31999R2793

Verordening (EG) nr. 2793/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van de Overeenkomst betreffende handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika

Publicatieblad Nr. L 337 van 30/12/1999 blz. 0029 - 0033


VERORDENING (EG) Nr. 2793/1999 VAN DE RAAD

van 17 december 1999

tot vaststelling van procedures voor de toepassing van de Overeenkomst betreffende handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft een Overeenkomst betreffende handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika gesloten, hierna "overeenkomst" genoemd, en bij Besluit 1999/753/EG(1) heeft hij besloten dat de overeenkomst op 1 januari 2000 voorlopig in werking treedt.

(2) De tariefpreferenties waarin de overeenkomst voorziet, zijn overeenkomstig Protocol nr. 1 van de overeenkomst, van toepassing op producten van oorsprong uit de Republiek Zuid-Afrika.

(3) Er moeten procedures worden vastgesteld voor de toepassing van sommige bepalingen van de overeenkomst.

(4) De preferentiële rechten die de Gemeenschap op grond van de overeenkomst moet toepassen, moeten normalerwijze worden berekend op basis van het conventionele recht dat volgens het gemeenschappelijk douanetarief op de betrokken producten van toepassing is; deze rechten moeten evenwel berekend worden op grond van het autonome recht wanneer op de betrokken producten geen conventioneel recht van toepassing is of wanneer het autonome recht lager is dan het conventionele recht; het is niet nodig producten die volgens het gemeenschappelijk douanetarief vrij van recht zijn onder het toepassingsgebied van deze verordening te laten vallen; de berekening dient in geen geval gebaseerd te zijn op rechten die op grond van conventionele of autonome tariefcontingenten van toepassing zijn.

(5) In de overeenkomst is bepaald dat sommige producten van oorsprong uit de Republiek Zuid-Afrika, binnen de grenzen van tariefcontingenten, tegen een verlaagd douanerecht of een nulrecht in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd; in de overeenkomst is bepaald voor welke producten en voor welke hoeveelheden deze tariefmaatregelen gelden en welke rechten daarop van toepassing zijn; de meest passende methode voor het beheer van het tariefcontingent voor producten van GN-code ex 0406 is op invoervergunningen gebaseerd en de Commissie dient met dit beheer te worden belast; de andere tariefcontingenten dienen in de regel beheerd te worden met inachtneming van de chronologische volgorde van de aanvaarding van de aangiften overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van 2 juli 1993 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek(2).

(6) Wijzigingen op de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-codes en aanpassingen aan overeenkomsten, protocollen en briefwisselingen tussen de Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika zijn geen substantiële wijzigingen; daarom moet ter wille van de eenvoud, bepaald worden dat de Commissie, bijgestaan door het Comité Douanewetboek, de maatregelen kan treffen voor de uitvoering van deze verordening overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(3).

(7) Met het oog op de fraudebestrijding, dient bepaald te worden dat toezicht dient te worden uitgeoefend op de preferentiële invoer in de Gemeenschap,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor de toepassing van het preferentiële recht krachtens de Overeenkomst wordt onder "recht dat daadwerkelijk van toepassing is" verstaan:

- het laagste recht dat is vermeld in kolom 3 of 4 van het tweede deel van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, rekening houdend met de in die kolommen genoemde toepassingsperioden(4), of

- het recht van het stelsel van algemene preferenties overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2820/98 van de Raad van 21 december 1998 houdende toepassing, voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001, van een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties(5),

indien dit lager is. Onder "recht dat daadwerkelijk van toepassing is" wordt niet verstaan een recht dat is ingesteld in het kader van een tariefcontingent op grond van artikel 26 van het Verdrag of bijlage 7 bij Verordening (EG) nr. 2658/87.

2. Voor de toepassing van de bijlage bij deze verordening wordt onder "meest begunstigde natie (MBN)" verstaan het laagste recht vermeld in kolom 3 of 4 van het tweede deel van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, rekening houdend met de in die kolommen genoemde toepassingsperioden.

3. Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 4 wordt het overeenkomstig deze verordening berekende definitieve preferentiële recht afgerond op een cijfer achter de komma.

