31997R2519

Verordening (EG) Nr. 2519/97 van de Commissie van 16 december 1997 tot vaststelling van algemene voorschriften op grond van Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad voor de beschikbaarstelling van als communautaire voedselhulp te leveren producten

Publicatieblad Nr. L 346 van 17/12/1997 blz. 0023 - 0040


VERORDENING (EG) Nr. 2519/97 VAN DE COMMISSIE van 16 december 1997 tot vaststelling van algemene voorschriften op grond van Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad voor de beschikbaarstelling van als communautaire voedselhulp te leveren producten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en specifieke acties ter ondersteuning van voedselveiligheid (1), inzonderheid op artikel 22,

Overwegende dat in het licht van de verworven ervaring wijziging van Verordening (EEG) nr. 2200/87 van de Commissie van 8 juli 1987 tot vaststelling van algemene voorschriften voor de beschikbaarstelling in de Gemeenschap van producten voor levering als communautaire voedselhulp (2), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 790/91 (3), dienstig is; dat ter wille van de duidelijkheid tot een algehele omwerking van die verordening dient te worden overgegaan;

Overwegende dat het dienstig is opnieuw het belang te bevestigen van gelijke toegang voor ondernemingen tot leveringscontracten; dat de inschrijvingsprocedure in dat opzicht dezelfde waarborgen biedt als een aanbestedingsprocedure;

Overwegende dat de beschikbaarstelling van producten buiten de Gemeenschapsmarkt in het raam van een verordening dient te worden geregeld; dat het met het oog daarop dienstig is aan te geven dat wegens de specifieke, zelfs van de gebruikelijke handelspraktijken afwijkende verplichtingen niet algemeen naar de Incoterms wordt verwezen;

Overwegende dat het dienstig is in de mogelijkheid te voorzien de aankoop, zowel op de Gemeenschapsmarkt als daarbuiten, van de als hulp te leveren producten, aan zelf de hulp ontvangende internationale en niet-gouvernementele organisaties over te laten;

Overwegende dat het dienstig is in de mogelijkheid te voorzien een onderneming of een organisatie voor de volledige of voor de gedeeltelijke uitvoering van de voedselhulpacties te machtigen;

Overwegende dat dient te worden voorzien dat in gerechtvaardigde bijzondere omstandigheden van de onderhandse procedure gebruik mag worden gemaakt;

Overwegende dat het noodzakelijk is voor voedselhulp ontvangende nieuwe landen, met name die in de Kaukasus en in Centraal-Azië, in levering van uitsluitend over land aangevoerde producten "franco bestemming" te voorzien;

Overwegende dat voor bepaalde voedselhulp ontvangende organisaties levering in het stadium "af fabriek" of "franco vervoerder" dienstig kan zijn;

Overwegende dat de beschikbaarstellingsprocedures zo flexibel mogelijk dienen te worden gemaakt om op de verschillende situaties waaraan de communautaire voedselhulp moet beantwoorden, te kunnen inspelen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voedselzekerheid en voedselhulp,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

1. Wanneer met het oog op de uitvoering van een communautaire actie krachtens Verordening (EG) nr. 1292/96 tot beschikbaarstelling van producten wordt besloten, gelden de voorschriften van de onderhavige verordening.

2. Deze verordening geldt voor leveringen:

- "af fabriek" of "franco vervoerder",

- "franco laadhaven",

- "franco loshaven",

- "franco bestemming".

3. Wanneer de aankopen in de voedselhulp ontvangende landen zelf worden verricht, kan de Commissie, om rekening te houden met de gebruiken van die landen en met die van de ondernemingen aldaar, bijzondere, in het in artikel 6 bedoelde bericht van aanbesteding te vermelden bepalingen vaststellen.

Artikel 2

1. Deelneming aan de aanbestedingen waarin in het raam van deze verordening is voorzien, staat onder gelijke voorwaarden open voor iedere natuurlijke persoon en voor iedere rechtspersoon, hierna "onderneming" genoemd, van:

- de Gemeenschap, in de zin van artikel 58 van het Verdrag;

- een lidstaat, doch die buiten de Gemeenschap is gevestigd, of voor een buiten de Gemeenschap gevestigde scheepvaartmaatschappij die toebehoort aan onderdanen van een lidstaat, indien de schepen ervan in een lidstaat volgens de wetgeving van die lidstaat worden geregistreerd;

- een voedselhulp ontvangend land dat in de bij Verordening (EG) nr. 1292/96 gevoegde lijst is opgenomen;

- het land waar onder de voorwaarden van de artikelen 11 en 17 van Verordening (EG) nr. 1292/96 de beschikbaarstelling zou geschieden.

2. De Commissie kan besluiten ondernemingen waarvan wordt vastgesteld dat zij bij de uitvoering van een voedselhulpactie of van een andere maatregel die door de Gemeenschap wordt gefinancierd ernstig in een van hun verplichtingen tekort zijn geschoten, tijdelijk of voorgoed van deelneming aan aanbestedingen uit te sluiten.

Artikel 3

1. De Commissie kan de internationale en de niet-gouvernementele organisaties die van de Gemeenschap hulp ontvangen, machtigen om zelf de producten voor levering als voedselhulp aan te kopen en voor de beschikbaarstelling ervan zorg te dragen. In dat geval stelt de Commissie de daarvoor geldende voorschriften en voorwaarden vast.

2. De Commissie kan de beschikbaarstelling van producten in het kader van de communautaire hulpacties geheel of gedeeltelijk aan een daartoe gemachtigde onderneming of organisatie toevertrouwen. In dat geval zal de Commissie de voor die machtiging geldende voorschriften en voorwaarden vaststellen.

3. De Commissie zal de in leden 1 en 2 bedoelde bepalingen en voorwaarden vaststellen in overeenstemming met de bepalingen welke in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1292/96 zijn voorzien en in toepassing van die van de onderhavige verordening.

Artikel 4

1. Volgens de voor elke levering vastgestelde voorwaarden wordt het te leveren product in de Gemeenschap, in het voedselhulp ontvangende land of in een, in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1292/96 genoemd ontwikkelingsland dat mogelijk tot dezelfde regio behoort, aangekocht, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 11 van genoemde verordening.

2. Bij uitzondering, en volgens de voorschriften waarin artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1292/96 voorziet, mag de aankoop op de markt van een ander land dan op die van de in lid 1 bedoelde landen geschieden.

3. Wanneer de aankoop in de Gemeenschap geschiedt, mag het product op de markt of bij een in het aanbestedingsbericht aangewezen interventiebureau worden aangekocht of uit bij een dergelijk bureau gekocht product worden vervaardigd. In geval van aankoop bij een interventiebureau geschiedt deze in het kader van een verkoop tegen vaste prijs overeenkomstig de geldende communautaire landbouwregeling.

4. Wanneer aankoop buiten de Gemeenschap geschiedt, kan de Commissie het land van oorsprong van de voor een specifieke actie te leveren producten aangeven.

Artikel 5

De kenmerken van de beschikbaar te stellen producten en de eisen inzake verpakking en het merken ervan worden in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt, onverminderd bijzondere voorschriften die in voorkomend geval door de Commissie worden vastgesteld en in het bericht van aanbesteding worden vermeld.

HOOFDSTUK II

Aanbestedingsprocedures

Artikel 6

1. De levering wordt op één van de volgende wijzen toegewezen:

a) een open aanbesteding;

b) een beperkte aanbesteding;

c) een onderhandse aanbesteding.

2. Bij een open aanbesteding wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen ten minste 15 dagen vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van offertes een bericht van aanbesteding overeenkomstig bijlage I bekendgemaakt.

3. Bij een beperkte aanbesteding wordt een bericht van aanbesteding per brief of per schriftelijke telecommunicatie aan ten minste drie ondernemingen gezonden.

Wanneer beschikbaarstelling in de Gemeenschap geschiedt, worden de uitgenodigde ondernemingen onder die ondernemingen gekozen welke aan de in lid 2 bedoelde aanbestedingen hebben deelgenomen.

Wanneer beschikbaarstelling buiten de Gemeenschap geschiedt, worden die ondernemingen uitgenodigd die bij de Commissie daartoe zijn ingeschreven.

Tot beperkte aanbesteding mag in de volgende gevallen worden overgegaan:

a) beschikbaarstelling buiten de Gemeenschap;

b) levering in het kader van een toewijzingsbesluit dat in toepassing van artikel 24, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1292/96 is genomen;

c) levering waartoe is besloten nadat een vorig leveringscontract is opgezegd;

d) leveringen die na het toewijzingsbesluit dringend zijn geworden.

4. Bij een onderhandse aanbesteding wordt slechts één onderneming uitgenodigd om een offerte in te dienen.

Tot onderhandse aanbesteding mag worden overgegaan indien de bijzondere kenmerken van een levering dat rechtvaardigen en met name wanneer de levering bij wijze van experiment geschiedt.

5. De aanbesteding mag bestaan uit levering van ofwel een bepaalde hoeveelheid ofwel een maximumhoeveelheid van een bepaald product voor een bepaald geldbedrag.

6. Eén aanbesteding mag levering van verscheidene partijen omvatten. Eén partij mag in deelpartijen worden onderverdeeld of verscheidene actienummers betreffen.

