11.1.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 7/7


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 7 januari 2005

betreffende de praktische regels voor de toepassing van de procedure van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 5769)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/15/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (1), en met name op artikel 30, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ter waarborging van de rechtszekerheid moet worden voorzien in de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van aankondigingen betreffende de opening van een procedure uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG de verlenging van de termijnen waarover de Commissie beschikt en de toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, na het verstrijken van de termijn. Tevens moet worden bepaald welke inlichtingen in deze aankondigingen moeten worden verstrekt.

(2)

Gezien de strikte termijnen voor het verloop van de procedure uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG moet worden bepaald, dat verzoeken betreffende de toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, de voor het onderzoek van het verzoek nuttige en relevante inlichtingen moeten bevatten. Daartoe is het wenselijk een lijst van de in deze verzoeken op te nemen inlichtingen alsmede andere praktische regels betreffende deze verzoeken vast te stellen. Het onderzoek of aan de voorwaarden van artikel 30, lid 1, wordt voldaan, dient alleen op grond van Richtlijn 2004/17/EG te geschieden en moet de toepassing van de mededingingsregels onverlet laten.

(3)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1.   Verzoeken betreffende de toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG moeten ten minste de in bijlage I bij deze beschikking vastgestelde inlichtingen bevatten.

2.   Wanneer een onafhankelijke instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit een gemotiveerd standpunt heeft ingenomen over vraagstukken die van belang zijn voor de toepassing van artikel 30, leden 1 en 2, van Richtlijn 2004/17/EG, wordt dit standpunt bij de verzoeken gevoegd.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde verzoeken en standpunten worden met elektronische middelen naar het volgende e-postadres gezonden:

Markt-C3@cec.eu.int.

Indien verzending met elektronische middelen niet mogelijk is, worden de verzoeken en standpunten in drievoud naar het volgende adres gezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Interne markt en Diensten

Directoraat Beleid Overheidsopdrachten

B-1049 Brussel.

Artikel 2

1.   Wanneer zij een verzoek betreffende de toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG ontvangt, maakt de Commissie een aankondiging bekend met, afhankelijk van de oorsprong van het verzoek, de in bijlage II, deel A of B, bij deze beschikking vastgestelde inlichtingen.

2.   Wanneer, in de in artikel 30, lid 6, eerste alinea, tweede en derde zin, van Richtlijn 2004/17/EG bedoelde gevallen, de termijn waarover de Commissie beschikt voor het nemen van een besluit over een verzoek wordt verlengd, maakt de Commissie een aankondiging bekend met, afhankelijk van de oorsprong van het verzoek, de in bijlage III, deel A of B, bij deze beschikking vastgelegde inlichtingen.

3.   De Commissie maakt een aankondiging bekend betreffende de toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG overeenkomstig artikel 30, lid 4, tweede of derde alinea, of overeenkomstig artikel 30, lid 5, vierde alinea, van die richtlijn, met, afhankelijk van de oorsprong van het verzoek, de in bijlage IV, deel A of B, bij deze beschikking vastgestelde inlichtingen.

4.   De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde aankondigingen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 januari 2005.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1874/2004 van de Commissie (PB L 326 van 29.10.2004, blz. 17).


BIJLAGE I

Inlichtingen die moeten worden verstrekt in verzoeken betreffende de toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG

1.   Afdeling 1 — Identiteit en hoedanigheid van de verzoeker

In artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG is bepaald dat verzoeken betreffende de toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, worden gedaan door de lidstaten of, indien de wetgeving van de betrokken lidstaat daarin voorziet, door de aanbestedende diensten. De term „verzoeker” kan bijgevolg op hetzij een lidstaat, hetzij de aanbestedende diensten betrekking hebben. Deze term wordt louter ter vereenvoudiging van de tekst gebruikt.

1.1.   Naam en volledig adres van de verzoeker

Wanneer de activiteit waarop het verzoek betrekking heeft door met de hier vermelde verzoeker verbonden ondernemingen (1) wordt uitgevoerd, dekt de term „verzoeker” zowel de in punt 1.1 vermelde entiteit als de verbonden ondernemingen. Met name bij de afdelingen 5 en 6 moet de gevraagde informatie worden verstrekt voor de „verzoeker”, zoals hier gedefinieerd.

