24.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 379/64


VERORDENING (EG) Nr. 2230/2004 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 2004

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft het netwerk van organisaties die werkzaam zijn op de gebieden die behoren tot de opdracht van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name op artikel 36, lid 3,

Na raadpleging van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De vorming van een netwerk tussen de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd) en de organisaties van de lidstaten die werkzaam zijn op de gebieden die tot de opdracht van de Autoriteit behoren, is een van de basisbeginselen van de werking daarvan. De tenuitvoerlegging van dit werkingsbeginsel, zoals bedoeld in artikel 36, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 178/2002, moet nader worden omschreven om voor de doeltreffendheid daarvan te zorgen.

(2)

Sommige organisaties van de lidstaten vervullen op nationaal niveau soortgelijke taken als die van de Autoriteit. De vorming van een netwerk moet het mogelijk maken een wetenschappelijk samenwerkingskader te bevorderen dat het mogelijk maakt de informatie en de kennis te delen, gemeenschappelijke taken vast te stellen en het gebruik van de middelen en de expertise te optimaliseren. Het is ook belangrijk dat de synthese op communautair niveau van de door deze organisaties op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders verzamelde gegevens wordt vergemakkelijkt.

(3)

Aangezien deze organisaties zullen worden belast met bepaalde taken om de Autoriteit te helpen bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 178/2002 vastgestelde taken van algemeen belang, is het van essentieel belang dat zij door de lidstaten worden aangewezen op grond van de volgende criteria: wetenschappelijke en technische deskundigheid, doeltreffendheid en onafhankelijkheid.

(4)

Het is nodig dat de lidstaten de Autoriteit aantonen dat zij de vereiste criteria naleven om de opname van de bevoegde organisaties in de door de raad van bestuur van de Autoriteit opgestelde lijst mogelijk te maken.

(5)

Het is ook nodig dat de lidstaten de specifieke deskundigheidsgebieden van de aangewezen bevoegde organisaties aangeven om de werking van het netwerk te vergemakkelijken. Aldus kan de Autoriteit, wanneer zij de adviezen in verband met de aanvraag van een vergunning voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen of voor genetisch gemodificeerde diervoeders opstelt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2) de op het gebied van de beoordeling van levensmiddelen of diervoeders bevoegde organisatie van een lidstaat verzoeken de veiligheidsbeoordeling van het levensmiddel of het diervoeder te verrichten overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EG) nr. 178/2002.

(6)

Het is belangrijk dat het adviesforum overeenkomstig het bepaalde in artikel 27, lid 4, onder c), van Verordening (EG) nr. 178/2002 kan zorgen voor een nauwe samenwerking tussen de Autoriteit en de bevoegde instanties van de lidstaten door de bevordering van de vorming van Europese netwerken van organisaties die werkzaam zijn op de gebieden die tot de opdracht van de Autoriteit behoren.

(7)

De door de Autoriteit aan de in de lijst opgenomen bevoegde organisaties opgedragen taken moeten de Autoriteit helpen bij de uitvoering van haar opdracht op het gebied van de wetenschappelijke en technische ondersteuning van het beleid en de wetgeving van de Gemeenschap zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheid van de Autoriteit voor de vervulling van de taken waarmee zij krachtens Verordening (EG) nr. 178/2002 is belast.

(8)

De toekenning van financiële steun moet geschieden op grond van criteria die ervoor zorgen dat deze steun op doeltreffende en doelmatige wijze bijdraagt aan de vervulling van de taken van de Autoriteit en aan de uitvoering van de communautaire prioriteiten inzake de wetenschappelijke en technische ondersteuning op de desbetreffende gebieden.