Artikel 7

1. De inschrijvers nemen aan de aanbesteding deel door hetzij per aangetekend schrijven een schriftelijke offerte naar de in het aanbestedingsbericht genoemde dienst van de Commissie te zenden, hetzij de schriftelijke offerte tegen ontvangstbewijs bij die dienst af te geven. De offertes worden ingediend in een enveloppe waarop de vermelding "voedselhulp" en de referentie van de aanbesteding zijn aangebracht. Deze enveloppe wordt verzegeld in een enveloppe met het in het aanbestedingsbericht vermelde adres gedaan.

De offertes mogen eveneens via de in het aanbestedingsbericht vermelde nummers per schriftelijke telecommunicatie worden ingediend. Indien deze nummers bezet zijn, mag dat niet als excuus worden aangevoerd voor niet-inachtneming van de indieningstermijn voor de offertes.

De volledige offertes dienen voor het verstrijken van de in het aanbestedingsbericht gestelde termijn te zijn aangekomen of te zijn afgegeven.

2. Per partij mag één offerte worden ingediend. De offerte is slechts geldig wanneer deze een partij in haar totaliteit betreft. Wanneer een partij in deelpartijen is onderverdeeld wordt de offerte als een gemiddelde opgesteld.

Indien de aanbesteding uit verscheidene partijen bestaat, wordt per partij een afzonderlijke offerte ingediend. De inschrijver is niet verplicht voor alle partijen een offerte in te dienen.

De offertes worden volgens het in bijlage II.A opgenomen model ingediend, met opgave van de in bijlage II.B vermelde bijzonderheden.

3. In de offerte moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) naam en adres van de inschrijver;

b) de referenties van de aanbesteding en van de partij, alsmede het actienummer;

c) het nettogewicht van de partij of, in toepassing van punt e), het bepaalde geldbedrag waarop de offerte betrekking heeft;

d) het voorgestelde bedrag, uitgedrukt in ecu per metrieke ton nettoproduct of in enige andere, in het aanbestedingsbericht vastgestelde meeteenheid, waarvoor de inschrijver zich verbindt de levering onder de vastgestelde voorwaarden uit te voeren wanneer het onder e) bepaalde niet wordt toegepast;

e) de voorgestelde nettohoeveelheid van het product, indien de aanbesteding voor een bepaald geldbedrag betrekking heeft op de toewijzing van de levering van een maximumhoeveelheid van een bepaald product.

Bij de opstelling van de offerte moet rekening worden gehouden met de in artikel 4 bedoelde beschikbaarstellingsvoorwaarden voor de betrokken levering en met de geldende exportrestitutie of -heffing, alsook met de andere compenserende bedragen die in de voorschriften betreffende de handel in landbouwproducten zijn vastgesteld.

Het aanbestedingsbericht kan voorschrijven dat genoemde restitutie- of andere bedragen in de offerte moeten zijn opgenomen.

De bepalingen van de tweede en de derde alinea zijn van overeenkomstige toepassing wanneer de bepaling van de eerste alinea, onder e), wordt toegepast.

4. Onverminderd lid 3 worden in de offerte bij levering "af fabriek" of "franco bestemming met aanvoer uitsluitend over land" niet meer dan twee laadadressen opgegeven. Bij levering "franco vervoerder" wordt het laadadres in het aanbestedingsbericht vermeld; de Commissie zal zich slechts in bijzondere omstandigheden met opgave van redenen van dit leveringsstadium bedienen.

5. Onverminderd lid 3 wordt in de offerte bij levering "franco laadhaven" of "franco bestemming per schip", één laadhaven opgegeven. In de offerte mogen evenwel twee laadhavens worden opgegeven, wanneer de inlading wegens de kenmerken van de eerste haven aldaar niet volledig kan gebeuren doch in de tweede haven met hetzelfde schip moet worden voltooid.

6. Onverminderd lid 3 wordt in de offerte bij levering "franco laadhaven", één enkele, voor zeeschepen toegankelijke, voor levering volgens de gestelde voorwaarden geschikte haven opgegeven. In de offerte mogen evenwel twee havens worden opgegeven indien de partij uit verscheidene deelpartijen met verschillende plaatsen van bestemming bestaat.

Voor leveringen van niet meer dan 3 000 ton netto per partij voor één bestemming, geschiedt de keuze van laadhaven op grond van de mogelijkheid van een zeeverbinding, met slechts één overslag in een buiten de Gemeenschap gelegen haven, met het land van bestemming per lijnvaartschip of per schip met gedeeltelijke belading binnen de gestelde leveringstermijn. In dat geval is de offerte slechts geldig indien deze van een verklaring van een zeevaartmaatschappij of van de vertegenwoordiger ervan vergezeld gaat luidens welke er een dergelijke verbinding bestaat.

Bij levering van verwerkte producten, met inbegrip van rijst, die in de Gemeenschap beschikbaar worden gesteld, mag in de zeeverbinding een overslag in een andere, aan genoemde voorwaarden beantwoordende Europese haven van de Gemeenschap zijn begrepen; ook die haven dient in de offerte te worden vermeld. De overslagkosten zijn ten laste van leverancier.

In bijzondere omstandigheden kan de laadhaven in het aanbestedingsbericht worden bepaald.

7. Wanneer lid 3, eerste alinea, onder d), van toepassing is, wordt de offerte als volgt opgesteld:

a) bij levering "af fabriek" of "franco vervoerder" dient de inschrijver één enkele offerte in waarin alle kosten van laden en stuwen van de producten in de door de begunstigde beschikbaar gestelde vervoermiddelen zijn begrepen;

b) bij levering "franco laadhaven" dient de inschrijver één enkele offerte in waarin alle aan het in het aanbestedingsbericht vermelde leveringsstadium verbonden kosten zijn begrepen;

c) bij levering "franco loshaven" noemt de inschrijver in zijn offerte meteen twee bedragen:

i) één voor het aangegeven leveringsstadium. In de offerte worden de kosten van het eigenlijke zeevervoer afzonderlijk vermeld;

ii) één voor het andere, in het aanbestedingsbericht aangegeven leveringsstadium, namelijk "franco laadhaven";

d) bij levering "franco bestemming over zee" noemt de inschrijver in zijn offerte meteen twee bedragen:

i) één voor het aangegeven leveringsstadium. In de offerte worden de kosten van het vervoer over land in het overzeese land en die van het eigenlijke zeevervoer afzonderlijk vermeld;

ii) één voor het andere, in het aanbestedingsbericht aangegeven leveringsstadium, namelijk "franco laadhaven";

e) bij levering "franco bestemming met aanvoer uitsluitend over land" noemt de inschrijver in zijn offerte meteen twee bedragen:

i) één voor het aangegeven leveringsstadium. In de offerte worden de kosten van het eigenlijke vervoer over land afzonderlijk vermeld;

ii) één voor het andere leveringsstadium, namelijk "af fabriek".

8. Indien lid 3, eerste alinea, onder e), van toepassing is, geeft het aanbestedingsbericht nader aan op welke wijze de offerte moet worden opgesteld.

9. De offerte is slechts geldig indien deze vergezeld gaat van het bewijs dat de in artikel 8 bedoelde zekerheid is gesteld. De zekerheid wordt gesteld volgens de in de eerste alinea van dat artikel genoemde voorwaarden. Louter een verwijzing naar een bij een eerdere inschrijving voor eenzelfde partij gestelde zekerheid is niet toegestaan.

10. Een offerte die niet aan de bepalingen van het onderhavige artikel beantwoordt, of die een voorbehoud of andere dan de voor de aanbesteding vastgestelde voorwaarden bevat, is ongeldig.

11. Een offerte mag na ontvangst ervan niet worden gewijzigd, noch worden ingetrokken, behalve in het in artikel 9, lid 4, bedoelde geval.

Artikel 8

Voor elke volledige partij wordt een in ecu luidende inschrijvingszekerheid gesteld. Het bedrag van de zekerheid wordt in het aanbestedingsbericht vastgesteld. De geldigheidstermijn is ten minste één maand en kan op verzoek van de Commissie worden verlengd. De zekerheid moet uitdrukkelijk doen uitkomen dat zij overeenkomstig het onderhavige artikel is gesteld en bevat de in artikel 7, lid 3, eerste alinea, onder a) en b), bedoelde aanwijzingen. Eén document mag de zekerheden voor verscheidene partijen bevatten, mits de bedragen ervan bij elke partij afzonderlijk worden vermeld.

De zekerheid wordt ten gunste van de Commissie gesteld, in de vorm van een garantie van een door een lidstaat erkende kredietinstelling. Bij beschikbaarstelling buiten de Gemeenschap kan de zekerheid door een buiten de Gemeenschap gevestigde en door de Commissie aanvaarde kredietinstelling worden gesteld. De zekerheid moet onherroepelijk en op eerste verzoek opeisbaar zijn. De zekerheid kan slechts op initiatief van de Commissie worden vrijgegeven. De zekerheid wordt overeenkomstig artikel 22 vrijgegeven dan wel verbeurd. Er wordt geen bericht van ontvangst verstrekt.

