32003D0709

2003/709/EG: Besluit van de Commissie van 9 oktober 2003 tot oprichting van een Europese Consumenten Adviesgroep

Publicatieblad Nr. L 258 van 10/10/2003 blz. 0035 - 0036


Besluit van de Commissie

van 9 oktober 2003

tot oprichting van een Europese Consumenten Adviesgroep

(2003/709/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In het kader van de consumentenbescherming als bedoeld in artikel 153 van het Verdrag dient de Commissie de consumenten te raadplegen over vraagstukken betreffende de bescherming van hun belangen op het niveau van de Gemeenschap.

(2) Sinds 1973 wordt de Commissie hierin bijgestaan door fora die hiervoor zijn opgericht bij diverse besluiten, laatstelijk bij Besluit 2000/323/EG van de Commissie van 4 mei 2000 tot oprichting van een consumentencomité(1).

(3) Dat besluit moet worden aangepast aan de ontwikkeling van het politieke en juridische kader, teneinde rekening te houden met de toetreding van nieuwe lidstaten en de behoefte aan harmonisering van de definities van consumentenorganisaties met die welke in andere communautaire wetgeving worden gebruikt. Tevens moet worden voorzien in de mogelijkheid vertegenwoordigers van andere organisaties bij de werkzaamheden te betrekken. Bovendien moet de naam van het huidige consumentencomité overeenkomstig de voorschriften voor de oprichting van comités(2) worden gewijzigd in "Europese Consumenten Adviesgroep".

(4) Verder is het dienstig de functionering van de groep transparanter en effectiever te maken, met name door de procedure voor de benoeming van de kandidaten te wijzigen, voor leden die nationale consumentenorganisaties vertegenwoordigen slechts één verlenging van de ambtstermijn toe te staan, effectieve verslaglegging in te voeren en het reglement van orde van de groep goed te keuren.

(5) Wegens de omvang van de wijzigingen moet Besluit 2000/323/EG ter wille van de duidelijkheid worden vervangen,

BESLUIT:

Artikel 1

1. De Commissie richt een Europese Consumenten Adviesgroep op, hierna "de groep" genoemd.

2. De groep kan door de Commissie worden geraadpleegd over alle vraagstukken betreffende de bescherming van de consumentenbelangen op het niveau van de Gemeenschap.

Artikel 2

1. De groep bestaat uit:

a) één lid per lidstaat, die de nationale consumentenorganisaties vertegenwoordigt;

b) één lid van elke Europese consumentenorganisatie.

2. In dit besluit wordt onder nationale consumentenorganisaties verstaan consumentenorganisaties die de consument overeenkomstig de nationale voorschriften of praktijken vertegenwoordigen en nationaal actief zijn.

3. In dit besluit wordt onder Europese consumentenorganisaties verstaan consumentenorganisaties die voldoen aan een van de twee volgende groepen criteria. Zij moeten:

a) 1. niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk zijn, die onafhankelijk van het bedrijfsleven, de handel en het zakenleven zijn en ook geen andere strijdige belangen hebben, en waarvan de belangrijkste doelstellingen en activiteiten betrekking hebben op de bevordering en bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consument in de Gemeenschap;

2. van nationale consumentenorganisaties uit minstens de helft van de lidstaten - nationale consumentenorganisaties die de consument overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken vertegenwoordigen en regionaal of nationaal actief zijn - de opdracht hebben gekregen om de belangen van de consument in de Gemeenschap te behartigen;

3. tot tevredenheid van de Commissie rekenschap hebben afgelegd over hun leden, reglement van orde en financieringsbronnen, of

b) 1. niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk zijn, die onafhankelijk van het bedrijfsleven, de handel en het zakenleven zijn en ook geen andere strijdige belangen hebben, en waarvan de belangrijkste doelstellingen en activiteiten betrekking hebben op de vertegenwoordiging van de consumentenbelangen bij het normalisatieproces in de Gemeenschap,

2. in ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht hebben gekregen om de consumentenbelangen op communautair niveau te behartigen; die opdracht moet zijn gegeven:

- door organen die, overeenkomstig de nationale voorschriften of praktijken, representatief zijn voor de nationale consumentenorganisaties in de lidstaten, of,

- wanneer dergelijke organen ontbreken, door nationale consumentenorganisaties in de lidstaten die, overeenkomstig de nationale voorschriften of praktijken, de consument vertegenwoordigen en nationaal actief zijn.

