32004L0056

Richtlijn 2004/56/EG van de Raad van 21 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 77/799/EEG betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van dedirecte belastingen, bepaalde accijnzen en heffingen op verzekeringspremies

Publicatieblad Nr. L 127 van 29/04/2004 blz. 0070 - 0072


Richtlijn 2004/56/EG van de Raad

van 21 april 2004

tot wijziging van Richtlijn 77/799/EEG betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van dedirecte belastingen, bepaalde accijnzen en heffingen op verzekeringspremies

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 93 en 94,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen(3) zijn de basisregels gedefinieerd voor administratieve samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten om belastingvlucht en belastingfraude op te sporen en te voorkomen en om de lidstaten tot een juiste belastingheffing in staat te stellen. Deze regels moeten verbeterd, uitgebreid en gemoderniseerd worden.

(2) Indien een lidstaat een onderzoek instelt om te voldoen aan een verzoek om bijstand, moet dit beschouwd worden als handelen uit eigen beweging; op die manier geldt er slechts één stel regels voor het proces van informatieverzameling en wordt het onderzoek niet ondermijnd door vertragingen.

(3) Om belastingfraude doeltreffend te kunnen bestrijden, is het niet wenselijk dat een lidstaat die informatie heeft ontvangen van een andere lidstaat, vervolgens een verzoek moet indienen om die informatie te mogen bekendmaken in openbare hoorzittingen of bij rechterlijke uitspraken.

(4) Er moet duidelijk worden gesteld dat een lidstaat niet verplicht is een onderzoek in te stellen om informatie te verkrijgen om te voldoen aan een verzoek om bijstand wanneer de wetgeving of de bestuurlijke praktijk de bevoegde autoriteit niet toestaat een dergelijk onderzoek in te stellen of zodanige inlichtingen in te winnen.

(5) De bevoegde autoriteit van een lidstaat moet een verzoek om informatie of bijstand mogen weigeren wanneer de verzoekende lidstaat op feitelijke of juridische gronden dergelijke informatie zelf niet kan verstrekken.

(6) Gezien het in bepaalde lidstaten bestaande wettelijke vereiste een belastingbetaler in kennis te stellen van besluiten of akten met betrekking tot zijn belastingplicht, en de daarmee samenhangende problemen voor belastingdiensten, onder meer indien de belastingbetaler naar een andere lidstaat verhuisd is, is het in die omstandigheden wenselijk dat de belastingdiensten de hulp kunnen inroepen van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat waarheen de belastingbetaler verhuisd is.

(7) De belastingsituatie van één of meer in verschillende lidstaten gevestigde belastingplichtigen is vaak van gezamenlijk of complementair belang. Daarom moet de mogelijkheid gecreëerd worden dat twee of meer lidstaten met wederzijdse instemming en op vrijwillige basis bij de personen in kwestie gelijktijdige controles uitvoeren, wanneer dergelijke controles doeltreffender worden geacht dan door slechts één lidstaat uitgevoerde controles.

(8) De Commissie heeft haar richtlijnvoorstel ingediend op basis van artikel 95 van het Verdrag. Vanuit de opvatting dat het richtlijnvoorstel betrekking heeft op de onderlinge aanpassing van de wetgevingen op het gebied van zowel de directe als de indirecte belastingen en derhalve moet worden aangenomen op basis van de artikelen 93 en 94 van het Verdrag, heeft de Raad bij brief van 12 november 2003 het Europees Parlement geraadpleegd en daarbij zijn voornemen te kennen gegeven de rechtsgrond te wijzigen.

(9) Richtlijn 77/799/EEG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 77/799/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1, lid 5, wordt vervangen door:

a) de tekst onder "in Italië" wordt vervangen door:

"il Capo del Dipartimento per le Politiche Fiscali of een door deze aangewezen vertegenwoordiger"

b) de tekst onder "in Zweden" wordt vervangen door:

"Chefen för Finansdepartementet of een door deze aangewezen vertegenwoordiger"

2. Na artikel 2, lid 2, wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, dat als volgt luidt:"Om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen, gaat de aangezochte autoriteit of de administratieve instantie waarop zij een beroep doet, op dezelfde wijze te werk als wanneer zij uit eigen beweging of op verzoek van een andere autoriteit in de eigen lidstaat een onderzoek instelt."

3. Artikel 7, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Alle inlichtingen waarover een lidstaat uit hoofde van deze richtlijn beschikt, worden in deze lidstaat geheim gehouden op dezelfde wijze als geschiedt met de gegevens die deze lidstaat verkrijgt uit hoofde van de eigen nationale wetgeving. Hoe dan ook mogen deze inlichtingen:

- alleen aan die personen ter kennis worden gebracht die bij de vaststelling van de belastingschuld of bij de administratieve controle in verband met de vaststelling van de belastingschuld rechtstreeks betrokken zijn;

- alleen worden onthuld in gerechtelijke procedures of in procedures waarbij administratieve sancties worden toegepast, ingesteld met het oog op of in verband met de vaststelling van of de controle inzake de vaststelling van de belastingschuld, en alleen aan die personen die rechtstreeks bij deze procedures betrokken zijn; deze inlichtingen mogen echter tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken worden vermeld, indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de inlichtingen verstrekt, daar geen bezwaar tegen maakt op het moment dat zij de inlichtingen in eerste instantie verstrekt;

- in geen geval worden gebruikt voor andere doeleinden dan fiscale doeleinden of gerechtelijke procedures of procedures waarbij administratieve sancties worden toegepast, ingesteld met het oog op of in verband met de vaststelling van of de controle inzake de vaststelling van de belastingschuld.

Bovendien kan door de lidstaten worden bepaald dat de in de eerste alinea bedoelde inlichtingen mogen worden gebruikt om andere heffingen, rechten en belastingen vast te stellen die vallen onder artikel 2 van Richtlijn 76/308/EEG(4)."

4. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

"1. De bepalingen van deze richtlijn verplichten een aangezochte lidstaat niet tot het instellen van een onderzoek of het verstrekken van inlichtingen wanneer de wetgeving of de bestuurlijke praktijk van de aangezochte lidstaat de bevoegde autoriteit van die lidstaat niet toestaat een zodanig onderzoek in te stellen of de gevraagde inlichtingen in te winnen."

b) lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan weigeren informatie over te dragen wanneer de verzoekende lidstaat op feitelijke of juridische gronden niet in staat is gelijksoortige inlichtingen te verstrekken."

5. De volgende aanvullende artikelen worden toegevoegd:

"Artikel 8 bis

Kennisgevingsprocedure

1. Op verzoek van de bevoegde autoriteit in een lidstaat stelt de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat, overeenkomstig de juridische voorschriften met betrekking tot de kennisgeving van gelijksoortige akten die van toepassing zijn in de aangezochte lidstaat, de geadresseerde in kennis van alle akten en beslissingen die zijn uitgevaardigd door de administratieve autoriteiten in de verzoekende lidstaat en die betrekking hebben op de toepassing op zijn grondgebied van de wetgeving betreffende de onder deze richtlijn vallende belastingen.

2. In een verzoek tot kennisgeving worden de naam en het adres van de geadresseerde vermeld, evenals alle overige informatie op basis waarvan de geadresseerde gemakkelijker achterhaald kan worden, en de akte of de beslissing waarvan de geadresseerde op de hoogte gesteld moet worden.

3. De aangezochte autoriteit brengt de verzoekende autoriteit onverwijld op de hoogte van het gevolg dat aan het verzoek tot kennisgeving is gegeven en, meer in het bijzonder, van de datum waarop de akte of de beslissing de geadresseerde ter kennis is gebracht.

Artikel 8 ter

Gelijktijdige controles

1. Wanneer de belastingsituatie van een of meer belastingplichtige personen van gezamenlijk of complementair belang is, kunnen de lidstaten overeenkomen op hun grondgebied gelijktijdige controles uit te voeren om de aldus verkregen informatie uit te wisselen, wanneer dergelijke controles doeltreffender worden geacht dan controles door slechts één lidstaat.

2. De bevoegde autoriteit van elke lidstaat stelt op onafhankelijke wijze vast welke belastingplichtigen zij aan een gelijktijdige controle wil onderwerpen. Zij stelt de betrokken bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten op de hoogte van de keuze van de dossiers die naar haar mening in aanmerking komen voor een gelijktijdige controle. Zij motiveert haar keuze zoveel mogelijk door de informatie te verstrekken die tot deze keuze heeft geleid. Zij geeft aan binnen welke termijn dergelijke controles uitgevoerd moeten worden.

3. De bevoegde autoriteit van iedere betrokken lidstaat neemt een besluit over deelname aan deze gelijktijdige controles. De bevoegde autoriteit aan wie een gelijktijdige controle wordt voorgesteld, bevestigt de bevoegde autoriteit van wie het voorstel uitging of zij de uitvoering van deze controle aanvaardt, dan wel met redenen omkleed afwijst.

4. Elke bevoegde autoriteit wijst een vertegenwoordiger aan die verantwoordelijk is voor de leiding en de coördinatie van de controle."

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 januari 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van de tekst van deze bepalingen, voorzien van een concordantietabel waaruit de overeenstemming tussen die bepalingen en deze richtlijn blijkt.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 21 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Walsh

(1) Advies uitgebracht op 15 januari 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2) PB C 32 van 5.2.2004, blz. 94.

(3) PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/93/EG (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 23).

(4) PB L 73 van 19.3.1976, blz. 18.