32001L0115

Richtlijn 2001/115/EG van de Raad van 20 december 2001 tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde

Publicatieblad Nr. L 015 van 17/01/2002 blz. 0024 - 0028


Richtlijn 2001/115/EG van de Raad

van 20 december 2001

tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 93,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De thans ter zake van de facturering geldende voorwaarden, zoals geformuleerd in artikel 22, lid 3, in de versie van artikel 28 nonies, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag(4), zijn betrekkelijk gering in aantal, zodat het aan de lidstaten wordt overgelaten de essentiële voorwaarden vast te stellen. Voorts houden de huidige voorwaarden onvoldoende rekening met de ontwikkeling van nieuwe technologieën en methoden inzake facturering.

(2) In het verslag van de Commissie over de resultaten van de tweede fase van het SLIM-initiatief (Simpler Legislation for the Internal Market, eenvoudiger regelgeving voor de interne markt) wordt aanbevolen na te gaan welke verplichte vermeldingen op BTW-gebied een factuur moet omvatten en welke juridische en technische eisen moeten worden gesteld aan elektronische facturering.

(3) In de conclusies van de Ecofin-Raad van juni 1998 is onderstreept dat de ontwikkeling van de elektronische handel de totstandbrenging van een juridisch kader voor elektronische facturering vereist waarbij de controlemogelijkheden van de belastingadministraties behouden blijven.

(4) Voor een goede werking van de interne markt is het ten behoeve van de belasting over de toegevoegde waarde derhalve noodzakelijk dat er op communautair vlak een geharmoniseerde lijst wordt vastgesteld van verplichte vermeldingen die een factuur moet bevatten, alsmede een aantal gemeenschappelijke voorwaarden voor elektronische facturering, elektronische opslag van de facturen, eigenhandige facturering en uitbesteding van de factureringswerkzaamheden.

(5) Tot slot dienen ten aanzien van de opslag van de facturen de voorwaarden van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens in acht te worden genomen(5).

(6) Sedert de invoering van de BTW-overgangsregeling in 1993 heeft Griekenland gekozen voor het prefix EL in plaats van het prefix GR dat gebruikt wordt in de Standard International Code ISO-3166 alph-2 waarnaar wordt verwezen in artikel 22, lid 1, onder d). Aangezien een wijziging van het prefix gevolgen zou hebben voor alle lidstaten, dient voor Griekenland een uitzondering te worden gemaakt door de ISO-norm niet van toepassing te verklaren in Griekenland.

(7) Bijgevolg moet Richtlijn 77/388/EEG dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 77/388/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de onderstaande artikelen.

Artikel 2

In artikel 28 nonies (dat artikel 22 van dezelfde richtlijn wijzigt) wordt artikel 22 als volgt gewijzigd:

1. aan lid 1, onder d), wordt de volgende zin toegevoegd: "De Helleense Republiek is evenwel gerechtigd het prefix EL te hanteren.";

2. lid 3 wordt vervangen door: "3. a) Iedere belastingplichtige moet ervoor zorgen dat door hemzelf, door zijn afnemer of, in zijn naam en voor zijn rekening, door een derde, een factuur wordt uitgereikt voor goederen die hij heeft geleverd aan of diensten die hij heeft verricht voor een andere belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon. Iedere belastingplichtige moet er tevens op toezien dat door hemzelf, door zijn afnemer of, in zijn naam en voor zijn rekening, door een derde, een factuur wordt uitgereikt voor de in artikel 28 ter, onderdeel B, lid 1, bedoelde leveringen van goederen en de leveringen van goederen, verricht onder de voorwaarden van artikel 28 quater, onderdeel A.

Elke belastingplichtige moet er bovendien voor zorgen dat door hemzelf, door zijn afnemer of, in zijn naam en voor zijn rekening, door een derde, een factuur wordt uitgereikt voor de vooruitbetalingen die aan hem worden gedaan voordat een van de in de eerste alinea bedoelde leveringen van goederen is verricht en voor de vooruitbetalingen die door een andere belastingplichtige, of door een niet-belastingplichtige rechtspersoon, aan hem worden gedaan voordat de dienst is verricht.

De lidstaten kunnen de belastingplichtige de verplichting opleggen een factuur uit te reiken voor andere dan de in de vorige alinea's bedoelde goederen of diensten die hij op hun grondgebied heeft geleverd of verricht. Indien de lidstaten dat doen, beschikken zij over de mogelijkheid met betrekking tot deze facturen minder verplichtingen op te leggen dan de onder b), c) en d) vermelde.

