31999R1498

Verordening (EG) nr. 1498/1999 van de Commissie van 8 juli 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad betreffende de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten

Publicatieblad Nr. L 174 van 09/07/1999 blz. 0003 - 0016


VERORDENING (EG) Nr. 1498/1999 VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 1999

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad betreffende de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1587/96(2), en met name op artikel 28,

(1) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 210/69 van de Commissie van 31 januari 1969 betreffende de wederzijdse mededeling van gegevens door de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 427/98(4), ingrijpend is gewijzigd; dat, nu deze verordening herhaaldelijk en opnieuw wordt gewijzigd, ter wille van de duidelijkheid tot de algehele omwerking ervan dient te worden overgegaan;

(2) Overwegende dat het voor de beoordeling van de productie en de marktsituatie in de sector melk en zuivelproducten noodzakelijk is dat regelmatig gegevens worden uitgewisseld over het functioneren van de in Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde interventiemaatregelen, en met name over de ontwikkeling van de voorraden van de betrokken producten, zowel bij de interventiebureaus als in particuliere opslag;

(3) Overwegende dat de steun voor tot caseïne verwerkte ondermelk en de restituties uitsluitend kunnen worden vastgesteld aan de hand van gegevens over de ontwikkeling van de prijzen in de internationale handel;

(4) Overwegende dat, om de handelsstromen nauwkeurig en regelmatig te kunnen volgen en zo de uitwerking van de restituties te kunnen beoordelen, gegevens beschikbaar moeten zijn over de uitvoer van de producten waarvoor restituties zijn vastgesteld, met name wat betreft de hoeveelheden waarvoor de restitutie bij aanbesteding wordt vastgesteld;

(5) Overwegende dat, krachtens de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde gesloten overeenkomst inzake de landbouw(5), hierna "overeenkomst inzake de landbouw" genoemd, aanvullende en meer gedetailleerde gegevens over de in- en uitvoer en met name over de aanvragen van certificaten en het gebruik ervan moeten worden verstrekt, om te garanderen dat de in het kader van de overeenkomst aangegane verbintenissen worden nageleefd; dat, ter wille van een optimale benutting van de mogelijkheden in het kader van de genoemde verbintenissen, snelle informatie over het verloop van de uitvoer volstrekt noodzakelijk is; dat, krachtens diezelfde overeenkomst, de uitvoer in het kader van de voedselhulp is vrijgesteld van de beperkingen die voor de gesubsidieerde uitvoer gelden; dat derhalve dient te worden bepaald dat in de mededelingen over de uitvoercertificaataanvragen moet worden gespecificeerd of het om certificaten gaat voor leveringen in het kader van voedselhulp;

(6) Overwegende dat bij Verordening, (EG) nr. 174/1999 van de Commissie(6) bijzondere bepalingen voor de uitvoer van kaas naar Canada, naar Zwitserland en naar de Verenigde Staten zijn vastgesteld; dat maatregelen moeten worden getroffen voor de mededeling van de desbetreffende gegevens;

(7) Overwegende dat Verordening (EG) nr. 174/1999 in een specifieke regeling voorziet inzake de toekenning van restituties voor de bestanddelen van oorsprong uit de Gemeenschap van smeltkaas die in het kader van de regeling actieve veredeling wordt vervaardigd; dat maatregelen moeten worden getroffen voor de mededeling van de desbetreffende gegevens;

(8) Overwegende dat in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 174/1999 is bepaald dat een uitvoercertificaat in bepaalde gevallen ook geldig is voor de uitvoer van een product dat onder een andere code valt dan die welke in vak 16 van het certificaat is vermeld; dat maatregelen moeten worden getroffen voor de mededeling van de desbetreffende gegevens;

(9) Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1374/98 van de Commissie(7), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1339/1999(8), is vastgesteld dat bepaalde invoercontingenten moeten worden beheerd door middel van IMA 1- certificaten die door de instanties in de derde landen worden afgegeven; dat de lidstaten de Commissie de hoeveelheden producten meedelen waarvoor invoercertificaten op basis van de IMA 1-certificaten zijn afgegeven; dat de ervaring heeft geleerd dat deze mededelingen niet altijd volstaan om het verloop van de betrokken invoer in iedere fase nauwkeurig te volgen; dat maatregelen moeten worden getroffen voor de mededeling van aanvullende gegevens;

(10) Overwegende dat de wijze van mededeling voor bepaalde gegevens dient te worden gewijzigd; dat de mededeling van deze gegevens noodzakelijk is om te kunnen nagaan of bepaalde invoercontingenten die ingevolge de overeenkomst inzake de landbouw op 1 juli 1999 beginnen, in acht worden genomen; dat de onderhavige verordening derhalve ter verzekering van de continuïteit bij het beheer van het stelsel met ingang van genoemde datum van toepassing moet zijn;

