21.1.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/34


VERORDENING (EG) Nr. 93/2005 VAN DE COMMISSIE

van 19 januari 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerking van dierlijke bijproducten van vis en handelsdocumenten voor het vervoer van dierlijke bijproducten

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage V, hoofdstuk III, van Verordening (EG) nr. 1774/2002 bevat een uiteenzetting van de verwerkingsmethoden voor dierlijke bijproducten. Verwerkingsmethode 6 van voornoemd hoofdstuk heeft betrekking op dierlijke bijproducten van vis, zonder dat evenwel de verwerkingsparameters worden gepreciseerd.

(2)

De Wetenschappelijke Stuurgroep heeft een aantal adviezen uitgebracht betreffende de veiligheid van dierlijke bijproducten, waaronder die van vis. Volgens deze adviezen is het risico van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE) als gevolg van bijproducten van vis te verwaarlozen.

(3)

Het Wetenschappelijk Comité voor de gezondheid en het welzijn van dieren heeft tijdens zijn vergadering op 26 februari 2003 een verslag over het gebruik van visbijproducten in de aquacultuur aanvaard.

(4)

De eisen betreffende de verwerking van dierlijke bijproducten dienen in overeenstemming met deze adviezen en verslagen te worden vastgelegd.

(5)

Het is wenselijk verschillende verwerkingsmethoden vast te leggen voor materiaal dat een hoog of gering aantal ziekteverwekkers kan bevatten, met uitzondering van sporen van bacteriën.

(6)

Bijlage II, hoofdstuk III, van Verordening (EG) nr. 1774/2002 bevat de bepaling dat dierlijke bijproducten en verwerkte producten tijdens het vervoer vergezeld moeten gaan van een handelsdocument. Er dient een model voor dit handelsdocument te worden vastgelegd.

(7)

Verordening (EG) nr. 1774/2002 moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen V en II bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 januari 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 668/2004 van de Commissie (PB L 112 van 19.4.2004, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlagen V en II bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage V, hoofdstuk III, wordt methode 6 vervangen door:

„Methode 6

(Uitsluitend voor dierlijke bijproducten van vis van categorie 3)

Verkleining

1.

De dierlijke bijproducten worden verkleind tot ten minste:

a)

50 millimeter bij warmtebehandeling overeenkomstig punt 2, onder a), of

b)

30 millimeter bij warmtebehandeling overeenkomstig punt 2, onder b),

Vervolgens worden ze met mierenzuur gemengd om de pH te verlagen tot 4,0 of minder. Het mengsel wordt in afwachting van een nieuwe behandeling gedurende 24 uur opgeslagen.

Tijd en temperatuur

2.

Na verkleining moet het mengsel worden verhit tot:

a)

een kerntemperatuur van ten minste 90 °C gedurende ten minste 60 minuten, of

b)

een kerntemperatuur van ten minste 70 °C gedurende ten minste 60 minuten.

Bij het gebruik van een continusysteem gebeurt het doorvoeren van het product door de verhittingsinstallatie mechanisch en de snelheid van het doorvoeren wordt zo geregeld dat de cyclus van de warmtebehandeling zowel qua tijd als temperatuur toereikend is.”

2)

In bijlage II wordt het volgende hoofdstuk toegevoegd als hoofdstuk X:

„HOOFDSTUK X

Handelsdocument

1.

Tijdens het vervoer moeten de dierlijke bijproducten en de verwerkte producten vergezeld gaan van het volgende handelsdocument. De lidstaten kunnen evenwel besluiten een ander handelsdocument te gebruiken voor binnen dezelfde lidstaat vervoerde dierlijke bijproducten en verwerkte producten.

2.

Indien er sprake is van meer dan één vervoerder, vult elke vervoerder een in punt 7 van het handelsdocument bedoelde verklaring in, die deel uitmaakt van dit document.

MODEL VOOR EEN HANDELSDOCUMENT VOOR HET VERVOER VAN DIERLIJKE BIJPRODUCTEN EN VERWERKTE PRODUCTEN BINNEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

Aantekeningen

a)

Handelsdocumenten worden overeenkomstig het model in deze bijlage opgesteld. Op elk document worden, in de in het model aangegeven volgorde, de verklaringen opgenomen die voor het vervoer van dierlijke bijproducten en daarvan afgeleide verwerkte producten zijn vereist.

b)

Het wordt opgesteld in een van de officiële talen van de EU-lidstaat van oorsprong of ,zo nodig, van de EU-lidstaat van bestemming. Het mag echter ook in andere EU-talen worden opgesteld, indien het vergezeld is van een officiële vertaling of indien dit vooraf met de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming is overeengekomen.

c)

Dit handelsdocument moet ten minste in drievoud worden opgemaakt (een origineel en twee afschriften). Het origineel gaat samen met de zending naar de eindbestemming. De ontvanger moet het bewaren. De producent en de vervoerder bewaren ieder een afschrift.

d)

Het originele exemplaar van elk handelsdocument bestaat uit één enkel blad waarvan de beide zijden worden gebruikt, of, indien meer tekst benodigd is, wordt het formulier in zodanige vorm ingediend dat alle bladen één enkel ondeelbaar geheel vormen.

e)

Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending extra bladen aan het document worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele document en wordt op elk blad de handtekening van de verantwoordelijke persoon geplaatst.

f)

Indien het document, inclusief de onder e) bedoelde extra bladen, meer dan één blad beslaat, wordt elk blad onderaan genummerd — (bladzijdenummer) van (totaal aantal bladzijden) — en wordt elk blad bovenaan voorzien van het codenummer van het document dat door de verantwoordelijke persoon is toegekend.

g)

Het originele exemplaar van het document wordt ingevuld en ondertekend door de verantwoordelijke persoon. Hierbij draagt de verantwoordelijke persoon er zorg voor dat de in bijlage II, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 vastgelegde documentatieprincipes worden nageleefd. Op het handelsdocument moeten de volgende gegevens worden vermeld:

de datum waarop het materiaal op het bedrijf is opgehaald,

de omschrijving van het materiaal, met inbegrip van de identificatie van het materiaal, de diersoort van het categorie 3-materiaal en de daarvan afgeleide producten die voor voedermiddelen bestemd zijn, en, indien van toepassing, het oormerknummer,

de hoeveelheid materiaal,

de plaats van herkomst van het materiaal,

de naam en het adres van de vervoerder,

de naam en het adres van de ontvanger en, indien van toepassing, het erkenningsnummer,

zo nodig, het erkenningsnummer van het bedrijf van herkomst en de aard en de methoden van de behandeling.

h)

De kleur van de handtekening van de verantwoordelijke persoon moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

i)

Het handelsdocument moet gedurende ten minste twee jaar worden bewaard, zodat het aan de bevoegde autoriteiten kan worden overgelegd ter controle van de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1774/2002 bedoelde administratie.

Image

Image

Image