25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/2


VERORDENING (EG) Nr. 1913/2005 VAN DE RAAD

van 23 november 2005

tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1255/1999 en (EG) nr. 2529/2001 wat de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, bevatten bepaalde gemeenschappelijke marktordeningen buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt. Deze maatregelen zijn vastgesteld in:

artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (3),

artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (4),

artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (5),

artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (6),

artikel 36 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (7), en

artikel 22 van Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (8),

(2)

Deze buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt worden genomen door de Commissie en zijn rechtstreeks verbonden aan of vloeien rechtstreeks voort uit de sanitaire en veterinaire maatregelen die zijn vastgesteld om de verbreiding van ziekten te bestrijden. Zij worden op verzoek van de lidstaten genomen om ernstige marktverstoringen te voorkomen.

(3)

De lidstaten dragen in dit verband de grootste verantwoordelijkheid in de strijd tegen de uitbraak en verbreiding van dierziekten. Om die reden en gezien de omvang en de duur van deze dierziekten en derhalve de omvang van de inspanningen die nodig zijn om de markt te ondersteunen, lijkt het aangewezen om de kosten van de aan de producenten uitbetaalde steun te delen tussen de Gemeenschap en de betrokken lidstaat.

(4)

Ondersteuningsmaatregelen mogen alleen worden genomen als de lidstaten sanitaire en veterinaire maatregelen treft om snel een einde te maken aan de uitbraak van ziekten.

(5)

De lidstaten moeten erop toezien dat er geen concurrentievervalsing ontstaat wanneer zij producten betrekken bij de financiering.

(6)

De financiële bijdrage van de lidstaten aan de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt dient te worden vrijgesteld van de toepassing van de regeling inzake staatssteun,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 wordt vervangen door:

„Artikel 20

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het intracommunautaire handelsverkeer of het handelsverkeer met derde landen die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 24 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 2

Artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 wordt vervangen door:

„Artikel 14

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 17 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij mogen pas worden genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 3

Artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 wordt vervangen door:

„Artikel 14

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 17 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 4

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt vervangen door:

„Artikel 39

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 43 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 5

Artikel 36 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt vervangen door:

„Artikel 36

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 42 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven, en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 6

Artikel 22 van Verordening (EG) nr. 2529/2001 wordt vervangen door:

„Artikel 22

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven, en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

M. BECKETT


(1)  Advies uitgebracht op 13 oktober 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 221 van 8.9.2005, blz. 44.

(3)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1365/2000 (PB L 156 van 29.6.2000, blz. 5).

(4)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(5)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.

(6)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(7)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(8)  PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003.