31999L0019

Richtlijn 1999/19/EG van de Commissie van 18 maart 1999 tot wijziging van Richtlijn 97/70/EG van de Raad betreffende de invoering van een geharmoniseerde veiligheidsregeling voor vissersvaartuigen waarvan de lengte 24 m of meer bedraagt (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 083 van 27/03/1999 blz. 0048 - 0049


RICHTLIJN 1999/19/EG VAN DE COMMISSIE van 18 maart 1999 tot wijziging van Richtlijn 97/70/EG van de Raad betreffende de invoering van een geharmoniseerde veiligheidsregeling voor vissersvaartuigen waarvan de lengte 24 m of meer bedraagt (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 97/70/EG van de Raad van 11 december 1997 betreffende de invoering van een geharmoniseerde veiligheidsregeling voor vissersvaartuigen waarvan de lengte 24 m of meer bedraagt (1), inzonderheid op artikel 8,

(1) Overwegende dat de Commissie de bepalingen over hoofdstuk IX in bijlage II van Richtlijn 97/70/EG heeft onderzocht waar het de toepassing ervan betreft op nieuwe vissersvaartuigen met een lengte begrepen tussen 24 en 45 meter, daarbij rekening houdend met de beperkte afmetingen van deze vaartuigen en het aantal opvarenden;

(2) Overwegende dat dit onderzoek heeft uitgewezen dat er, voor zover dergelijke vaartuigen zich uitsluitend in vaargebied A1 ophouden, op het stuk van radioverbindingen een gelijkwaardig veiligheidsniveau kan worden gegarandeerd door als eis te stellen dat het schip in plaats van een " Emergency Position Indicating Radio Beacon" (EPIRB) een aanvullende VHF-radio met "Digital Selective Calling" (DSC) aan boord moet hebben;

(3) Overwegende dat in het licht van dit onderzoek bijlage II van Richtlijn 97/70/EG dient te worden gewijzigd;

(4) Overwegende dat de wijziging in overeenstemming is met de richtsnoeren voor de deelneming van niet-SOLAS-vaartuigen aan het wereldwijd maritiem nood- en veiligheidssysteem ("Global Maritime Distress and Safety System" GMDSS), als vastgesteld door de maritieme veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie bij Circulaire 803 van 9 juni 1997;

(5) Overwegende dat de bepalingen van de onderhavige richtlijn in overeenstemming zijn met het advies van het bij artikel 12 van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (2), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/74/EG van de Commissie (3), in het leven geroepen comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage II bij Richtlijn 97/70/EG wordt onder het hoofd "Hoofdstuk IX: Radiocommunicatie", het volgende toegevoegd:

"Voorschrift 7: Radioapparatuur - vaargebied A1

De volgende nieuwe paragraaf (4) invoegen:

"Onverminderd de bepalingen van voorschrift 4, onder a), mag de regering nieuwe vissersvaartuigen waarvan de lengte ten minste 24 maar minder dan 45 m bedraagt en welke zich uitsluitend in vaargebied A1 ophouden, ontheffen van het voorschrift 6, paragraaf 1, onder f), en voorschrift 7, paragraaf 3, mits deze zijn uitgerust met een VHF-radio-installatie als bepaald bij voorschrift 6, paragraaf 1, onder a), alsmede met een aanvullende VHF-radio-installatie met DSC voor de verzending van noodsignalen van schip naar kust als bepaald bij voorschrift 7, paragraaf 1, onder a)."".

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 mei 2000 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 maart 1999.

Voor de Commissie

Neil KINNOCK

Lid van de Commissie

(1) PB L 34 van 9. 2. 1998, blz. 1.

(2) PB L 247 van 5. 10. 1993, blz. 19.

(3) PB L 276 van 13. 10. 1998, blz. 7.