31999R0933

Verordening (EG) nr. 933/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk

Publicatieblad Nr. L 117 van 05/05/1999 blz. 0001 - 0004


VERORDENING (EG) Nr. 933/1999 VAN DE RAAD

van 29 april 1999

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3),

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag(4),

(1) Overwegende dat het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk bij Verordening (EEG) nr. 1210/90(5) zijn opgericht; dat artikel 20 daarvan bepaalt dat de Raad uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van de verordening, op basis van een verslag van de Commissie dat vergezeld gaat van passende voorstellen, een besluit neemt over de verdere taken van het Agentschap; dat de verordening volgens artikel 21 de dag na het besluit van de bevoegde autoriteiten over de vestigingsplaats van het Agentschap in werking treedt; dat dit besluit op 29 oktober 1993 is genomen;

(2) Overwegende dat de Commissie in haar mededeling COM(95) 325 def. de redenen geeft waarom het in artikel 20 bedoelde verslag moest worden uitgesteld en dat de Raad op 9 november 1995 van mening was dat een besluit over verdere taken van het Europees Milieuagentschap voorbarig is, zolang het niet twee jaar volledig heeft gefunctioneerd en voordat zijn netwerk volledig tot stand is gekomen;

(3) Overwegende dat het Europees Milieuagentschap goede vooruitgang heeft geboekt bij het realiseren van zijn doelstellingen en het volbrengen van zijn taken, inclusief het opzetten van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk;

(4) Overwegende dat de taken en het werkterrein omvangrijk zijn en zowel een consolidatie van het reeds verrichte werk als verder werk vergen;

(5) Overwegende dat de hoofdtaak van het Agentschap erin bestaat te fungeren als archief en bron van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over de toestand en de trends van het milieu;

(6) Overwegende dat alle nieuwe aan het Agentschap toegewezen taken de genoemde hoofdtaak moeten aanvullen en versterken;

(7) Overwegende dat het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, overeenkomstig Verordening nr. 2965/94, belast is met de vertaling van de documenten van het Europees Milieuagentschap(6);

(8) Overwegende dat de organisatie en structuur van het Agentschap moeten worden verbeterd en verduidelijkt in het licht van de ervaringen die in de eerste jaren van de werking ervan zijn opgedaan;

(9) Overwegende dat de raad van bestuur van het Agentschap rekening moet houden met de uiteenlopende geografische omstandigheden in de Gemeenschap door de thematische centra op passende wijze te spreiden;

(10) Overwegende dat het Agentschap kan samenwerken met instellingen in derde landen om de gegevens te verkrijgen die het nodig heeft voor de voltooiing van zijn werkprogramma;

(11) Overwegende dat de toekomstige evaluaties van de prestaties en taken van het Agentschap moeten samenvallen met de vijfjarige cyclus van het meerjarenprogramma;

(12) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1210/90 dienovereenkomstig moet worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING AANGENOMEN:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1210/90 wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 1, lid 2, wordt het eerste deel vervangen door:

"2. Om de bij het Verdrag en de achtereenvolgende communautaire milieuactieprogramma's vastgestelde doelstellingen op het gebied van bescherming en verbetering van het milieu alsmede duurzame ontwikkeling te verwezenlijken, wordt ernaar gestreefd de Gemeenschap en de lidstaten:";

2. artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) de punten ii), iii), en vi) worden vervangen door het volgende:

"ii) - de Gemeenschap en de lidstaten voorzien van de objectieve informatie die noodzakelijk is voor het bepalen en uitvoeren van een oordeelkundig en doeltreffend milieubeleid; daartoe met name aan de Commissie de nodige informatie verschaffen zodat zij haar taken op het gebied van het identificeren, voorbereiden en evalueren van milieumaatregelen en -wetgeving succesvol kan uitvoeren;

- assistentie verlenen bij het controleren van milieumaatregelen via aangepaste steun ten behoeve van de rapportering (ook door deelneming aan de opstelling van vragenlijsten, de verwerking van rapporten van de lidstaten en de verspreiding van de resultaten) overeenkomstig zijn meerjarenprogramma teneinde de rapportage te coördineren;