4. Indien bij de berekening van het preferentiële recht overeenkomstig lid 3 een van de volgende resultaten wordt verkregen, wordt dit recht geacht een volledige vrijstelling te zijn:

- 1 % of minder in geval van ad valorem rechten, of

- 0,5 EUR of minder per afzonderlijk bedrag in euro in het geval van specifieke rechten.

Artikel 2

1. De douanerechten op de in de bijlage vermelde producten, van oorsprong uit de Republiek Zuid-Afrika, worden, binnen de grenzen van de in de bijlage vermelde tariefcontingenten, verlaagd tot de in die bijlage genoemde niveaus, onverminderd artikel 8.

2. Deze tariefcontingenten worden beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

3. De in de bijlage vermelde verminderingen van het recht voor de daarin genoemde tariefcontingenten worden uitgedrukt in procenten van de in artikel 1, lid 1, omschreven daadwerkelijk toegepaste rechten op producten uit Zuid-Afrika op de dag van de voorlopige inwerkingtreding van de overeenkomst.

Artikel 3

De Commissie opent elk jaar een van rechten vrijgesteld tariefcontingent voor kaas en wrongel van de GN-codes 0406 10 20, 0406 10 80, 0406 20 90, 0406 30 10, 0406 30 31, 0406 30 39, 0406 30 90, 0406 40 90, 0406 90 01, 0406 90 21, 0406 90 50, 0406 90 69, 0406 90 78, 0406 90 86, 0406 90 87, 0406 90 88, 0406 90 93 en 0406 90 99 van oorsprong uit de Republiek Zuid-Afrika. In het eerste jaar bedraagt dit tariefcontingent 5000 ton. Deze hoeveelheid wordt elk jaar met 5 % verhoogd. Het resultaat van deze berekening wordt op het volgende gehele getal afgerond.

Artikel 4

Na het eerste jaar worden de in artikel 2 bedoelde tariefcontingenten elk jaar verhoogd met het in de bijlage genoemde jaarlijkse groeipercentage. Het resultaat van de berekening wordt afgerond op het volgende volledige bedrag.

Artikel 5

Onverminderd de artikelen 2, 3 en 4 worden de wijzigingen en technische aanpassingen van deze verordening die voortvloeien uit wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-codes of uit overeenkomsten, protocollen of briefwisselingen tussen de Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika door de Commissie vastgesteld, overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, omschreven beheersprocedure.

Artikel 6

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité Douanewetboek.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op 3 maanden.

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7

1. Producten die in het vrije verkeer worden gebracht met toepassing van de bij de Overeenkomst vastgestelde preferentiële rechten, met uitzondering van die bedoeld in artikel 2, zijn aan toezicht onderworpen. De Commissie besluit in overleg met de lidstaten op welke producten dit toezicht van toepassing is.

2. Artikel 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is van toepassing.

3. De lidstaten en de Commissie werken nauw samen teneinde erop toe te zien dat deze maatregel in acht wordt genomen.

Artikel 8

De onder volgnummer 09.1825 in de bijlage vermelde tariefquota worden geopend bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst EG/Zuid-Afrika inzake wijn en gedistilleerde dranken.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

De verordening is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst(6).

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 december 1999.

Voor de Raad

De voorzitter

K. HEMILÄ

(1) PB L 311 van 4.12.1999, blz. 1.

(2) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 502/1999 (PB L 65 van 12.3.1999, blz. 1).

(3) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(4) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2261/98 (PB L 292 van 30.10.1998, blz. 1).

(5) PB L 357 van 30.12.1998, blz. 1.

(6) De datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst zal in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt door het secretariaat-generaal van de Raad.

BIJLAGE

BETREFFENDE DE IN ARTIKEL 2 BEDOELDE PRODUCTEN

Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur is de omschrijving van de producten slechts indicatief, daar het preferentiële schema, binnen het kader van deze bijlage, wordt bepaald door de strekking van de GN-codes ten tijde van de vaststelling van deze verordening. Wanneer de GN-code door de letters "ex" wordt voorafgegaan, dan wordt het preferentiële schema zowel door de GN-code als door de desbetreffende omschrijving bepaald.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>