32002R0254

Verordening (EG) nr. 254/2002 van de Raad van 12 februari 2002 tot vaststelling van maatregelen voor 2002 voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse Zee (ICES-sector VIIa)

Publicatieblad Nr. L 041 van 13/02/2002 blz. 0001 - 0003


Verordening (EG) nr. 254/2002 van de Raad

van 12 februari 2002

tot vaststelling van maatregelen voor 2002 voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse Zee (ICES-sector VIIa)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In november 1999 heeft de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) aangegeven dat er een ernstig gevaar bestaat voor instorting van het kabeljauwbestand in de Ierse Zee (ICES-sector VIIa).

(2) Uit later advies van de ICES is gebleken dat de hoeveelheid geslachtsrijpe kabeljauw in de Ierse Zee in 2000 en 2001 erg gering is gebleven en ook in 2002 gering zal blijven.

(3) Bij Verordening (EG) nr. 304/2000 van de Commissie van 9 februari 2000 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse zee (ICES-sector VIIa)(2), zijn maatregelen vastgesteld om geslachtsrijpe kabeljauw tijdens het paaiseizoen 2000 te beschermen.

(4) Bij Verordening (EG) nr. 300/2001 van 14 februari 2001 tot vaststelling van maatregelen voor 2001 voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse zee (ICES-sector VIIa)(3) zijn maatregelen vastgesteld om geslachtsrijpe kabeljauw tijdens het paaiseizoen 2001 te beschermen.

(5) Tijdens de uitvoering van vroegere maatregelen is extra wetenschappelijk onderzoek verricht en is praktische ervaring opgedaan waaruit blijkt dat de voor het jaar 2001 geldende precieze uitvoeringsbepalingen voor 2002 moeten worden gewijzigd.

(6) Met name het gebruik van semipelagische trawls in het gesloten gebied mag niet langer worden toegestaan en het gebruik van trawls voorzien van een zeeflap dient in een groter gedeelte van het gesloten gebied te worden toegestaan. Bijgevolg is het niet langer noodzakelijk de aanwezigheid van waarnemers aan boord van vaartuigen die dergelijke vistuigen gebruiken, verplicht te stellen.

(7) De maatregelen van Verordening (EG) nr. 2549/2000 van de Raad van 17 november 2000 tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse Zee (ICES-sector VIIa)(4) met betrekking tot de bevestiging van panelen van netmateriaal met wijde ruitvormige mazen aan boomkorren en bevestiging aan bordentrawls gebruikt voor de vangst van wijde mantel van grote maaswijdte en panelen met vierkante mazen, moeten worden gewijzigd teneinde het hoofd te bieden aan een aantal praktische moeilijkheden.

(8) Gezien de urgentie van de te nemen maatregelen, dient deze verordening onverwijld in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er worden maatregelen vastgesteld om geslachtsrijpe kabeljauw tijdens het paaiseizoen 2002 in de Ierse Zee (ICES-sector VIIa zoals gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 3880/91 van de Raad van 17 december 1991 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordwestelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen(5)) te beschermen.

Artikel 2

1. In de periode van 14 februari tot en met 30 april 2002 is het verboden bodemtrawls, zegennetten of soortgelijke sleepnetten, kieuwnetten, schakels, warnetten of soortgelijke staande netten of vistuig met haken te gebruiken in het gedeelte van ICES-sector VIIa dat is gelegen tussen:

- de oostkust van Ierland en de oostkust van Noord-Ierland en

- rechte lijnen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

een punt op de oostkust van het Noord-Ierse schiereiland Ards op 54° 30' NB,

54° 30' NB, 04° 50' WL,

53° 15' NB, 04° 50' WL,

een punt op de oostkust van Ierland op 53° 15' NB.