1.2.   Hoedanigheid van de verzoeker: aanbestedende dienst (overheidsdienst) (2), overheidsbedrijf (3) of particulier bedrijf?

1.3.   Voor aanbestedende diensten (overheidsdiensten): doet u het verzoek namens of voor rekening van uw lidstaat?

Zo ja, verstrek de informatie van elk punt van de afdelingen 2 tot en met 6. Geef met name bij elk punt van de afdelingen 5 en 6 de gevraagde informatie voor elke entiteit die de activiteit waarop het verzoek betrekking heeft, uitvoert. Wanneer het echter om een groot aantal entiteiten gaat, mag deze informatie worden beperkt tot de entiteiten met een aandeel van ten minste 10 % op de beschouwde geografische markt (4). Indien de informatie voor verschillende entiteiten soortgelijk of gelijk is, mag deze worden gegroepeerd, mits dit wordt vermeld.

1.4.   Voor aanbestedende diensten (overheidsdiensten, overheidsbedrijven en particuliere bedrijven die een van de onder Richtlijn 2004/17/EG vallende activiteiten (5) uitvoeren): vermeld de bepaling van nationaal recht op grond waarvan de aanbestedende diensten een verzoek uit hoofde van artikel 30 mogen doen.

2.   Afdeling 2 — Beschrijving van de activiteit waarop het verzoek betrekking heeft

2.1.   Beschrijf de activiteit die volgens u aan de voorwaarden van artikel 30, lid 1 (6), voldoet.

2.2.   Geef aan op welk grondgebied de activiteit waarop het verzoek betrekking heeft, wordt uitgevoerd, indien dat niet het hele nationale grondgebied is. Vermeld uitsluitend het grondgebied waarop volgens u aan de voorwaarden van artikel 30, lid 1, wordt voldaan.

3.   Afdeling 3 — Relevante markt

Een relevante productmarkt omvat alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor ze zijn bestemd, door de consument als onderling verwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd (7).

De volgende factoren worden in de regel van belang geacht voor het afbakenen van de relevante productmarkt en moeten in deze analyse in aanmerking worden genomen (8):

mate van fysieke overeenstemming tussen de betrokken producten en/of diensten;

verschillen in het eindgebruik van de producten;

prijsverschillen tussen twee producten;

kosten van het overstappen van het ene op het andere product bij twee potentieel concurrerende producten;

gevestigde voorkeur van de consument voor een bepaald type of een bepaalde categorie producten;

productclassificaties (bijvoorbeeld nomenclaturen van verenigingen van bedrijven).

De relevante geografische markt is het gebied waarbinnen de betrokken entiteiten een rol spelen in het aanbod van producten en diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daar duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.

Tot de factoren die voor het afbakenen van de relevante geografische markt van belang zijn (8), behoren:

de aard en de kenmerken van de betrokken producten of diensten,

het bestaan van toetredingsdrempels,

voorkeuren van de consument,

merkbare verschillen tussen de marktaandelen of aanzienlijke prijsverschillen in aangrenzende gebieden,

vervoerskosten.

3.1.   Zet, gelet op het bovenstaande, uiteen welke omschrijving van de relevante productmarkt(en) de Commissie volgens u als uitgangspunt voor haar analyse moet nemen.

Motiveer in uw antwoord uw schattingen of conclusies en leg uit hoe met de hierboven beschreven factoren rekening is gehouden. Vermeld met name welke specifieke producten of diensten rechtstreeks of onrechtstreeks door het verzoek worden geraakt en identificeer de categorieën producten die in uw omschrijving van de markt als substitueerbaar worden beschouwd.

In de onderstaande vragen geldt (gelden) voor „de relevante productmarkt(en)” deze omschrijving(en).

3.2.   Zet uiteen welke omschrijving van de relevante geografische markt(en) de Commissie volgens u als uitgangspunt voor haar analyse moet nemen. Motiveer in uw antwoord uw schattingen of conclusies en zet uiteen hoe met de hierboven beschreven factoren rekening is gehouden. Vermeld met name in welk geografisch gebied de bij het verzoek betrokken entiteiten actief zijn op de relevante productmarkt(en) en geef, indien u van mening bent dat de relevante geografische markt ruimer is dan één lidstaat, de redenen hiervan.

In de onderstaande vragen geldt (gelden) voor „de relevante geografische markt(en)” deze omschrijving(en).

