32002L0075

Richtlijn 2002/75/EG van de Commissie van 2 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 254 van 23/09/2002 blz. 0001 - 0046


Richtlijn 2002/75/EG van de Commissie

van 2 september 2002

tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2,

Gelet op Richtlijn 96/98/EG van de Raad van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/53/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 17, eerste en tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Voor de doeleinden van Richtlijn 96/98/EG verwijzen de daarin genoemde internationale verdragen, waaronder het SOLAS-verdrag van 1974, en beproevingsnormen naar die verdragen en beproevingsnormen welke met de wijzigingen daarop op 1 januari 2001 van kracht waren.

(2) Na 1 januari 2001 zijn wijzigingen op het SOLAS-verdrag en op andere internationale verdragen alsmede nieuwe beproevingsnormen van kracht geworden of zullen binnenkort van kracht worden.

(3) In genoemde instrumenten zijn nieuwe regels opgenomen met betrekking tot de aan boord van schepen aan te brengen uitrusting.

(4) Richtlijn 96/98/EG dient in die zin te worden gewijzigd.

(5) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 12 van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad(3) opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 96/98/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

In de punten c), d) en n) wordt de datum "1 januari 2001" vervangen door de datum "1 juli 2002".

2. Bijlage A wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

Apparatuur die in de tweede kolom in bijlage A.1 onder het hoofdje "benaming" als "nieuwe apparatuur" is vermeld en voor de in artikel 3, lid 1, bedoelde datum is vervaardigd in overeenstemming met typegoedkeuringsprocedures die reeds vóór de datum van vaststelling van deze richtlijn op het grondgebied van de hieronder genoemde lidstaat van kracht waren, alsmede de apparatuur vermeld in bijlage A.1, delen 4 en 5, die van de markering is voorzien en voor de in artikel 3, lid 1, bedoelde datum is vervaardigd, mag gedurende een periode van twee jaar na de in artikel 3, lid 1, bedoelde datum op de markt worden gebracht en aan boord van een schip uit de Gemeenschap worden geïnstalleerd, met dien verstande dat de certificaten daarvoor in overeenstemming met internationale verdragen door of namens een lidstaat zijn afgegeven.

Artikel 3

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 september 2002.

Voor de Commissie

Loyola De Palacio

Vice-voorzitster

(1) PB L 46 van 17.2.1997, blz. 25.

(2) PB L 204 van 28.7.2001, blz. 1.

(3) PB L 247 van 5.10.1993, blz. 19.

BIJLAGE

"BIJLAGE A

BIJLAGE a.1: UITRUSTING WAARVOOR IN INTERNATIONALE INSTRUMENTEN REEDS GEDETAILLEERDE BEPROEVINGSNORMEN BESTAAN

Noten die op de hele bijlage A.1 van toepassing zijn:

Algemeen:

Naast de specifiek vermelde internationale beproevingsnormen staat een aantal bepalingen, waaraan de hand moet worden gehouden bij het typeonderzoek zoals vermeld in de overeenstemmingsbeoordelingsmodules van bijlage B, in de toepasselijke voorschriften van de internationale verdragen en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO.

Kolom 5:

Wanneer IMO-resoluties worden vermeld zijn alleen de beproevingsnormen in de desbetreffende delen van de bijlagen bij de resoluties van toepassing en niet de bepalingen van de resoluties zelf.

Kolom 5:

Ten behoeve van een correcte verwijzing naar de relevante normen moet op de beproevingsverslagen en het passende typegoedkeuringscertificaat worden aangegeven welke norm en welke versie daarvan, zoals aangegeven in kolom 5, werd toegepast.

Kolom 5:

Wanneer twee groepen beproevingsnormen worden aangegeven (gescheiden door een ";"), voldoet elk van beide groepen aan alle beproevingseisen waarmee overeenstemming met de IMO-prestatienormen kan worden aangetoond. Het volstaat bijgevolg op basis van één groep te testen om aan te tonen dat aan de eisen van de desbetreffende internationale instrumenten is voldaan.

Kolom 6:

Een kruisje onder H betekent: module H plus certificaat van ontwerp-onderzoek.