Artikel 3

1. De leden van de groep die nationale consumentenorganisaties vertegenwoordigen, worden benoemd door de Commissie, op voorstel van de door de lidstaten opgerichte nationale organen die de consumentenorganisaties vertegenwoordigen, dan wel, mochten die organen niet bestaan, op voorstel van de bevoegde nationale autoriteiten.

2. De leden die Europese consumentenorganisaties vertegenwoordigen, worden door de Commissie benoemd op voorstel van de Europese consumentenorganisaties.

3. Op dezelfde wijze als de gewone leden wordt een gelijk aantal plaatsvervangende leden benoemd. Het plaatsvervangende lid neemt van rechtswege de plaats van het gewone lid in wanneer dit afwezig of verhinderd is.

4. De lijst van leden en plaatsvervangende leden wordt door de Commissie ter informatie in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, bekendgemaakt.

Artikel 4

De ambtstermijn van de leden bedraagt drie jaar en is verlengbaar, doch voor leden die nationale consumentenorganisaties vertegenwoordigen slechts eenmaal, volgens de procedure van artikel 3.

Na afloop van de periode van drie jaar blijven de leden in functie, totdat zij worden vervangen of hun ambtstermijn wordt hernieuwd.

De ambtstermijn van de leden eindigt vóór afloop van de periode van drie jaar wanneer zij ontslag nemen, met pensioen gaan of overlijden. Ook kan hun ambtstermijn worden beëindigd wanneer de organisatie, het orgaan of de autoriteiten die hen als kandidaat heeft voorgesteld, om hun vervanging vragen. Zij worden voor de rest van de periode van drie jaar volgens de in artikel 3 bedoelde procedure vervangen.

Artikel 5

Het lidmaatschap van de groep is onbezoldigd.

Artikel 6

1. Op voorstel van de Commissie kan de groep vertegenwoordigers van andere organisaties die als een van hun hoofddoelstellingen consumentenbelangen behartigen en hiertoe op Europees niveau actief zijn, uitnodigen met haar mee te werken.

2. De groep kan elke persoon die ten aanzien van een bepaald agendapunt over speciale kennis beschikt, uitnodigen om als deskundige aan haar werkzaamheden deel te nemen.

Artikel 7

1. De groep vergadert in de vorm en volgens het rooster dat de Commissie vaststelt. De Commissie zit de vergaderingen van de groep voor. De Commissie draagt zorg voor het secretariaat van de groep en organiseert haar werkzaamheden.

2. De besprekingen in de groep hebben betrekking op de verzoeken van de Commissie om een advies. Wanneer de Commissie om een advies vraagt, kan zij de uiterste datum voor de indiening van het advies vaststellen.

3. De groep stelt haar reglement van orde vast op basis van voorstellen van de Commissie.

4. De leden van de groep die nationale consumentenorganisaties vertegenwoordigen, informeren en raadplegen de organisaties die zij in de groep vertegenwoordigen. Ieder lid zorgt voor een effectieve verslaglegging om alle nationale consumentenorganisaties systematisch op de hoogte te houden van de werkzaamheden van de groep en brengt hun standpunten over aan de groep.

5. De groep legt een verslag van haar activiteiten voor aan de jaarlijks door de Commissie bijeengeroepen vergadering van consumentenorganisaties.

Artikel 8

Onverminderd het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag maken de leden en de plaatsvervangende leden van de groep de informatie die hun in verband met de werkzaamheden van de groep ter kennis is gekomen, niet openbaar wanneer de Commissie hun meedeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een aangelegenheid van vertrouwelijke aard.

Artikel 9

Besluit 2000/323/EG wordt ingetrokken.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 111 van 9.5.2000, blz. 30.

(2) Besluit 1999/468/EG van de Raad (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23). Besluit SEC(2000) 1230 van de Commissie van 24 juli 2000.