31995D3052

Beschikking Nr. 3052/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1995 tot vaststelling van een procedure voor uitwisseling van informatie over nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 321 van 30/12/1995 blz. 0001 - 0005


BESCHIKKING Nr. 3052/95/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 december 1995

tot vaststelling van een procedure voor uitwisseling van informatie over nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (3),

Overwegende dat de Commissie de in artikel 100 B van het Verdrag beoogde inventarisering heeft verricht van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die vallen onder artikel 100 A van het Verdrag en die nog geen voorwerp van harmonisatie uit hoofde van dat artikel zijn geweest;

Overwegende dat uit deze inventarisering blijkt dat de door de Lid-Staten vermelde belemmeringen voor het handelsverkeer van produkten hoofdzakelijk worden aangepakt door middel van maatregelen die op grond van artikel 100 A worden genomen of in het kader van op grond van artikel 169 van het Verdrag ingestelde procedures wegens niet-nakoming van de uit artikel 30 voortvloeiende verplichtingen;

Overwegende dat de doorzichtigheid van nationale verbodsmaatregelen ten aanzien van produkten bevorderlijk kan zijn voor een snelle aanpak op het juiste niveau van de problemen die het vrije verkeer van goederen in het gedrang kunnen brengen, met name door een tijdige onderlinge aanpassing van deze maatregelen of de aanpassing ervan overeenkomstig artikel 30 van het Verdrag;

Overwegende dat het met het oog op die doorzichtigheid van belang is om een eenvoudige en pragmatische procedure voor uitwisseling van informatie tussen de Lid-Staten onderling en met de Commissie vast te stellen teneinde ervoor te zorgen dat problemen die in het kader van de werking van de interne markt kunnen rijzen, op een voor de marktdeelnemers en de consumenten bevredigende wijze worden geregeld;

Overwegende dat deze procedure er hoofdzakelijk op gericht is een betere kennis te verwerven van de tenuitvoerlegging van het vrije goederenverkeer in niet-geharmoniseerde sectoren en de problemen die zich daar voordoen te identificeren teneinde passende oplossingen aan te dragen;

Overwegende dat deze procedure uitsluitend moet gelden voor de gevallen waarin een Lid-Staat, op grond van het feit dat dat de goederen niet in overeenstemming zijn met zijn nationale wetgeving, het vrije verkeer of het in de handel brengen verhindert van in een andere Lid-Staat rechtmatig vervaardigde of verhandelde goederen;

Overwegende dat slechts maatregelen die een belemmering vormen voor een bepaald model of een bepaald type goederen onder het toepassingsgebied van deze beschikking moeten vallen, en dus maatregelen betreffende gebruikte goederen, die door de tijd of het gebruik ongeschikt zijn geworden voor het op de markt brengen of handhaven, ervan moeten worden uitgesloten;

Overwegende dat ook maatregelen die alleen ter bescherming van de openbare zedelijkheid of de openbare orde worden genomen, moeten worden uitgesloten;

Overwegende dat andere Lid-Staten en de Commissie de mogelijkheid moeten hebben om op de maatregelen waarvan in het kader van deze beschikking kennis is gegeven, te reageren;

Overwegende bovendien dat de procedure geen herhaling mag zijn van kennisgevings- of informatieprocedures die bij andere gemeenschapsbepalingen zijn opgelegd, en dat deze verschillende procedures adequaat moeten worden gecooerdineerd;

Overwegende dat het bedrijfsleven, de consumenten en de andere geïnteresseerde partijen moeten weten wie zij binnen de Commissie en bij de overheidsinstanties van elke Lid-Staat moeten contacteren, wanneer zich een probleem betreffende het vrije goederenverkeer voordoet;

Overwegende dat de procedures tot uitvoering van deze beschikking niet mogen leiden tot onnodige nieuwe bureaucratie, en er tegelijk voor moeten zorgen dat een effectief evenwicht kan worden bereikt tussen de bescherming van de legitieme belangen van de Lid-Staten en het waarborgen van het vrije goederenverkeer binnen de Gemeenschap;

Overwegende dat in het belang van de transparantie, volledige en geactualiseerde informatie over de toepassing van deze beschikking voor alle betrokken partijen beschikbaar moet zijn;

Overwegende dat opheffing van de belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen van fundamenteel belang is voor de Gemeenschap en dat zij op dit gebied maatregelen moet nemen om dat doel te bereiken; dat daarbij vanzelfsprekend het evenredigheidsbeginsel - als aanvulling op het subsidiariteitsbeginsel - in acht wordt genomen, aangezien alleen beoogd wordt te waarborgen dat de gevallen worden onderkend waarin de toepassing van niet-geharmoniseerde nationale voorschriften de goede werking van de interne markt nadeling dreigt te beïnvloeden,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wanneer een Lid-Staat het in het vrije verkeer of in de handel brengen verhindert van een bepaald model of een bepaald type produkt dat in een andere Lid-Staat rechtmatig vervaardigd of in de handel is gebracht, brengt hij de Commissie de desbetreffende maatregel ter kennis, wanneer deze voor het produkt direct of indirect tot gevolg heeft dat:

- het algeheel wordt verboden,

- de vergunning voor het in de handel brengen wordt geweigerd,

- het model of het type wordt gewijzigd voordat het produkt in de handel kan worden gebracht of gehandhaafd, of

- het uit de handel wordt genomen.

