14.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/11


VERORDENING (EG) Nr. 562/2005 VAN DE COMMISSIE

van 5 april 2005

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 40,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1498/1999 van de Commissie van 8 juli 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad betreffende de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten (2) is verscheidene malen ingrijpend gewijzigd. Bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 en alle verordeningen houdende uitvoeringsbepalingen daarvan zijn tal van wijzigingen ingevoerd. Duidelijkheidshalve moet daarom Verordening (EG) nr. 1498/1999 worden ingetrokken en worden vervangen door een nieuwe verordening.

(2)

Voor de beoordeling van de productie en de marktsituatie in de sector melk en zuivelproducten is het noodzakelijk dat regelmatig gegevens worden uitgewisseld over het functioneren van de in Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde interventiemaatregelen, en met name over de ontwikkeling van de voorraden van de betrokken producten, zowel bij de interventiebureaus als in particuliere opslag.

(3)

De steun voor tot caseïne verwerkte ondermelk en de restituties kunnen uitsluitend worden vastgesteld aan de hand van gegevens over de ontwikkeling van de prijzen op de interne markt en in de internationale handel.

(4)

Om de handelsstromen nauwkeurig en regelmatig te kunnen volgen en zo de uitwerking van de restituties te kunnen beoordelen, moeten gegevens beschikbaar zijn over de uitvoer van de producten waarvoor restituties zijn vastgesteld, met name wat de hoeveelheden betreft waarvoor de restitutie bij openbare inschrijving wordt vastgesteld.

(5)

Krachtens de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde gesloten overeenkomst inzake de landbouw, hierna de „overeenkomst inzake de landbouw” genoemd, die bij Besluit 94/800/EG van de Raad (3) is goedgekeurd, moeten aanvullende en meer gedetailleerde gegevens over de in- en uitvoer en met name over de aanvragen van certificaten en het gebruik ervan worden verstrekt, om te garanderen dat de in het kader van de overeenkomst inzake de landbouw aangegane verbintenissen worden nageleefd. Omwille van een optimale benutting van de mogelijkheden in het kader van de genoemde verbintenissen, is snelle informatie over de tendensen op het gebied van de uitvoer noodzakelijk. Krachtens diezelfde overeenkomst inzake de landbouw is de uitvoer in het kader van voedselhulp vrijgesteld van de beperkingen die voor de gesubsidieerde uitvoer gelden. Derhalve dient te worden bepaald dat in de mededelingen over de uitvoercertificaataanvragen moet worden gespecificeerd of het om certificaten gaat voor leveringen in het kader van voedselhulp.

(6)

Bij Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (4) zijn bijzondere bepalingen voor de uitvoer van bepaalde zuivelproducten naar Canada, de Verenigde Staten en de Dominicaanse Republiek vastgesteld. Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de mededeling van de desbetreffende gegevens.

(7)

Verordening (EG) nr. 174/1999 voorziet in een specifieke regeling inzake de toekenning van restituties voor de bestanddelen van oorsprong uit de Gemeenschap van smeltkaas die in het kader van de regeling actieve veredeling wordt vervaardigd. Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de mededeling van de desbetreffende gegevens.

(8)

In artikel 5 van Verordening (EG) nr. 174/1999 is bepaald dat een uitvoercertificaat in bepaalde gevallen ook geldig is voor de uitvoer van een product dat onder een andere code valt dan die welke in vak 16 van het certificaat is vermeld. Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de mededeling van de desbetreffende gegevens.

(9)

Volgens Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten (5) moeten bepaalde invoerquota worden beheerd door middel van door de autoriteiten van derde landen afgegeven IMA 1-certificaten. De lidstaten delen de Commissie de hoeveelheden producten mee waarvoor invoercertificaten op basis van de IMA 1-certificaten zijn afgegeven. De ervaring heeft geleerd dat deze mededelingen niet altijd volstaan om het verloop van de betrokken invoer in iedere fase nauwkeurig te volgen. Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de mededeling van aanvullende gegevens.

(10)

De jarenlange ervaring met het verwerken van de door de Commissie ontvangen informatie heeft geleerd dat gegevens soms te frequent worden meegedeeld. Derhalve moet de frequentie van bepaalde mededelingen worden verminderd.