4.   Afdeling 4 — Toepasselijkheid van de in bijlage XI bij Richtlijn 2004/17/EG vermelde wetgeving

4.1.   Is een van de in bijlage XI bij Richtlijn 2004/17/EG vermelde wetteksten (9) van toepassing op de activiteit waarop het verzoek betrekking heeft? Zo ja, vermeld de nationale bepalingen tot omzetting van die communautaire wetteksten.

5.   Afdeling 5 — Informatie over de relevante markt en de toegang tot de markt

Deze afdeling moet worden ingevuld ongeacht het antwoord bij punt 4.1.

5.1.   Zet de redenen uiteen waarom u van mening bent dat de toegang tot de relevante markt niet beperkt is.

5.2.   Verstrek voor elke relevante markt voor elk van de drie laatste boekjaren, en voor elk van de volgende gebieden (10):

a)

de EER;

b)

de hele Gemeenschap;

c)

de hele EVA;

d)

elke lidstaat en elke EVA-staat waar de verzoeker een activiteit uitoefent; en

e)

indien de verzoeker van een verschillende relevante geografische markt uitgaat, het gebied dat deze markt bestrijkt (11),

de volgende gegevens:

5.2.1.   de geschatte totale omvang van de markt in waarde (uitgedrukt in EUR) en in volume (uitgedrukt in eenheden) van de verkoop (12). Vermeld de grondslag en de bronnen van de berekeningen en verschaf indien mogelijk bescheiden om deze berekeningen te staven;

5.2.2.   de verkoop in waarde en in volume en het geschatte marktaandeel van de verzoeker;

5.2.3.   het geschatte marktaandeel in waarde (en in voorkomend geval in volume) van alle concurrenten (met inbegrip van importeurs) met een aandeel van ten minste 10 % op de beschouwde geografische markt. Verschaf indien mogelijk bescheiden om de berekening van deze marktaandelen te staven en vermeld voor elk van deze concurrenten naam, adres, telefoon- en faxnummer en de naam of functie van een bevoegde contactpersoon;

5.2.4.   de geschatte totale waarde, het geschatte totale volume en de herkomst van de invoer van buiten de EER. Geef aan:

a)

welk gedeelte van deze invoer van de verzoeker afkomstig is;

b)

in welke mate volgens uw schatting quota, invoerrechten of niet-tarifaire handelsbelemmeringen deze invoer beïnvloeden; en

c)

in welke mate volgens uw schatting vervoerskosten en andere kosten deze invoer beïnvloeden;

5.2.5.   de belemmeringen voor de tussenstaatse handel in de EER als gevolg van:

a)

vervoerskosten en andere kosten; en

b)

niet-tarifaire handelsbelemmeringen;

5.2.6.   de wijze waarop de verzoeker de producten en diensten produceert en afzet, bijvoorbeeld of er bijvoorbeeld sprake is van lokale productie of afzet via lokale distributievoorzieningen;

5.2.7.   een vergelijking van de prijsniveaus van de verzoeker in de verschillende lidstaten en EVA-staten en een soortgelijke vergelijking van de prijsniveaus in de Gemeenschap, de EVA en andere gebieden waar deze producten worden geproduceerd (bijvoorbeeld Oost-Europa, de Verenigde Staten, Japan of andere gebieden die van belang zijn);

5.2.8.   de aard en de mate van verticale integratie van de verzoeker, vergeleken met zijn belangrijkste concurrenten;

5.2.9.   specificeer of activa of infrastructuur met andere entiteiten gezamenlijk worden gebruikt of voor meer dan een onder Richtlijn 2004/17/EG vallende activiteit worden gebruikt. Vermeld de eventuele bijzondere voorwaarden, zoals verplichtingen inzake universele dienstverlening of bijzondere rechten, die voor het gebruik van deze activa of infrastructuur gelden.

5.3.   Verstrek de volgende gegevens:

5.3.1.   Hebben de voorbije vijf jaar op een of meer relevante geografische productmarkten (11) belangrijke toetredingen plaatsgevonden? Zo ja, vermeld, voorzover mogelijk, naam, adres, telefoon- en faxnummer van de betrokken onderneming en de naam of functie van een bevoegde contactpersoon en geef een schatting van haar huidige marktaandeel.