Artikel 2

In deze beschikking wordt verstaan onder:

- "wijziging van het model of het type", elke wijziging van een of meer kenmerken van het produkt die in de definitie van "technische specificatie" in artikel 1 van Richtlijn 83/189/EEG (1) zijn vermeld;

- "rechterlijke beslissing", elke beslissing van een rechterlijk orgaan, dat als taak heeft recht te spreken;

- "maatregel", elke andere maatregel dan een rechterlijke beslissing.

Artikel 3

1. De in artikel 1 bedoelde kennisgevingsplicht geldt voor de maatregelen, andere dan rechterlijke beslissingen, van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten die gemachtigd zijn deze maatregelen te nemen.

Wanneer ten aanzien van een bepaald model of type produkt onder gelijke materiële en formele voorwaarden verscheidene maatregelen zijn genomen, geldt de kennisgevingsplicht enkel voor de eerste maatregel.

2. Artikel 1 is niet van toepassing op:

- maatregelen die uitsluitend ter uitvoering van communautaire harmonisatievoorschriften zijn genomen;

- maatregelen die krachtens specifieke bepalingen aan de Commissie ter kennis zijn gebracht;

- maatregelen die krachtens specifieke communautaire bepalingen in het stadium van ontwerp aan de Commissie ter kennis zijn gebracht;

- maatregelen die, zoals conservatoire maatregelen of maatregelen van onderzoek, slechts dienen ter voorbereiding van de in artikel 1 bedoelde hoofdmaatregel;

- maatregelen die alleen ter bescherming van de openbare zedelijkheid of de openbare orde worden genomen;

- maatregelen betreffende gebruikte goederen die door de tijd of het gebruik ongeschikt zijn geworden voor het in de handel brengen of handhaven.

3. Een beroep in rechte tegen de in lid 1 bedoelde hoofdmaatregel schorst in geen geval de toepassing van artikel 1.

Artikel 4

1. De in artikel 1 bedoelde kennisgeving moet voldoende gedetailleerd, duidelijk en begrijpelijk zijn. Zij bestaat uit de toezending van:

- een formulier waarop de in de bijlage bepaalde gegevens worden vermeld, en

- een afschrift van de door de in artikel 3, lid 1, bedoelde autoriteiten getroffen maatregel, zoals die is bekendgemaakt repectievelijk ter kennis van de belanghebbende is gebracht.

Gegevens die niet onder de rubrieken van het formulier vallen, mogen uit het afschrift worden weggelaten.

2. De kennisgeving van de in lid 1 bepaalde informatie geschiedt binnen 45 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de in artikel 1 bedoelde maatregel is genomen.

3. De Commissie zendt een afschrift van de in lid 1 bepaalde informatie naar de andere Lid-Staten.

Artikel 5

1. Indien de maatregel waarvan uit hoofde van deze beschikking kennis moet worden gegeven, een of meer bijlagen omvat, wordt enkel een lijst met een korte samenvatting van de inhoud van de bijlage of bijlagen bij het afschrift gevoegd.

2. De Commissie en elk van de Lid-Staten kunnen de Lid-Staat die de maatregel heeft genomen, verzoeken om hun binnen een maand na dit verzoek een integraal afschrift van de op de in lid 1 bedoelde lijst vermelde bijlagen of alle dienstige informatie over de maatregel toe te zenden.

3. Indien naar nationaal recht het onderzoek geheim is, is de mededeling van gegevens die niet onder de rubrieken van het in artikel 4, lid 1, bedoelde formulier vallen, in voorkomend geval, afhankelijk van de toestemming van de bevoegde gerechtelijke instantie.

Artikel 6

De Lid-Staten en de Commissie nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat hun ambtenaren en personeelsleden gehouden zijn de in de zin van deze beschikking verzamelde gegevens die door hun aard onder het beroepsgeheim vallen, niet openbaar te maken, tenzij het gaat om gegevens over de veiligheidskenmerken van een bepaald produkt die, indien de omtandigheden zulks vereisen, openbaar moeten worden gemaakt teneinde de gezondheid en de veiligheid van personen te beschermen.

Artikel 7

Elke Lid-Staat geeft aan de Commissie de bevoegde nationale instantie of instanties op die zijn aangewezen om de in deze beschikking bedoelde informatie mede te delen of te ontvangen. Direct na ontvangst zendt de Commissie de gegevens door aan de overige Lid-Staten.