(9)

Het is belangrijk dat over het algemeen wordt gegarandeerd dat de taken die door de Autoriteit worden opgedragen aan de organisaties die lid zijn van het netwerk met een hoog wetenschappelijk en technisch kwaliteitsniveau, op doeltreffende wijze, ook wat de termijnen betreft, en op onafhankelijke wijze worden uitgevoerd. De Autoriteit moet echter verantwoordelijk blijven voor de toewijzing van de taken aan de bevoegde organisaties en voor het toezicht op de uitvoering van deze taken.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Door de lidstaten aangewezen bevoegde organisaties

1.   De door de lidstaten krachtens artikel 36, lid 2, van Verordening (EG) nr. 178/2002 aangewezen organisaties moeten aan de volgende criteria voldoen:

a)

zij voeren op de tot de opdracht van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd) behorende gebieden, met name die welke direct of indirect van invloed zijn op de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken uit, met name verzameling en analyse van gegevens in verband met de identificatie van de risico’s en de blootstelling aan de risico’s, risicobeoordeling, veiligheidsbeoordeling van levensmiddelen of diervoeders, wetenschappelijke of technische studies, en wetenschappelijke of technische bijstand aan risicomanagers;

b)

zij zijn rechtspersonen die doelstellingen van algemeen belang nastreven; in het kader van hun organisatie beschikken zij over specifieke procedures en regels die ervoor zorgen dat de taken die door de Autoriteit aan hen kunnen worden opgedragen, in alle onafhankelijkheid en integriteit worden vervuld;

c)

zij beschikken over een hoog niveau van wetenschappelijke of technische expertise op één of meer tot de opdracht van de Autoriteit behorende gebieden, met name die welke direct of indirect van invloed zijn op de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders;

d)

zij zijn in staat om als lid van een netwerk mee te werken aan de uitvoering van acties van wetenschappelijke aard, zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening en/of zij zijn in staat om op doeltreffende wijze de in artikel 4 van deze verordening vermelde taken uit te voeren die door de Autoriteit aan hen kunnen worden opgedragen.

2.   De lidstaten delen aan de Autoriteit, met afschrift aan de Commissie, de namen en de referenties van de aangewezen organisaties, de elementen waaruit blijkt dat deze organisaties aan de in lid 1 bedoelde criteria voldoen, alsook hun specifieke deskundigheidsgebieden mee. In verband met de toepassing van artikel 6, lid 3, onder b), en artikel 18, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1829/2003 delen de lidstaten de namen en de referenties mee van de organisaties die bevoegd zijn voor de veiligheidsbeoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

Wanneer de aangewezen organisatie in het kader van een netwerk optreedt, moet hiervan melding worden gemaakt en moeten de voorwaarden voor de werking van het netwerk worden aangegeven.

Als het een bijzonder onderdeel van de aangewezen organisatie is dat de kwaliteiten en de capaciteiten bezit om als lid van een netwerk mee te werken aan de uitvoering van wetenschappelijke acties en/of de taken uit te voeren die door de Autoriteit aan haar kunnen worden opgedragen, moet dit door de lidstaten worden aangegeven.

3.   Wanneer de aangewezen organisaties niet meer aan de in lid 1 vermelde criteria voldoen, gaan de lidstaten over tot intrekking van hun aanwijzing en stellen zij de Autoriteit, met afschrift aan de Commissie, hiervan onverwijld in kennis onder overlegging van de nodige bewijsstukken.

De lidstaten herzien regelmatig en ten minste elke drie jaar de lijst van de organisaties die zij hebben aangewezen.

Artikel 2

Vaststelling van de lijst van de bevoegde organisaties

1.   De Autoriteit vergewist zich ervan dat de door de lidstaten aangewezen organisaties voldoen aan de in artikel 1, lid 1, vermelde criteria. Zo nodig wordt de lidstaten op grond van een met redenen omkleed verzoek verzocht de in artikel 1, lid 2, bedoelde bewijselementen aan te vullen.