5.3.2.   Zijn er naar het oordeel van de verzoeker ondernemingen (ook ondernemingen die thans uitsluitend op markten buiten de Gemeenschap of buiten de EER werkzaam zijn) die waarschijnlijk tot de markt zullen toetreden? Zo ja, leg uit waarop u dat oordeel baseert, vermeld naam, adres, telefoon- en faxnummer van deze ondernemingen en de naam of functie van een bevoegde contactpersoon, en geef bij benadering aan wanneer de toetreding vermoedelijk zal plaatsvinden.

5.3.3.   Beschrijf de verschillende factoren die in het onderhavige geval op de toetreding van ondernemingen tot de relevante markten van invloed zijn, zowel uit geografisch oogpunt als wat de producten betreft. Ga hierbij, voorzover van toepassing, op de volgende punten in:

a)

de totale toetredingskosten (onderzoek en ontwikkeling, het opzetten van distributiesystemen, verkoopbevordering, reclame, serviceverlening enz.) bij een schaalgrootte waarbij men zich als belangrijk concurrent kan handhaven en het marktaandeel van een dergelijke concurrent;

b)

wettelijke of bestuursrechtelijke toetredingsbelemmeringen, zoals in enigerlei vorm van overheidswege vereiste vergunningen of opgelegde normen;

c)

beperkingen ten gevolge van het bestaan van octrooien, knowhow en andere intellectuele-eigendomsrechten op deze markten of beperkingen voortvloeiende uit licenties op dergelijke rechten;

d)

de mate waarin de verzoeker licentienemer of licentiegever met betrekking tot octrooien, knowhow en andere rechten op de relevante markten is;

e)

het belang van schaalvoordelen voor de productie op de betrokken markten;

f)

de toegankelijkheid van de voorzieningsbronnen, bijvoorbeeld voor grondstoffen.

Onderzoek en ontwikkeling

5.3.4.

Leg uit hoe belangrijk onderzoek en ontwikkeling (O&O) voor een onderneming op de relevante markten zijn om op lange termijn als concurrent te kunnen standhouden. Beschrijf de O&O-activiteiten van de verzoeker op de relevante markten.

Ga hierbij, voorzover van toepassing, op de volgende punten in:

a)

wat zijn de O&O-trends en hoe hoog is de O&O-intensiteit (13) op deze markten en bij de verzoeker?

b)

beschrijf het verloop van de technologische ontwikkeling op deze markten over een passende periode (ontwikkelingen inzake producten en/of diensten, productieprocessen, distributiesystemen enz.);

c)

welke belangrijke innovaties hebben op deze markten plaatsgevonden? Welke ondernemingen hebben deze gerealiseerd?

d)

beschrijf de innovatiecyclus op deze markten. Waar bevindt de verzoeker zich in deze cyclus?

Samenwerkingsovereenkomsten

5.3.5.

In welke mate bestaan er op de relevante markten (horizontale of verticale) samenwerkingsovereenkomsten?

5.3.6.

Verstrek gegevens betreffende de belangrijkste samenwerkingsovereenkomsten waaraan de verzoeker op de relevante markten deelneemt, zoals overeenkomsten inzake onderzoek en ontwikkeling, licentieovereenkomsten, overeenkomsten inzake gezamenlijke productie, specialisatieovereenkomsten, distributieovereenkomsten, langlopende leveringsovereenkomsten en overeenkomsten inzake uitwisseling van informatie.

6.   Afdeling 6 — Blootstelling aan mededinging

In artikel 30, lid 2, van Richtlijn 2004/17/EG is bepaald dat, om na te gaan of een activiteit rechtstreeks aan mededinging blootstaat, moet worden uitgegaan van criteria die in overeenstemming zijn met de mededingingsbepalingen van het Verdrag, zoals de kenmerken van de desbetreffende goederen of diensten, het voorhanden zijn van alternatieve goederen of diensten, de prijzen en de werkelijke of mogelijke aanwezigheid van meer dan een leverancier van de betrokken goederen of diensten.

6.1.   Zet de redenen uiteen waarom u van mening bent dat de activiteit waarop het verzoek betrekking heeft op de relevante productmarkt(en) en in het relevante geografische gebied of de relevante geografische gebieden aan volledige mededinging is blootgesteld. Vermeld met name de volgende gegevens:

Algemene voorwaarden op de relevante markt

6.1.1.