(11)

Het is van essentieel belang dat prijsnoteringen voor producten kunnen worden vergeleken, met name voor het berekenen van de restituties en steunbedragen. Ook moet rekening worden gehouden met de relevantie van deze noteringen, door de gegevens te wegen.

(12)

De communicatiemiddelen zijn de laatste jaren sterk geevolueerd. Om de mededelingen sneller, doeltreffender en veiliger te laten verlopen, moet met deze ontwikkeling rekening worden gehouden.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

VOORRADEN EN INTERVENTIE

Artikel 1

1.   De lidstaten delen uiterlijk op de tiende van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand de volgende gegevens mee betreffende de interventiemaatregelen op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999:

a)

de hoeveelheden boter die aan het einde van de betrokken maand waren opgeslagen, alsmede de hoeveelheden die in die maand zijn in- en uitgeslagen, volgens het model in bijlage I, deel A, bij deze verordening;

b)

de onderverdeling van de in de betrokken maand uitgeslagen hoeveelheden boter naar daarvoor geldende verordening, volgens het model in bijlage I, deel B, bij deze verordening;

c)

de indeling naar ouderdom van de hoeveelheden boter die aan het einde van de betrokken maand waren opgeslagen, volgens het model in bijlage I, deel C, bij deze verordening.

2.   De lidstaten delen uiterlijk op de tiende van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand volgens het model in bijlage II bij deze verordening de volgende gegevens mee betreffende de interventiemaatregelen op grond van artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999:

a)

de hoeveelheden boter en room, omgerekend in boterequivalent, die in de betrokken maand zijn in- en uitgeslagen;

b)

de totale hoeveelheid boter en room, omgerekend in boterequivalent, die aan het einde van de betrokken maand was opgeslagen.

Artikel 2

De lidstaten delen uiterlijk op de tiende van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand de volgende gegevens mee betreffende de interventiemaatregelen op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999:

a)

de hoeveelheden mageremelkpoeder die aan het einde van de betrokken maand waren opgeslagen, alsmede de hoeveelheden die in die maand zijn in- en uitgeslagen, volgens het model in bijlage III, deel A, bij deze verordening;

b)

de onderverdeling van de in de betrokken maand uitgeslagen hoeveelheden mageremelkpoeder volgens het model in bijlage III, deel B, bij deze verordening;

c)

de indeling naar ouderdom van de hoeveelheden mageremelkpoeder die aan het einde van de betrokken maand waren opgeslagen, volgens het model in bijlage III, deel C, bij deze verordening.

Artikel 3

De lidstaten delen uiterlijk op de tiende van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand volgens het model in bijlage IV bij deze verordening de volgende gegevens mee betreffende de interventiemaatregelen op grond van de artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1255/1999:

a)

de hoeveelheden kaas die in de betrokken maand zijn in- en uitgeslagen, onderverdeeld naar categorie kaas;

b)

de hoeveelheden kaas die aan het einde van de betrokken maand waren opgeslagen, onderverdeeld naar categorie kaas.

Artikel 4

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a)

„ingeslagen hoeveelheden”: de hoeveelheden die werkelijk in opslag zijn genomen, ongeacht of zij door het interventiebureau zijn overgenomen of niet;

b)

„uitgeslagen hoeveelheden”: de hoeveelheden die zijn afgehaald of, wanneer zij door de koper zijn overgenomen voordat zij zijn afgehaald, de hoeveelheden die zijn overgenomen.

HOOFDSTUK II

MAATREGELEN BETREFFENDE STEUN VOOR ONDERMELK EN MAGEREMELKPOEDER

Artikel 5

1.   Betreffende de steun die wordt toegekend op grond van artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voor de hoeveelheden ondermelk en mageremelkpoeder die voor de vervaardiging van diervoeders worden gebruikt, delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op de twintigste van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand volgens het model in bijlage V bij deze verordening de volgende gegevens mee:

a)

de hoeveelheden ondermelk die zijn gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeders en waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd;

b)

de hoeveelheden gedenatureerd mageremelkpoeder waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd;

c)

de hoeveelheden mageremelkpoeder die zijn gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeders en waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd.

