31999D0163

1999/163/EG: Beschikking van de Commissie van 17 februari 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen tegen trichinose (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 331) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 054 van 02/03/1999 blz. 0019 - 0020


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 februari 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen tegen trichinose (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 331) (Voor de EER relevante tekst) (1999/163/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/43/EG (2), en met name op artikel 18,

Gelet op Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/43/EG, en met name op artikel 19,

(1)Overwegende dat zich onlangs gevallen van trichinose bij mensen hebben voorgedaan op het grondgebied van de Gemeenschap; dat uit epidemiologisch onderzoek is gebleken dat die gevallen verband hielden met de invoer van slachtpaarden uit de Federale Republiek Joegoslavië;

(2)Overwegende dat in de communautaire wetgeving is bepaald dat paardenvlees systematisch moet worden gecontroleerd op de mogelijke aanwezigheid van larven van Trichinella spiralis;

(3)Overwegende dat, volgens aan de Commissie meegedeelde informatie die is verkregen bij een door de Gemeenschap uitgevoerd inspectiebezoek ter plaatse, twijfel zou kunnen ontstaan over de geschiktheid van de opsporingsmethoden en over de toepassing daarvan;

(4)Overwegende dat, in afwachting van een wetenschappelijk advies terzake, maatregelen moeten worden getroffen om te garanderen dat voor de slacht bestemde paarden uit de Federale Republiek Joegoslavië geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid;

(5)Overwegende dat er derhalve voor moet worden gezorgd dat paardenvlees een koudebehandeling ondergaat die toereikend is om alle eventueel aanwezige larven te vernietigen;

(6)Overwegende dat de opsporingsmethoden en de methoden om Trichinella spiralis in varkensvlees en paardenvlees te vernietigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 77/96/EEG inzake het opsporen van trichinen bij de invoer van vers vlees van varkens, huisdieren, uit derde landen (4), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden;

(7)Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De lidstaten zien erop toe dat vlees van paarden die zijn ingevoerd uit de Federale Republiek Joegoslavië om in de Gemeenschap te worden geslacht, wordt onderworpen aan een koudebehandeling als omschreven in bijlage IV bij Richtlijn 77/96/EEG, vóórdat het in de handel wordt gebracht voor menselijke consumptie.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 maart 1999.

Artikel 3

De lidstaten brengen de maatregelen die zij ten aanzien van het handelsverkeer toepassen, in overeenstemming met deze beschikking. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 17 februari 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56.

(2) PB L 162 van 1. 7. 1996, blz. 1.

(3) PB L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1.

(4) PB L 26 van 31. 1. 1977, blz. 67.