Vermeld de vijf grootste onafhankelijke leveranciers (14) van de verzoeker en het aandeel van elk van deze leveranciers in de aankopen van de verzoeker (voor de grondstoffen of goederen die voor de productie van de relevante producten worden gebruikt). Vermeld naam, adres, telefoon- en faxnummer van deze leveranciers en de naam of functie van een bevoegde contactpersoon.

Vermeld tevens de met de verzoeker verbonden ondernemingen en het aandeel van elk van deze ondernemingen in de aankopen van de verzoeker (voor de grondstoffen of goederen die voor de productie van de relevante producten worden gebruikt). Vermeld naam, adres, telefoon- en faxnummer van de verbonden ondernemingen en de naam of functie van een bevoegde contactpersoon.

Structuur van het aanbod op de relevante markten

6.1.2.

Beschrijf de bestaande distributiekanalen en servicenetten op de relevante markten. Beantwoord, voorzover van toepassing, de volgende vragen:

a)

welke distributiesystemen bestaan er op deze markten en hoe belangrijk zijn zij? In hoeverre wordt de distributie verricht door derden of door met de verzoeker verbonden ondernemingen?

b)

welke servicenetten (bijvoorbeeld voor onderhoud en reparatie) bestaan er op deze markten en hoe belangrijk zijn zij? In hoeverre worden deze diensten verricht door derden of door met de verzoeker verbonden ondernemingen?

6.1.3.

Geef, voorzover van toepassing, een schatting van de totale capaciteit in de hele Gemeenschap en in de hele EVA tijdens de laatste drie jaar. Welke capaciteit had de verzoeker in deze periode en wat was de bezettingsgraad?

6.1.4.

Vermeld elke andere overweging in verband met de aanbodzijde die u relevant acht.

Structuur van de vraag op de betrokken markten

6.1.5.

Vermeld de vijf grootste onafhankelijke afnemers van de verzoeker op de relevante markt en het aandeel van elk van deze afnemers in de totale verkoop van de betrokken producten door de verzoeker. Vermeld voor elk van deze afnemers naam, adres, telefoon- en faxnummer en de naam of functie van een contactpersoon.

6.1.6.

Beschrijf de structuur van de vraag en ga hierbij in op de volgende punten:

a)

in welke fase bevindt de markt zich (is het een jonge markt, een groeiende markt, een volgroeide markt of een markt die achteruitgaat)? Welke toename van de vraag valt te verwachten?

b)

hoe belangrijk is de voorkeur van de afnemer (merktrouw, productdifferentiatie, aanbod van een volledig productengamma)?

c)

hoe geconcentreerd of gefragmenteerd is de vraag?

d)

bestaan er verschillende categorieën afnemers? Schets voor elke categorie het profiel van de „typische klant”;

e)

hoe belangrijk zijn alleenverkoopovereenkomsten en andere soorten langlopende overeenkomsten?

f)

in hoeverre zijn overheidsdiensten of overheidsbedrijven, of soortgelijke entiteiten, belangrijke afnemers?

6.1.7.

Geef een schatting van de mate waarin consumenten in de afgelopen vijf jaar van leverancier zijn veranderd of nieuwe contractonderhandelingen hebben gevoerd. Vermeld tevens de hiervoor gebruikte bronnen en verschaf indien mogelijk bescheiden om de schatting te staven.


(1)  Onder „verbonden onderneming” wordt, overeenkomstig artikel 23, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG, verstaan „elke onderneming waarvan de jaarrekening is geconsolideerd met die van de aanbestedende dienst overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 83/349/EEG van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 44, lid 2, onder g), van het Verdrag, betreffende de geconsolideerde jaarrekening of, in het geval van aanbestedende diensten die niet onder deze richtlijn vallen, ondernemingen waarop de aanbestedende dienst rechtstreeks of middellijk overheersende invloed kan uitoefenen in de zin van artikel 2, lid 1, onder b), of ondernemingen die een overheersende invloed op een aanbestedende dienst kunnen uitoefenen of die, tezamen met de aanbestedende dienst, onder overheersende invloed staan van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of van de voor deze laatste onderneming geldende voorschriften”.

(2)  „Aanbestedende diensten” zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder a), van Richtlijn 2004/17/EG: „de staat, zijn territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen bestaande uit een of meer van dergelijke lichamen of een of meer van dergelijke publiekrechtelijke instellingen.