Bij beschikbaarstelling in het voedselhulp ontvangende land zelf kan de Commissie, rekening houdend met de gebruiken van het land, in het aanbestedingsbericht andere voorschriften voor de zekerheid geven.

Artikel 9

1. Binnen een termijn van uiterlijk drie werkdagen voor aankopen in de Gemeenschap en van vier werkdagen na de laatste dag van de indieningstermijn voor aankopen buiten de Gemeenschap wordt de levering gegund aan die inschrijver, die met inachtneming van alle aanbestedingsvoorwaarden en met name de kenmerken van de beschikbaar te stellen producten de laagste offerte heeft ingediend, hierna "de leverancier" genoemd.

2. Wanneer de laagste offerte gelijktijdig door verscheidene inschrijvers wordt ingediend, geschiedt gunning van de levering door middel van loting.

3. Bij leveringen die in het stadium "franco loshaven" of "franco bestemming" waren gevraagd, mag niettemin de gunning geschieden voor levering in het als alternatief in het aanbestedingsbericht vastgestelde stadium, namelijk "franco laadhaven", respectievelijk "af fabriek".

4. Wanneer de levering wordt gegund, wordt binnen de in lid 1 genoemde termijn aan de leverancier en aan de inschrijvers wier aanbod niet in aanmerking is genomen, per brief of per schriftelijke telecommunicatie een bericht van gunning gezonden. Indien het gunningsbericht de leverancier na deze termijn wordt gezonden, heeft deze het recht zijn aanbod op de eerste daaropvolgende werkdag in te trekken.

5. Elke aanbesteding heeft twee verschillende inschrijvingstermijnen die in het aanbestedingsbericht worden vermeld. Wanneer de levering bij het verstrijken van de eerste termijn niet wordt gegund, kan de Commissie de gunning uitstellen tot de tweede inschrijvingstermijn. De inschrijvers worden daarvan binnen de in lid 1 genoemde termijn per brief of per schriftelijke telecommunicatie in kennis gesteld.

In voorkomend geval kan de tweede inschrijvingstermijn met nieuwe voorwaarden inzake de levering gepaard gaan.

6. De Commissie kan besluiten de levering bij het verstrijken van de eerste of van de tweede inschrijvingstermijn niet te gunnen, met name wanneer de ingediende offertes niet binnen het gamma van de normaal gebezigde marktprijzen vallen. De Commissie is niet verplicht de reden van haar besluit mede te delen. Aan de inschrijvers wordt binnen de in lid 1 genoemde termijn per brief of per schriftelijke telecommunicatie medegedeeld dat de levering niet werd gegund.

7. Bij beschikbaarstelling binnen de Gemeenschap worden de resultaten van de aanbestedingen in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, bekendgemaakt.

De resultaten van de voornaamste aanbestedingen buiten de Gemeenschap worden op gezette tijden in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, bekendgemaakt.

HOOFDSTUK III

Verplichtingen van de leverancier en voorwaarden betreffende de levering van de producten

Artikel 10

1. De leverancier komt zijn verplichtingen na overeenkomstig de in het aanbestedingsbestek bepaalde voorwaarden en onder naleving van de in deze verordening bedoelde verbintenissen, met inbegrip van die welke uit zijn offerte voortvloeien.

De leverancier wordt geacht van alle toepasselijke algemene en bijzondere voorwaarden kennis te hebben genomen en deze te hebben aanvaard.

2. Om te waarborgen dat hij zijn verplichtingen zal nakomen, verstrekt de leverancier binnen tien werkdagen na de mededeling van de gunning van de levering de Commissie een leveringszekerheid. Deze in ecu gestelde zekerheid beloopt 10 % van het bedrag van de offerte per partij. De geldigheidsduur van deze zekerheid moet ten minste één jaar bedragen en op verzoek van de Commissie kunnen worden verlengd. De zekerheid wordt gesteld volgens de bepalingen van artikel 8, tweede en derde alinea. Zij moet uitdrukkelijk vermelden dat zij is opgesteld overeenkomstig het onderhavige artikel en de in artikel 7, lid 3, onder a) en b), bedoelde gegevens bevatten. Bovendien moet het land of de organisatie waarvoor de hulp is bestemd, worden vermeld.

3. Binnen tien werkdagen na de mededeling van de gunning van de levering stelt de leverancier de in artikel 11 bedoelde onderneming schriftelijk in kennis van:

a) de naam en het adres van de fabrikant, van de verpakker of van de opslagfirma van de te leveren producten, met de datums, bij benadering, van fabricage of van verpakking.

In geval van levering van een verwerkt product deelt de leverancier ten minste drie werkdagen van te voren de begindatums van de fabricage of van de verpakking mede.

b) de naam van zijn vertegenwoordiger op de plaats van levering.

4. De uit de gunning voortvloeiende rechten en verplichtingen zijn niet overdraagbaar.

Artikel 11

Zodra de levering is gegund, deelt de Commissie aan de leverancier de onderneming mede die met de in artikel 16 bedoelde controles, met de afgifte van de gelijkvormigheidsverklaring en, in voorkomend geval, van het leveringscertificaat, en, in het algemeen, met de coördinatie van alle met de levering verband houdende verrichtingen zal worden belast. Deze onderneming wordt in het hiernavolgende "de monitor" genoemd.

Indien in de loop van de uitvoering van de levering tussen de monitor en de leverancier een verschil van mening ontstaat, treft de Commissie passende maatregelen.

De Commissie kan voor de verschillende stadia die de levering doorloopt, verschillende monitoren aanwijzen.

Artikel 12

1. Bij levering "af fabriek" of "franco vervoerder" gelden de bepalingen van de leden 2 tot en met 8. Het leveringsstadium wordt in het aanbestedingsbericht vastgesteld.

2. De leverancier komt met de begunstigde of met diens vertegenwoordiger schriftelijk overeen op welke datum de producten op het in zijn offerte of in het aanbestedingsbericht vermelde laadadres zullen worden geleverd, van welke overeenkomst de monitor een afschrift krijgt. De monitor verleent alle nodige medewerking om tot die overeenkomst te komen.

Een levering in gedeelten mag slechts met instemming van de begunstigde en van de Commissie geschieden. In dat geval brengt de Commissie de bijkomende controleposten ten laste van de leverancier.

3. De leverancier stelt de monitor en de Commissie zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de overeengekomen datum en plaats van levering of, in voorkomend geval, van het uitblijven van een overeenkomst met de begunstigde. In dat laatste geval moet ten minste tien dagen vóór de afloop van de in het aanbestedingsbericht vastgestelde leveringstermijn worden bericht dat geen overeenkomst is bereikt, teneinde de Commissie in staat te stellen de passende maatregelen te nemen.

4. De levering moet voor de afloop van de in het aanbestedingsbericht vastgestelde termijn worden verricht. Wanneer de levering niet vóór de afloop van die termijn kan gebeuren, kan de Commissie op schriftelijk, naar behoren gestaafd verzoek van de begunstigde de genoemde termijn verlengen voor de duur die nodig is om de levering mogelijk te maken, met dien verstande dat de verlenging ten hoogste 30 dagen mag bedragen. De leverancier is verplicht die verlenging te aanvaarden.

Wanneer de levering, om redenen die aan de leverancier niet kunnen worden toegeschreven, niet binnen de verlengde termijn kan geschieden, kan de leverancier op zijn verzoek van zijn verplichtingen worden ontslagen.

5. De levering is geschied wanneer alle producten daadwerkelijk in de door de begunstigde beschikbaar gestelde vervoermiddelen zijn geladen en gestuwd.

6. De leverancier draagt alle risico's, met name die van verlies of beschadiging, waaraan de producten kunnen blootstaan tot het tijdstip waarop de levering is geschied en door de monitor in de in artikel 16 bedoelde definitieve gelijkvormigheidsverklaring is vastgesteld.

7. De leverancier verricht de formaliteiten voor de verkrijging van het uitvoer- en uitklaringscertificaat; de desbetreffende en heffingen zijn te zijnen laste.

8. Indien de datums en de hoeveelheden in het in artikel 17 bedoelde overnamecertificaat niet met die in de definitieve gelijkvormigheidsverklaring overeenstemmen, kan de Commissie overgaan tot aanvullende verificaties, die tot de afgifte van nieuwe documenten kunnen leiden.

Artikel 13

1. Bij levering "franco laadhaven" gelden de bepalingen van de leden 2 tot en met 8. Het leveringsstadium wordt in het aanbestedingsbericht vastgesteld.

2. De leverancier komt met de begunstigde of met diens vertegenwoordiger schriftelijk de leveringsdatum van de producten in de in zijn offerte vermelde laadhaven, alsook de aanlegkade en eventueel het tempo van inlading in het schip overeen, van welke overeenkomst de monitor een afschrift krijgt. De monitor verleent alle nodige medewerking om tot die overeenkomst te komen. Komt een dergelijke overeenkomst niet tot stand, dan neemt de Commissie aan de hand van een verslag van de monitor passende maatregelen.

Op schriftelijk verzoek van de leverancier, en in overleg met de begunstigde, kan de Commissie een verandering van laadhaven toestaan, op voorwaarde dat de eventueel uit deze verandering voortvloeiende kosten ten laste zijn van de leverancier.

