25.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 280/18


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2005

tot wijzing, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4054)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/747/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (1), en met name op artikel 5, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Richtlijn 2002/95/EG dient de Commissie bepaalde gevaarlijke stoffen te evalueren die op grond van artikel 4, lid 1, van die richtlijn zijn verboden.

(2)

Bepaalde materialen en onderdelen die lood en cadmium bevatten dienen van dit verbod vrijgesteld te worden (of te blijven), omdat het gebruik van deze gevaarlijke stoffen in die specifieke materialen en onderdelen nog niet kan worden vermeden.

(3)

Het bereik van sommige vrijstellingen van het verbod moet voor bepaalde specifieke materialen of onderdelen worden beperkt teneinde tot een geleidelijke beëindiging van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur te komen, aangezien het gebruik van deze stoffen voor dergelijke toepassingen zal kunnen worden vermeden.

(4)

Uit hoofde van artikel 5, lid 1, onder c), van Richtlijn 2002/95/EG dient elke in de bijlage vermelde vrijstelling ten minste om de vier jaar dan wel vier jaar na toevoeging van een item aan de lijst te worden herzien met het oog op de eventuele schrapping van materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur uit de bijlage, indien verwijdering of vervanging ervan door middel van ontwerp-wijzigingen of door middel van materialen en onderdelen waarvoor geen gebruik hoeft te worden gemaakt van de in artikel 4, lid 1, bedoelde stoffen of materialen, technisch of wetenschappelijk mogelijk is, mits de vervanging voor het milieu, de gezondheid en/of de veiligheid van de consument niet meer nadelen dan voordelen inhoudt.

(5)

Richtlijn 2002/95/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Krachtens artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2002/95/EG heeft de Commissie de producenten van elektrische en elektronische apparatuur, recycleerders, verwerkers, milieuorganisaties en werknemers- en consumentenverenigingen geraadpleegd en hun opmerkingen toegezonden aan het comité dat is ingesteld bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (2), hierna „het comité” genoemd.

(7)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG wordt overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking gewijzigd.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2005.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19. Richtlijn gewijzigd bij Beschikking 2005/717/EG (PB L 271 van 15.10.2005, blz. 48).

(2)  PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 7 wordt vervangen door:

„7.

Lood in soldeer met een hoog smeltpunt (d.w.z. loodlegeringen met minimaal 85 gewichtsprocent lood);

lood in soldeer voor servers, opslag- en array-opslagsystemen, en netwerkinfrastructuurapparatuur voor schakeling, signaalverwerking, transmissie en netwerkbeheer voor telecommunicatie;

lood in keramische elektronische onderdelen (bv. piëzo-elektronische inrichtingen).”.

2)

Punt 8 wordt vervangen door:

„8.

Cadmium en cadmiumverbindingen gebruikt in elektrische contacten en bij het cadmeren, behoudens voor toepassingen die verboden zijn uit hoofde van Richtlijn 91/338/EEG van de Raad (1) houdende wijziging van Richtlijn 76/769/EEG (2) inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten.

3)

De volgende punten worden toegevoegd:

„11.

Lood gebruikt in compliante penconnectorsystemen.

12.

Lood als coating voor C-ringen van thermischegeleidingsmodules (TCM).

13.

Lood en cadmium in optisch en filterglas.

14.

Lood in soldeer bestaande uit meer dan twee elementen met een loodgehalte van meer dan 80 gewichtsprocent en minder dan 85 gewichtsprocent voor de verbinding tussen de pennen en de behuizing van microprocessors.

15.

Lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen een halfgeleider-die en een drager in „flip chip”-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen.”.


(1)  PB L 186 van 12.7.1991, blz. 59.

(2)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201.”.