Als publiekrechtelijke instelling wordt iedere instelling aangemerkt

die is opgericht met het specifieke doel in andere behoeften van algemeen belang te voorzien dan die van industriële of commerciële aard,

die rechtspersoonlijkheid heeft, en

waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de staat, door territoriale lichamen of door andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van deze laatste, ofwel de leden van het bestuurs-, het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan voor meer dan de helft door de staat, de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen”.

(3)  Onder „overheidsbedrijf” wordt, overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2004/17/EG, verstaan een „bedrijf waarop aanbestedende diensten rechtstreeks of middellijk een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op het bedrijf van toepassing zijnde voorschriften.

Een overheersende invloed wordt vermoed aanwezig te zijn, wanneer de aanbestedende diensten, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van een bedrijf:

de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezitten, of

over de meerderheid van de stemmen beschikken die aan de door de onderneming uitgegeven aandelen zijn verbonden, of

meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen”.

(4)  Zie afdeling 3.

(5)  De betrokken activiteiten of sectoren kunnen als volgt worden samengevat:

 

Elektriciteit (productie, vervoer, distributie); gas (productie, vervoer, distributie); warmte (productie, vervoer, distributie); koolwaterstoffen (exploratie en winning); steenkool en andere vaste brandstoffen (exploratie en winning); drinkwater (productie, vervoer, distributie); stadsvervoer (bus, metro en dergelijke); spoorwegen (personen- en goederenvervoer; terbeschikkingstelling van infrastructuur en beheer/exploitatie van de vervoersdiensten zelf); havens (zee- of binnenhavens, terbeschikkingstelling van infrastructuur en beheer/exploitatie); luchthavens (terbeschikkingstelling van infrastructuur en beheer/exploitatie); en postdiensten. Zie de artikelen 3 tot en met 7 van Richtlijn 2004/17/EG voor een nauwkeurige definitie van de onder de richtlijn vallende activiteiten.

(6)  

„De richtlijn is niet van toepassing op de opdrachten voor de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten indien de activiteit in de lidstaat waar zij wordt uitgeoefend rechtstreeks aan mededinging blootstaat op marktgebieden tot welke de toegang niet beperkt is.”

(7)  In voorkomend geval moet worden gespecificeerd of het gaat om gemakkelijk substitueerbare producten; volmaakte vervangingsproducten; minder volmaakte vervangingsproducten; of gedeeltelijk substitueerbare producten.

Voor ieder product (waarbij de term „product” in deze definities zowel producten als diensten omvat) bestaat er een reeks vervangingsproducten. Deze reeks is samengesteld uit alle vervangingsproducten die voor het product kunnen worden overwogen, dat wil zeggen alle producten die, in meerdere of mindere mate, dezelfde behoeften van de consument vervullen. Het gamma vervangingsproducten strekt zich uit van vervangingsproducten die het product zeer dicht benaderen (of volmaakte vervangingsproducten) (producten waarop de consumenten onmiddellijk zouden overstappen, bijvoorbeeld bij een zeer lichte prijsstijging van het betrokken product) tot vervangingsproducten die het product slechts van ver benaderen (of onvolmaakte vervangingsproducten) (producten waarop de consument slechts zou overstappen bij een zeer sterke stijging van de prijs van het betrokken product).

Wanneer zij de relevante markt definieert neemt de Commissie slechts de producten in aanmerking die voor de betrokken producten gemakkelijk substitueerbaar zijn. De gemakkelijk substitueerbare producten zijn die waarop de consument zou overstappen bij een bescheiden doch significante stijging van de prijs van het betrokken product (stel 5 %). Dit laat de Commissie toe de concurrentiepositie te beoordelen in het kader van een relevante markt, samengesteld uit alle producten waarop de consumenten van het betrokken product gemakkelijk zouden overstappen.

Dit betekent echter niet dat de Commissie nalaat de op het concurrentiegedrag van de betrokken partijen bestaande druk die voortvloeit uit het bestaan van onvolmaakte vervangingsproducten (producten waarop de consument niet zou overstappen bij een bescheiden doch significante stijging van de prijs van de betrokken producten (stel 5 %)), in overweging te nemen. Deze effecten worden in aanmerking genomen wanneer de markt eenmaal afgebakend is en de marktaandelen bepaald zijn.