(11) Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Voorraden en interventie

Artikel 1

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op de tiende van elke maand met betrekking tot de voorafgaande maand de volgende gegevens mee:

1. Wat betreft de interventiemaatregelen op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68:

a) de hoeveelheden boter die aan het einde van de betrokken maand waren opgeslagen, alsmede de hoeveelheden die in die maand zijn in- en uitgeslagen, overeenkomstig bijlage I, deel A;

b) de onderverdeling van de in de betrokken maand uitgeslagen hoeveelheden boter naar daarvoor geldende verordening, overeenkomstig bijlage I, deel B;

c) de indeling naar ouderdom van de boter die aan het einde van de betrokken maand was opgeslagen, overeenkomstig bijlage I, deel C.

2. Wat betreft de interventiemaatregelen op grond van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 804/68, overeenkomstig bijlage II:

a) de hoeveelheden boter en room, omgerekend in boterequivalent, waarvoor in de betrokken maand opslagcontracten zijn gesloten;

b) de hoeveelheden boter en room, omgerekend in boterequivalent, waarvoor de opslagcontracten in de betrokken maand zijn verstreken;

c) de totale hoeveelheid boter en room, omgerekend in boterequivalent, waarvoor aan het einde van de betrokken maand een contract gold.

Artikel 2

De lidstaten delen uiterlijk op de tiende van elke maand met betrekking tot de aan de mededeling voorafgaande maand de volgende gegevens mee wat betreft de interventiemaatregelen op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68:

a) de hoeveelheden mageremelkpoeder die aan het einde van de betrokken maand waren opgeslagen, alsmede de hoeveelheden die in die maand zijn in- en uitgeslagen, overeenkomstig bijlage III, deel A;

b) de onderverdeling van de in de betrokken maand uitgeslagen hoeveelheden mageremelkpoeder naar daarvoor geldende verordening, overeenkomstig bijlage III, deel B;

c) de indeling naar ouderdom van de mageremelkpoeder die aan het einde van de betrokken maand was opgeslagen, overeenkomstig bijlage III, deel C.

Artikel 3

De lidstaten delen uiterlijk op de tiende van elke maand met betrekking tot de aan de mededeling voorafgaande maand de volgende gegevens mee wat betreft de interventiemaatregelen op grond van artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68:

a) de hoeveelheden van de volgende kaassoorten:

- Grana Padano,

- Parmigiano Reggiano,

- Provolone,

waarvoor aan het begin van de betrokken maand een contract gold:

b) de hoeveelheden kaas waarvoor in de betrokken maand opslagcontracten zijn gesloten, onderverdeeld naar de onder a) bedoelde categorieën;

c) de hoeveelheden kaas waarvoor de opslagcontracten in de betrokken maand zijn verstreken, onderverdeeld naar de onder a) bedoelde categorieën;

d) de hoeveelheden kaas waarvoor aan het einde van de betrokken maand contracten golden, onderverdeeld naar de onder a) bedoelde categorieën.

Artikel 4

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a) "ingeslagen hoeveelheden": de hoeveelheden die werkelijk zijn opgeslagen en die al dan niet door het interventiebureau zijn overgenomen;

b) "uitgeslagen hoeveelheden": de hoeveelheden die zijn afgehaald of, wanneer zij door de koper zijn overgenomen voordat zij zijn afgehaald, de hoeveelheden die zijn overgenomen.

HOOFDSTUK II

Steun voor ondermelk en mageremelkpoeder

Artikel 5

De lidstaten delen de Commissie de volgende gegevens mee:

1. Wat betreft de steun die op grond van artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68 wordt toegekend voor ondermelk die voor voederdoeleinden wordt gebruikt:

a) uiterlijk op de twintigste van iedere maand met betrekking tot de aan de mededeling voorafgaande maand:

i) de hoeveelheden in zuivelfabrieken geproduceerde en verwerkte ondermelk die zijn verkocht aan landbouwbedrijven waar de melk voor voederdoeleinden wordt gebruikt, en waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd;

ii) de hoeveelheden ondermelk die voor voederdoeleinden worden gebruikt en waarvoor aan de zuivelfabrieken room is geleverd;

iii) de hoeveelheden ondermelk die zijn gebruikt voor de vervaardiging van mengvoeders en waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd;

b) uiterlijk op 30 januari van ieder jaar voor het aan de mededeling voorafgaande jaar, de hoeveelheden ondermelk die in de landbouwbedrijven waar de melk is geproduceerd, voor voederdoeleinden worden gebruikt en waarvoor op grond van artikel 10, lid l, van Verordening (EEG) nr. 804/68 steun is aangevraagd.