2.   Betreffende de steun die wordt toegekend op grond van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voor tot caseïne verwerkte ondermelk delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op de twintigste van iedere maand volgens het model in bijlage V bij deze verordening de hoeveelheden ondermelk mee waarvoor in de voorafgaande maand steun is aangevraagd. Deze hoeveelheden worden onderverdeeld naar de kwaliteit van de geproduceerde caseïnes of caseïnaten.

HOOFDSTUK III

PRIJZEN

Artikel 6

1.   De lidstaten doen de Commissie wekelijks en uiterlijk op woensdag om 11.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) mededeling van de prijzen af fabriek die op hun grondgebied in de voorafgaande week voor de in bijlage VI bedoelde producten golden. De lidstaten delen de door marktdeelnemers gemelde prijzen voor zuivelproducten, met uitzondering van kaas, mee indien de nationale productie 2 % of meer van de productie van de Gemeenschap vertegenwoordigt, of indien de productie op nationaal niveau door de bevoegde nationale autoriteit representatief wordt geacht. Voor kaas delen de lidstaten de prijzen mee per categorie kaas, indien deze 8 % of meer van de totale nationale kaasproductie vertegenwoordigt.

2.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk een maand na het einde van de betrokken maand de prijzen mee die op hun grondgebied voor rauwe melk aan melkproducenten zijn betaald.

De prijzen worden uitgedrukt als gewogen gemiddelde op basis van steekproeven door de autoriteit van de lidstaat.

3.   De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te garanderen dat hun mededelingen over de in de Gemeenschap geldende prijzen representatief, juist en volledig zijn. Hiertoe doen de lidstaten de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 mei een verslag toekomen op basis van de vragenlijst in bijlage XII.

4.   De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te garanderen dat de betrokken marktdeelnemers hen de vereiste gegevens binnen de toepasselijke termijnen verstrekken.

5.   Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder „prijs af fabriek”, de prijs waarvoor het product van de onderneming wordt gekocht, exclusief belastingen (BTW) en alle overige kosten (vervoer, overslag, opslag, pallets, verzekering enz.). De prijs wordt uitgedrukt als gewogen gemiddelde op basis van steekproeven door de autoriteit van de lidstaat.

HOOFDSTUK IV

HANDELSVERKEER

DEEL 1

INVOER

Artikel 7

De lidstaten delen de Commissie de volgende gegevens mee:

1)

uiterlijk een maand na het einde van het contingentjaar met betrekking tot het voorafgaande contingentjaar, de hoeveelheden producten waarvoor in het kader van de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde contingenten invoercertificaten zijn afgegeven, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong;

2)

uiterlijk op 10 januari en 10 juli met betrekking tot de voorafgaande zes maanden, de hoeveelheden producten waarvoor in het kader van de in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde contingenten invoercertificaten zijn afgegeven, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong;

3)

uiterlijk op de tiende dag van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand, de hoeveelheden producten waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven waarop de in het gemeenschappelijk douanetarief bedoelde niet-preferentiële rechten van toepassing zijn, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van het land van oorsprong;

4)

uiterlijk op de tiende dag van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand, de hoeveelheden producten waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven uit hoofde van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad (6), en uit hoofde van artikel 10 van de bij Besluit 2002/761/EG van de Raad (7) goedgekeurde Interimovereenkomst tussen de Gemeenschap en Libanon, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong;

5)

uiterlijk op de tiende dag van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand, de hoeveelheden producten waarvoor in het kader van de in artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde contingenten invoercertificaten zijn afgegeven, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong;

6)

ieder jaar uiterlijk drie maanden na het einde van iedere contingentperiode, de ongebruikte hoeveelheden van de certificaten die zijn afgegeven in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde invoercontingenten, onderverdeeld op basis van het contingentnummer, de GN-code en de code van het land van oorsprong.

In voorkomend geval delen de lidstaten de Commissie mee dat in de betrokken referentieperiode geen certificaten zijn afgegeven.