Het is bijgevolg belangrijk voor de Commissie om over voldoende informatie te beschikken, zowel over gemakkelijk substitueerbare producten als over minder volmaakte vervangingsproducten.

[Voorbeeld van volmaakte vervanging: op basis van kolen en op basis van duurzame bronnen geproduceerde elektriciteit.]

Als „gedeeltelijk substitueerbaar” worden beschouwd de producten en diensten die uitsluitend binnen een bepaalde geografische ruimte, gedurende een deel van het jaar of voor een bepaald gebruik onderling kunnen worden verwisseld. [Voorbeelden: voor het reizigersvervoer zijn vervoer per trein, metro, tram en bus op nationaal niveau gedeeltelijk substitueerbaar, omdat deze vormen van vervoer slechts binnen een bepaalde geografische ruimte naast elkaar bestaan. Binnen deze ruimte kunnen zij echter als volmaakte vervangingsproducten worden beschouwd.]

(8)  Deze lijst is niet uitputtend; de verzoeker kan op andere factoren wijzen.

(9)  Bijlage XI luidt als volgt:

„A.

VERVOER, OPSLAG OF DISTRIBUTIE VAN GAS OF WARMTE: Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 1);

B.

PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT: Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20);

C.

PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN DRINKWATER: -;

D.

AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN VERVOERDIENSTEN PER TREIN: -;

E.

AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN STADSSPOORWEG-, TRAM-, TROLLEYBUS- OF BUSVERBINDINGEN: -;

F.

AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN POSTDIENSTEN: Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1);

G.

EXPLORATIE EN WINNING VAN AARDOLIE OF AARDGAS: Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3);

H.

EXPLORATIE EN WINNING VAN STEENKOOL OF ANDERE VASTE BRANDSTOFFEN: -;

I.

AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN- OF ANDERE AANLANDINGSFACILITEITEN: -;

J.

AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN LUCHTHAVENFACILITEITEN: -.”

(10)  De hierna in de punten 5.2.1 en 5.2.2 gevraagde informatie moet worden verstrekt voor alle onder a), b), c), d) en e) genoemde gebieden.

(11)  Zie afdeling 3.

(12)  De waarde en het volume van een markt moeten de productie in het beschouwde geografische gebied, vermeerderd met de invoer en verminderd met de uitvoer, weergeven.

(13)  De O&O-inteinsiteit is de verhouding tussen de uitgaven voor O&O en de omzet.

(14)  Onafhankelijke leveranciers zijn leveranciers die geen met de verzoeker verbonden ondernemingen zijn. Zie voetnoot 1 in punt 1.1 voor de definitie van verbonden ondernemingen.


BIJLAGE II

Modellen voor aankondigingen betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG

A.   Verzoek van een lidstaat

Op … heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 4, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad (1). De eerste werkdag volgende op de ontvangst van het verzoek is …

Dit verzoek van [naam van de lidstaat] betreft [korte beschrijving van de sector of activiteit] in dat land. In het genoemde artikel 30 is bepaald dat Richtlijn 2004/17/EG niet van toepassing is indien de betrokken activiteit rechtstreeks aan mededinging blootstaat op marktgebieden tot welke de toegang niet beperkt is. De beoordeling van deze voorwaarden vindt uitsluitend uit hoofde van Richtlijn 2004/17/EG plaats en laat de toepassing van de mededingingsregels onverlet.

De Commissie beschikt vanaf de hierboven vermelde werkdag over een termijn van drie maanden om een besluit over dit verzoek te nemen. Deze termijn loopt dus af op …

De bepalingen van het eerdergenoemde lid 4, derde alinea, zijn/zijn niet (2) van toepassing. De termijn waarover de Commissie beschikt kan bijgevolg eventueel met een maand/met drie maanden (2) worden verlengd. In geval van een dergelijke verlenging wordt een desbetreffende aankondiging gepubliceerd.

B.   Verzoek van een aanbestedende dienst

Op … heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 5, van Richtlijn 2004/17/EG. De eerste werkdag volgend op de ontvangst van het verzoek is …

Dit verzoek van [naam van de aanbestedende dienst] betreft [korte beschrijving van de sector of activiteit] in [aanduiding van de lidstaat]. In het genoemde artikel 30 is bepaald dat Richtlijn 2004/17/EG niet van toepassing is indien de betrokken activiteit rechtstreeks aan mededinging blootstaat op marktgebieden tot welke de toegang niet beperkt is. De beoordeling van deze voorwaarden vindt uitsluitend uit hoofde van Richtlijn 2004/17/EG plaats en laat de toepassing van de mededingingsregels onverlet.