2. Wat betreft de steun die wordt toegekend op grond van artikel 10, lid l, van Verordening (EEG) nr. 804/68 voor mageremelkpoeder die voor voederdoeleinden wordt gebruikt, uiterlijk op de twintigste van iedere maand met betrekking tot de aan de mededeling voorafgaande maand:

a) de hoeveelheden gedenatureerde mageremelkpoeder waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd, met uitsluiting van de onder c) bedoelde hoeveelheden;

b) de hoeveelheden mageremelkpoeder die voor de vervaardiging van mengvoeders zijn gebruikt en waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd, met uitsluiting van de onder c) bedoelde hoeveelheden;

c) de hoeveelheden mageremelkpoeder die overeenkomstig artikel 3, lid 1, derde streepje, van Verordening (EEG) nr. 986/68 van de Raad(9), zijn gedenatureerd of tot mengvoeders zijn verwerkt op het grondgebied van een andere lidstaat, met opgave van de lidstaat van verwerking.

3. Wat betreft de steun die wordt toegekend op grond van artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 804/68 voor tot caseïne verwerkte ondermelk, uiterlijk op de twintigste van iedere maand met betrekking tot de aan de mededeling voorafgaande maand, de hoeveelheden ondermelk waarvoor in de betrokken maand steun is aangevraagd. Deze hoeveelheden worden onderverdeeld naar de kwaliteit van de geproduceerde caseïnes of caseïnaten.

HOOFDSTUK III

Prijzen

Artikel 6

1. De lidstaten delen de Commissie de volgende gegevens mee:

a) via het systeem "Interactive Data Entry System" (IDES): wekelijks en uiterlijk op donderdag, de prijzen (exclusief belasting) die op hun grondgebied voor de in bijlage IV bedoelde producten golden, met vermelding van het handelsstadium (prijs af fabriek, groothandelsprijs, kleinhandelsprijs) en de kenmerken van het product;

b) per fax: uiterlijk op de 25e dag van elke maand, de recentste prijzen voor caseïne en caseïnaten die op de wereldmarkt en in de Gemeenschap golden, met vermelding van het handelsstadium.

2. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te garanderen dat voor de mededelingen over de in de Gemeenschap geldende prijzen zo recent, representatief, juist en volledig mogelijke gegevens worden verkregen.

HOOFDSTUK IV

Handelsverkeer

AFDELING 1

Invoer

Artikel 7

De lidstaten delen de Commissie via het IDES-systeem of, wanneer dat niet mogelijk is, per fax de volgende gegevens mee:

1. uiterlijk op de tiende dag van elke maand met betrekking tot de voorafgaande maand: de geproduceerde hoeveelheden waarvoor in het kader van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1374/98 invoercertificaten zijn afgegeven, onderverdeeld op basis van de GN-code en de code van het land van oorsprong (IDES-computercode 6);

2. uiterlijk op de tiende dag van de maand volgende op de maand van afgifte: de geproduceerde hoeveelheden waarvoor in het kader van hoofdstuk II, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 1374/98, invoercertificaten zijn afgegeven, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong (IDES-computercode 7);

3. uiterlijk op de tiende dag van elke maand met betrekking tot de voorafgaande maand: de geproduceerde hoeveelheden waarvoor in het kader van hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1374/98 invoercertificaten zijn afgegeven, inclusief de in artikel 23 van die verordening bedoelde producten van de GN-codes 0406 90 02 tot en met 0406 90 06, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong (IDES-computercode 6);

4. uiterlijk op de tiende van de maand volgende op de maand van afgifte: de geproduceerde hoeveelheden waarvoor in het kader van Verordening (EG) nr. 2508/97 van de Commissie(10) invoercertificaten zijn afgegeven, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van oorsprong (IDES-computercode 5);

5. uiterlijk op de tiende dag van elke maand met betrekking tot de voorafgaande maand: de geproduceerde hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van het land van oorsprong, waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven waarop de in het gemeenschappelijk douanetarief bedoelde niet-preferentiële rechten van toepassing zijn (IDES-computercode 8).

In voorkomend geval delen de lidstaten de Commissie mee dat voor de vorige maand geen certificaten zijn afgegeven.

