31996D0577

96/577/EG: Beschikking van de Commissie van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde produkten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor vaste brandbestrijdingssystemen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 254 van 08/10/1996 blz. 0044 - 0048


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 24 juni 1996 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde produkten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor vaste brandbestrijdingssystemen (Voor de EER relevante tekst) (96/577/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde produkten (1), zoals gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG (2), inzonderheid op artikel 13, lid 4,

Overwegende dat de Commissie bij de keuze tussen de twee in artikel 13, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG bedoelde procedures voor de conformiteitsverklaring van een produkt de "minst kostbare veiligheidsconforme procedure" moet kiezen; dat dit inhoudt dat het noodzakelijk is vast te stellen of voor een bepaald produkt of bepaalde familie van produkten het bestaan van een onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant vallend produktiecontrolesysteem in de fabriek een noodzakelijke en toereikende voorwaarde is voor een conformiteitsverklaring, dan wel of daarvoor, om redenen die verband houden met de naleving van de in artikel 13, lid 4, genoemde criteria, een erkende certificatie-instantie moet worden ingeschakeld;

Overwegende dat ingevolge artikel 13, lid 4, de aldus gekozen procedure in de mandaten en in de technische specificaties moet worden genoemd; dat het derhalve wenselijk is het in de mandaten en de technische specificaties gebruikte begrip produkten of families van produkten vast te leggen;

Overwegende dat de twee procedures van artikel 13, lid 3, nader in bijlage III bij Richtlijn 89/106/EEG zijn beschreven; dat het derhalve noodzakelijk is voor elk produkt of elke familie van produkten, duidelijk de methoden voor de toepassing van de twee procedures aan te geven, onder verwijzing naar genoemde bijlage III, daar bijlage III aan bepaalde systemen de voorkeur geeft;

Overwegende dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder a), overeenkomt met de systemen die in mogelijkheid 1 zonder permanente bewaking en in de mogelijkheden 2 en 3 van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd en dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder b), overeenkomt met de systemen, die in punt 2, onder i), van bijlage III en in mogelijkheid 1 met permanente bewaking van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanente Comité voor de bouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De conformiteit van de in bijlage I genoemde produkten wordt vastgesteld aan de hand van een procedure waarbij, naast een door de fabrikant uitgevoerd produktiecontrolesysteem in de fabriek, bij de beoordeling en de bewaking van de produktiecontrole of het produkt zelf een erkende certificatie-instantie wordt ingeschakeld.

Artikel 2

De procedure voor de conformiteitsverklaring overeenkomstig bijlage II wordt vermeld in de mandaten voor geharmoniseerde normen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 24 juni 1996.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 12.

(2) PB nr. L 220 van 30. 8. 1993, blz. 1.

BIJLAGE I

BRANDDETECTIE- EN -ALARMSYSTEMEN, VASTE BRANDBESTRIJDINGSSYSTEMEN, BRANDBEVEILIGINGS- EN ANTI-ROOKSYSTEMEN EN EXPLOSIEBEVEILIGINGSPRODUKTEN

- Branddetectie- en -alarmsystemen-kits: gecombineerde branddetectie- en -alarmsystemen-kits, branddetectiesystemen-kits, brandalarmsystemen-kits, brandmeldinstallaties-kits.

- Componenten voor branddetectie- en -alarmsystemen: rook-, hitte- en vlamdetectoren, bestrijdings- en signalisatiesystemen, alarmtransmissiemiddelen, kortsluitbeveiligingen, alarminstallaties, voedingen, input/output-apparatuur, meldinstallaties met manuele bediening.

- Autonome rookdetectoren/alarmsystemen.

- Brandbestrijdings- en blusapparatuur-kits: brandslangen, droge en natte stijgleidingen/brandkranen, sprinkler- en blusinstallaties-kits, schuimblussers-kits, poederblussers-kits, gasblussers (met inbegrip van CO2-blusapparaten)-kits.

- Componenten voor brandbestrijdings- en blusapparatuur: brandkranen, debietmeters en -regelaars, drukmeters en -regelaars, wandbrandkranen, toevoerkanalen, bluspompen, spuitmonden/sprinklers/uitlaatstukken.

- Explosiebeveiligingssystemen-kits.

- Componenten voor explosiebeveiligingssystemen: detectoren, dempers, explosiesensoren, blusprodukten.

- Brand- en rookbestrijdingssystemen-kits: rook- en warmteafvoerinstallaties-kits, verschildrukgevers-kits.

- Componenten voor brand- en rookbestrijdingssystemen: anti-rookschermen, trekregelaars, luchtkokers, elektrische ventilatoren; ventilatoren voor natuurlijke afzuiging; bedieningspanelen, noodbedieningspanelen; voedingen.

BIJLAGE II

PRODUKTFAMILIE:

BRANDDETECTIE- EN -ALARMSYSTEMEN, VASTE BRANDBESTRIJDINGSSYSTEMEN, BRANDBEVEILIGINGS- EN ANTI-ROOKSYSTEMEN EN EXPLOSIEBEVEILIGINGSPRODUKTEN (1/1)

Systemen van conformiteitsverklaring

CEN/Cenelec wordt verzocht in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor de onderstaande produkten en het beoogde gebruik daarvan de volgende systemen van conformiteitsverklaring te vermelden:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het ook kan worden toegepast wanneer de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet behoeft te worden vastgesteld, omdat minstens één Lid-Staat geen wettelijk voorschrift heeft voor een dergelijke eigenschap (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG, en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen mag de fabrikant niet tot verificatie van een dergelijke eigenschap worden verplicht indien hij in dit opzicht niets over de prestatie van het produkt wil mededelen.