De Commissie beschikt vanaf de hierboven vermelde werkdag over een termijn van drie maanden om een besluit over dit verzoek te nemen. Deze termijn loopt dus af op …

De termijn kan eventueel met drie maanden worden verlengd. In geval van een dergelijke verlenging wordt een desbetreffende aankondiging gepubliceerd.

In artikel 30, lid 6, tweede alinea, is bepaald dat latere verzoeken betreffende [korte beschrijving van de sector of activiteit] in [aanduiding van de lidstaat] die worden ingediend vóór het verstrijken van de voor dit verzoek vastgestelde termijn, niet als nieuwe procedures worden beschouwd, maar in het kader van dit verzoek worden behandeld.


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1874/2004 van de Commissie (PB L 326 van 29.10.2004, blz. 17).

(2)  Doorhalen wat niet van toepassing is.


BIJLAGE III

Modellen voor aankondigingen betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Verlenging van de termijn

A.   Verzoek van een lidstaat

Op… heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 4, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad (1).

Dit verzoek van [naam van de lidstaat] betreft [korte beschrijving van de sector of activiteit] in dat land. In PB C…/… van… is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. De oorspronkelijke termijn loopt af op…

Omdat [beknopte opgave van de redenen voor de verlenging] wordt de termijn waarover de Commissie beschikt om een besluit over dit verzoek te nemen overeenkomstig artikel 30, lid 6, tweede/derde zin, met drie maanden/met een maand verlengd.

De definitieve termijn loopt dus af op…

B.   Verzoek van een aanbestedende dienst

Op… heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 5, van Richtlijn 2004/17/EG.

Dit verzoek van [naam van de aanbestedende dienst] betreft [korte beschrijving van de sector of activiteit] in [aanduiding van de lidstaat]. In PB C…/… van… is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. De oorspronkelijke termijn loopt af op …

Omdat [beknopte opgave van de redenen voor de verlenging] wordt de termijn waarover de Commissie beschikt om een besluit over dit verzoek te nemen overeenkomstig artikel 30, lid 6, tweede zin, met drie maanden verlengd.

De definitieve termijn loopt dus af op…


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1874/2004 van de Commissie (PB L 326 van 29.10.2004, blz. 17).


BIJLAGE IV

Modellen voor aankondigingen betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Toepasselijkheid van artikel 30, lid 1, doordat binnen de termijn geen besluit is genomen

A.   Verzoek van een lidstaat

Op … heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 4, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad (1).

Dit verzoek van [naam van de lidstaat] betreft [korte beschrijving van de sector of activiteit] in dat land. In PB C …/… van … is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. [De oorspronkelijke termijn is verlengd, zoals gepubliceerd in PB C …/… van … (2)].

Omdat op … de termijn om een besluit te nemen is verstreken zonder dat een besluit is genomen, wordt artikel 30, lid 1, betreffende de niet-toepasselijkheid van de richtlijn, geacht van toepassing te zijn. Dit betekent dat Richtlijn 2004/17/EG niet van toepassing is op de opdrachten voor de activiteiten bestaande in [korte beschrijving van de sector of activiteit] in [aanduiding van de lidstaat].

B.   Verzoek van een aanbestedende dienst

Op … heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 5, van Richtlijn 2004/17/EG.

Dit verzoek van [naam van de aanbestedende dienst] betreft [korte beschrijving van de sector of activiteit] in [aanduiding van de lidstaat]. In PB C …/… van … is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. De oorspronkelijke termijn is verlengd, zoals gepubliceerd in PB C …/… van … (2)].

Omdat op … de termijn om een besluit te nemen is verstreken zonder dat een besluit is genomen, wordt artikel 30, lid 1, betreffende de niet-toepasselijkheid van de richtlijn, geacht van toepassing te zijn. Dit betekent dat Richtlijn 2004/17/EG niet van toepassing is op de opdrachten voor de activiteiten bestaande in [korte beschrijving van de sector of activiteit] in [aanduiding van de lidstaat].


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1874/2004 van de Commissie (PB L 326 van 29.10.2004, blz. 17).

(2)  Alleen vermelden indien van toepassing