Artikel 8

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 31 maart met betrekking tot het voorafgaande jaar, volgens het model in bijlage VII, de volgende, op basis van de GN-code onderverdeelde gegevens mee betreffende de invoercertificaten die na overlegging van een IMA 1-certificaat zijn afgegeven, overeenkomstig titel 2, hoofdstuk III, van Verordening (EG) nr. 2535/2001, met vermelding van de nummers van de IMA 1-certificaten:

a)

de hoeveelheid producten waarvoor het IMA 1-certificaat is afgegeven en de datum waarop het invoercertificaat is afgegeven;

b)

de hoeveelheid producten waarvoor de zekerheid is vrijgegeven.

DEEL 2

UITVOER

Artikel 9

1.   De lidstaten delen de Commissie iedere werkdag uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) de volgende gegevens mee:

a)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code en op basis van de code van de bestemming, waarvoor op die dag zelf certificaten zijn aangevraagd:

i)

zoals bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 174/1999, met uitzondering van die zoals bedoeld in artikel 17 van de genoemde verordening;

ii)

zoals bedoeld in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 174/1999;

b)

in voorkomend geval, het feit dat op die dag geen certificaten zoals bedoeld onder a) zijn aangevraagd;

c)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de aanvraag, van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code en van de code van de bestemming, waarvoor op die dag zelf voorlopige certificaten zoals bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 174/1999 zijn aangevraagd, met vermelding van:

i)

de uiterste datum voor deelneming aan de inschrijving, vergezeld van een kopie van het document waarbij de inschrijving voor de aangevraagde hoeveelheden is bevestigd;

ii)

de hoeveelheid producten waarop het bericht van inschrijving betrekking heeft of, ingeval van een inschrijving die wordt gehouden door de strijdkrachten overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (8), zonder dat daarbij de hoeveelheid is gespecificeerd, de bij benadering vastgestelde hoeveelheid, onderverdeeld zoals bedoeld hierboven;

d)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code en op basis van de code van de bestemming, waarvoor op die dag zelf voorlopige certificaten zoals bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 174/1999 definitief zijn afgegeven of geannuleerd, met vermelding van de instantie waarvan de inschrijving uitgaat, en van de datum en de hoeveelheid van het voorlopige certificaat, volgens het model in bijlage VIII, deel A, bij deze verordening;

e)

in voorkomend geval de herziene hoeveelheid producten waarop het bericht van inschrijving zoals bedoeld onder c), betrekking heeft, volgens het model in bijlage VIII, deel A, bij deze verordening;

f)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van het land en van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code, waarvoor definitieve certificaten met restitutie zijn afgegeven overeenkomstig de artikelen 20 en 20 bis van Verordening (EG) nr. 174/1999, volgens het model in bijlage VIII, deel B, bij deze verordening.

2.   Wat de in lid 1, onder c), punt i), bedoelde mededelingen betreft, is één mededeling per lidstaat voldoende indien voor dezelfde inschrijving verscheidene aanvragen zijn ingediend.

3.   De lidstaten doen niet dagelijks mededeling van de hoeveelheden waarvoor uitvoercertificaten zijn aangevraagd overeenkomstig artikel 1, lid 1, tweede alinea, en de artikelen 18, 20 en 20 bis van Verordening (EG) nr. 174/1999, indien daarvoor geen restitutie is aangevraagd of indien het leveringen betreft voor voedselhulp in de zin van artikel 10, lid 4, van de in het kader van de Uruguay-ronde gesloten overeenkomst inzake de landbouw.

Artikel 10

De lidstaten doen de Commissie, volgens het model in bijlage VIII, deel C, bij deze verordening, iedere maandag met betrekking tot de voorafgaande week mededeling van de hoeveelheden waarvoor uitvoercertificaten zijn aangevraagd zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 174/1999, zonder restitutie.