Een levering in gedeelten mag slechts met instemming van de begunstigde en van de Commissie geschieden. In dat geval brengt de Commissie de bijkomende controleposten ten laste van de leverancier.

3. De leverancier stelt de monitor en de Commissie zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de overeengekomen datum en plaats van levering, of, in voorkomend geval, van het uitblijven van een overeenkomst met de begunstigde. In dat laatste geval moet ten minste tien dagen vóór de afloop van de in het aanbestedingsbericht vastgestelde leveringstermijn worden bericht dat geen overeenkomst is bereikt, teneinde de Commissie in staat te stellen de passende maatregelen te nemen.

4. Indien de levering niet vóór de afloop van de in het aanbestedingsbericht gestelde termijn kon worden uitgevoerd omdat er geen scheepvaartverbinding beschikbaar was, neemt de Commissie aan de hand van een verslag van de monitor de passende maatregelen. Deze kunnen met name bestaan uit de automatische verlenging van de leveringstermijn, de toestemming voor verandering van haven, de annulering van de levering, of ook het vervoeren van de producten met een door de leverancier of door de monitor voorgesteld schip, indien de vrachtprijs en de laadkosten aanvaardbaar worden bevonden. De uit deze maatregelen voortvloeiende kosten kunnen ten laste van de leverancier worden gebracht indien de in artikel 7, lid 6, bedoelde verklaring onjuist blijkt te zijn.

5. Afgezien van het in lid 4 bedoelde geval moet levering vóór de afloop van de in het aanbestedingsbericht gestelde termijn geschieden. Wanneer de levering niet vóór de afloop van deze termijn kan geschieden, kan de Commissie, op schriftelijk, naar behoren gestaafd verzoek van de begunstigde, de genoemde termijn verlengen voor de duur die nodig is om de levering mogelijk te maken, met dien verstande dat de verlenging ten hoogste 30 dagen mag bedragen. De leverancier is verplicht die verlenging te aanvaarden.

Wanneer de levering, om redenen die aan de leverancier niet kunnen worden toegeschreven, niet binnen de verlengde termijn kan geschieden, kan de leverancier op zijn verzoek van zijn verplichtingen worden ontslagen.

6. Wanneer de inlading ten laste van de leverancier komt, laadt deze de producten in het schip volgens het inlaadschema van dat schip of, naar gelang van het geval, van dat van de haveninstallaties en met inachtneming van de havengebruiken.

Wanneer het gaat om producten die in het stadium "FOB-gestuwd" moeten worden geleverd, zullen alle daaropvolgende stuwagewerkzaamheden en bij levering "in bulk" het trimmen, ten laste zijn van de leverancier.

7. Levering is geschied wanneer alle producten daadwerkelijk in het, in het aanbestedingsbericht voorgeschreven stadium zijn geleverd.

8. Artikel 12, leden 6, 7 en 8, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14

1. Bij levering "franco loshaven" zijn de leden 2 tot en met 14 van toepassing.

Het leveringsstadium wordt in het aanbestedingsbericht vastgesteld.

2. De leverancier laat het vervoer vanaf de in zijn offerte vermelde laadhaven, langs de met het oog op de naleving van de in lid 14 bedoelde termijn meest geëigende route tot de in het aanbestedingsbericht vermelde haven van bestemming voor eigen kosten verrichten.

Op schriftelijk verzoek van de leverancier kan de Commissie evenwel een verandering van laadhaven toestaan, mits de eventueel uit deze verandering voortvloeiende kosten ten laste zijn van de leverancier.

3. De leverancier laat het vervoer over zee met een schip verrichten dat van de communautaire of internationale classificatiemaatschappijen het hoogste beoordelingscijfer heeft gekregen en vanuit hygiënisch oogpunt volledige waarborgen voor het vervoer van levensmiddelen biedt. Voor inlading in de Gemeenschap moeten de classificatiemaatschappijen aan de bij Richtlijn 94/57/EG (4) van de Raad vastgestelde regels en normen beantwoorden.

Het vervoer overzee geschiedt overeenkomstig de bepalingen betreffende de voorkoming van distorsie van een vrije en eerlijke mededinging op commerciële basis in de Verordeningen (EEG) nr. 954/79 (5), (EEG) nr. 4055/86 (6), (EEG) nr. 4056/86 (7), (EEG) nr. 4057/86 (8) en (EEG) nr. 4058/86 (9) van de Raad betreffende het communautaire beleid inzake zeevervoer. Het zeevervoer mag niet worden uitgevoerd door scheepvaartmaatschappijen waarvan de praktijken aan reders uit de Gemeenschap nadeel hebben berokkend ofwel waarvan het land van vestiging voor scheepvaartmaatschappijen uit de lidstaten of voor schepen die in een lidstaat overeenkomstig de daar geldende voorschriften zijn geregistreerd, de vrije toegang tot het veevervoer heeft beperkt, in het bijzonder tijdens de geldigheidsduur van een besluit van de Raad op grond van artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 4057/86 en van artikel 4, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 4058/86.

De leverancier legt de monitor een verklaring over waaruit blijkt dat het te gebruiken schip aan de eisen inzake hygiëne voldoet, alsmede afschriften van de classificatiepapieren van het schip.

4. De leverancier sluit te zijnen gunste een zeeverzekering af of maakt gebruik van een contractpolis. Deze polis dekt, voor een bedrag dat ten minste gelijk is aan dat van de offerte, alle risico's in verband met het vervoer en van elke andere met de levering samenhangende activiteit van de leverancier tot het vastgestelde leveringsstadium. Tevens dekt de polis alle kosten van sortering, herverpakking, terugname of vernietiging van bedorven producten en analyse van de producten die niet dermate beschadigd zijn dat zij niet door de begunstigde kunnen worden aanvaard.

De verzekering gaat in op het tijdstip waarop de verzekerde producten de opslagplaats van de leverancier verlaten en loopt af wanneer de levering in het in het aanbestedingsbericht vermelde leveringsstadium is geschied en door de monitor in de definitieve gelijkvormigheidsverklaring is vastgesteld.

Bovendien moet de polis uitdrukkelijk vermelden dat de dekking overeenkomstig dit artikel wordt geboden.

5. Zodra de leverancier over de desbetreffende gegevens beschikt, stelt hij de begunstigde en de monitor schriftelijk in kennis van de naam van het schip en van de vlag ervan, van de datum van inlading en de vermoedelijke datum van aankomst in de loshaven alsmede van ieder incident dat zich tijdens de verzending van de producten voordoet.

De leverancier bevestigt aan de begunstigde en de monitor de vermoedelijke datum van aankomst van het schip in de loshaven of draagt de kapitein of de correspondent van de scheepvaartmaatschappij op hen daarover tien, vervolgens vijf, daarna drie dagen en tenslotte 48 uur vantevoren te informeren.

6. Een levering in gedeelten, gesplitst over verscheidene schepen, mag slechts met toestemming van de Commissie geschieden. In dat geval brengt de Commissie de bijkomende controleposten laste van de leverancier.

7. De leverancier laadt op zijn kosten de producten aan boord van het schip in de laadhaven en draagt de kosten van het vervoer over zee.

Bij levering in het stadium "opgelost" ("ex ship") komen de kosten van het lossen en de eventuele overliggelden in de loshaven niet ten laste van de leverancier, voorzover deze het lossen niet heeft gehinderd. In het aanbestedingsbericht kan in de verplichting van de leverancier worden voorzien om de Commissie snelheidspremies ("despatch money") te betalen. Bij de indiening van het verzoek om betaling moet te dien einde een afschrift van het "statement of facts" en van de afrekening van de "laytime" worden overgelegd.

Bij levering in het stadium "gelost" ("ex quay") komen de kosten van het lossen in de loshaven ten laste van de leverancier, met inbegrip van de kosten van het deponeren van de producten op de kade langszij het schip en, in voorkomend geval, lichterkosten, met inbegrip van de huur, het slepen en het lossen van de lichters en eventuele kosten van overligdagen van het schip en, in voorkomend geval, van de lichters.

Bij levering in het stadium "havenpakhuis" draagt de leverancier, naast de in de derde alinea bedoelde kosten, die van hantering en overbrenging van de producten van het stadium "aan de kade" tot en met de stuwage in het havenpakhuis.

Bij aflevering in containers geschiedt levering in het stadium "containerterminal" dan wel dat van "havenpakhuis". In dat geval moet de vrije periode voor de containers ten minste vijftien dagen bedragen en duidelijk in het connossement zijn vermeld. Bij levering in het stadium "havenpakhuis" zijn de kosten van de overbrenging uit de containers en de stuwage in het pakhuis ten laste van de leverancier; indien deze laatste het initiatief heeft genomen om containers te gebruiken terwijl dat niet in het aanbestedingsbericht was voorgeschreven, zijn alle daaruit voortvloeiende kosten te zijnen laste.

In alle gevallen draagt de leverancier ook de kaderechten ("wharfage") of soortgelijke kosten, indien deze volgens het havenreglement ten laste van het schip worden gebracht.