Artikel 8

De lidstaten delen de Commissie vóór 1 april met betrekking tot het voorafgaande jaar, met behulp van het model in bijlage V, de volgende, op basis van de GN-code onderverdeelde gegevens mee inzake de invoercertificaten die na overlegging van een IMA 1-certificaat zijn afgegeven, voorzover dit certificaat inachtneming van een quotum in het kader van hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 1374/98 garandeert, met vermelding van de nummers van de IMA 1-certificaten:

a) de hoeveelheid producten waarvoor het certificaat is afgegeven en de datum waarop het invoercertificaat is afgegeven;

b) de hoeveelheid producten waarvoor de zekerheid is vrijgegeven.

AFDELING 2

Uitvoer

Artikel 9

De lidstaten delen de Commissie de volgende gegevens mee:

1. elke werkdag vóór 18.00 uur, de volgende hoeveelheden, met uitzondering van de hoeveelheden waarvoor hetzij uitvoercertificaten zonder restitutie, hetzij uitvoercertificaten voor leveringen voor voedselhulp in de zin van artikel 10, lid 4, van de in het kader van de Uruguayronde overeengekomen overeenkomst inzake de landbouw, zijn aangevraagd:

a) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties en op basis van de code van het land van bestemming, waarvoor op die dag zelf certificaten zijn aangevraagd:

i) als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 174/1999, met uitzondering van die als bedoeld in artikel 17 van de genoemde verordening (IDES-computercode 1);

ii) als bedoeld in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 174/1999 (IDES-computercode 9);

in voorkomend geval, het feit dat geen certificaten zijn aangevraagd;

b) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties en op basis van de code van het land van bestemming, waarvoor op die dag zelf voorlopige certificaten als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 174/1999 zijn aangevraagd, met vermelding van de uiterste datum voor deelneming aan de inschrijving en de hoeveelheid producten waarop het bericht van inschrijving betrekking heeft of, ingeval van een inschrijving die is gehouden door de strijdkrachten in de zin van artikel 36, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie(11), zonder dat daarbij de hoeveelheid is gespecificeerd, de bij benadering vastgestelde hoeveelheid, onderverdeeld als bedoeld hierboven (IDES-computercode 2);

c) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties en op basis van de code van het land van bestemming, waarvoor op die dag certificaten als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 174/1999 definitief zijn afgegeven of geannuleerd, met vermelding van de instantie waarvan de inschrijving uitgaat, en van de datum en de hoeveelheid van het voorlopige certificaat;

2. vóór de zestiende van elke maand, met betrekking tot de voorafgaande maand:

a) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, waarvoor de certificaataanvragen op grond van artikel 10, lid 3, eerste alinea, onder b), van Verordening (EG) nr. 174/1999 zijn geannuleerd, met vermelding van de restitutie per eenheid;

b) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, waarvoor de certificaten zijn teruggegeven voordat de geldigheidsduur ervan was verstreken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de teruggegeven hoeveelheden in het kader van de op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 afgegeven definitieve certificaten en de andere hoeveelheden, met vermelding van de restitutie per eenheid;

c) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, die na het verstrijken van de geldigheidsduur van de betrokken certificaten niet zijn uitgevoerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de niet-uitgevoerde hoeveelheden in het kader van de op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 afgegeven definitieve certificaten en de andere hoeveelheden, met vermelding van de restitutie per eenheid;

d) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, waarvoor op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 definitieve certificaten zijn afgegeven;

e) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties en op basis van de code van het land van bestemming, waarvoor uitvoercertificaten zijn aangevraagd voor leveringen voor voedselhulp in de zin van artikel 10, lid 4, van de in het kader van Uruguayronde overeengekomen overeenkomst inzake de landbouw;

f) de hoeveelheden zuivelproducten, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van herkomst, waarop geen van de in artikel 23, lid 2, van het Verdrag bedoelde situaties van toepassing is, en die zijn ingevoerd om te worden gebruikt voor de vervaardiging van producten van GN-code 0406 30, overeenkomstig artikel 11, lid 6, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 800/1999, en waarvoor de in artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 174/1999 genoemde machtiging is verleend;

g) de hoeveelheden waarvoor toepassing van artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 174/ 1999 is goedgekeurd, met vermelding van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties als bedoeld in vak 16 van het afgegeven uitvoercertificaat, en van de code van het daadwerkelijk uitgevoerde product;

3. vóór de zestiende van elke maand met betrekking tot maand n-4:

a) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de GN-code en op basis van de code van het land van bestemming, waarvoor de formaliteiten voor uitvoer zonder restitutie zijn vervuld;

b) de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, waarop het bepaalde in artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 800/1999 is toegepast, voorzover de toegepaste restitutie per eenheid verschilt van de op het certificaat aangegeven restitutie, met vermelding van de verschillen tussen de restitutie voor de in het certificaat aangegeven bestemming en die welke daadwerkelijk is toegepast;

