32003D1608

Beschikking nr. 1608/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de productie en de ontwikkeling van een communautaire statistiek inzake wetenschap en technologie (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 230 van 16/09/2003 blz. 0001 - 0003


Beschikking nr. 1608/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 22 juli 2003

betreffende de productie en de ontwikkeling van een communautaire statistiek inzake wetenschap en technologie

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Volgens de procedure van artikel 251 van het EG-Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Met het oog op de ondersteuning van het communautair beleid is er behoefte aan vergelijkbare statistieken over onderzoek en ontwikkeling, technologische innovatie en wetenschap en technologie in het algemeen.

(2) In Beschikking 94/78/EG, Euratom van de Raad van 24 januari 1994 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor de ontwikkeling van een communautaire statistiek inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie(3) worden als doelstellingen genoemd de totstandbrenging van een communautair referentiekader voor de statistiek en van een communautair statistisch informatiesysteem op dit gebied.

(3) In het eindverslag voor de programmaperiode 1994-1997 wordt benadrukt dat de werkzaamheden moeten worden voortgezet en dat gegevens sneller beschikbaar moeten worden gesteld, dat de regionale dekking moet worden uitgebreid en dat de vergelijkbaarheid van de gegevens moet worden verbeterd.

(4) Overeenkomstig Beschikking 1999/126/EG van de Raad van 22 december 1998 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 1998-2002(4) is het statistisch informatiesysteem bedoeld om het beheer van het wetenschaps- en technologiebeleid in de Gemeenschap te ondersteunen en om in het kader van het beheer van de structuurfondsen de capaciteit van de regio's op het gebied van O & O en innovatie te beoordelen.

(5) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende communautaire statistieken(5) worden deze statistieken geproduceerd op basis van de beginselen onpartijdigheid, betrouwbaarheid, relevantie, kosteneffectiviteit, statistische geheimhouding en doorzichtigheid.

(6) Teneinde de bruikbaarheid en de vergelijkbaarheid van de gegevens te verzekeren en doublures te voorkomen, dient de Gemeenschap rekening te houden met de werkzaamheden die in samenwerking met of door de OESO en andere internationale organisaties zijn verricht inzake statistieken over onderzoek en technologie, meer bepaald ten aanzien van de bijzonderheden van door de lidstaten te verstrekken gegevens.

(7) In het communautair beleid op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie wordt vooral belang gehecht aan de versterking van de wetenschappelijke en technologische basis van de Europese ondernemingen zodat hun innovatie- en concurrentievermogen op internationaal en regionaal niveau wordt bevorderd, alsmede aan de verwerving van de voordelen van de informatiemaatschappij, aan de bevordering van technologieoverdracht, aan de verbetering van activiteiten op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten, aan de bevordering van de mobiliteit van personeel en aan de bevordering van gelijkheid tussen man en vrouw op wetenschapsgebied.

(8) De beginselen kosteneffectiviteit en relevantie moeten gelden voor de gegevensverzamelingsprocedures voor ondernemingen en overheidsdiensten, met inachtneming van de vereiste kwaliteit van de gegevens en de last voor de respondenten.

(9) Het is essentieel dat de ontwikkelingen op het gebied van de officiële wetenschaps- en technologiestatistiek worden gecoördineerd, zodat ook wordt tegemoetgekomen aan de essentiële behoeften van nationale, regionale en lokale overheden, internationale organisaties, ondernemingen, beroepsorganisaties en het grote publiek.

(10) Teneinde overlapping van de werkzaamheden te voorkomen zal rekening worden gehouden met Beschikking 1999/173/EG van de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van verhoging van het menselijk onderzoekpotentieel en verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied (1998-2002)(6) en met Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandkoming van de Europese Onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006)(7).

(11) Er zal rekening worden gehouden met de resolutie van de Raad van 26 juni 2001 inzake wetenschap en maatschappij en vrouwen in de wetenschap(8), waarin de Raad zich ingenomen toont met de werkzaamheden van de Groep van Helsinki, en hij de lidstaten en de Commissie verzocht voort te gaan met hun inspanningen om vrouwen op nationaal niveau een grotere rol in de wetenschap te laten spelen en meer bepaald om genderspecifieke statistieken te laten opstellen met betrekking tot de personele middelen op het gebied van wetenschap en technologie, en om indicatoren te ontwikkelen waarmee de vorderingen op de weg naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen in het Europese onderzoek kunnen worden gevolgd.