8. De leverancier verricht de formaliteiten ter verkrijging van het uitvoer- en uitklaringscertificaat; de desbetreffende kosten en heffingen zijn te zijnen laste. De formaliteiten voor de verkrijging van een invoervergunning en de douaneformaliteiten bij invoer behoeven niet door de leverancier te worden verricht; de desbetreffende kosten en heffingen zijn niet te zijnen laste.

9. Onmiddellijk na inlading zendt de leverancier de begunstigde de volgende documenten waarvan een afschrift aan de monitor wordt verstrekt:

a) een proformafactuur waarin is vermeld dat het een levering van kosteloze Gemeenschapshulp betreft;

b) een afschrift van de in artikel 16 bedoelde voorlopige gelijkvormigheidsverklaring;

c) elk voor uitklaring en overname door de begunstigde benodigd document;

d) elk ander in het aanbestedingsbericht voorgeschreven document.

Bij levering in het stadium "ex ship" zendt de leverancier tevens de volgende documenten:

a) het originele exemplaar van het connossement voor de haven van bestemming of ieder gelijkwaardig document dat de begunstigde in staat stelt uit te klaren en te lossen;

b) eventueel de charterpartij, de "booking-note" of ieder gelijkwaardig document waarin met name de ligtermijn wordt vermeld;

c) voor de volledige ladingen een technische nota waarin de verwachte diepgang bij de aankomst in zout water en voor de diepgang de tonnage per centimeter diepgang ("tonnage par centimetre" (TPC)) wordt vermeld, alsmede het laadplan.

Bij levering in het stadium "aan de kade" of "havenpakhuis" zendt de leverancier eveneens de volgende documenten:

a) een afschrift van het connossement en, in voorkomend geval, een paklijst bij aflevering in containers;

b) een leveringsnota welke de begunstigde in staat stelt uit te klaren en af te halen.

10. In het connossement wordt steeds de vervoerder vermeld en het connossement moet aan order van de vertegenwoordiger van de leverancier in de loshaven worden gesteld. Op schriftelijk verzoek van de begunstigde dient de leverancier evenwel de begunstigde of diens vertegenwoordiger als geconsigneerde te noemen, uitsluitend om de vervulling van de douaneformaliteiten bij invoer mogelijk te maken.

Met uitzondering van de leveringen "ex ship" mag de aanwijzing van de begunstigde als geconsigneerde niet ertoe leiden dat deze de loskosten of een deel daarvan te zijnen laste moet nemen of moet voorschieten. De namen van de begunstigde en van de monitor in de loshaven moeten altijd in het vakje voor kennisgeving, het "notify"-vakje, voorkomen.

11. Onverminderd lid 14 is de levering, naar gelang van het geval, geschied wanneer alle producten daadwerkelijk:

a) in het ruim van het schip zijn geleverd, in het in lid 7, tweede alinea, bedoelde stadium "ex-ship";

of

b) op de kade zijn gedeponeerd, in het in lid 7, derde alinea, bedoelde stadium "aan de kade";

of

c) in het havenmagazijn of in de containerterminal zijn gestuwd, naar gelang van de in lid 7, vierde, respectievelijk vijfde alinea.

12. De leverancier draagt alle risico's, met name die van verlies of beschadiging, waaraan de producten kunnen blootstaan, tot het tijdstip waarop de levering in het in lid 7 bepaalde leveringsstadium is geschied en door de monitor in de definitieve gelijkvormigheidsverklaring is vastgesteld.

13. Indien de datums en de hoeveelheden in het overnamecertificaat niet met die in de definitieve gelijkvormigheidsverklaring overeenstemmen, kan de Commissie overgaan tot aanvullende verificaties, die tot de afgifte van nieuwe documenten kunnen leiden.

14. De totaliteit van de producten moet vóór de in het aanbestedingsbericht gestelde termijn in de loshaven aankomen. Wanneer in het aanbestedingsbericht voor eenzelfde partij verscheidene loshavens en één enkele leveringstermijn wordt genoemd, moeten de producten voor de gestelde termijn in de onderscheiden loshavens aankomen.

De registratie van het schip door de havenautoriteiten van de loshaven vormt het bewijs van de datum van aankomst in die haven. Indien het onmogelijk is dat bewijs door de registratie te verkrijgen, wordt de aankomstdatum vastgesteld aan de hand van een uittreksel uit het logboek, dat door de monitor wordt bevestigd.

In voorkomend geval kan in het aanbestedingsbericht worden bepaald dat elke levering die voor één in dat bericht gestelde leveringstermijn aankomt, als voortijdig zal worden beschouwd, waaraan in toepassing van artikel 22, lid 4, onder c), een sanctie wordt verbonden.

15. Wanneer de levering niet vóór de afloop van de in het aanstedingsbericht gestelde termijn kan geschieden, kan de Commissie, op schriftelijk, naar behoren gestaafd verzoek van de begunstigde, de genoemde termijn verlengen voor de duur die nodig is om de levering mogelijk te maken, met dien verstande dat de verlenging ten hoogste 30 dagen mag bedragen, of kan zij het contract opzeggen. De leverancier is verplicht die verlenging of opzegging te aanvaarden.

Wanneer de levering, om redenen die aan de leveranciers niet kunnen worden toegeschreven, niet binnen de verlengde termijn kan geschieden, kan de leverancier op zijn verzoek van zijn verplichtingen worden ontslagen.

Artikel 15

1. Bij levering "franco bestemming", met aanvoer over zee en over land of uitsluitend over land, zijn de leden 2 tot en met 11 van toepassing.

2. De leverancier laat het vervoer op eigen kosten verrichten vanaf de in zijn offerte vermelde laadhaven of laadkade tot de in het aanbestedingsbericht vermelde plaats van bestemming langs de meest geëigende route om de in lid 9 bedoelde termijn na te leven.

Op schriftelijk verzoek van de leverancier kan de Commissie evenwel een verandering van laadhaven toestaan, mits de leverancier de uit deze verandering eventueel voortvloeiende kosten te zijnen laste neemt.

Alle kosten tot aan de beschikbaarstelling van de goederen aan de ingang van het pakhuis op de plaats van bestemming zijn ten laste van de leverancier.

Wanneer in levering in containers is voorzien, zijn alle kosten van de huur, de aanvoer, de beschikbaarstelling aan de ingang van het pakhuis en de lege terugzending van de containers ten laste van de leverancier. Tenzij de leverancier op eigen initiatief van containers gebruik maakt terwijl dat niet in het aanbestedingsbericht was voorgeschreven, zijn de ophoudkosten na een tijdvak van 15 dagen vanaf de beschikbaarstelling aan de pakhuisingang niet langer te zijnen laste.

3. De bepalingen van artikel 14, leden 3, 4, 6 en 8, zijn van overeenkomstige toepassing.

4. In het aanbestedingsbericht kan voor de aanvoer van de producten een loshaven of een grensovergang worden aangewezen.

5. Onverminderd de bepalingen van lid 9 is levering geschied wanneer de totaliteit van de producten daadwerkelijk aan het pakhuis op de plaats van bestemming beschikbaar zijn gesteld; het uitladen uit de vervoermiddelen is niet ten laste van de leverancier.

6. De leverancier draagt alle risico's, met name die van verlies of beschadiging, waaraan de producten kunnen blootstaan, tot het tijdstip waarop de levering in het in lid 2 bepaalde leveringsstadium is verricht en door de monitor in de definitieve gelijkvormigheidsverklaring is vastgesteld.

7. Indien de datums en de hoeveelheden in het overnamecertificaat niet met die in de definitieve gelijkvormigheidsverklaring overeenstemmen, kan de Commissie overgaan tot aanvullende verificaties, die tot de afgifte van nieuwe documenten kunnen leiden.

8. De leverancier stelt de begunstigde en de monitor zo spoedig mogelijk in kennis van de gebruikte vervoermiddelen, van de datums van inlading, van de vermoedelijke datum van aankomst ter bestemming en van elk zich tijdens de aanvoer van de producten voordoend incident.

Vijf dagen van tevoren bevestigt de leverancier aan de begunstigde en aan de monitor langs de snelste weg de vermoedelijke datum van aankomst op de plaats van bestemming.

9. De totaliteit van de producten moet vóór de in het aanbestedingsbericht vastgestelde termijn op de plaats van bestemming aankomen. Wanneer in het aanbestedingsbericht voor eenzelfde partij verscheidene plaatsen van bestemming en één enkele leveringstermijn worden genoemd, moeten de producten vóór de vastgestelde termijn op de onderscheiden plaatsen van bestemming aankomen.

In voorkomend geval kan in het aanbestedingsbericht worden bepaald dat elke levering die vóór een in dat bericht gestelde leveringstermijn aankomt, als voortijdig zal worden beschouwd, waaraan in toepassing van artikel 22, lid 4, onder c), een sanctie wordt verbonden.

10. Artikel 14, lid 15, is van overeenkomstige toepassing.

11. Onmiddellijk na inlading zendt de leverancier de begunstigde de volgende documenten waarvan een afschrift aan de monitor wordt verstrekt:

a) bij zeevervoer, een afschrift van het connossement, met opgave van de vervoerder;

b) een leveringsnota welke de begunstigde in staat stelt uit te uitklaren;

c) een afschrift van de voorlopige gelijkvormigheidsverklaring;

d) een proformafactuur waaruit blijkt dat het een levering van kosteloze Gemeenschapshulp bekeft;

e) de paklijst bij levering in containers;

f) de geleidebrief bij levering waarbij het vervoer over land geschiedt;

g) elk voor uitklaring en overname door de begunstigde benodigd document;

h) elk ander in het aanbestedingsbericht voorgeschreven document.