4. vóór de zestiende van elke maand met betrekking tot de voorgaande maand: de hoeveelheden, onderverdeeld op basis van de GN-code of, in voorkomend geval, op basis van de code van de zuivelproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, waarvoor certificaten zonder restitutieaanvraag zijn aangevraagd, als bedoeld in:

a) artikel 18 van Verordening (EG) nr. 174/1999;

b) artikel 19 van Verordening (EG) nr. 174/1999;

5. de in punt l, onder a) en b), bedoelde gegevens, indien mogelijk via IDES en anders per fax: de andere gegevens per fax of per telex.

AFDELING 3

Veredelingsverkeer

Artikel 10

De lidstaten delen de Commissie vóór de zestiende van elke maand met betrekking tot maand n-2 de op basis van de GN-code en op basis van het land van oorsprong onderverdeelde hoeveelheid mee van de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde producten die zijn bestemd voor de vervaardiging van in dat artikel bedoelde producten of van in de bijlage bij die verordening bedoelde goederen, vallende onder de regeling actieve veredeling die is vastgesteld bij artikel 114 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad(12), met uitzondering van de in artikel 9, lid 2, onder f), bedoelde gegevens.

HOOFDSTUK V

Algemene en slotbepalingen

Artikel 11

De Commissie houdt de door de lidstaten aan haar verstrekte gegevens ter beschikking van de lidstaten.

Artikel 12

Verordening (EEG) nr. 210/69 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Verordening (EEG) nr. 210/69 blijft van toepassing op de maandelijkse mededelingen van de gegevens met betrekking tot de periode die aan de toepassing van deze verordening voorafgaat.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 148 van 28.6.1968, blz. 13.

(2) PB L 206 van 16.8.1996, blz. 21.

(3) PB L 28 van 5.2.1969, blz. 1.

(4) PB L 53 van 24.2.1998, blz. 6.

(5) PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1.

(6) PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8.

(7) PB L 185 van 30.6.1998, blz. 21.

(8) PB L 159 van 25.6.1999, blz. 22.

(9) PB L 169 van 18.7.1968, blz. 4.

(10) PB L 345 van 16.12.1997, blz. 31.

(11) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

(12) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

BIJLAGE I

A. Toepassing van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1498/1999

>PIC FILE= "L_1999174NL.000802.EPS">

B. Toepassing van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1498/1999

>PIC FILE= "L_1999174NL.000901.EPS">

C. Toepassing van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1498/1999

>PIC FILE= "L_1999174NL.001001.EPS">

BIJLAGE II

Toepassing van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1498/1999

>PIC FILE= "L_1999174NL.001102.EPS">

BIJLAGE III

A. Toepassing van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1498/1999

>PIC FILE= "L_1999174NL.001202.EPS">

B. Toepassing van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1498/1999

>PIC FILE= "L_1999174NL.001301.EPS">

C. Toepassing van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1498/1999

>PIC FILE= "L_1999174NL.001401.EPS">

BIJLAGE IV

Lijst van de in artikel 6, lid 1, onder a), bedoelde producten

1. Weipoeder

2. Mageremelkpoeder

3. Volle melkpoeder

4. Gecondenseerde melk, niet gezoet

5. Gecondenseerde melk, gezoet

6. Boter

7. Butteroil

8. Emmental

9. Blauw-groen geaderde kaas

10. Grana Padano

11. Parmigiano Reggiano

12. Andere Grana-kazen

13. Pecorino (romano, sardo)

14. Andere Pecorino-kazen

15. Manchego

16. Cheddar

17. Provolone

18. Asiago

19. Gouda

20. Edam

21. Danbo, Samsø, Svenbo

22. Kasseri

23. Mozzarella

24. Havarti, Tilsit

25. Butterkäse

26. Esrom

27. Italico

28. Saint-Paulin

29. Cantal

30. Ricotta, gezouten

31. Feta

32. Lactose

NB:

Waar nodig voor het betrokken product de volgende gegevens vermelden:

- Samenstelling (vetgehalte, gehalte aan droge stof, vochtgehalte berekend op de vetvrije kaasmassa)

- Kwaliteitsklasse

- Ouderdom of rijpingstijd

- Presentatie en verpakking

- Andere essentiële kenmerken

- Opmerkingen met betrekking tot de mate waarin de meegedeelde prijzen representatief zijn

BIJLAGE V

>PIC FILE= "L_1999174NL.001602.EPS">