32001D0903

2001/903/EG: Besluit van de Raad van 3 december 2001 betreffende het Europees Jaar van personen met een handicap 2003

Publicatieblad Nr. L 335 van 19/12/2001 blz. 0015 - 0020


Besluit van de Raad

van 3 december 2001

betreffende het Europees Jaar van personen met een handicap 2003

(2001/903/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 13,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het bevorderen van een hoog niveau van werkgelegenheid en van sociale bescherming, en het verhogen van de levensstandaard en levenskwaliteit in de lidstaten, zijn doelstellingen van de Europese Unie.

(2) Het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van werkenden erkent de noodzaak om passende maatregelen te nemen voor de sociale en economische integratie van personen met een handicap.

(3) De resolutie van de Raad en de ministers van Onderwijs, in het kader van de Raad bijeen, van 31 mei 1990 over de integratie van gehandicapte kinderen en jongeren in het gewone onderwijs benadrukt dat "de lidstaten zijn overeengekomen waar nodig in alle gevallen die zich daartoe lenen hun inspanningen op te voeren met het oog op de integratie en op het bevorderen van de integratie van gehandicapte leerlingen en studenten in het gewone onderwijs".

(4) De resolutie van de Raad van 20 december 1996 en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende gelijke kansen voor personen met een handicap(5), en de resolutie van de Raad van 17 juni 1999 over gelijke werkgelegenheidskansen voor personen met een handicap(6) bevestigen de fundamentele mensenrechten van personen met een handicap inzake gelijke toegang tot sociaal-economische activiteiten.

(5) In de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 wordt de lidstaten verzocht om in hun werkgelegenheids-, onderwijs- en opleidings-, gezondheids- en huisvestingsbeleid meer met het aspect sociale uitsluiting rekening te houden en prioritaire acties te ontwikkelen voor specifieke doelgroepen, zoals personen met een handicap.

(6) De door de Europese Raad van Nice op 7, 8 en 9 december 2000 goedgekeurde Europese sociale agenda(7) bepaalt dat de Europese Unie "maatregelen zal ontwikkelen, met name in het kader van het Europees Jaar van personen met een handicap 2003, om personen met een handicap beter te integreren op alle gebieden van het maatschappelijk leven".

(7) In 2003 is het tien jaar geleden dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van de standaardregels betreffende het bieden van gelijke kansen voor gehandicapten heeft aangenomen, waardoor aanmerkelijke vooruitgang kon worden geboekt met een benadering van handicaps die strookt met de beginselen van de mensenrechten.

(8) Dit besluit eerbiedigt de grondrechten en de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie(8) zijn erkend. Dit besluit streeft er met name naar, de toepassing van de beginselen van non-discriminatie en integratie van personen met een handicap te bevorderen.

(9) Het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's verzoeken de Gemeenschap om haar bijdrage aan de inspanningen in de lidstaten ter bevordering van gelijke kansen voor personen met een handicap te versterken, met het oog op hun integratie in de maatschappij.

(10) De Commissie heeft op 10 mei 2000 een mededeling aangenomen met de titel "Naar een Europa zonder drempels voor mensen met een functiebeperking" waarin zij zich verbindt tot het uitwerken en steunen van een alomvattende en geïntegreerde strategie om de belemmeringen op sociaal, architectonisch en conceptueel vlak aan te pakken die gehandicapten zonder reden verhinderen aan het economische en sociale leven deel te nemen. Het Parlement heeft eenzelfde resolutie met eenparigheid van stemmen aangenomen.

(11) Het algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep waarin Richtlijn 2000/78/EG(9) voorziet, en het communautair programma ter ondersteuning en aanvulling van wetgevende maatregelen op het niveau van de Gemeenschap en de lidstaten, ingesteld bij Besluit 2000/750/EG(10), hebben ten doel de praktijken en attitudes door middel van het mobiliseren van de betrokken actoren te wijzigen en de uitwisseling van informatie en goede praktijken te bevorderen.

