31999D0602

1999/602/EG, EGKS, Euratom: Besluit van de Raad en de Commissie van 31 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds

Publicatieblad Nr. L 239 van 09/09/1999 blz. 0001 - 0002


BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE

van 31 mei 1999

betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds

(1999/602/EG, EGKS, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 44, lid 2, artikel 47, lid 2, laatste zin, artikel 55, artikel 57, lid 2, artikel 71, artikel 80, lid 2, artikel 93, artikel 94, artikel 133 en artikel 308 juncto artikel 300, lid 2, tweede alinea, en lid 3, tweede alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op artikel 95,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 101, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de instemming van het Europees Parlement(1),

Na raadpleging van het Raadgevend Comité van de EGKS en met instemming van de Raad,

Gezien de goedkeuring van de Raad overeenkomstig het bepaalde in artikel 101 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

(1) Overwegende dat de sluiting van de op 22 april 1996 te Luxemburg ondertekende Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, zal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Gemeenschap;

(2) Overwegende dat deze overeenkomst beoogt de banden te versterken die met name tot stand zijn gebracht bij de op 18 december 1989 ondertekende en bij Besluit 90/116/EEG(2) goedgekeurde Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking;

(3) Overwegende dat bepaalde in de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking vervatte verbintenissen die buiten de werkingssfeer van de handelspolitiek van de Gemeenschap vallen, van invloed zijn of kunnen zijn op de regeling die is ingesteld bij communautaire besluiten die op de gebieden recht van vestiging, vervoer en behandeling van bedrijven zijn aangenomen;

(4) Overwegende dat de overeenkomst voor de Europese Gemeenschap bepaalde verplichtingen inhoudt op het gebied van het kapitaalverkeer en betalingen tussen de Gemeenschap en de Republiek Armenië;

(5) Overwegende voorts dat, aangezien de overeenkomst van invloed is op Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten(3), alsmede op Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten(4), die op artikel 100 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gebaseerd zijn, dit artikel als rechtsgrond moet worden aangehaald;

(6) Overwegende dat sommige bepalingen van de overeenkomst voor de Gemeenschap verplichtingen inhouden op het gebied van het verrichten van diensten die het grensoverschrijdende kader te buiten gaan;

(7) Overwegende dat het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voor een aantal door de Gemeenschap ten uitvoer te leggen bepalingen van de overeenkomst, niet in specifieke handelingsbevoegdheden voorziet; dat derhalve gebruik dient te worden gemaakt van artikel 308 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

BESLUITEN:

Artikel 1

De Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, alsmede het protocol, de verklaringen en de briefwisseling worden namens de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie goedgekeurd.

Deze teksten zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

1. Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de samenwerkingsraad en in het samenwerkingscomité wanneer dit optreedt met machtiging van de samenwerkingsraad, wordt door de Raad vastgesteld, op een voorstel van de Commissie of, indien van toepassing, door de Commissie, telkens in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

2. Overeenkomstig artikel 79 van de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking, zit de voorzitter van de Raad de samenwerkingsraad voor en brengt hij het standpunt van de Gemeenschap naar voren. Een vertegenwoordiger van de Commissie zit het samenwerkingscomité voor, overeenkomstig het reglement van orde van het comité, en brengt het standpunt van de Gemeenschap naar voren.

3. Het besluit om de aanbevelingen van de samenwerkingsraad en het samenwerkingscomité in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend te maken, wordt per geval door respectievelijk de Raad en de Commissie genomen.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 101 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving namens de Europese Gemeenschap. De voorzitter van de Commissie verricht die kennisgeving namens de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Gedaan te Brussel, 31 mei 1999.

Voor de Commissie

De voorzitter

J. SANTER

Voor de Raad

De voorzitter

O. SCHILY

(1) PB C 115 van 14.4.1997, blz. 190.

(2) PB L 68 van 15.3.1990, blz. 1.

(3) PB L 225 van 20.8.1990, blz. 1.

(4) PB L 225 van 20.8.1990, blz. 6.