ervoor te zorgen dat de ter goedkeuring voorgelegde projectactiviteiten in overeenstemming zijn met artikel 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG.

2.   In de schriftelijke goedkeuringen overeenkomstig artikel 3, lid 2, en de schriftelijke instemmingen die worden gegeven na het verstrijken van de termijn voor de mededeling van het nationale toewijzingsplan als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG voor projectactiviteiten die zullen leiden tot projectreducties in de ER-handelsector, worden de rechten toegewezen die moeten worden omgezet in „toegewezen hoeveelheid”-eenheden uit de reserve overeenkomstig artikel 3, lid 2, in het geval van het verlenen van ERU's of CER's. Wanneer een recht door een schriftelijke goedkeuring reeds voor toekomstige omzetting aan een bepaalde projectactiviteit is toegewezen, kan het daarna niet meer aan een ander project worden toegewezen.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 november 2006.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/101/EG (PB L 338 van 13.11.2004, blz. 18).

(2)  PB L 386 van 29.12.2004, blz. 1.


BIJLAGE I

 

Projectactiviteit

X

Projectactiviteit

Y

Totale hoeveelheid rechten in reserve

I/a

Titel van de projectactiviteit (1)

 

 

 

 

I/b

Projectidentificatiecode van de projectactiviteit (2)

 

 

 

 

I/c

Datum van de schriftelijke goedkeuring van de projectactiviteit

 

 

 

 

II

Totale omvang van de reducties of beperkingen van broeikasgasemissies (in ton voor 2008-2012)

 

 

 

III

% van de totale reducties waarvoor de overheid ERU's of CER's verleent

 

 

 

IV

Beschrijving van de uitgangssituatie (3)

 

 

 

V

% emissies van installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen t.o.v. de totale emissies als opgenomen in de uitgangssituatie (in het geval van indirecte reducties of beperkingen moet een raming worden gemaakt) (4)

 

 

 

VI

Geplande omvang van de projectreducties in de ER-handelsector (II*III*V)

 

 

 

(Σ VI) = (Σ VIII/a-VIII/e)

VII/a

Voor directe reducties en beperkingen, naam van de installatie waarin de projectreductie in de ER-handelsector zal plaatshebben (5)

 

 

 

 

VII/b

Voor directe reducties en beperkingen, installatie-ID van de installatie waar de projectreductie in de ER-handelsector zal plaatshebben (5)

 

 

 

VIII/a

Hoeveelheid voor 2008 verleende ERU's of CER's voor projectreducties in de ER-handelsector

 

 

 

VIII/b

Hoeveelheid voor 2009 verleende ERU's of CER's voor projectreducties in de ER-handelsector

 

 

 

VIII/c

Hoeveelheid voor 2010 verleende ERU's of CER's voor projectreducties in de ER-handelsector

 

 

 

VIII/d

Hoeveelheid voor 2011 verleende ERU's of CER's voor projectreducties in de ER-handelsector

 

 

 

VIII/e

Hoeveelheid voor 2012 verleende ERU's of CER's voor projectreducties in de ER-handelsector

 

 

 


(1)  Vermeld alle door de lidstaat goedgekeurde projectactiviteiten.

(2)  Gebruik de code als toegekend overeenkomstig bijlage VI, punt 19, van Verordening (EG) nr. 2216/2004.

(3)  Geef de totale jaarlijkse emissies die zonder de projectactiviteit naar verwachting zouden plaatshebben, alsmede de groep installaties waarin deze emissies zouden plaatshebben. Voeg een korte beschrijving van de toegepaste uitgangssituatie toe. Als er meer dan één uitgangssituatie in de projectactiviteit wordt toegepast, moet elke uitgangssituatie (met de verwachte overeenkomstige totale jaarlijkse emissies zonder dat deel van de projectactiviteit) in een afzonderlijke regel in de reservetabel worden vermeld.

(4)  Geef een korte beschrijving van de voor de raming gebruikte methode en gegevens.

(5)  Als er meer dan één installatie in de rijen VII/a en VII/b moet worden vermeld, gebruik dan afzonderlijke rijen. Het aandeel van elke installatie in de rechten in de reserve moet afzonderlijk worden berekend.


BIJLAGE II

 

Geplande projectactiviteit

X

Geplande projectactiviteit

Y

Totale hoeveelheid rechten in reserve

I/a

Titel van de geplande projectactiviteit (1)

 

 

 

 

I/b

Projectidentificatiecode van de geplande projectactiviteit (1)  (2)

 

 

 

 

I/c

Datum of voorgenomen datum van de schriftelijke instemming met de geplande projectactiviteit

 

 

 

 

I/d

Voorgenomen datum van schriftelijke goedkeuring van de geplande projectactiviteit

 

 

 

 

II

Geplande totale omvang van de reducties of beperkingen van de broeikasgasemissies ten gevolge van de geplande projectactiviteit (in ton voor 2008-2012)

 

 

 

III

% van de totale reducties waarvoor de overheid ERU's of CER's verleent voor de geplande projectactiviteit

 

 

 

IV

Beschrijving van de uitgangssituatie (1)  (3)

 

 

 

V

Raming van het % emissies van installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen t.o.v. de totale emissies als opgenomen in de uitgangssituatie (4)

 

 

 

VI

Geplande omvang van de projectreducties in de ER-handelsector (II*III*V)

 

 

 

(Σ VI)

VII/a

Voor directe reducties en beperkingen, naam van de installatie(s) waarin de projectreductie in de ER-handelsector zal plaatshebben (5)

 

 

 

 

VII/b

Voor directe reducties en beperkingen, installatie-ID van de installatie(s) waarin de projectreductie in de ER-handelsector zal plaatshebben (5)

 

 

 

VII/c

Voor indirecte reducties en beperkingen, activiteitencategorie waarvoor de geplande projectreductie in de ER-handelsector zal plaatshebben (6)

 

 

 

VIII

Hoeveelheid rechten die wordt afgetrokken van de toewijzing aan de in de rijen VII/a-VII/c vermelde installaties/activiteitencategorie om de reserve te vullen (5)  (6)

 

 

 

 


(1)  Deze informatie behoeft enkel te worden verstrekt indien zij reeds beschikbaar is tegen de tijd dat het nationale toewijzingsplan wordt ingediend. Indien er nog geen schriftelijke instemming met een projectactiviteit werd gegeven, mogen meer projectactiviteiten waarvoor dezelfde methodologie wordt gebruikt om de emissies te reduceren, in één kolom worden gegroepeerd.

(2)  Gebruik de code als toegekend overeenkomstig bijlage VI, punt 19, van Verordening (EG) nr. 2216/2004.

(3)  Geef de totale jaarlijkse emissies die zonder de projectactiviteit naar verwachting zouden plaatshebben, alsmede de groep installaties waarin deze emissies zouden plaatshebben. Voeg een korte beschrijving van de toegepaste uitgangssituatie toe. Als er meer dan één uitgangssituatie in de projectactiviteit wordt toegepast, moet elke uitgangssituatie (met de verwachte overeenkomstige totale jaarlijkse emissies zonder dat deel van de projectactiviteit) in een afzonderlijke regel in de reservetabel worden vermeld.

(4)  Geef een korte beschrijving van de voor de raming gebruikte methode en gegevens.

(5)  Als er meer dan één gegeven in de rijen VII/a, VII/b en VIII moet worden vermeld, gebruik dan afzonderlijke rijen. Het aandeel rechten dat door elke installatie in de reserve wordt ingebracht, moet afzonderlijk worden aangegeven.

(6)  Gebruik de activiteitencategorieën als omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG.