32004L0014

Richtlijn 2004/14/EG van de Commissie van 29 januari 2004 tot wijziging van Richtlijn 93/10/EEG inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 027 van 30/01/2004 blz. 0048 - 0051


Richtlijn 2004/14/EG van de Commissie

van 29 januari 2004

tot wijziging van Richtlijn 93/10/EEG inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/109/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad(2), en met name op artikel 3 daarvan,

Na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtlijn 93/10/EEG van de Commissie van 15 maart 1993 inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen(3), gewijzigd bij Richtlijn 93/111/EEG(4), is van toepassing op geregenereerde cellulose en omvat een lijst van toegestane stoffen, met beperkingen op het gebruik daarvan. Die richtlijn bestrijkt geregenereerde cellulose zonder laklaag of met laklaag, waarbij de laklaag alleen met de in de lijst opgenomen stoffen geproduceerd mag worden.

(2) Met het oog op nieuwe technologische ontwikkelingen is het noodzakelijk een nieuw type van folie van geregenereerde cellulose toe te staan met een laklaag bestaande uit composteerbare en biodegradabele kunststoffen. Dit nieuwe type folie van geregenereerde cellulose voldoet aan de milieueisen van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval(5), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003. Deze toestemming is in het belang van de consistentie van de communautaire wetgeving.

(3) De regels voor folie van geregenereerde cellulose dienen duidelijk te zijn wat betreft de aard van de zijde die bestemd is om in aanraking te komen met levensmiddelen. De voorschriften voor folie van geregenereerde cellulose met laklagen bestaande uit kunststoffen dienen dan ook te verschillen van die voor folie van geregenereerde cellulose zonder laklaag of met een laklaag op basis van cellulose.

(4) Bij de productie van alle typen van folie van geregenereerde cellulose, met inbegrip van folie van geregenereerde cellulose met een laklaag van kunststof, mogen alleen toegestane stoffen worden gebruikt.

(5) Bij folie van geregenereerde cellulose met een laklaag van kunststof bestaat de zijde die in aanraking komt met levensmiddelen, uit een materiaal dat vergelijkbaar is met materialen en voorwerpen van kunststof die bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen. Het is dan ook zinvol dat de regels zoals bepaald in Richtlijn 2002/72/EG van de Commissie van 6 augustus 2002 inzake materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen(6), ook op deze folie van toepassing worden verklaard.

(6) In het belang van de consistentie van de communautaire wetgeving dient de controle op de overeenstemming van met kunststof beklede folie van geregenereerde cellulose met de migratielimieten zoals aangegeven in Richtlijn 2002/72/EG te worden uitgeoefend overeenkomstig de regels vastgelegd in Richtlijn 82/711/EEG van de Raad van 18 oktober 1982 betreffende de basisregels voor de controle op migratie van bestanddelen van materialen en voorwerpen van kunststof bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen(7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/48/EG van de Commissie(8), en in Richtlijn 85/572/EEG van de Raad van 19 december 1985 tot vaststelling van de lijst van de simulatiestoffen waarvan gebruik moet worden gemaakt voor de controle op migratie van bestanddelen van materialen en voorwerpen van kunststof bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen(9).

(7) Een aantal polymeren die voor laklagen worden gebruikt, dienen van de lijst van toegestane stoffen in Richtlijn 93/10/EEG te worden geschrapt, aangezien zij al vallen onder de regels van Richtlijn 2002/72/EG die van toepassing zijn op met kunststof beklede folie van geregenereerde cellulose.

(8) Vier oplosmiddelen dienen eveneens van de lijst van toegestane stoffen in Richtlijn 93/10/EEG geschrapt te worden, aangezien nieuwe gegevens op een vruchtbaarheidsrisico wijzen en omdat ze niet langer gebruikt worden voor de productie van folie van geregenereerde cellulose. Ook een aantal weekmakers die niet meer gebruikt worden, dienen van die lijst geschrapt te worden.

(9) Verder dient de beperking op het gebruik van difenyl-2-ethylhexylfosfaat (synoniem: ester van fosforzuur difenyl-2-ethylhexyl) in Richtlijn 93/10/EEG gewijzigd te worden om rekening te houden met het advies van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding van 19 maart 1998.

(10) Richtlijn 93/10/EEG dient om die redenen overeenkomstig gewijzigd te worden.

(11) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 93/10/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1, lid 3, wordt letter a) geschrapt.

2. Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 1 bis

De in artikel 1, lid 2, bedoelde folie van geregenereerde cellulose dient tot een van de volgende typen te behoren:

a) folie van geregenereerde cellulose zonder laklaag;

b) folie van geregenereerde cellulose met een laklaag op basis van cellulose, of

c) folie van geregenereerde cellulose met een laklaag op basis van kunststof.".

3. In artikel 2 wordt lid 1 vervangen door de volgende tekst:

"1. De in artikel 1 bis, onder a) en b), bedoelde foliën van geregenereerde cellulose worden geproduceerd met gebruikmaking van uitsluitend de stoffen of groepen stoffen die in bijlage II worden genoemd, met inachtneming van de in die bijlage aangegeven beperkingen.".

4. Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 2 bis

1. De in artikel 1 bis, onder c), bedoelde folie van geregenereerde cellulose wordt geproduceerd, voorafgaande aan het aanbrengen van de laklaag, met gebruikmaking van uitsluitend de stoffen of groepen stoffen die in het eerste deel van bijlage II worden genoemd, met inachtneming van de in die bijlage aangegeven beperkingen.

2. De op de in lid 1 bedoelde folie van geregenereerde cellulose aangebrachte laklaag wordt geproduceerd met gebruikmaking van uitsluitend de stoffen of groepen stoffen die in het eerste deel van de bijlagen II tot en met VI van Richtlijn 2002/72/EG worden genoemd, met inachtneming van de in die bijlagen aangegeven beperkingen.

3. Onverminderd lid 1 dienen materialen en artikelen vervaardigd van folie van geregenereerde cellulose, zoals bedoeld in artikel 1 bis, onder c), te voldoen aan de artikelen 2, 7 en 8 van Richtlijn 2002/72/EG.".

5. Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om met ingang van 29 juli 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld op de hoogte van de tekst van deze bepalingen en verstrekken een concordantietabel betreffende die bepalingen en deze richtlijn.

De lidstaten passen deze bepalingen zodanig toe dat:

a) met ingang van 29 juli 2005 de handel in en het gebruik van folie van geregenereerde cellulose die bestemd is om met levensmiddelen in aanraking te komen en die aan deze richtlijn voldoet, is toegestaan;

b) met ingang van 29 januari 2006 de productie en de invoer in de Gemeenschap van geregenereerde cellulose die bestemd is om met levensmiddelen in aanraking te komen en die niet aan deze richtlijn voldoet, verboden zijn. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de voornaamste bepalingen van nationaal recht die zij goedkeuren op het door deze richtlijn bestreken terrein.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 29 januari 2004.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 40 van 11.2.1989, blz. 38.

(2) PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1.

(3) PB L 93 van 17.4.1993, blz. 27.

(4) PB L 310 van 14.12.1993, blz. 41.

(5) PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10.

(6) PB L 220 van 15.8.2002, blz. 18.

(7) PB L 297 van 23.10.1982, blz. 26.

(8) PB L 222 van 12.8.1997, blz. 10.

(9) PB L 372 van 31.12.1985, blz. 14.

BIJLAGE

Het tweede deel van bijlage II bij Richtlijn 93/10/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. In de derde regel (C. Laklaag) van de tweede kolom (Beperkingen) wordt de tekst "ten hoogste 50 mg laklaag/dm2 folie op de zijde in contact met levensmiddelen" geschrapt.

2. De volgende polymeren en hun betreffende beperkingen worden van de lijst geschrapt:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

3. Voor "Harsen" wordt de inhoud van de kolom "Beperkingen" vervangen door de volgende tekst:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

4. De volgende weekmakers en hun betreffende beperkingen worden van de lijst geschrapt:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

5. Voor de volgende weekmaker wordt de inhoud van de kolom "Beperkingen" vervangen door de volgende tekst:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

6. De volgende oplosmiddelen worden van de lijst geschrapt:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"