De lidstaten kunnen de belastingplichtige van zijn factureringsplicht ontheffen voor goederen of diensten die hij op hun grondgebied heeft geleverd of verricht en die, al dan niet met teruggaaf van voorbelasting, zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 13 en artikel 28, lid 2, onder a) en lid 3, onder b).

Ieder document of bericht dat wijzigingen aanbrengt in en specifiek en ondubbelzinnig verwijst naar de oorspronkelijke factuur geldt als factuur. De lidstaten op het grondgebied waarvan goederen worden geleverd of diensten worden verricht kunnen ontheffing verlenen van bepaalde verplichte vermeldingen in de bedoelde documenten of berichten.

De lidstaten kunnen de belastingplichtigen die op hun grondgebied goederen leveren of diensten verrichten een termijn opleggen voor het uitreiken van de factuur.

Onder de voorwaarden, vastgesteld door de lidstaten op het grondgebied waarvan goederen worden geleverd of diensten worden verricht, kan voor verscheidene afzonderlijke goederenleveringen of dienstverrichtingen een periodieke factuur worden opgemaakt.

Facturen mogen worden opgemaakt door de afnemer van een belastingplichtige voor goederen die door deze belastingplichtige aan hem worden geleverd of diensten die voor hem worden verricht, mits dat vooraf is overeengekomen in een akkoord tussen beide partijen, en op voorwaarde dat iedere factuur het voorwerp uitmaakt van een procedure van aanvaarding door de belastingplichtige die de goederen levert of de diensten verricht. De lidstaten op het grondgebied waarvan goederen worden geleverd of diensten worden verricht stellen de voorwaarden en uitvoeringsbepalingen vast voor de akkoorden en de aanvaardingsprocedures tussen de belastingplichtige en diens afnemer.

De lidstaten kunnen belastingplichtigen die op hun grondgebied goederen leveren of diensten verrichten verdere voorwaarden opleggen betreffende de uitreiking van facturen door hun afnemers. Zij kunnen met name verlangen dat die facturen worden uitgereikt in naam en voor rekening van de belastingplichtige. Deze voorwaarden moeten in ieder geval altijd dezelfde zijn, ongeacht de plaats waar de afnemer is gevestigd.

Bovendien kunnen de lidstaten de belastingplichtigen die op hun grondgebied goederen leveren of diensten verrichten specifieke voorwaarden opleggen wanneer de derde of de afnemer die de facturen uitreikt is gevestigd in een land waarmee geen rechtsinstrument is overeengekomen inzake wederzijdse bijstand van gelijke strekking als in Richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen(6), richtlijn van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en indirecte belastingen(7) en Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27 januari 1992 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (BTW)(8).

b) Onverminderd de bijzondere bepalingen van deze richtlijn zijn voor BTW-doeleinden op de overeenkomstig punt a), eerste, tweede en derde alinea, uitgereikte facturen alleen de volgende vermeldingen verplicht:

- de datum van uitreiking;

- een opeenvolgend nummer, met één of meer reeksen, waardoor de factuur eenduidig wordt geïdentificeerd;

- het in lid 1, onder c), bedoelde BTW-identificatienummer waaronder de belastingplichtige de goederen heeft geleverd of de diensten heeft verricht;

- het in lid 1, onder c), bedoelde BTW-identificatienummer van de afnemer waaronder hij een goederenlevering of een dienstverrichting heeft afgenomen waarvoor hij tot voldoening van de belasting is gehouden of waaronder hij een goederenlevering als bedoeld in artikel 28 quater, onderdeel A, heeft afgenomen;

- de volledige naam en het volledige adres van de belastingplichtige en zijn afnemer;

- de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de omvang en de aard van de verrichte diensten;

- de datum waarop de goederenlevering of dienstverrichting heeft plaatsgevonden of voltooid is of de datum waarop de in punt a), tweede alinea, bedoelde vooruitbetaling is gedaan, voorzover die datum vastgesteld is en verschilt van de uitreikingsdatum van de factuur;

- de maatstaf van heffing voor elk tarief of elke vrijstelling, de eenheidsprijs exclusief belasting, evenals de eventuele vooruitbetalingskortingen, prijskortingen en -rabatten indien die niet in de eenheidsprijs zijn begrepen;

- het toegepaste BTW-tarief;

- het te betalen BTW-bedrag, tenzij er een specifieke regeling van toepassing is waarvoor deze richtlijn die vermelding uitsluit;