Artikel 11

De lidstaten delen de Commissie vóór de zestiende van iedere maand met betrekking tot de voorafgaande maand de volgende gegevens mee:

a)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code, waarvoor de certificaataanvragen op grond van artikel 10, lid 3, eerste alinea, onder b), van Verordening (EG) nr. 174/1999 zijn geannuleerd, met vermelding van de restitutie per eenheid, volgens het model in bijlage IX, deel A, bij deze verordening;

b)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code, die na het verstrijken van de geldigheidsduur van de betrokken certificaten niet zijn uitgevoerd, met vermelding van de restitutie per eenheid, volgens het model in bijlage IX, deel B, bij deze verordening;

c)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code en op basis van de code van de bestemming, waarvoor uitvoercertificaten zijn aangevraagd voor leveringen voor voedselhulp in de zin van artikel 10, lid 4, van de in het kader van de Uruguay-ronde gesloten overeenkomst inzake de landbouw, volgens het model in bijlage IX, deel C, bij deze verordening;

d)

de hoeveelheden zuivelproducten, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong, waarop geen van de in artikel 23, lid 2, van het Verdrag bedoelde situaties van toepassing is, en die zijn ingevoerd om te worden gebruikt voor de vervaardiging van producten van GN-code 0406 30, overeenkomstig artikel 11, lid 6, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 800/1999, en waarvoor de in artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 174/1999 genoemde machtiging is verleend, volgens het model in bijlage IX, deel D, bij deze verordening;

e)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de GN-code of, in voorkomend geval, op basis van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code, waarvoor definitieve certificaten zijn afgegeven en waarvoor geen restitutie is aangevraagd, zoals bedoeld in de artikelen 18 en 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999, volgens het model van bijlage IX, deel E, bij deze verordening.

Artikel 12

De lidstaten doen de Commissie vóór de zestiende van iedere maand n met betrekking tot maand n-4, volgens het model in bijlage X, deel A, bij deze verordening mededeling van de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van de bestemming, waarvoor de formaliteiten voor uitvoer zonder restitutie zijn vervuld.

Artikel 13

De lidstaten delen de Commissie ieder jaar vóór 16 juli met betrekking tot het voorafgaande GATT-jaar de volgende gegevens mee:

a)

de hoeveelheden waarvoor toepassing van artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 174/1999 is goedgekeurd voorzover dit heeft geleid tot een aanpassing van de toegekende restitutie, met vermelding van de restitutie per eenheid en van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code zoals vermeld in vak 16 van het afgegeven uitvoercertificaat, en van de code van het daadwerkelijk uitgevoerde product, volgens het model in bijlage X, deel B, bij deze verordening;

b)

de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de in de productennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor zuivelproducten vastgestelde code, waarop het bepaalde in artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 800/1999 is toegepast, voorzover de toegepaste restitutie per eenheid verschilt van de op het certificaat aangegeven restitutie, met vermelding van de restitutie voor de in het certificaat aangegeven bestemming en die welke daadwerkelijk is toegepast, volgens het model in bijlage X, deel C, bij deze verordening.

HOOFDSTUK V

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

De lidstaten delen de Commissie de op grond van deze verordening vereiste gegevens mee met gebruikmaking van de in bijlage XI omschreven communicatiemiddelen.

Artikel 15

De Commissie houdt de door de lidstaten aan haar verstrekte gegevens ter beschikking van de lidstaten.

Artikel 16

Verordening (EG) nr. 1498/1999 wordt ingetrokken.

Verordening (EG) nr. 1498/1999 blijft van toepassing op de mededelingen van de gegevens met betrekking tot de periode die aan de toepassing van deze verordening voorafgaat.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening, volgens de concordantietabel in bijlage XIII.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2005. Artikel 6, lid 3, is evenwel van toepassing met ingang van 31 mei 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 174 van 9.7.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1681/2001 (PB L 227 van 23.8.2001, blz. 36).

(3)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1.

(4)  PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).

(5)  PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 810/2004 (PB L 149 van 30.4.2004, blz. 138).

(6)  PB L 240 van 23.9.2000, blz. 1.

(7)  PB L 262 van 30.9.2002, blz. 1.

(8)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.