(12) Aangezien de uitsluiting van personen met een handicap van de arbeidsmarkt onlosmakelijk verbonden is met belemmeringen in de vorm van attitudes en een gebrek aan voorlichting over het verschijnsel "handicap", moet het inzicht van de samenleving in de rechten, behoeften en het potentieel van personen met een handicap worden vergroot en is een gemeenschappelijke inspanning van alle betrokken partners nodig voor het ontwikkelen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal en het uitwisselen van goede praktijken.

(13) Bewustmaking is in eerste instantie afhankelijk van doeltreffende maatregelen op het niveau van de lidstaten, aangevuld met gecoördineerde inspanningen op Europees niveau. Het Europees Jaar kan een katalyserende rol vervullen bij het bewustmakings- en activeringsproces.

(14) Er is behoefte aan samenhang en complementariteit met andere communautaire acties, in het bijzonder acties op het gebied van bestrijding van discriminatie en sociale uitsluiting, en ter bevordering van onderwijs, opleiding, mensenrechten en gelijkheid van vrouwen en mannen.

(15) De gezamenlijke verklaring van 20 juli 2000 bepaalt dat de begrotingsautoriteit advies uitbrengt over de vraag of de nieuwe voorstellen met gevolgen voor de begroting verenigbaar zijn met de financiële programmering, zonder dat dit beperking van de bestaande beleidslijnen tot gevolg heeft.

(16) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-Overeenkomst) voorziet in nauwere samenwerking op sociaal gebied tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die aan de Europese Economische Ruimte (EVA/EER) deelnemen anderzijds. Dit programma moet worden opengesteld voor de deelname van de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de Europa-overeenkomsten, in de aanvullende protocollen daarbij en in de besluiten van de onderscheiden associatieraden, voor de deelname van Cyprus, Malta en Turkije, op basis van aanvullende kredieten volgens met deze landen overeen te komen procedures.

(17) In dit besluit wordt een financiële referentie opgenomen in de zin van punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de betrotingsprocedure(11), hetgeen de bevoegdheden van de begrotingsautoriteiten zoals die zijn omschreven in het Verdrag onverlet laat.

(18) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk het vergroten, op Europese schaal, van het bewustzijn van het publiek van de rechten van personen met een handicap, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens, onder andere, de behoefte aan multilaterale partnerschappen, de transnationale uitwisseling van informatie en de verspreiding van goede praktijken op het niveau van de Gemeenschap beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(19) De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(12),

BESLUIT:

Artikel 1

Uitroeping van het Europees Jaar van personen met een handicap

Het jaar 2003 wordt uitgeroepen tot "Europees Jaar van personen met een handicap".

Artikel 2

Doelstellingen

De doelstellingen van het Europees Jaar van personen met een handicap zijn:

a) bewustmaking van het recht van personen met een handicap op bescherming tegen discriminatie en het volledige en gelijkwaardige genot van hun rechten;

b) aanmoediging van bezinning op en discussie over de maatregelen die nodig zijn ter bevordering van gelijke kansen voor personen met een handicap in Europa;

c) bevordering van de uitwisseling van ervaringen met goede praktijken en van op lokaal, nationaal en Europees niveau ontwikkelde doeltreffende strategieën;

d) versterking van de samenwerking tussen alle betrokken partijen, met name overheden, sociale partners, NGO's, sociale diensten, de particuliere sector, gemeenschappen, vrijwilligersorganisaties, personen met een handicap en hun gezin;

e) verbetering van de informatie over de handicap en bevordering van een positieve voorstelling van personen met een handicap;

f) bewustmaking van de verscheidenheid van personen met een handicap en van de vele vormen van handicaps;

g) bewustmaking van de talrijke vormen van discriminatie waaraan mensen met een handicap blootstaan;

h) verlening van bijzondere aandacht aan de bewustmaking van het recht van kinderen en jongeren met een handicap op gelijke behandeling in het onderwijs, zodat een volledige integratie in de samenleving wordt bevorderd en gesteund en de ontwikkeling van Europese samenwerking tussen beroepskrachten in het onderwijs aan kinderen en jongeren met een handicap wordt bevorderd, teneinde de integratie van leerlingen en studenten met specifieke behoeften in gewone of gespecialiseerde instellingen, alsook in de nationale en Europese uitwisselingsprogramma's te verbeteren.

Artikel 3

Inhoud van de maatregelen

1. De maatregelen voor het verwezenlijken van de in artikel 2 genoemde doelstellingen kunnen de ontwikkeling van of steun voor de volgende activiteiten omvatten:

a) bijeenkomsten en manifestaties;

b) voorlichtings- en promotiecampagnes in alle lidstaten van de Europese Unie;

c) samenwerking met de media;

d) enquêtes en studies op communautair niveau.

2. Nadere bijzonderheden met betrekking tot de in lid 1 genoemde maatregelen staan vermeld in de bijlage.

Artikel 4

Uitvoering op communautair niveau

De Commissie zorgt voor de uitvoering van de onder dit besluit vallende communautaire acties in overeenstemming met de bijlage.

Zij houdt regelmatig een gedachtewisseling met vertegenwoordigers van personen met een handicap op communautair niveau over de opzet, uitvoering en follow-up van het Europees Jaar van personen met een handicap. Daartoe stelt ze die vertegenwoordigers van alle relevante informatie in kennis. De Commissie brengt het uit hoofde van artikel 6, lid 1, opgerichte comité advies uit.

Artikel 5

Samenwerking en uitvoering op nationaal niveau

1. Elke lidstaat is verantwoordelijk voor de coördinatie en de uitvoering op nationaal niveau van de in dit besluit genoemde maatregelen, inclusief de selectie van projecten uit hoofde van deel B van de bijlage.

Hiertoe stelt elke lidstaat een nationaal coördinatieorgaan of een equivalent orgaan in of wijst dat aan voor de organisatie van de deelname aan het Europees Jaar van personen met een handicap. Dat orgaan moet representatief zijn voor een aantal organisaties die personen met een handicap en andere betrokkenen in deze sector vertegenwoordigen.

2. De maatregelen die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de globale subsidies die aan de lidstaten worden toegewezen ter ondersteuning van acties op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 6, lid 2. Globale subsidies worden alleen verstrekt aan publiekrechtelijke organen of organen met een door de lidstaten gegarandeerde taak op het gebied van de openbare dienstverlening.

3. Over de procedure voor de aanwending van de globale subsidies wordt een overeenkomst gesloten tussen de Commissie en de betrokken lidstaat.

In deze procedure worden, overeenkomstig het financiële reglement van 21 december 1977 dat van toepassing is op de algemene begroting van de Gemeenschappen(13), met name omschreven:

a) de uit te voeren maatregelen;

b) de criteria voor de selectie van de begunstigden;

c) de voorwaarden en de percentages van de bijstandsverlening;

d) de regelingen voor het toezicht op, de evaluatie van en de financiële controle op de globale subsidie.

Artikel 6

Comitologie

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, (hierna "het Comité" genoemd).

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7

Financiële regels

1. Acties op het niveau van de Gemeenschap, zoals beschreven in deel A van de bijlage, kunnen tot ten hoogste 80 % gesubsidieerd worden of onderdeel uitmaken van overheidsopdrachten die met middelen van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen worden gefinancierd.

2. Acties op lokaal, regionaal of nationaal niveau, eventueel met een transnationale dimensie, zoals beschreven in deel B van de bijlage, kunnen medefinanciering ontvangen met middelen van de begroting van de Europese Gemeenschappen, tot ten hoogste 50 % van de totale kosten.

Artikel 8

Procedure voor de indiening en selectie van aanvragen

1. Besluiten betreffende de financiering en medefinanciering van maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 1, worden vastgesteld volgens de raadplegingsprocedure van artikel 6, lid 2. De Commissie draagt zorg voor een evenwichtige verdeling van de middelen tussen de diverse activiteitengebieden.