2.   De raad van bestuur van de Autoriteit stelt op grond van het in lid 1 bedoelde onderzoek en op voorstel van de uitvoerend directeur de lijst van de bevoegde organisaties vast met vermelding van hun specifieke deskundigheidsgebieden, met name de veiligheidsbeoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

3.   De in lid 2 bedoelde lijst (hierna „de lijst” genoemd) wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C.

4.   De lijst wordt op voorstel van de uitvoerend directeur van de Autoriteit regelmatig bijgewerkt, rekening houdend met de herzieningen of de nieuwe aanwijzingsvoorstellen van de lidstaten.

Artikel 3

Vorming van een netwerk tussen de Autoriteit en de in de lijst opgenomen organisaties

1.   De Autoriteit bevordert de vorming van een netwerk met de in de lijst opgenomen organisaties met het oog op de stimulering van een actieve wetenschappelijke samenwerking op de tot de opdracht van de Autoriteit behorende gebieden, met name die welke direct of indirect van invloed zijn op de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders.

Daartoe stelt de Autoriteit op grond van de in het kader van haar adviesforum verrichte werkzaamheden de wetenschappelijke acties van gemeenschappelijk belang vast, die in het kader van het netwerk kunnen worden uitgevoerd. De in het kader van het adviesforum verrichte werkzaamheden houden rekening met de voorstellen van de in de lijst opgenomen organisaties.

Overeenkomstig artikel 27, lid 4, onder c), van Verordening (EG) nr. 178/2002 draagt het adviesforum bij aan de vorming van het netwerk.

2.   De Commissie en de Autoriteit werken samen om dubbel werk met de op communautair niveau bestaande wetenschappelijke en technische werkzaamheden te vermijden.

Artikel 4

Taken die aan de in de lijst opgenomen organisaties kunnen worden opgedragen

1.   Onverminderd de opdracht en de taken die zij krachtens Verordening (EG) nr. 178/2002 moet vervullen, kan de Autoriteit, met hun toestemming, aan één of meer in de lijst opgenomen organisaties taken opdragen die tot doel hebben haar wetenschappelijke en technische bijstand te verlenen.

2.   Het adviesforum zorgt voor een goede algemene afstemming tussen de verzoeken van de Autoriteit aan de in de lijst opgenomen organisaties om het leveren van een bijdrage en de mogelijkheden die deze organisaties hebben om aan deze verzoeken te voldoen. Daartoe stelt de uitvoerend directeur alle nodige informatie ter beschikking van het adviesforum.

3.   Aan één of meer samenwerkende organisaties die in de lijst zijn opgenomen, kunnen taken worden opgedragen met betrekking tot:

de verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de methodologieën voor de verzameling en de analyse van wetenschappelijke en technische gegevens, met name om de vergelijkbaarheid daarvan te vergemakkelijken en de synthese daarvan op communautair niveau mogelijk te maken;

de verzameling en de analyse van specifieke gegevens in verband met een gemeenschappelijke prioriteit, met name de communautaire prioriteiten die in de werkprogramma’s van de Autoriteit zijn vastgesteld, en de gevallen waarin de Commissie op urgente wijze om wetenschappelijke bijstand van de Autoriteit verzoekt, met name in het kader van het algemeen plan voor crisismanagement, zoals bedoeld in artikel 55 van voornoemde Verordening 178/2002;

de verzameling en de analyse van gegevens om de risicobeoordeling door de Autoriteit te vergemakkelijken, inclusief de beoordelingstaken inzake menselijke voeding in samenhang met de communautaire wetgeving, met name de compilatie en/of de verwerking van de beschikbare wetenschappelijke gegevens over alle stoffen, behandelingen, levensmiddelen of diervoeders, preparaten, organismen of contaminanten die verband kunnen houden met een gezondheidsrisico, alsook de verzameling en/of de analyse van gegevens over de blootstelling van de bevolkingen van de lidstaten aan een gezondheidsrisico in verband met levensmiddelen of diervoeders;