- in geval van een vrijstelling of wanneer de afnemer tot voldoening van de belasting is gehouden, een verwijzing naar de betreffende bepaling in deze richtlijn of naar de overeenkomstige nationale bepaling of enige andere vermelding dat de levering is vrijgesteld of onder de toepassing van de verleggingsregeling valt;

- in geval van de intracommunautaire levering van een nieuw vervoermiddel, de in artikel 28 bis, lid 2, bedoelde gegevens;

- wanneer de margeregeling wordt gehanteerd, een verwijzing naar artikel 26 of 26 bis, of de overeenkomstige nationale bepalingen, of enige andere vermelding dat de margeregeling is toegepast;

- wanneer degene die tot voldoening van de belasting gehouden is, een fiscaal vertegenwoordiger is in de zin van artikel 21, lid 2, het in lid 1, onder a), bedoelde BTW-identificatienummer van deze fiscaal vertegenwoordiger, samen met zijn volledige naam en adres.

De lidstaten kunnen belastingplichtigen die op hun grondgebied gevestigd zijn en er goederen leveren of diensten verrichten, de verplichting opleggen om in andere dan de in het vierde streepje van de eerste alinea bedoelde gevallen het BTW-identificatienummer van hun cliënt te vermelden.

De lidstaten leggen niet de verplichting op de facturen te ondertekenen.

Op een factuur kunnen bedragen in willekeurig welke munteenheid voorkomen, mits het te betalen BTW-bedrag is uitgedrukt in de nationale munteenheid van de lidstaat waar de goederen worden geleverd of de diensten worden verricht en daarbij gebruik wordt gemaakt van het wisselkoersmechanisme bedoeld in artikel 11, onderdeel C, punt 2.

Wanneer zulks uit het oogpunt van de controle nodig is, kunnen de lidstaten een vertaling eisen in hun nationale taal van de facturen betreffende op hun grondgebied geleverde goederen of verrichte diensten, alsmede van de facturen die worden ontvangen door op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen.

c) De overeenkomstig punt a) uitgereikte facturen mogen zowel op papier als, behoudens aanvaarding door de afnemer, elektronisch worden verzonden.

Elektronisch verzonden facturen worden door de lidstaten aanvaard, mits de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud ervan worden gewaarborgd door middel van:

- hetzij een beveiligde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen(9); de lidstaten kunnen evenwel vereisen dat de beveiligde elektronische handtekening berust op een goedgekeurd certificaat en is aangemaakt met een veilig middel voor het aanmaken van handtekeningen in de zin van artikel 2, leden 6 en 10, van bovengenoemde richtlijn;

- hetzij een elektronische uitwisseling van gegevens (EDI), zoals gedefinieerd in artikel 2 van Aanbeveling 1994/820/EG van de Commissie van 19 oktober 1994 betreffende de juridische aspecten van de elektronische uitwisseling van gegevens(10), wanneer het akkoord betreffende deze uitwisseling voorziet in het gebruik van procedures die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de gegevens waarborgen; de lidstaten kunnen evenwel onder door hen vastgestelde voorwaarden ook een aanvullend kort overzicht op papier vereisen.

De facturen kunnen evenwel langs elektronische weg worden verzonden volgens andere methoden, mits deze door de betrokken lidstaat of lidstaten worden aanvaard. Uiterlijk op 31 december 2008 legt de Commissie een verslag voor dat vergezeld gaat van een voorstel, indien passend, tot wijziging van de voorwaarden inzake elektronische facturering teneinde rekening te houden met mogelijke toekomstige technologische ontwikkelingen op dit gebied.

De lidstaten mogen de belastingplichtigen die op hun grondgebied goederen leveren of diensten verrichten geen andere verplichtingen of formaliteiten opleggen betreffende het gebruik van een systeem voor elektronische verzending van facturen. Wel kunnen zij tot en met 31 december 2005 bepalen dat voor gebruikmaking van dat systeem voorafgaande kennisgeving vereist is.

De lidstaten kunnen specifieke voorwaarden opleggen voor het langs elektronische weg uitreiken van facturen betreffende goederen en diensten die op hun grondgebied zijn geleverd of verricht vanuit een land waarmee geen rechtsinstrument is overeengekomen inzake wederzijdse bijstand van gelijke strekking als in de Richtlijnen 76/308/EEG en 77/799/EEG en Verordening (EEG) nr. 218/92.