Artikel 16

1. Voor elke levering verricht de monitor een controle van de kwaliteit, de hoeveelheid en de verpakking van alsmede van de merken op de te leveren goederen.

De definitieve controle geschiedt in het vastgestelde leveringsstadium. Bij leveringen "franco loshaven" of "franco bestemming" wordt tevens een voorlopige controle bij inlading of in de fabriek uitgevoerd.

2. Het tijdstip en de omstandigheden van de controle worden zodanig gekozen dat alle analyseresultaten en, in voorkomend geval, de uitslag van het tegenonderzoek vóór de terbeschikkingstelling of vóór het begin van de inlading kunnen worden verkregen. Onder bijzondere omstandigheden, met name wanneer het risico bestaat dat de producten in de loop van de levering worden vervangen nadat genoemde controles zijn gebeurd, kan de monitor evenwel met de toestemming van de Commissie tijdens de inlading zelf een bijkomende controle van dezelfde aard uitvoeren. Alle financiële gevolgen van de vaststelling van niet-gelijkvormigheid bij deze controle, en met name eventuele overliggelden, zijn ten laste van de leverancier.

3. Na afloop van de definitieve controle geeft de monitor aan de leverancier een definitieve gelijkvormigheidsverklaring af waarin met name de datum van uitvoering van de levering en de geleverde nettohoeveelheid zijn vermeld, in voorkomend geval onder voorbehoud.

4. Zodra de monitor een niet-gelijkvormigheid vaststelt, bericht hij dit zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de leverancier en aan de Commissie. Dit bericht wordt "kennisgeving van voorbehoud" genoemd. De leverancier kan binnen twee werkdagen na de verzending van voornoemde kennisgeving de uitslag bij de monitor en bij de Commissie betwisten.

5. Na afloop van de voorlopige controle geeft de monitor aan de leverancier een voorlopige gelijkvormigheidsverklaring af, in voorkomend geval onder voorbehoud. De monitor geeft nader aan of dit voorbehoud van dien aard is dat de producten in het leveringsstadium niet kunnen worden aanvaard. De Commissie kan, naar gelang van de aard van het voorbehoud, besluiten de leverancier het in artikel 18, lid 4, genoemde voorschot niet uit te betalen.

6. Alle financiële gevolgen en met name de kosten voor lege vaarten of ritten of voor overliggelden ten gevolge van kwaliteitsgebreken in de producten of van een te late beschikbaarstelling van de producten met het oog op controles zijn ten laste van de leverancier.

7. De vertegenwoordigers van de leverancier en van de begunstigde worden door de monitor schriftelijk verzocht de controles en met name de monsterneming met het oog op de analyses bij te wonen; monsterneming geschiedt volgens de in het bedrijfsleven geldende gebruiken.

Bij de monsterneming neemt de monitor twee bijkomende monsters die hij verzegeld ter beschikking van de Commissie houdt om een eventuele tweede controle mogelijk te maken en met het oog op een mogelijke betwisting door hetzij de begunstigde hetzij de leverancier.

De kosten van de voor de monsterneming gebruikte producten zijn ten laste van de leverancier.

8. Ingeval de leverancier of de begunstigde de uitslag van de overeenkomstig lid 2 verrichte voorlopige of definitieve controle betwist, laat de monitor met de toestemming van de Commissie een tegenonderzoek uitvoeren dat, naar gelang van de aard van de betwisting, uit een tweede monsterneming, een tweede analyse, respectievelijk een tweede controle van het gewicht of van de verpakking bestaat.

Het tegenonderzoek wordt uitgevoerd door een dienst die of door een laboratorium dat door de leverancier, de begunstigde en de monitor in onderling overleg wordt aangewezen. Indien binnen twee werkdagen na de kennisgeving van de betwisting dienaangaande geen overeenstemming is bereikt, wijst de Commissie ambtshalve de dienst of het laboratorium aan.

9. Wanneer na afloop van de controles of van het tegenonderzoek geen definitieve gelijkvormigheidsverklaring wordt afgegeven, is de leverancier verplicht de producten te vervangen.

10. De kosten van de in lid 2 genoemde controles komen ten laste van de Commissie.

De kosten van de controle van de respectievelijk in lid 9 en in artikel 17, lid 1, bedoelde vervangende producten of aanvullende leveringen zijn ten laste van de leverancier.

De kosten van het in lid 8 genoemde tegenonderzoek zijn ten laste van de in het ongelijk gestelde partij.

11. Ingeval van ongeregeldheden die, om redenen die niet aan de leverancier kunnen worden toegeschreven, een levering "franco loshaven" of "franco bestemming" ernstig bemoeilijken, kan de Commissie besluiten dat de monitor alvorens de levering is verricht, een definitieve conformiteitsverklaring afgeeft, nadat eerst een passende controle van de hoeveelheid en van de kwaliteit van de producten is uitgevoerd.

12. De leverancier kan de monitor verzoeken een voorlopige of definitieve conformiteitsverklaring voor partiële hoeveelheden af te geven.

Voor geen partij kunnen echter meer dan drie partiële verklaringen worden afgegeven. Elke partiële verklaring betreft een hoeveelheid van ten minste 2 500 ton netto voor onbewerkt graan en 100 ton netto voor andere producten, behalve wanneer genoemde verklaring een restpartij betreft. In al deze gevallen worden de extra controlekosten door de Commissie ten laste van de leverancier gebracht. Deze laatste bepaling is echter niet van toepassing wanneer het om een in deelpartijen met elk een verschillende plaats van bestemming onderverdeelde partij gaat.

Artikel 17

1. Bij een levering van producten "in bulk" is een gewichttolerantie van 3 % beneden de gevraagde hoeveelheid toegestaan. Bij levering in verpakte vorm bedraagt de tolerantie 1 %. De hoeveelheden van de door de monitor genomen monsters worden bij de toleranties gevoegd.

Wanneer de toleranties worden overschreden, kan de Commissie eisen dat de leverancier een aanvullende levering verricht tegen dezelfde financiële voorwaarden als die voor de aanvankelijke levering, binnen een door de Commissie vastgestelde tweede termijn. In voorkomend geval is artikel 22, leden 4, 5 en 7, van toepassing.

2. Het overname-, respectievelijk het leveringscertificaat zijn bepalend voor de daadwerkelijk geleverde nettohoeveelheid.

3. De begunstigde geeft aan de leverancier een overnamecertificaat af dat de in bijlage III vermelde aanwijzingen bevat. Dit certificaat wordt onverwijld afgegeven na de beschikbaarstelling van de producten in het voor de levering vastgestelde stadium en nadat de leverancier de begunstigde het origineel van de definitieve gelijkvormigheidsverklaring, alsmede het certificaat van oorsprong, de proformafactuur met vermelding van de waarde van de producten en van het feit dat deze gratis aan de begunstigde worden overgedragen en, in voorkomend geval, de in de artikelen 14 en 15 bedoelde documenten heeft verstrekt.

De monitor verleent ter verkrijging van dit certificaat alle nodige bijstand.

4. Indien de begunstigde het overnamecertificaat niet binnen 15 dagen na ontvangst van de in lid 3 genoemde documenten heeft afgegeven, verstrekt de monitor aan de leverancier, op zijn schriftelijk, naar behoren gestaafd verzoek en in overleg met de Commissie, binnen vijf werkdagen een leveringscertificaat met de in bijlage III vermelde gegevens.

HOOFDSTUK IV

Voorwaarden voor betaling en voor de vrijgave van de zekerheden

Artikel 18

1. Het aan de leverancier te betalen bedrag beloopt maximaal dat van de offerte, in voorkomend geval vermeerderd met de in artikel 19 bedoelde kosten respectievelijk verminderd met de in lid 3 bedoelde refacties, de in artikel 22, lid 8, bedoelde inhoudingen, bijkomende controlekosten zoals bedoeld in de artikelen 12 tot en met 16 of de kosten die uit de in artikel 13, lid 4, bedoelde maatregelen voortvloeien.

Wanneer de aanbesteding betrekking heeft op de levering van maximumhoeveelheden van een bepaald product is het te betalen bedrag ten hoogste gelijk aan het in het aanbestedingsbericht genoemde bedrag, onverminderd de toepassing van de voornoemde refacties en inhoudingen of kosten respectievelijk betaling van de in artikel 19 bedoelde kosten.

2. Betaling geschiedt voor de in het overnamecertificaat of in het leveringscertificaat vermelde hoeveelheid. Indien echter het overnamecertificaat van de definitieve gelijkvormigheidsverklaring afwijkt, wordt dit laatste document in aanmerking genomen, dat dan als grondslag voor de betaling dient.