- afzonderlijke lidstaten op verzoek van advies dienen, wanneer dat strookt met zijn jaarprogramma, over het ontwerpen, opzetten en uitbreiden van hun systemen voor de controle op milieumaatregelen, mits die activiteiten de volvoering van de andere in dit artikel genoemde taken niet in gevaar brengt. Dit advies kan op uitdrukkelijk verzoek van lidstaten ook evaluatie door deskundigen op het betrokken vakgebied (peer reviews) omvatten;

iii) registreren, compileren en evalueren van gegevens betreffende de toestand van het milieu, opstellen van deskundigenrapporten betreffende kwaliteit, gevoeligheid en belasting van het milieu op het grondgebied van de Gemeenschap, aanleggen van uniforme criteria voor de evaluatie van milieu-informatie in alle lidstaten, verdere ontwikkeling en behoud van een referentiecentrum van milieu-informatie. De Commissie maakt van deze informatie gebruik bij haar opdracht om de tenuitvoerlegging van de communautaire milieuwetgeving te verzekeren;";

"vi) om de vijf jaar een rapport over de toestand van het milieu en de tendensen en vooruitzichten op milieugebied publiceren, aangevuld met indicatorrapporten over specifieke vraagstukken;";

b) de volgende punten worden toegevoegd:

"xi) zorgen voor een ruime verspreiding van betrouwbare en vergelijkbare milieu-informatie, met name over de toestand van het milieu, onder het grote publiek en daartoe het gebruik van nieuwe telematicatechnologieën bevorderen;

xii) de Commissie assisteren bij de uitwisseling van informatie over de ontwikkeling van methodieken en beste praktijken voor milieubeoordelingen;

xiii) de Commissie assisteren bij de verspreiding van informatie over de resultaten van relevant milieuonderzoek in een vorm die de beleidsontwikkeling het beste dient.";

3. artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt op een nieuwe regel het volgende toegevoegd:

"en die aspecten in de context van een duurzame ontwikkeling kunnen worden geplaatst.";

b) in lid 2 wordt

i) in de tweede alinea het achtste streepje vervangen door het volgende:

"- bescherming van de kust en de zee.";

ii) de vijfde alinea wordt geschrapt;

c) het volgende lid wordt toegevoegd:

"3. Het Agentschap kan ook samenwerken bij de uitwisseling van informatie met andere organisaties, waaronder het IMPEL-net.

Het Agentschap vermijdt dat zijn werk de door andere instellingen en organisaties reeds ondernomen activiteiten overlapt.";

4. artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd: "De lidstaten houden het Agentschap op de hoogte van de voornaamste bestanddelen van hun nationale milieu-informatienetwerken. De lidstaten werken zo nodig samen met het Agentschap en dragen bij tot het werk van het Europees milieuobservatie- en milieu-informatienetwerk, overeenkomstig het werkprogramma van het Agentschap, door in het gehele land gegevens te vergaren, met elkaar te vergelijken en te analyseren. De lidstaten kunnen zich ook verenigen om daarbij op transnationaal niveau samen te werken.";

b) in lid 4, tweede zin, worden de woorden "voor een bepaald geografisch gebied" geschrapt;

c) in lid 5 wordt de tweede alinea vervangen door het volgende: "De thematische centra worden aangewezen door de raad van bestuur, als omschreven in artikel 8, lid 1, voor een periode die niet langer is dan de looptijd van elk meerjarig werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 4. Deze aanwijzing kan echter worden verlengd.";

5. artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door het volgende:

"1. Het Agentschap heeft een raad van bestuur bestaande uit één vertegenwoordiger van iedere lidstaat en twee vertegenwoordigers van de Commissie. Bovendien kan er een vertegenwoordiger zijn van ieder ander land dat deelneemt aan het Agentschap, overeenkomstig de toepasselijke bepalingen.";

b) in lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd: "De raad van bestuur verkiest een bureau waaraan hij uitvoeringsbesluiten kan delegeren volgens het reglement dat hij vaststelt.";

c) de leden 3 en 4 worden vervangen door het volgende:

"3. De besluiten van de raad van bestuur worden met een meerderheid van twee derden van zijn leden genomen.