Bij een reeks facturen die langs elektronische weg naar dezelfde afnemer worden verzonden, hoeven de voor de verschillende facturen gelijke vermeldingen slechts één keer te worden opgenomen, voorzover voor elke factuur alle informatie toegankelijk is.

d) Iedere belastingplichtige moet erop toezien dat kopieën van de door hemzelf, door zijn afnemer of, in zijn naam en voor zijn rekening, door een derde uitgereikte facturen en alle door hemzelf ontvangen facturen worden opgeslagen.

Voor de toepassing van deze richtlijn mag de belastingplichtige de plaats van opslag bepalen, mits hij alle aldus opgeslagen facturen of gegevens op ieder verzoek zonder onnodig uitstel ter beschikking van de bevoegde autoriteiten kan stellen. De lidstaten kunnen de op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen evenwel verplichten tot kennisgeving van de plaats van opslag wanneer deze buiten hun grondgebied gesitueerd is. De lidstaten kunnen de op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen bovendien verplichten de door henzelf, door hun afnemers of, in hun naam en voor hun rekening, door derden uitgereikte facturen, alsmede de door hen ontvangen facturen, op te slaan op hun grondgebied, wanneer deze opslag niet geschiedt langs een elektronische weg die een volledige on-line toegang tot de betrokken gegevens waarborgt.

De authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van deze facturen, alsmede de leesbaarheid ervan, moeten gedurende de volledige opslagperiode worden gewaarborgd. De gegevens op de onder c), derde alinea, bedoelde facturen mogen niet worden gewijzigd en moeten gedurende deze periode leesbaar blijven.

De lidstaten bepalen hoe lang de belastingplichtigen erop moeten toezien dat de facturen betreffende goederen of diensten die op hun grondgebied zijn geleverd of verricht, alsmede de facturen ontvangen door op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen, moeten worden opgeslagen.

Om te waarborgen dat de in de derde alinea bedoelde voorwaarden worden nageleefd, kunnen de in de vierde alinea bedoelde lidstaten bepalen dat de facturen moeten worden opgeslagen in hun oorspronkelijke vorm - op papier of elektronisch - waarin zij zijn toegezonden. Zij kunnen tevens bepalen dat, wanneer de facturen langs elektronische weg worden opgeslagen, de gegevens die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud waarborgen, eveneens worden opgeslagen.

De in de vierde alinea bedoelde lidstaten kunnen specifieke voorwaarden opleggen met het oog op het verbieden van de opslag van facturen in een land waarmee geen rechtsinstrument is overeengekomen inzake wederzijdse bijstand van gelijke strekking als in de Richtlijnen 76/308/EEG en 77/799/EEG en Verordening (EEG) nr. 218/92 en inzake recht van toegang, downloading en gebruikmaking langs elektronische weg als bedoeld in artikel 22 bis.

De lidstaten kunnen onder door hen vastgestelde voorwaarden voorzien in een opslagplicht voor facturen ontvangen door niet-belastingplichtigen.

e) Voor de toepassing van de punten c) en d) wordt onder het 'elektronisch' verzenden en opslaan van een factuur verstaan de verzending of terbeschikkingstelling aan de bestemmeling en de opslag via elektronische apparatuur voor de verwerking (met inbegrip van digitale compressie) en de opslag van gegevens, waarbij gebruik wordt gemaakt van draden, radio, optische middelen of andere elektromagnetische middelen.

Voor de toepassing van deze richtlijn aanvaarden de lidstaten als factuur ieder document of bericht op papier of in elektronisch formaat dat voldoet aan de bij dit lid vastgestelde voorwaarden;";

3. aan lid 8 wordt de volgende alinea toegevoegd: "De in de eerste alinea geboden mogelijkheid mag slechts worden benut voor het opleggen van verplichtingen die een aanvulling zijn op de bij lid 3 vastgestelde verplichtingen.";

4. in lid 9, wordt in punt a) de volgende alinea toegevoegd: "Onverminderd het bepaalde onder d) kunnen de lidstaten evenwel de in het derde streepje bedoelde belastingplichtigen geen ontheffing verlenen van de in artikel 22, lid 3, bedoelde verplichtingen.";

5. in lid 9 wordt het volgende punt toegevoegd: "d) Behoudens raadpleging van het Comité van artikel 29 en onder de door henzelf vast te stellen voorwaarden kunnen de lidstaten bepalen dat facturen betreffende goederenleveringen of dienstverrichtingen op hun grondgebied niet hoeven te voldoen aan sommige van de in lid 3, onder b), bedoelde verplichtingen in de volgende gevallen:

- wanneer het bedrag van de factuur onbeduidend is;

- wanneer de handels- of administratieve praktijken van de betrokken bedrijfssector of de technische voorwaarden waaronder die facturen uitgereikt worden de naleving van alle in lid 3, onder b), bedoelde verplichtingen bemoeilijken.