BIJLAGE I

A.   Toepassing van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

B.   Toepassing van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

C.   Toepassing van artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE II

Toepassing van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE III

A.   Toepassing van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

B.   Toepassing van artikel 2), onder b), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

C.   Toepassing van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE IV

Toepassing van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE V

Toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 562/2005

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN — DG AGRI — EENHEID DIERLIJKE PRODUCTEN

Image


BIJLAGE VI

Lijst van de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 562/2005 bedoelde producten

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN — DG AGRI — EENHEID DIERLIJKE PRODUCTEN

Product

GN-code

Representatief gewicht (1)

Opmerkingen (2)

(1)

Weipoeder

0404 10 02

25 kg

 

(2)

Mageremelkpoeder van interventiekwaliteit

0402 10 19 INTV

25 kg

 

(3)

Mageremelkpoeder voor diervoeder

0402 10 19 ANIM

20 t

 

(4)

 Vollemelkpoeder

0402 21 19

25 kg

 

(5)

Gecondenseerde melk, niet gezoet

0402 91 19

0,5 kg

 

(6)

Gecondenseerde melk, gezoet

0402 99 19

0,5 kg

 

(7)

 Boter

0405 10 19

25 kg

 

(8)

Butteroil

0405 90 10

200 kg

 

(9)

Kazen (3)

 (3)

 

 

(10)

Lactose

1702 19 00 LACT

25 kg (zakken)

 

(11)

Caseïne

3501 10

25 kg (zakken)

 

(12)

Caseïnaten

3501 90 90

25 kg

 


(1)  Indien een prijs overeenkomt met een ander productgewicht dan het in deze bijlage vermelde gewicht, dient de lidstaat de prijs om te rekenen naar het representatieve gewicht.

(2)  Indien de methode afwijkt van de overeenkomstig bijlage XII aan de Commissie meegedeelde methode, gelieve dit te vermelden.

(3)  De lidstaten delen de prijzen mee voor iedere categorie kaas die 8 % of meer van de totale nationale kaasproductie vertegenwoordigt.


BIJLAGE VII

Toepassing van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE VIII

A.   Toepassing van artikel 9, lid 1, onder d) en e), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

B.   Toepassing van artikel 9, lid 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

C.   Toepassing van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE IX

A.   Toepassing van artikel 11, onder a), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

B.   Toepassing van artikel 11, onder b), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

C.   Toepassing van artikel 11, onder c), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

D.   Toepassing van artikel 11, onder d), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

E.   Toepassing van artikel 11, onder e), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE X

A.   Toepassing van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

B.   Toepassing van artikel 13, onder a), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image

C.   Toepassing van artikel 13, onder b), van Verordening (EG) nr. 562/2005

Image


BIJLAGE XI

Toepassing van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 562/2005

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN — DG AGRI — EENHEID DIERLIJKE PRODUCTEN

Betrokken bepaling in de verordening

Type mededeling

Alle artikelen in hoofdstuk I

E-mail: AGRI-INTERV-DAIRY@cec.eu.int

Alle artikelen in hoofdstuk II

E-mail: AGRI-AID-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 6, lid 1

IDES

Artikel 6, leden 3 en 4

E-mail: AGRI-PRICE-EU-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 7, lid 1

certificaten afgegeven op grond van artikel 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 2535/2001

IDES: code 7

certificaten afgegeven op grond van artikel 5, onder b), van Verordening (EG) nr. 2535/2001

IDES: code 5

certificaten afgegeven op grond van andere leden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2535/2001

IDES: code 6

Artikel 7, lid 2

IDES: code 6

Artikel 7, lid 3

IDES: code 8

Artikel 7, lid 4

IDES: code 6

Artikel 7, leden 5 en 6

E-mail: AGRI-IMP-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 8

E-mail: AGRI-IMP-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 9, lid 1, onder a), punt i)

IDES: code 1

Artikel 9, lid 1, onder a), punt ii)

IDES: code 9

Artikel 9, lid 1, onder c), punt i)

Fax: (32-2) 295 33 10

Artikel 9, lid 1, onder c), punt ii)

IDES: code 2

Overige relevante bepalingen van artikel 9

E-mail: AGRI-EXP-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 10

E-mail: AGRI-EXP-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 11

E-mail: AGRI-EXP-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 12

E-mail: AGRI-EXP-DAIRY@cec.eu.int

Artikel 13

E-mail: AGRI-EXP-DAIRY@cec.eu.int


BIJLAGE XII

Toepassing van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 562/2005

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN — DG AGRI — EENHEID DIERLIJKE PRODUCTEN

VRAGENLIJST

Jaarverslag over de methoden voor het verzamelen van gegevens inzake de prijzen van rauwe melk en zuivelproducten ten behoeve van de mededelingen over prijzen tussen de lidstaten en de Commissie (artikel 6)

1

Organisatie en structuur van de markt:

Algemeen overzicht van de marktstructuur voor het betrokken product.