3. Wanneer bij de levering wordt vastgesteld dat de kwaliteit, de verpakking of de merken van de producten niet met de voorschriften overeenstemmen, maar dat zulks voor de overname van de producten of voor de afgifte van een leveringscertificaat geen beletsel heeft gevormd, kan de Commissie bij de vaststelling van het te betalen bedrag refacties toepassen. De toepassing van refacties jegens een leverancier kan tot de toepassing van artikel 2, lid 2, leiden.

4. Bij levering "franco loshaven" of "franco bestemming" kan op verzoek van de leverancier ten belope van maximaal 90 % van het offertebedrag een voorschot worden uitgekeerd onder de volgende voorwaarden:

a) hetzij naar evenredigheid van de als conform erkende partiële hoeveelheden waarvoor de monitor een voorlopige gelijkvormigheidsverklaring heeft afgegeven,

b) hetzij voor de totale hoeveelheid waarvoor de monitor een voorlopige gelijkvormigheidsverklaring heeft afgegeven.

Ongeacht het aantal gedeeltelijke voorschotten die voor een bepaalde partij zijn uitgekeerd, betaalt de Commissie per partij slechts één saldo, behalve in uitzonderlijke als zodanig door de Commissie erkende omstandigheden.

5. Uitkering van het te betalen bedrag geschiedt op een in twee exemplaren ingediend verzoek van de leverancier.

Bij het verzoek om betaling van het totale bedrag, respectievelijk het saldo worden de volgende documenten gevoegd:

a) een voor het gevraagde bedrag opgemaakte factuur,

b) het origineel van het overname-, respectievelijk van het leveringscertificaat,

c) een afschrift van de definitieve gelijkvormigheidsverklaring;

Bij het verzoek om betaling van een voorschot worden de volgende documenten gevoegd:

a) een voor het gevraagde bedrag opgemaakte factuur,

b) een afschrift van de voorlopige gelijkvormigheidsverklaring,

c) een afschrift van het connossement, de charterpartij of het geleidebriefje,

d) een afschrift van het verzekeringscertificaat.

Geen enkel voorschot mag meer dan 90 % van het offertebedrag bedragen. Het voorschot wordt slechts toegekend na overlegging van een ten gunste van de Commissie gestelde voorschotgarantie voor een bedrag dat gelijk is aan dat van het voorschot, verhoogd met 10 %. Deze garantie wordt overeenkomstig artikel 8, tweede en derde alinea, gesteld. De geldigheidsduur van deze garantie moet ten minste één jaar bedragen en op verzoek van de Commissie kunnen worden verlengd.

Elk afschrift moet voor echt zijn verklaard en van de handtekening van de leverancier zijn voorzien.

6. Elke betalingsaanvraag voor het gehele bedrag of voor het saldo wordt binnen een termijn van drie maanden gerekend vanaf de datum van afgifte van het overnamecertificaat of van het leveringscertificaat bij de Commissie ingediend. Behalve in gevallen van overmacht wordt op een aanvraag die na die termijn wordt ingediend een inhouding van 10 % op het te betalen bedrag toegepast.

7. Alle betalingen worden door de Commissie verricht binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van de volledige, overeenkomstig de bepalingen van lid 5, ingediende aanvraag.

Indien een betaling na genoemde termijn geschiedt, zonder dat deze door aanvullende expertises of onderzoeken wordt gerechtvaardigd, worden moratoire interesten uitgekeerd tegen de door het Europees Monetair Instituut toegepaste maandelijkse rentevoet, welke in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, wordt bekendgemaakt. De te hanteren rentevoet is die van de maand waarin de dag valt die op het verstrijken van de in de eerste alinea bedoelde termijn volgt. Bij vertraging van meer dan één maand wordt een met het aantal toepassingsdagen van elke rentevoet gewogen gemiddelde toegepast.

Artikel 19

1. Alle kosten in verband met de levering van de producten in het vastgestelde stadium zijn ten laste van de leverancier. De Commissie kan evenwel de leverancier op diens schriftelijk verzoek bepaalde bijkomende kosten, die zij aan de hand van passende bewijsstukken raamt, vergoeden, indien zonder voorbehoud met betrekking tot de aard van de opgegeven onkosten een overname- of een leveringscertificaat is afgegeven.

2. Met uitsluiting van alle administratieve kosten omvatten de bijkomende kosten de inslag-, verzekerings- en financieringskosten die daadwerkelijk door de leverancier zijn betaald, naar gelang van het geval, ingevolge:

a) een op verzoek van de begunstigde toegestane verlenging van de leveringstermijn,

b) vertragingen van meer dan 30 dagen tussen, enerzijds, de leveringsdatum en, anderzijds, de afgifte van het overname- of van het leveringscertificaat of ook van de definitieve gelijkvormigheidsverklaring indien deze achteraf wordt afgegeven.

3. De erkende inslag- en verzekeringskosten worden in ecu terugbetaald nadat het in de valuta van de uitgaven uitgedrukte bedrag tegen de door de Commissie gehanteerde wisselkoers in ecu is omgezet.

De erkende kosten mogen de volgende maxima niet overschrijden:

- 1 ecu per ton producten "in bulk" en 2 ecu per ton verpakte producten, per week, voor inslagkosten;

- 0,75 % per jaar van de waarde van de producten voor verzekeringskosten.

De financieringskosten worden als volgt berekend, waarbij:

>NUM>A × n × i

>DEN>360

A = het bedrag dat in toepassing van artikel 18 nog moet worden betaald op de datum van het feit dat tot de betaling van financieringskosten leidt.

n = het aantal dagen verlenging, zoals bedoeld in lid 2, onder a),

of

het aantal dagen vertraging, zoals bedoeld in lid 2, onder b).

i = de in artikel 18, lid 7, genoemde rentevoet.

4. In uitzonderlijke gevallen kan de Commissie aan de leverancier op diens schriftelijk verzoek bepaalde onverwachte uitgaven vergoeden, voorzover deze uitgaven niet het gevolg zijn van een eigen gebrek van de producten, van een gebrekkige of ongeschikte verpakking of van een aan de leverancier, aan overbelasting van de haven of aan een onderaannemer toe te rekenen vertraging bij de uitvoering van de levering.

5. De Commissie stelt de leverancier op diens verzoek schadeloos, wanneer deze van zijn verplichtingen is ontslagen in toepassing van, met name, artikel 12, lid 4, artikel 13, lid 5, artikel 14, lid 15, artikel 15, lid 10, en artikel 20, tweede alinea.

Met uitsluiting van alle administratieve kosten dekt de schadeloosstelling, enerzijds, de overeenkomstig de leden 2 en 3 van het onderhavige artikel geraamde inslag-, verzekerings- en financieringskosten en, anderzijds, een in overleg overeengekomen compenserende betaling die in alle gevallen niet meer dan 3 % van het bedrag van de offerte mag bedragen.

6. Elk verzoek om betaling van bijkomende kosten en onverwachte uitgaven wordt gescheiden van dat om betaling van de levering en moet in twee exemplaren binnen de in artikel 18, lid 6, vastgestelde termijn worden ingediend. Na deze termijn wordt een inhouding van 10 % toegepast.

Artikel 20

Indien de Commissie na de gunning van de levering een ander laadadres of een andere laad- of loshaven of een andere uiteindelijke plaats van bestemming aanwijst dan oorspronkelijk was bepaald, of besluit het leveringsstadium te wijzigen, levert de leverancier de producten af op dat andere laadadres, in die andere haven, op die andere plaats van bestemming, respectievelijk in dat andere leveringsstadium. De Commissie komt met de leverancier de eventuele verlaging of verhoging van de oorspronkelijk vastgestelde kosten overeen.

De leverancier kan evenwel op een naar behoren met redenen omkleed verzoek van zijn verplichtingen worden ontslagen.

Artikel 21

Indien de levering, gevallen van overmacht buiten beschouwing gelaten, om redenen die niet aan de begunstigde maar aan de leverancier zijn toe te schrijven, niet binnen een termijn van 30 dagen na de gestelde leveringstermijn is geschied, zijn alle financiële gevolgen van de gehele of gedeeltelijke niet-levering van de goederen ten laste van de leverancier. De financiële gevolgen kunnen met name de rechtstreeks met de niet-uitvoering van de levering verband houdende uitgaven die de begunstigde dient te verrichten, omvatten, bijvoorbeeld voor overliggelden of de kosten van lege vaarten of ritten, voor de huur van opslagplaatsen of -terreinen en voor de bijbehorende verzekering.

Bovendien stelt de Commissie onder de in de eerste alinea genoemde omstandigheden het uitblijven van de levering vast en treft zij de passende maatregelen.

Artikel 22

1. De overeenkomstig artikel 8, artikel 10, lid 2, en artikel 18, lid 5, gestelde zekerheden worden onder de in de leden 2 tot en met 8 van het onderhavige artikel genoemde voorwaarden vrijgegeven dan wel verbeurd.

2. De inschrijvingszekerheid wordt vrijgegeven:

a) per brief of per schriftelijke telecommunicatie van de Commissie, wanneer de offerte niet geldig is of niet in aanmerking is genomen, of wanneer de levering niet is gegund;

b) wanneer de inschrijver die als leverancier is aangewezen de leveringszekerheid heeft gesteld of zijn aanbod heeft ingetrokken, overeenkomstig artikel 9, lid 4.