De facturen moeten in elk geval de volgende vermeldingen bevatten:

- de datum van uitreiking,

- een identificatie van de belastingplichtige,

- een identificatie van de aard van de geleverde goederen of verrichte diensten,

- het bedrag van de verschuldigde belasting of de gegevens aan de hand waarvan dat bedrag kan worden berekend.

De vereenvoudiging waarin bij dit punt wordt voorzien, mag evenwel niet worden toegepast op de handelingen bedoeld in lid 4, onder c).";

6. in lid 9 wordt het volgende punt toegevoegd: "e) Ingeval de lidstaten gebruik maken van de in punt a), derde streepje, geboden mogelijkheid om het in lid 1, onder c), bedoelde nummer niet toe te kennen aan belastingplichtigen die geen van de in lid 4, onder c), bedoelde handelingen verrichten, dient de factuur in plaats van dit niet toegekende identificatienummer van de leverancier en de afnemer een ander nummer te vermelden, het zogenaamd fiscaal registratienummer zoals gedefinieerd door de betrokken lidstaten.

Wanneer het in lid 1, onder c), bedoelde nummer aan de belastingplichtige is toegekend, kunnen de in de eerste alinea bedoelde lidstaten bovendien bepalen dat op de factuur worden vermeld:

- voor de dienstverrichtingen bedoeld in artikel 28 ter, onderdelen C, D, E en F, en voor de goederenleveringen bedoeld in artikel 28 quater, onderdeel A en onderdeel E, punt 3, het in lid 1, onder c), bedoelde nummer en het fiscaal registratienummer van de leverancier,

- voor andere goederenleveringen en dienstverrichtingen alleen het fiscaal registratienummer van de leverancier, dan wel alleen het in lid 1, onder c), bedoelde nummer.".

Artikel 3

Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 22 bis

Recht van toegang tot langs elektronische weg opgeslagen facturen in een andere lidstaat

Wanneer een belastingplichtige de facturen die hij verzendt of ontvangt langs elektronische weg waarbij een on-linetoegang tot de gegevens wordt gewaarborgd, en de plaats van opslag is gesitueerd in een andere lidstaat dan de lidstaat waar hij gevestigd is, hebben de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de belastingplichtige gevestigd is met het oog op de toepassing van deze richtlijn een recht van toegang, downloading en gebruikmaking langs elektronische weg op deze facturen binnen de grenzen bepaald bij de regelgeving van de lidstaat waar de belastingplichtige gevestigd is, en voorzover hij de facturen nodig heeft voor controledoeleinden.".

Artikel 4

1. In artikel 10, lid 2, derde alinea, 1e en 3e streepje, worden de woorden "of (van) het als zodanig dienstdoende document" geschrapt.

2. In artikel 24, lid 5, en in artikel 26 bis, onderdeel B, punt 9, worden de woorden "of op ieder als zodanig dienstdoend document", respectievelijk "of op enig ander document dat als zodanig dienst doet" geschrapt.

3. In artikel 26 bis, onderdeel C, punt 4, worden de woorden "of een als zodanig dienstdoend document" geschrapt.

4. In artikel 28 quinquies, lid 3 en lid 4, tweede alinea, worden de woorden "of het als zodanig dienstdoend document" geschrapt.

5. In artikel 28 octies (dat artikel 21 van dezelfde richtlijn vervangt) wordt artikel 21 als volgt gewijzigd:

- In lid 1, onder d), worden de woorden "of een als zodanig dienstdoend document" geschrapt.

6. In artikel 28 sexdecies, lid 1, onder e), worden de woorden "of op het als zodanig dienstdoende document" geschrapt.

Artikel 5

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om met ingang van 1 januari 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 6

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 december 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

C. Picqué

(1) PB C 96 E van 27.3.2001, blz. 145.

(2) Advies van 13 juni 2001 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3) PB C 193 van 10.7.2001, blz. 53.

(4) PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/4/EG (PB L 22 van 24.1.2001, blz. 17).

(5) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(6) PB L 73 van 19.3.1976, blz. 18. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/44/EG (PB L 175 van 28.6.2001, blz. 17).

(7) PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.

(8) PB L 24 van 1.2.1992, blz. 1.

(9) PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12.

(10) PB L 338 van 28.12.1994, blz. 98.