de productie van wetenschappelijke gegevens of de uitvoering van wetenschappelijke werkzaamheden die bijdragen aan de taken in verband met de risicobeoordeling, inclusief de beoordelingstaken inzake menselijke voeding in samenhang met de communautaire wetgeving, waarvoor de Autoriteit verantwoordelijk is; dit type taken moet betrekking hebben op welomschreven problemen, vastgesteld bij de uitvoering van de werkzaamheden van de Autoriteit, met name die van haar comités en permanente wetenschappelijke panels; daarbij moet dubbelwerk worden voorkomen met communautaire onderzoeksprojecten of gegevens of werkzaamheden voor de verstrekking of de uitvoering waarvan het bedrijfsleven verantwoordelijk is, met name in het kader van de vergunningsprocedures;

de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de wetenschappelijke adviezen van de Autoriteit, inclusief voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot de beoordeling van de vergunningsdossiers;

de uitvoering van voorbereidende werkzaamheden met het oog op de harmonisatie van de methodologieën voor de risicobeoordeling;

de bevordering van de uitwisseling van gegevens van gemeenschappelijk belang, zoals de oprichting van gegevensbanken;

de uitvoering van de taken, zoals bedoeld in artikel 6 en artikel 18, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1829/2003.

Artikel 5

Financiële steun

1.   De Autoriteit kan besluiten tot toekenning van financiële steun voor de uitvoering van de aan de in de lijst opgenomen organisaties opgedragen taken, wanneer deze van bijzonder belang zijn voor de vervulling van de taken van de Autoriteit of de uitvoering van de in haar werkprogramma’s vastgestelde prioriteiten of ingeval de Commissie op urgente wijze om bijstand van de Autoriteit verzoekt, met name om het hoofd te bieden aan crisissituaties.

2.   De financiële steun wordt verleend in de vorm van subsidies die overeenkomstig het financieel reglement van de Autoriteit en de uitvoeringsregels daarvan worden vastgesteld en toegekend.

Artikel 6

Geharmoniseerde kwaliteitscriteria en uitvoeringsvoorwaarden

1.   Na raadpleging van de Commissie stelt de Autoriteit geharmoniseerde kwaliteitscriteria vast voor de uitvoering van de taken die zij aan de in de lijst opgenomen organisaties opdraagt, met name:

a)

criteria voor de uitvoering van de taken met een hoog wetenschappelijk en technisch kwaliteitsniveau, met name wat de wetenschappelijke en/of technische kwalificaties van het met de uitvoering van de taak belaste personeel betreft;

b)

criteria met betrekking tot de middelen die voor de vervulling van deze taken kunnen worden ingezet, met name die welke het mogelijk maken dat een taak binnen de vooraf vastgestelde termijnen wordt uitgevoerd;

c)

criteria in verband met het bestaan van regels en procedures om er voor een categorie van bijzondere taken voor te zorgen dat deze in alle onafhankelijkheid en integriteit en in alle vertrouwelijkheid worden uitgevoerd.

2.   De precieze voorwaarden voor de uitvoering van de taken die aan de in de lijst opgenomen organisaties worden opgedragen, worden vastgesteld in de specifieke overeenkomsten die tussen de Autoriteit en elke betrokken organisatie worden gesloten.

Artikel 7

Toezicht op de uitvoering van de taken

De Autoriteit ziet toe op de goede uitvoering van de taken die zij aan de in de lijst opgenomen organisaties opdraagt. Zij neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 6 bedoelde criteria en voorwaarden in acht worden genomen. Bij niet-naleving van deze criteria en voorwaarden past de Autoriteit correctieve maatregelen toe. Zo nodig kan zij overgaan tot de vervanging van de organisatie.

Bij taken waarvoor subsidies worden toegekend, zijn de in het financieel reglement van de Autoriteit en de uitvoeringsregels daarvan vastgestelde boetes van toepassing.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 december 2004.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1642/2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 4).

(2)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.