4. De raad van bestuur neemt op basis van een ontwerp dat de in artikel 9 bedoelde uitvoerend directeur na raadpleging van het in artikel 10 bedoelde wetenschappelijk comité en na advies van de Commissie heeft voorgelegd, een meerjarig werkprogramma aan waarin wordt uitgegaan van de in artikel 3, lid 2, beschreven prioritaire thema's. Het meerjarige werkprogramma bevat een meerjarige begrotingsraming, onverminderd de jaarlijkse begrotingsprocedure van de Gemeenschap.";

d) in lid 6, eerste zin, wordt het zinsdeel "jaarlijks uiterlijk op 31 januari" vervangen door "jaarlijks uiterlijk op 31 maart";

6. artikel 9, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a) het vijfde streepje wordt vervangen door het volgende:

"- voor alle personeelsaangelegenheden, voor de uitvoering van de in artikel 8, leden 4 en 5, bedoelde taken.";

b) het zesde streepje wordt geschrapt;

7. artikel 10, lid 2, wordt vervangen door het volgende:

"2. Het wetenschappelijk comité bestaat uit leden die bijzonder gekwalificeerd zijn op milieugebied en door de raad van bestuur worden aangewezen voor een periode van vier jaar, die eenmaal met vier jaar kan worden verlengd, waarbij onder andere rekening wordt gehouden met de wetenschapsgebieden die in het comité vertegenwoordigd moeten zijn ter ondersteuning van het Agentschap op de gebieden waarop het werkzaam is. In het in artikel 8, lid 2, bedoelde reglement van orde wordt de werking van het comité geregeld.";

8. artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a) de volgende alinea wordt ingevoegd:

"2a. Op gebieden van gemeenschappelijk belang kan het Agentschap samenwerken met instellingen in landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschappen, maar die gegevens, informatie en deskundigheid of methodieken voor het verzamelen, analyseren en evalueren van gegevens ter beschikking kunnen stellen die van gemeenschappelijk belang en voor de succesvolle uitvoering van het werk van het Agentschap noodzakelijk zijn.";

b) lid 3 wordt vervangen door het volgende:

"3. Bij de in de leden 1, 2 en 2a bedoelde samenwerking wordt met name rekening gehouden met de noodzaak overlappingen te vermijden.";

9. artikel 20 wordt vervangen door het volgende:

"1. Het Agentschap evalueert voor 15 september 1999 zijn prestaties en efficiëntie en legt een rapport voor aan de raad van bestuur, de Commissie, de Raad en het Europees Parlement.

2. De Raad evalueert uiterlijk op 31 december 2003 op basis van een verslag van de Commissie de resultaten van het Agentschap en de taken die het op zich heeft genomen overeenkomstig het algemene milieubeleid van de Gemeenschap.";

10. in de bijlage, onder B, wordt punt 1 vervangen door het volgende:

"1. Het Agentschap maakt zoveel mogelijk gebruik van gegevens die verzameld zijn via de officiële statistiekdiensten van de Gemeenschap. Die gegevens vloeien voort uit de werkzaamheden van Eurostat en de nationale statistiekdiensten op het gebied van de verzameling, validering en verspreiding van sociale en economische statistieken, met inbegrip van nationale rekeningen en aanverwante informatie. Het Agentschap maakt in het bijzonder gebruik van werk dat krachtens Beschikking 94/808/EEG(7) door Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek is uitgevoerd op het gebied van statistieken met betrekking tot a) menselijke activiteiten die druk op het milieu uitoefenen, en b) economische en sociale reacties op die druk.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 29 april 1999.

Voor de Raad

De voorzitter

W. MÜLLER

(1) PB C 255 van 20.8.1997, blz. 9 en PB C 123 van 22.4.1998, blz. 6.

(2) PB C 73 van 9.3.1998, blz. 103.

(3) PB C 180 van 11.6.1998, blz. 32.

(4) Advies uitgebracht door het Europees Parlement op 18 februari 1998 (PB C 80 van 16.3.1998, blz. 134), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 juli 1998 (PB C 364 van 25.11.1998, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 9 februari 1999 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(5) PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1.

(6) PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1. Verordening als gewijzigd bij Verordening nr. 2610/95 (PB L 268 van 10.11.1995, blz. 1).

(7) Beschikking 94/808/EEG van de Raad van 15 december 1994 tot vaststelling van een vierjarenprogramma (1994-1997) met het oog op de ontwikkeling van de milieucomponent van de communautaire statistieken (PB L 328 van 20.12.1994, blz. 58).