De zekerheid wordt verbeurd indien de leverancier niet binnen tien werkdagen na de gunning van de levering de leveringszekerheid heeft gesteld, en eveneens in het geval dat de inschrijver in toepassing van artikel 7, lid 11, zijn aanbod intrekt.

3. De leveringszekerheid wordt per brief of per schriftelijke telecommunicatie van de Commissie volledig vrijgegeven wanneer de leverancier:

a) de in artikel 18, lid 5, derde alinea, voorgeschreven voorschotzekerheid heeft gesteld;

b) de levering onder naleving van al zijn verplichtingen heeft uitgevoerd;

c) van zijn verplichtingen is ontslagen in toepassing van artikel 12, lid 4, tweede alinea, artikel 13, lid 5, tweede alinea, artikel 14, lid 15, tweede alinea, artikel 15, lid 10, en van artikel 20, tweede alinea;

d) om door de Commissie erkende redenen van overmacht de levering niet heeft uitgevoerd.

4. Behoudens in gevallen van overmacht worden in de volgende gevallen op de leveringszekerheid gecumuleerde partiële inhoudingen toegepast, onverminderd de toepassing van lid 8:

a) ten belope van 10 % van de waarde van de nog niet geleverde hoeveelheden, onverminderd de in artikel 17, lid 1, genoemde toleranties;

b) ten belope van 20 % van het in de offerte opgegeven totale bedrag van het zeevervoer, wanneer het door de leverancier gecharterde schip niet aan de voorwaarden van artikel 14, lid 3, voldoet;

c) ten belope van 0,2 % van de waarde van de buiten de termijn geleverde hoeveelheden, per dag vertraging, of in voorkomend geval en mits zulks in het aanbestedingsbericht is bepaald, 0,1 % per dag voortijdige levering.

De onder a) en c) vermelde inhoudingen worden niet toegepast wanneer de vastgestelde manco's niet aan de leverancier zijn toe te schrijven.

5. De voorschotzekerheid wordt in de in lid 3, onder b) en c), bedoelde gevallen volledig vrijgegeven op dezelfde wijze als de leveringszekerheid.

Zij wordt aan gedeeltelijke inhoudingen onderworpen door de bepalingen van lid 4 overeenkomstig toe te passen.

6. De leverings- of voorschotzekerheid wordt in toepassing van artikel 21 volledig verbeurd wanneer de Commissie het uitblijven van de levering vaststelt.

7. De leverings- of voorschotzekerheid wordt vrijgegeven naar verhouding van de hoeveelheden waarvoor het recht op betaling van het saldo is vastgesteld. Voor de overige hoeveelheden wordt zij ingehouden.

8. De Commissie trekt de bedragen van de in toepassing van de leden 4, 5 en 6 te verrichten inhoudingen op zekerheden af van het uiteindelijk te betalen bedrag. De leverings- of de voorschotgarantie wordt dan gelijktijdig en volledig vrijgegeven.

HOOFDSTUK V

Slotbepalingen

Artikel 23

De Commissie beoordeelt de gevallen van overmacht die de oorzaak van niet-levering of van niet-naleving van een van de verplichtingen van de leverancier kunnen vormen.

De kosten in verband met een door de Commissie erkend geval van overmacht worden door de Commissie gedragen.

Artikel 24

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is bevoegd om te oordelen over ieder geschil in verband met de uitvoering, de niet-uitvoering of de uitlegging van de voorschriften betreffende leveringen die overeenkomstig deze verordening geschieden.

Artikel 25

Voor elke niet in deze verordening geregelde aangelegenheid is Belgisch recht van toepassing.

Artikel 26

Verordening (EEG) nr. 2200/87 wordt ingetrokken.

Zij blijft evenwel van toepassing op leveringen waarvoor het aanbestedingsbericht vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening is bekendgemaakt.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 27

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 december 1997.

Voor de Commissie

João DE DEUS PINHEIRO

Lid van de Commissie

(1) PB L 166 van 5. 7. 1996, blz. 1.

(2) PB L 204 van 25. 7. 1987, blz. 1.

(3) PB L 81 van 28. 3. 1991, blz. 108.

(4) PB L 319 van 12. 12. 1994, blz. 20.

(5) PB L 121 van 17. 5. 1979, blz. 1.

(6) PB L 378 van 31. 12. 1986, blz. 1.

(7) PB L 378 van 31. 12. 1986, blz. 4.

(8) PB L 378 van 31. 12. 1986, blz. 14.

(9) PB L 378 van 31. 12. 1986, blz. 21.

BIJLAGE I

AANBESTEDINGSBERICHT

1. Actie nr. (in voorkomend geval, verscheidene nummers per partij)

2. Begunstigde (naar gelang van het geval een land of een organisatie)

3. Vertegenwoordiger van de begunstigde

4. Land van bestemming

5. Beschikbaar te stellen product

6. Totale hoeveelheid (aantal ton netto)

7. Aantal partijen (in voorkomend geval, de hoeveelheid per partij en/of deelpartij)

8. Kenmerken en kwaliteit van het product (volgens de in artikel 5 bedoelde bekendmaking)

9. Verpakking (volgens de in artikel 5 bedoelde bekendmaking)

10. Etikettering of merken (volgens de in artikel 5 bedoelde bekendmaking)

- voor het merken te gebruiken taal

- bijkomende opschriften

11. Wijze van beschikbaarstelling van het product (Gemeenschapsmarkt of interventievoorraad en in laatstgenoemd geval het bureau waar de voorraden zich bevinden en de voorgestelde verkoopprijs, of markt buiten de Gemeenschap)

12. Voorgeschreven leveringsstadium

13. Alternatief leveringsstadium (toepassing van artikel 9, lid 3)

14. a) Laadhaven (zie artikel 7, leden 4 en 6)

b) Laadadres

15. Loshaven

16. Plaats van bestemming (pakhuisadres voor leveringen "franco bestemming"):

- doorgangshaven of transitpakhuis

- vervoerroute over land (zie artikel 15, lid 4)

17. Leveringstermijn of uiterste leveringstermijn in het voorgeschreven stadium:

- eerste termijn

- tweede termijn (zie artikel 9, lid 5)

18. Leveringstermijn of uiterste leveringstermijn in het alternatieve stadium:

- eerste termijn

- tweede termijn (zie artikel 9, lid 5)

19. Uiterste termijn voor de indiening van de offertes, (om 12.00 uur, Brusselse tijd):

- eerste termijn

- tweede termijn (zie artikel 9, lid 5)

20. Bedrag van de inschrijvingszekerheid

21. Adres voor de inzending van de offertes en van de inschrijvingszekerheden

22. Uitvoerrestitutie

BIJLAGE II.A

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

MODEL VAN EEN OFFERTE

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE II.B

IN DE OFFERTE OP TE NEMEN KOSTEN

Deze lijst is louter indicatief.

A. Levering "af fabriek" of "franco vervoerder"

1. Prijs van de producten en van de verpakking.

2. Kosten van inlading en stuwage in de door de begunstigde ter beschikking gestelde vervoermiddelen.

3. Bij levering "franco vervoerder", kosten van vervoer tot aan de in het aanbestedingsbericht aangegeven vervoerterminal.

4. Kosten in verband met de vervulling van de douaneformaliteiten bij uitvoer.

B. Levering "franco laadhaven"

1. Dezelfde kosten als onder A.1 en A.4.

2. Kosten van inlading en van vervoer tot aan de plaats van levering en, in voorkomend geval, kosten van het lossen.

3. Bij levering in containers, kosten van inlading en vervoer tot aan het stadium "containerterminal, gestapeld".

4. Voor leveringen van graan omvatten de kosten, in voorkomend geval, die van inslag, overslag en opslag in de silo, uitslag, inlading, stuwage en trimming (leveringsstadium "fob - gestuwd" of "fob - gestuwd en getrimd").

5. Kosten van weging en van controles en analyses die eventueel op initiatief van de leverancier worden uitgevoerd (andere kosten dan die voortvloeiende uit artikel 16).

C. Levering "franco loshaven"

1. Dezelfde kosten als onder B.

2. Aanvoerkosten, inclusief de kosten van het optreden van de expediteur, de inladingskosten en, in voorkomend geval, de stuwage- en trimmingskosten.

3. Zeevracht.

4. Verzekering.

5. Loskosten zoals genoemd in artikel 14, lid 7, indien het levering in het stadium "gelost" betreft.

D. Levering franco "bestemming met aanvoer over zee"

1. Dezelfde kosten als onder C, met inbegrip van de onder C.5 genoemde loskosten.

2. Kosten van douanevervoer.

3. Kosten van overlading op andere vervoermiddelen voor de verdere verzending naar de eindbestemming.

4. Kosten van vervoer over land tot aan de eindbestemming.

5. Verzekering.

6. Kosten van aflevering bij de pakhuisingang ter bestemming. Bij levering in containers, de in artikel 15, lid 2, genoemde kosten.

E. Levering franco "bestemming met vervoer over land"

Dezelfde kosten als onder D, behalve die in verband met het zeevervoer.

BIJLAGE III

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

OVERNAMECERTIFICAAT

>EIND VAN DE GRAFIEK>