2

Productomschrijving:

Samenstelling (vetgehalte, gehalte aan droge stof, vochtgehalte berekend op de vetvrije kaasmassa), kwaliteitsklasse, ouderdom of rijpingstijd, presentatie en verpakking (bv. los of in zakken van 25 kg), andere kenmerken.

3

Plaats van en procedure voor registratie:

a)

Instantie die verantwoordelijk is voor het opstellen van de prijsstatistieken (adres, fax, e-mail).

b)

Aantal registratiepunten alsmede het geografische gebied of de regio waarvoor de prijzen van toepassing zijn.

c)

Enquêtemethode (bv. directe enquête bij de eerste kopers). Indien de prijzen door een productschap worden vastgesteld, moet worden aangegeven of ze zijn gebaseerd op meningen of op feiten. Indien secundair materiaal is gebruikt, moeten de bronnen worden vermeld (bv. gebruik van marktrapporten).

d)

Statistische verwerking van de prijzen, met inbegrip van conversiefactoren voor de omrekening van het gewicht van het product naar het representatieve gewicht, overeenkomstig bijlage VI.

4

Representativiteit:

Het aandeel van de betrokken producten (bv. in de verkoop).

5

Overige relevante aspecten


BIJLAGE XIII

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 1498/1999

Onderhavige verordening

Artikel 1, lid 2, onder a) en b)

Artikel 1, lid 2, onder a)

Artikel 1, lid 2, onder c)

Artikel 1, lid 2, onder b)

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3, onder a)

Artikel 3, onder b)

Artikel 3, onder a)

Artikel 3, onder c)

Artikel 3, onder a)

Artikel 3, onder d)

Artikel 3, onder b)

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5, lid 1, onder a), punt i)

Artikel 5, lid 1, onder a), punt ii)

Artikel 5, lid 1, onder a), punt iii)

Artikel 5, lid 1, onder a)

Artikel 5, lid 1, onder b)

Artikel 5, lid 2, onder a)

Artikel 5, lid 1, onder b)

Artikel 5, lid 2, onder b)

Artikel 5, lid 1, onder c)

Artikel 5, lid 2, onder c)

Artikel 5, lid 3

Artikel 5, lid 2

Artikel 6, lid 1, onder a) en b)

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2

Artikel 6, lid 3

Artikel 7, leden 1, 2, 3, 4 en 6

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 5

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 7

Artikel 7, lid 4

Artikel 7 bis

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9, lid 1, onder a)

Artikel 9, lid 1, onder a) en b)

Artikel 9, lid 1, onder b)

Artikel 9, lid 1, onder c), punt i)

Artikel 9, lid 1, onder c), punt ii)

Artikel 9, lid 1, onder c)

Artikel 9, lid 1, onder d)

Artikel 9, lid 1, onder d)

Artikel 9, lid 1, onder e)

Artikel 9, lid 2, onder a)

Artikel 11, onder a)

Artikel 9, lid 2, onder b) en c)

Artikel 11, onder b)

Artikel 9, lid 2, onder d)

Artikel 9, lid 1, onder f)

Artikel 9, lid 2, onder e)

Artikel 11, onder c)

Artikel 9, lid 2, onder f)

Artikel 11, onder d)

Artikel 9, lid 2, onder g)

Artikel 13, onder a)

Artikel 9, lid 3, onder a)

Artikel 12

Artikel 9, lid 3, onder b)

Artikel 13, onder b)

Artikel 9, lid 4

Artikel 11, onder e)

Artikel 9, lid 5

Artikel 14

Artikel 10