2. In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea is het in het daarin bepaalde gebied en in de daarin vermelde periode toegestaan:

a) met demersale bordentrawls te vissen, op voorwaarde dat er geen ander type vistuig aan boord is en dat:

i) de maaswijdte van de trawls tussen 70 en 79 mm, of tussen 80 en 89 mm bedraagt en

ii) ze alle behoren tot slechts één enkele van beide toegelaten maaswijdtebereiken en

iii) geen enkele maas, ongeacht waar ze zich in één van de betrokken trawlnetten bevindt, groter is dan 300 mm en

iv) de trawls slechts worden gebruikt in een gebied dat is afgebakend door achtereenvolgens de volgende geografische coördinaten met rechte lijnen te verbinden:

53° 30' NB, 05° 30' WL

53° 30' NB, 05° 20' WL

54° 20' NB, 04° 50' WL

54° 30' NB, 05° 10' WL

54° 30' NB, 05° 20' WL

54° 00' NB, 05° 50' WL

54° 00' NB, 06° 10' WL

53° 45' NB, 06° 10' WL

53° 45' NB, 05° 30' WL

53° 30' NB, 05° 30' WL;

b) met trawls voorzien van een zeeflap te vissen, op voorwaarde dat er geen ander type vistuig aan boord is en dat deze netten:

i) voldoen aan de in punt a) genoemde voorwaarden en

ii) voldoen aan de technische voorschriften in de bijlage.

Bovendien mogen trawls voorzien van een zeeflap worden gebruikt in een gebied dat is afgebakend door achtereenvolgens de volgende geografische coördinaten met rechte lijnen te verbinden:

53° 45' NB, 06° 00' WL

53° 45' NB, 05° 30' WL

53° 30' NB, 05° 30' WL

53° 30' NB, 06° 00' WL

53° 45' NB, 06° 00' WL.

Artikel 3

1. Het is toegestaan dermersale bordentrawls te gebruiken met een maaswijdte van 80 tot en met 99 mm die geen paneel van netmateriaal met ruitvormige mazen in de zin van artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr. 2549/2000 bevatten, mits de met dergelijke netten gehaalde en aan boord gehouden vangst tenminste voor 85 % bestaat uit wijde mantel en voor niet meer dan 5 % uit kabeljauw.

2. In afwijking van artikel 2, punt 6, van Verordening (EG) nr. 2549/2000 is het verboden boomkorren aan boord te hebben of te gebruiken met een maaswijdte van 80 mm of meer, behalve indien het bovenste deel van een dergelijk net een paneel van netmateriaal met ruitvormige mazen bevat waarvan geen enkele maas een wijdte van minder dan 180 mm heeft en dat rechtstreeks is bevestigd aan de bovenpees, dan wel ten hoogste drie rijen netmateriaal, ongeacht de maaswijdte, dat rechtstreeks is bevestigd aan de bovenpees.

Het paneel van netmateriaal strekt zich naar de achterkant van het net uit over een lengte van ten minste het aantal mazen, bepaald door:

a) de in meter uitgedrukte lengte van de boomkor te delen door 12,

b) de uitkomst van a) te vermenigvuldigen met 5400,

c) het resultaat van b) te delen door de in millimeter uitgedrukte wijdte van de kleinste maas van het paneel, en

d) alle decimalen of andere breuken in de uitkomst van c) buiten beschouwing te laten.

Artikel 4

Vangsten die aan boord worden gehouden en die met inachtneming van de voorwaarden gesteld in artikel 2, lid 2, met bordentrawls of met trawls voorzien van een zeeflap zijn gevangen, mogen slechts worden aangevoerd als de procentuele samenstelling ervan voldoet aan de voorwaarden die in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen(6) zijn bepaald voor gesleept vistuig met een maaswijdte tussen 70 mm en 79 mm.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 14 februari 2002.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 februari 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

R. de Rato y Figaredo

(1) Advies uitgebracht op 5.2.2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(2) PB L 35 van 10.2.2000, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 660/2000 (PB L 80 van 31.3.2000, blz. 14).

(3) PB L 44 van 15.2.2001, blz. 12.

(4) PB L 292 van 21.11.2000, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1456/2001 (PB L 194 van 18.7.2001, blz. 1).

(5) PB L 365 van 31.12.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1637/2001 van de Commissie (PB L 222 van 17.8.2001, blz. 20).

(6) PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 973/2001 (PB L 137 van 19.5.2001, blz. 1).

BIJLAGE

TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN INZAKE TRAWLS MET EEN ZEEFLAP

>PIC FILE= "L_2002041NL.000302.TIF">