32003L0083

Richtlijn 2003/83/EG van de Commissie van 24 september 2003 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van de bijlagen II, III en VI bij Richtlijn 76/768/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 238 van 25/09/2003 blz. 0023 - 0027


Richtlijn 2003/83/EG van de Commissie

van 24 september 2003

tot aanpassing aan de technische vooruitgang van de bijlagen II, III en VI bij Richtlijn 76/768/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/80/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 2,

Na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor cosmetische producten en voor consumenten bestemde niet-voedingsproducten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Benzoylperoxide en hydrochinonmethylether (synoniem van 4-methoxyfenol) zijn momenteel in bijlage II opgenomen. Voor hydrochinon gelden al beperkingen en voorwaarden, die in bijlage III worden vermeld. Het Wetenschappelijk Comité voor cosmetische producten en voor consumenten bestemde niet-voedingsproducten, hierna het WCCNVP genoemd, is tot de conclusie gekomen dat het gebruik van benzoylperoxide, hydrochinon en hydrochinonmethylether in kunstnagels geen gevaar oplevert voor de consument, omdat deze slechts in zeer geringe mate hieraan wordt blootgesteld. Derhalve moeten nummer 178 van bijlage II en nummer 14 in het eerste deel van bijlage III dienovereenkomstig worden gewijzigd, moet nummer 382 van bijlage II worden geschrapt en moeten de nummers 94 en 95 aan het eerste deel van bijlage III worden toegevoegd.

(2) Volgens het WCCNVP zijn de toxicologische effecten van dialkanolaminezouten en met name hun neiging tot nitrosaminevorming vergelijkbaar met de desbetreffende eigenschappen van dialkanolaminen en hebben dialkylaminen en zouten daarvan eigenschappen die wat nitrosaminevorming betreft sterk lijken op die van dialkanolaminen en zouten daarvan. De termen "dialkanolaminen" en "dialkylaminen" zijn synoniem met "secundaire alkanolaminen" en "secundaire alkylaminen", maar de laatste twee zijn eenduidiger. Derhalve moet nummer 411 van bijlage II en moeten de nummers 60, 61 en 62 in het eerste deel van bijlage III dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3) Het WCCNVP is tot de conclusie gekomen dat de verbinding 2,4-diaminopyrimidine-3-oxide (CAS-nr. 74638-76-9) in concentraties tot 1,5 % veilig in cosmetische producten kan worden gebruikt. Derhalve moet 2,4-diaminopyrimidine-3-oxide onder nummer 93 in het eerste deel van bijlage III worden opgenomen.

(4) Volgens het WCCNVP moet het gebruik van 1,2-dibroom-2,4-dicyanobutaan in de huidige maximaal toegestane concentratie van 0,1 % worden beperkt tot uit te spoelen producten. Derhalve moet nummer 36 in het eerste deel van bijlage VI dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5) Richtlijn 76/768/EEG moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, III en VI bij Richtlijn 76/768/EEG worden overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn gewijzigd.

Artikel 2

1. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat in de Gemeenschap gevestigde fabrikanten of importeurs vanaf 24 maart 2005 geen cosmetische producten in de handel brengen die niet aan deze richtlijn voldoen.

2. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in lid 1 bedoelde producten na 24 september 2005 niet meer aan de eindverbruiker worden verkocht of geleverd.

Artikel 3

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 24 september 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 september 2003.

Voor de Commissie

Erkki Liikanen

Lid van de Commissie

(1) PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169.

(2) PB L 224 van 6.9.2003, blz. 27.

BIJLAGE

De bijlagen II, III en VI bij Richtlijn 76/768/EEG worden als volgt gewijzigd:

1. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a) Nummer 178 wordt vervangen door:

"178. 4-Benzyloxyfenol en 4-ethoxyfenol";

b) nummer 382 wordt geschrapt;

c) nummer 411 wordt vervangen door:

"411. Secundaire alkyl- en alkanolaminen en zouten daarvan".

2. Het eerste deel van bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a) Nummer 14 wordt vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

b) De nummers 60, 61 en 62 worden vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

c) De nummers 93, 94 en 95 worden toegevoegd:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

3. In het eerste deel van bijlage VI wordt nummer 36 vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"