De Lid-Staten beijveren zich om een contactpunt, dat de in de eerste alinea bedoelde nationale instantie of instanties kan zijn, of een netwerk van contactpunten in te stellen, dat fungeert als eerste referentiepunt voor elk onderzoek naar de redenen waarom regelingen van andere Lid-Staten niet worden erkend en naar de algemene werking van deze beschikking.

Artikel 8

1. De Commissie zorgt voor een grotere mate van cooerdinatie bij alle aangelegenheden die verband houden met de uitvoering van deze beschikking, met inbegrip van de cooerdinatie van de betrokken kennisgevings- of informatieprocedures, bij klachten betreffende specifieke belemmeringen van het vrije verkeer van goederen en bij algemene problemen op het gebied van de wederzijdse erkenning.

2. De Commissie beijvert zich ervoor te zorgen dat bedrijven, consumenten en andere belanghebbenden weten met wie zij in geval van problemen contact kunnen opnemen.

Artikel 9

Onverminderd onopgeloste gevallen, verstrekt de Commissie in de gehele Gemeenschap, in voorkomend geval onder eerbiediging van het vertrouwelijk karakter ervan, informatie over de nationale maatregelen waarvan krachtens deze beschikking kennis is gegeven en die gevolgen hebben voor het beginsel van het vrije verkeer van goederen in de niet-geharmoniseerde sectoren. Zij verstrekt eveneens informatie over de follow-up-maatregelen die zijn genomen.

De nationale maatregelen waarvan kennis is gegeven, worden in een bijlage bij het jaarverslag over de interne markt vermeld.

Artikel 10

De Commissie wordt bij de toepassing van deze beschikking bijgestaan door het bij Richtlijn 83/189/EEG ingestelde Permanent Comité. Zij houdt het Comité op gezette tijden op de hoogte van de werking van de bij deze beschikking vastgestelde procedure en van de door de Lid-Staten verrichte kennisgevingen.

In voorkomend geval informeert de Commissie ook de bij specifieke communautaire bepalingen ingestelde sectoriële comités.

Artikel 11

Binnen twee jaar te rekenen vanaf de toepassingsdatum van deze beschikking brengt de Commissie aan het Parlement en aan de Raad verslag uit over de toepassing ervan en stelt zij de wijzigingen voor die zij passend acht. Met het oog op de opstelling van dit verslag verstrekken de Lid-Staten aan de Commissie alle dienstige inlichtingen over de wijze waarop zij deze beschikking toepassen.

In het verslag van de Commissie wordt ook onderzocht of de kennisgevingen uit hoofde van de onderhavige beschikking adequaat gecooerdineerd worden met de kennisgevingen uit hoofde van andere communautaire instrumenten.

Artikel 12

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf deze bekendmaking deelt elke Lid-Staat aan de Commissie mede welke maatregelen hij ter uitvoering van deze beschikking heeft getroffen.

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 1997.

Artikel 13

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 13 december 1995.

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

K. HAENSCH

Voor de Raad

De Voorzitter

J. L. DICENTA BALLESTER

(1) PB nr. C 18 van 21. 1. 1994, blz. 13 en PB nr. C 200 van 22. 7. 1994, blz. 19.

(2) PB nr. C 195 van 18. 7. 1994, blz. 6.

(3) Advies van het Europees Parlement van 20 april 1994 (PB nr. C 128 van 9. 5. 1994, blz. 142), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 29 juni 1995 (PB nr. C 216 van 21. 8. 1995, blz. 41), besluit van het Europees Parlement van 26 oktober 1995 (PB nr. C 308 van 20. 11. 1995) en besluit van de Raad van 23 november 1995.

(1) Richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB nr. L 109 van 26. 4. 1983, blz. 8). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/10/EG (PB nr. L 100 van 19. 4. 1994, blz. 30).

BIJLAGE

PROCEDURE VOOR UITWISSELING VAN INFORMATIE over nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap (Beschikking nr. 3052/95/EG)

1. Lid-Staat die de kennisgeving doet

Naam en adres opgeven van de voor nadere inlichtingen te contacteren persoon

2. Datum van de kennisgeving

3. Model of type produkt

Gedetailleerde beschrijving geven van het type of model produkt.

4. Genomen maatregelen

5. Voornaamste redenen

- Opgave van de reden(en) van algemeen belang op grond waarvan de maatregelen zijn vastgesteld.

- Verwijzing naar de nationale bepalingen waarmee het produkt wordt geacht niet in overeenstemming te zijn.

- Vermelding van de punten waarop de nationale bepalingen en/of de vereisten waaraan bij de vervaardiging en het in de handel brengen van het produkt in een andere Lid-Staat is voldaan, geen gelijkwaardige bescherming van het algemeen belang waarborgen.