(12) De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(9).

(13) Het Comité statistisch programma dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom(10) is geraadpleegd overeenkomstig artikel 3 van dat besluit.

(14) Het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (Crest) heeft advies uitgebracht,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel van deze beschikking is het opzetten van een communautair statistisch informatiesysteem over wetenschap, technologie en innovatie, teneinde het communautair beleid te ondersteunen en te volgen.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde doelstelling wordt uitgevoerd door middel van de volgende afzonderlijke statistische acties:

- Regelmatige verstrekking van statistieken door de lidstaten binnen bepaalde termijnen, met name over O & O-activiteiten in alle sectoren waar O & O wordt verricht en over de financiering van O & O-activiteiten, met inbegrip van de kredieten voor O & O uit de overheidsbegroting, zulks met inachtneming van de regionale dimensie door waar mogelijk de NUTS-indeling als basis te nemen voor de verstrekte statistieken inzake wetenschap en technologie;

- Ontwikkeling van nieuwe statistische variabelen die op een permanente basis moeten worden verstrekt, en die een meer volledige informatie over wetenschap en technologie kunnen opleveren, in het bijzonder voor het meten van de output van wetenschaps- en technologieactiviteiten, van de verspreiding van kennis en meer in het algemeen van de innovatieresultaten. Deze informatie is vereist voor de opstelling en de evaluatie van het wetenschaps- en technologiebeleid in de steeds meer op kennis gebaseerde economieën. De Gemeenschap zal met name prioriteit verlenen aan de volgende gebieden:

- innovatie (technologische en niet-technologische),

- voor wetenschap en technologie ingezette personele middelen,

- octrooien (octrooistatistieken op basis van de databanken van de nationale en Europese octrooibureaus),

- statistieken op het gebied van geavanceerde technologie (identificatie en classificatie van producten en diensten, meting van economische resultaten en bijdrage aan de economische groei),

- genderspecifieke statistieken op wetenschaps- en technologiegebied;

- Verbetering en bijwerking van bestaande normen en handboeken inzake begrippen en methoden, met de nadruk op begrippen in de dienstensector en gecoördineerde methoden voor het meten van O & O-activiteiten. Daarnaast versterkt de Gemeenschap de samenwerking met de OESO en andere internationale organisaties teneinde de vergelijkbaarheid van gegevens te garanderen en overlappende inspanningen te voorkomen;

- Verbetering van de gegevenskwaliteit, met name qua vergelijkbaarheid, nauwkeurigheid en actualiteit;

- Verbetering van de verspreiding, toegankelijkheid en documentatie van statistische informatie.

Er zal rekening worden gehouden met de in de lidstaten beschikbare capaciteit voor het verzamelen en verwerken van gegevens voor de ontwikkeling van methoden en variabelen.

Artikel 3

De voor de uitvoering van deze beschikking noodzakelijke maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 4, lid 2, genoemde regelgevingsprocedure.

Artikel 4

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité statistisch programma dat is opgericht bij artikel 1 van Besluit 89/382/EEG, Euratom.

2. Indien naar dit lid wordt verwezen zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde periode bedraagt drie maanden.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 5

De Commissie dient binnen vier jaar na de bekendmaking van deze beschikking, en vervolgens om de drie jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de uitvoering van de in artikel 2 bepaalde maatregelen worden geëvalueerd.

In dit verslag komen onder meer de kosten van de acties aan de orde, alsook de last voor de respondenten in verhouding tot de voordelen van de beschikbaarheid van de gegevens, en de tevredenheid van de gebruiker.

Op grond van dit verslag kan de Commissie maatregelen ter verbetering van de werking van deze beschikking voorstellen.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 juli 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

G. Alemanno

(1) PB C 332 E van 27.2.2001, blz. 238.

(2) Advies van het Europees Parlement van 2 juli 2002 (nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 17 maart 2003 (PB C 125 E van 27.5.2003, blz. 58) en besluit van het Europees Parlement van 19 juni 2003 (nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad).

(3) PB L 38 van 9.2.1994, blz. 30.

(4) PB L 42 van 16.6.1999, blz. 1.

(5) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1.

(6) PB L 64 van 12.3.1999, blz. 105.

(7) PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.

(8) PB C 199 van 14.7.2001, blz. 1.

(9) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(10) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.