2. Verzoeken om financiële steun voor acties uit hoofde van artikel 7, lid 2, worden ingediend bij de lidstaten. Aan de hand van het advies van de nationale coördinatieorganen voeren de lidstaten de selectie van de nationale coördinatieorganen uit en wijzen ze financiële bijstand aan de geselecteerde aanvragers toe overeenkomstig artikel 5, lid 3.

Artikel 9

Samenhang en complementariteit

De Commissie zorgt, in samenwerking met de lidstaten, voor samenhang tussen de in dit besluit opgenomen maatregelen en andere communautaire acties en initiatieven.

De Commissie ziet er tevens op toe dat passende maatregelen worden genomen om personen met een handicap in staat te stellen op voet van gelijkheid aan communautaire programma's en initiatieven deel te nemen.

Zij draagt ook zorg voor de optimale complementariteit tussen het Europees Jaar van personen met een handicap en andere, reeds bestaande initiatieven en hulpbronnen op communautair, nationaal en regionaal niveau, daar waar deze een bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van personen met een handicap.

Artikel 10

Deelname van de EVA-/EER-landen, de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, Cyprus, Malta en Turkije

Het Europees Jaar van personen met een handicap staat open voor deelname door de volgende landen:

a) de EVA-/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de EER-Overeenkomst;

b) de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de Europa-overeenkomsten, in de aanvullende protocollen daarbij en in de besluiten van de onderscheiden associatieraden;

c) Cyprus, Malta en Turkije, wier deelname wordt gefinancierd door middel van aanvullende kredieten overeenkomstig de met elk van deze landen overeen te komen procedures.

Artikel 11

Begroting

1. De financiële referentie voor de uitvoering van dit besluit bedraagt 12 miljoen EUR.

2. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

3. Maatregelen ter voorbereiding van het Europees Jaar van personen met een handicap kunnen vanaf 1 januari 2002 worden gefinancierd.

Artikel 12

Internationale samenwerking

In het kader van dit besluit kan de Commissie samenwerken met relevante internationale organisaties.

Artikel 13

Toezicht en evaluatie

De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2004 een verslag in bij het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling van de in dit besluit bedoelde maatregelen, inclusief een evaluatie van de uiteindelijke gevolgen van deze maatregelen. De Commissie ziet erop toe dat dit verslag wordt opgesteld in formaten die voor personen met een handicap toegankelijk zijn.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Het wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking.

Gedaan te Brussel, 3 december 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

F. Vandenbroucke

(1) PB C 240 E van 28.8.2001, blz. 160.

(2) Advies uitgebracht op 15.11.2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(3) Advies uitgebracht op 17.10.2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(4) Advies uitgebracht op 15.11.2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(5) PB C 12 van 13.1.1997, blz. 1.

(6) PB C 186 van 2.7.1999, blz. 3.

(7) PB C 157 van 30.5.2001, blz. 4.

(8) PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.

(9) PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16.

(10) PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23.

(11) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(12) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(13) PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 762/2001 (PB L 111 van 20.4.2001, blz. 1).

BIJLAGE

AARD VAN DE IN ARTIKEL 3 GENOEMDE MAATREGELEN

A. Acties op communautair niveau

1. Bijeenkomsten en manifestaties:

a) organisatie van bijeenkomsten op communautair niveau;

b) organisatie van manifestaties die het bewustzijn van de rechten van personen met een handicap vergroten, inclusief de openings- en slotconferentie van het Europees Jaar van personen met een handicap.

2. Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaande uit:

a) ontwikkeling van een logo en/of slagzinnen voor het Europees Jaar van personen met een handicap, om te gebruiken in het kader van alle activiteiten die met het Jaar verband houden;

b) een voorlichtingscampagne op communautair niveau;

c) productie van in de gehele Gemeenschap voor personen met een handicap toegankelijke instrumenten en hulpmiddelen;

d) passende initiatieven van Europese NGO's die zich met gehandicaptenproblematiek bezighouden, gericht op het verspreiden van informatie over het Europees Jaar, die met name aansluit bij de behoeften van mensen met specifieke of meervoudige handicaps en/of personen met een handicap die met veelvuldige discriminatie worden geconfronteerd;

e) organisatie van Europese wedstrijden voor het onder de aandacht brengen van de resultaten van en ervaringen met de thema's van het Europees Jaar.

De Commissie ziet erop toe dat de organisaties van personen met een handicap betrokken worden bij de totstandkoming van de tijdens de voorlichtingscampagne ontwikkelde teksten en afbeeldingen.

3. Overige acties:

Samenwerking met de media als partners voor de verspreiding van informatie over het Europees Jaar van personen met een handicap, voor de gebruikmaking van nieuwe instrumenten die deze informatie en zo mogelijk andere programma's gemakkelijker toegankelijk maken (zoals ondertiteling van gesproken woord voor slechthorenden en beeldbeschrijving voor visueel gehandicapten), en de communicatie over mensen met een handicap verbeteren;

Onderzoeken en studies op communautair niveau, met name in verband met een reeks vragen om de invloed van het Europees Jaar van personen met een handicap te beoordelen ten behoeve van een Eurobarometer-enquête, en een evaluatieverslag over de doeltreffendheid en de invloed van het Europees Jaar. Hierbij moet tevens een beoordeling worden gegeven van de maatregelen die zijn genomen om deze personen in de Gemeenschap te integreren, met name via programma's ter bevordering van zelfstandig leven.

4. Deze financiering kan bestaan uit:

- het rechtstreeks aankopen van goederen en diensten, in het bijzonder op het gebied van communicatie, via openbare en/of onderhandse aanbestedingen;

- het rechtstreeks inhuren van adviesdiensten, via openbare en/of onderhandse aanbestedingen;

- subsidies voor uitgaven in verband met speciale manifestaties op Europees niveau, gericht op het onder de aandacht brengen van het Europees Jaar en de bewustmaking van het publiek; deze financiering betreft ten hoogste 80 % van de uitgaven.

B. Acties op nationaal niveau

Acties op lokaal, regionaal, nationaal en transnationaal niveau kunnen in aanmerking komen voor financiering met middelen van de communautaire begroting tot ten hoogste 50 % van de kosten, overeenkomstig de aard en de context van hetgeen wordt voorgesteld. Deze acties kunnen omvatten:

1. manifestaties die verband houden met de doelstellingen van het Europees Jaar van personen met een handicap, inclusief een openingsmanifestatie;

2. andere voorlichtingscampagnes en acties gericht op het verspreiden van goede praktijken dan die welke beschreven worden in deel A, punt 2, van deze bijlage;

3. uitreiking van prijzen of organisatie van wedstrijden;

4. andere enquêtes en studies dan die welke genoemd worden onder deel A, punt 3.

C. Acties die niet voor financiële steun met middelen van de communautaire begroting in aanmerking komen

De Gemeenschap biedt morele ondersteuning, met inbegrip van de toestemming tot het gebruik van het logo en ander materiaal dat verband houdt met het Europees Jaar, aan initiatieven van overheidsinstanties of particuliere organisaties, wanneer die instanties en organisaties de Commissie kunnen aantonen dat de desbetreffende initiatieven in 2003 uitgevoerd zullen worden en een bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijking van één of meer doelstellingen van het Europees Jaar.

Voor de uitvoering van dit besluit kan de Commissie gebruik maken van technische en/of administratieve bijstand, in het wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden, in verband met de aanwijzing, voorbereiding, beheer, follow-up, audit en controle van de in artikel 3 bedoelde maatregelen.

De Commissie kan tevens studies verrichten, bijeenkomsten van deskundigen organiseren en voorlichtings- en publicatieacties voeren die rechtstreeks samenhangen met het doel van dit besluit.