1. Persoonlijke reddingsmiddelen

Noten voor deel 1, Persoonlijke reddingsmiddelen

Kolommen 3 en 4:

Waar het vak naast een bepaalde benaming in tweeën is gesplitst verwijst het bovenste vakje - indien toepasselijk - naar schepen onder de HSC-code die vóór 1 juli 2002 zijn gebouwd; het onderste vakje verwijst - indien toepasselijk - naar schepen onder de HSC-code die op of na 1 juli 2002 zijn gebouwd.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Voorkoming van verontreiniging van de zee

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Brandbescherming

Noten voor deel 3, Brandbescherming

Kolommen 3 en 4:

Waar het vak naast een bepaalde benaming in tweeën is gesplitst verwijst het bovenste vakje naar de voorschriften die van toepassing zijn op schepen die vóór 1 juli 2002 zijn gebouwd; het onderste vakje is van toepassing op schepen die op of na 1 juli 2002 zijn gebouwd (maar kan ook van toepassing zijn op schepen die vóór 1 juli 2002 zijn gebouwd).

Kolom 5:

In kolom 5 wordt voor een aantal producten meer dan één beproevingsnorm vermeld. De bevoegde autoriteit moet erop toezien dat de voor het product vereiste beproevingsnorm wordt toegepast, zodat het aan de internationale voorschriften van het verdrag voldoet.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Navigatieapparatuur

Noten voor deel 4, Navigatieapparatuur

Kolommen 3 en 4:

Wanneer het vak naast een bepaalde benaming in tweeën is gesplitst verwijst het bovenste vakje naar de voorschriften die van toepassing zijn op schepen die vóór 1 juli 2002 zijn gebouwd; het onderste vakje is van toepassing op schepen die op of na 1 juli 2002 zijn gebouwd (maar kan ook van toepassing zijn op schepen die vóór 1 juli 2002 zijn gebouwd).

Kolom 4:

De genoemde ITU-aanbevelingen zijn degene die vermeld staan in de internationale verdragen en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO.

Kolom 5:

Bij een verwijzing naar EN/IEC 61162 dient in de relevante productbeproevingsnorm te worden nagegaan welk gedeelte van EN/IEC 61162 van toepassing is.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5. Radiocommunicatieapparatuur

Noten voor deel 5, Radiocommunicatieapparatuur

Kolom 4:

De genoemde ITU-aanbevelingen zijn degene die vermeld staan in de internationale verdragen en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO.

Kolom 5:

Wanneer de eisen van IMO MSC/Circ. 862, waarnaar verscheidene malen wordt verwezen, en van de productbeproevingsnormen met elkaar in tegenspraak zijn, hebben de eisen van IMO MSC/Circ. 862 voorrang.

Kolom 5:

Bij een verwijzing naar EN/IEC 61162 dient in de relevante productbeproevingsnorm te worden nagegaan welk gedeelte van EN/IEC 61162 van toepassing is.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE A.2: UITRUSTING WAARVOOR IN INTERNATIONALE INSTRUMENTEN GEEN GEDETAILLEERDE BEPROEVINGSNORMEN BESTAAN

Noten die op de hele bijlage A.2 van toepassing zijn:

Kolom 5:

Het aangeven van een reeks beproevingsnormen voor een product, betekent dat die reeks hetzij onvolledig is, hetzij normen bevat die nog niet zijn goedgekeurd.

1. Persoonlijke reddingsmiddelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Voorkoming van verontreiniging van de zee

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Brandbescherming

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Navigatieapparatuur

Noten voor bijlage A.2, deel 9, Navigatieapparatuur

Kolommen 3 en 4:

Verwijzingen naar SOLAS hoofdstuk V moeten worden gelezen als verwijzingen naar SOLAS 1974 zoals gewijzigd door MSC 73 en in werking tredend op 1 juli 2002.

Kolom 4:

De genoemde ITU-aanbevelingen zijn degene die vermeld staan in de internationale verdragen en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5. Radiocommunicatieapparatuur

Noten voor bijlage A.2, deel 10, Radiocommunicatie

Kolom 4:

De genoemde ITU-aanbevelingen zijn degene die vermeld staan in de internationale verdragen en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6. Krachtens Colreg 72 vereiste apparatuur

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Veiligheidsuitrusting Bulk-carriers

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"